Note:
Als de vereiste gebruiker technisch bereikbaar is maar de oproep niet wordt beantwoord, dan kunnen
er ook twee omleidingsbestemmingen worden geconfigureerd voor interne- en externe oproepen (zie
"Standaard oproependoorschakeling per
Andere eigenschappen van omleidingsbestemmingen bij niet bereikbaar
•
Als de beller wordt doorgeschakeld naar een bestemming die ook niet bereikbaar is, dan krijgt zij/hij de
bezettoon.
•
Als de omleidingsbestemming bezet is, dan krijgt de beller de bezettoon.
•
Als een doorschakeling naar de oorspronkelijk gekozen gebruiker op de omleidingsbestemming is
geconfigureerd (waardoor een lus wordt gecreëerd), dan wordt de doorschakeling niet uitgevoerd en
gaat de aansluiting op de eerste omleidingsbestemming over.
•
Als een externe beller wordt doorgestuurd naar een externe bestemming, dan moeten de instellingen
voor het inschakelen van exchange-to-exchange verkeer in acht worden genomen.
•
Als de gebruiker van een IP-aansluiting de gebruiker die zij/hij heeft gekozen niet kan bereiken
omdat er geen VoIP-mogelijkheden beschikbaar zijn aan haar/zijn kantje, dan worden de
omleidingsbestemmingen voor onbereikbaar niet toegepast.
•
Een oproep naar een gebruiker die wordt omgeleid naar een bestemming indien onbereikbaar activeert
altijd een vermelding in de onbeantwoorde-oproepenlijst van de gebruiker, zelfs als de oproep wordt
beantwoord op de omleidingsbestemming.
6.3.8
Noodroutering
6.3.8.1
Routering als de Oproepbestemming bezet is
Als de oproepbestemming bezet is, wordt een inkomende oproep afgehandeld volgens het
bestemmingstype. Bezette oproepbestemmingen kunnen zijn:
•
een individuele, bezette gebruiker
•
een bezette gebruikersgroep
•
een bezette KT-lijn
•
een gebruiker met een opgeslagen bericht
6.3.8.1.1
Oproep-in-de-wacht toegestaan maar afgewezen
System Functions and Features
Oproepbestemming: Een individuele, bezette
gebruiker
gebruiker").
Gespreksroutering
186