Download Print deze pagina

Mitel MiVoice Office 400 Gebruiksaanwijzing pagina 110

Verberg thumbnails Zie ook voor MiVoice Office 400:

Advertenties

Routeringselementen
Het systeem heeft één schakelcentrum, dat wordt gedefinieerd onder de naam Operator console in het
interne nummerschema. Er kunnen verschillende telefonistenconsoles parallel worden bediend (zie
Telefonistentelefoon
on page 136).
Algemeen belsignaal
Gesprekken met het algemene belsignaal als bestemming kunnen via een extern supplement worden
gesignaleerd (zie
Algemeen belsignaal
on page 141).
Toetsentelefoons
Veel van de systeemtelefoons kunnen worden gebruikt als toetsentelefoons met lijntoetsen. De lijntoetsen
zijn aan het oproepdistributie-element gekoppeld via KT lijnen (zie
Toetsentelefoons
on page 141).
met aankondiging (Nummer in Wachtrij)
De wachtrij met aankondiging kan als een optie tussen het oproepdistributie-element en de bestemming
(of combinatie van bestemmingen) worden ingevoegd. Bellers met een bezette oproepbestemming komen
in de wachtrij terecht en worden voortdurend geüpdate over hun huidige positie in de wachtrij. De beller
kan eveneens alternatieven worden aangeboden voor de afhandeling van zijn/haar oproep (zie
met
aankondiging (Nummer in Wachtrij)
on page 150).
ACD-server
Met een ACD-applicatie op de externe CTI-interface (ACD-server), kan routeringsbesturing van de
communicatieserver naar de ACD-server worden verplaatst (zie
ACD-server
on page 152).
Zwarte-lijst
Met de zwarte-lijst kunnen inkomende externe oproepen worden afgewezen op basis van hun CLIP. De
zwarte lijst kan voor elke trunkgroep worden geactiveerd of gedeactiveerd (zie
Zwarte-lijst
on page 173).
Maak gebaseerde routering
Het is mogelijk om inkomende externe- of interne oproepen te routeren op basis van hun CLIP.
Verschillende oproeprouteringstabellen worden gedefinieerd, die kunnen worden toegewezen voor elke
schakelpositie van een distributie-element (zie
Maak gebaseerde routering
on page 174).
SmartDDI
SmartDDI maakt een eenvoudige configuratie mogelijk om inkomende oproepen naar de juiste gebruiker
te routeren, wanneer DDI-nummers en gebruikersnummers een correlatie hebben. Dit gebeurt met een
eenvoudige conversieregel (zie
SmartDDI
on page 170).
Zie ook:
De interactie tussen de routeringselementen wordt beschreven in Hoofdstuk "Oproepenroutering".
System Functions and Features
102

Advertenties

loading