Routeringselementen
(bijvoorbeeld point-to-point- of point-to-multipointverbinding of de distributie van B-kanaalgroepen bij de
primairesnelheidstoegang). Aangezien netwerkinterfaces op zich geen routeringselementen zijn, worden
ze in dit hoofdstuk niet verder besproken.
Trunkgroepen
Netwerkinterfaces met dezelfde karakteristieken worden allemaal in een trunkgroep gegroepeerd. Voor
elke trunkgroep wordt bijvoorbeeld aangegeven of de gegroepeerde netwerkinterfaces met een eigen
netwerk zijn verbonden of met het openbare netwerk (zie
Snelkiesschema's
Snelkiezen wordt gebruikt om interne gebruikers of PISN-gebruikers rechtstreeks vanuit het openbare
netwerk te bereiken. Het snelkiesdeel van een inkomend telefoonnummer wordt gebruikt om de oproep te
linken aan een specifiek oproepdistributie-element (zie
Routes
Alle uitgaande oproepen worden via een route naar een trunkgroep gerouteerd. Ze omvatten ook
gesprekken die zijn gerouteerd via de Laagstekostenrouteringsfunctie en transitgesprekken in een PISN
(zie
Route
on page 109).
Oproepdistributie-elementen
Oproepdistributie-elementen worden gebruikt om een oproep naar een bestemming of combinatie van
bestemmingen te routeren. De bestemming (of combinatie van bestemmingen) kan variëren afhankelijk
van de toegewezen schakelpositie. Als de oorspronkelijke bestemming bezet is of na een bepaalde
tijd niet antwoordt, dan kunnen oproepen worden doorgestuurd naar alternatieve bestemmingen (zie
Oproepdistributie-element (CDE)
Schakelgroepen
Bepaalde bestemmingen en functies wordenafhankelijk van de schakelpositie geselecteerd. Elke
schakelgroep heeft drie schakelposities die worden gebruikt, bijvoorbeeld voor Dag, Nacht en Weekend
(zie
Schakelgroepen
Gebruikersgroepen
In een gebruikersgroep worden inkomende- en interne oproepen naar een groep interne bestemmingen
gerouteerd, in overeenstemming met een vooraf geconfigureerd oproepdistributiepatroon (zie
Gebruikersgroep
Gebruikersconfiguratie
Alle gebruikersspecifieke instellingen worden in de gebruikersconfiguratie samen gegroepeerd.
Dit hoofdstuk gaat uitsluitend over instellingen die specifiek zijn voor routering en identificatie (zie
Gebruikersconfiguratie
Telefonistentelefoon
101
on page 115).
on page 122).
on page 124).
on page 133).
Trunkgroepen
on page 103).
Snelkiesschema (DDI-schema)
on page 112).
System Functions and Features