Note:
•
Vanaf versie 6.1 wordt naast de Emergency location identifiereen nieuw veld Municipality identifier
toegevoegd dat kan worden gebruikt om de locatie van de beller te identificeren wanneer de beller
en de trunk zich op verschillende locaties bevinden.
Een noodoproep maken
Algemeen gedrag van het systeem:
•
Een gebruiker kiest een nummer dat is opgeslagen in de lijst met openbare alarmnummers.
•
Het systeem detecteert dat een noodoproep wordt gedaan door het gekozen nummer te vergelijken met
de geconfigureerde lijst met openbare alarmnummers.
•
Zodra duidelijk is dat de oproep een noodoproep is, bepaalt het systeem de exacte locatie van de
beller, waarbij de verschillende geconfigureerde opties worden gevolgd (zie
bepalen").
•
Het systeem selecteert een regel van de geconfigureerde route voor deze noodlocatie, vult de
noodlocatie-id in en stuurt deze naar de provider.
•
Tegelijkertijd wordt het BHV-team op de hoogte gebracht, worden emails en gebeurtenissenmeldingen
verzonden en worden de logbestanden bijgewerkt (zie
Het systeem configureren voor de noodondersteuningsdienst
In het algemeen zijn de stappen optioneel. Hoe minder is geconfigureerd, hoe minder nauwkeurig de
noodlocatie is tot helemaal geen informatie als niets is geconfigureerd.
1.
Het vereiste interne BHV-team creëren (
Vink het selectievakje voor email aan als de leden een aanvullende emailmelding moeten ontvangen.
Een BHV-team kan verantwoordelijk zijn voor meerdere locaties, maar als de locaties ver uit elkaar
liggen,dan zijn meerdere van dergelijke teams vereist.
2.
Een noodlocatiegegevensset creëren en een naam geven (
officiële noodlocatie-ID, de route die moet worden gebruikt voor de noodoproep en een infotekst
die moet worden getoond aan het BHV-team en/of de Mitel 400 Hospitality Manager. Voeg extra
emailadressen toe indien nodig.
3.
Als LCR wordt gebruikt in de systeemconfiguratie, zorg er dan voor dat voor alle routes gebruikt voor de
noodoproepen het selectievakje
4.
Wijs een noodlocatie toe aan het hele systeem (
alle terminals de locatie-id delen (zich op dezelfde plaats bevinden).
5.
Wijs een noodlocatie toe aan alle knooppunten (
bediend door haar eigen AIN knooppunt.
6.
Wijs een noodlocatie toe aan alle DECT radio-units (
verspreid over verschillende gebouwen maar (vanwege problemen met de synchronisatie) allemaal zijn
aangesloten op hetzelfde AIN knooppunt.
System Functions and Features
"Het BHV-team
=wu) en leden (gebruikers) toevoegen aan de teams.
Supress LCR is aangevinkt (
=ty). Dit is handig voor kleine systemen, wanneer
=3q). Dit is nuttig wanneer elk gebouw wordt
=sa). Dit is handig wanneer de radio-units zijn
"De locatie van de beller
informeren").
=c0) voor elke locatie, inclusief de
=ws).
Functies
520