WAARSCHUWING
Om het risico op ernstig letsel of de dood
door explosies of brandwonden met zuur
te voorkomen:
• Schakel vóór het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden aan de
accu of het laden van de accu alle
elektrische verbruikers uit en zet de
auto stil.
• Houd open vuur, vonken en rokende
materialen uit de buurt van de accu.
• Werk altijd in open lucht of op een goed
geventileerde plaats.
• Draag een veiligheidsbril wanneer u de
accu tijdens het opladen controleert.
Raak de accu niet aan. Dit kan
resulteren in ernstig letsel.
• De accu moet uit de auto worden
verwijderd en in een goed
geventileerde ruimte geplaatst worden.
• Houd de accu tijdens het laden in de
gaten; beëindig het laden of wijzig de
laadstroomcapaciteit als de accucel
hevig begint te borrelen.
• Verwijder eerst de negatieve
batterijkabel en installeer deze als
laatste wanneer de batterij is
losgekoppeld. Ontkoppel de acculader
in de onderstaande volgorde:
1.Zet de hoofdschakelaar van de
acculader uit.
2.Neem de klem los van de minpool.
3.Neem de klem los van de pluspool.
• We raden aan om accu's voor
vervanging van een officiële
HYUNDAI-dealer te gebruiken.
Via starten met een hulpaccu
Na het starten met een goede hulpaccu,
rijdt u minstens 30 minuten of laat het
voertuig minstens 60 minuten stationair
draaien voor het wordt afgesloten. Het
voertuig herstart misschien niet als u het
uitschakelt voordat de accu voldoende
opgeladen is. Zie"Starten met een
hulpaccu (12V-accu)" in hoofdstuk 8 voor
meer informatie over
starthulpprocedures.
Ġ
Een onjuist afgevoerde batterij kan
schadelijk zijn voor het milieu en de
volksgezondheid. Voer een gebruikte
accu altijd af volgens uw lokale wetgeving
en voorschriften.
Te resetten onderdelen
De volgende onderdelen moeten
eventueel worden gereset of vervangen
nadat de accu ontladen is geweest of na
het weer aansluiten van de accukabels.
• Huidige rit/Na opladen/Sinds laatste
reset (zie hoofdstuk 4)
• Geïntegreerd geheugensysteem (zie
hoofdstuk 5)
• Elektrisch bedienbare ruit (zie
hoofdstuk 5)
• Schuifdak (zie hoofdstuk 5)
• Klimaatregeling (zie hoofdstuk 5)
• Elektrisch bedienbare achterklep (zie
hoofdstuk 5)
• Klok (zie handleiding van het
infotainmentsysteem)
• Infotainmentsysteem (zie handleiding
infotainmentsysteem)
9
9-19