Handige functies
Buitenspiegels
2C_SideViewMirror
Uw auto is uitgerust met zowel een linker-
als een rechterbuitenspiegels. De
spiegels kunnen met de schakelaar voor
aanpassing van de spiegel worden
versteld. Zet de buitenspiegels in de
gewenste stand voordat u gaat rijden. De
buitenspiegels kunnen worden ingeklapt
om beschadigingen in een automatische
wasserette of bij het rijden door een
smalle straat te voorkomen.
WAARSCHUWING
De rechter- en linkerbuitenspiegel zijn
convergerend. Voorwerpen in de spiegel
zijn daardoor dichterbij dan ze lijken.
Gebruik voorafgaand aan het veranderen
van rijstrook de buitenspiegel of draai uw
hoofd om de werkelijke afstand tot
andere voertuigen vast te stellen.
WAARSCHUWING
Verstel de buitenspiegels niet of klap ze
niet in tijdens het rijden. Hierdoor kunt u
de controle over de auto verliezen en een
botsing veroorzaken.
5-38
AANWIJZING
• Schraap geen ijs van de spiegel. Dit kan
het oppervlak van het glas
beschadigen.
• Forceer de buitenspiegel niet als deze
vastgevroren is. Gebruik een
goedgekeurde ruitontdooier (geen
koelvloeistof) of een spons of zachte
doek met zeer warm water, of zet de
auto op een warme plaats om het ijs te
laten smelten.
• Reinig de spiegel niet met agressieve
schoonmaakmiddelen, brandstof of
andere reinigingsmiddelen op basis van
petroleum.
Afstellen van de buitenspiegels
2C_AdjustSideViewMirror
Afstellen van de buitenspiegels
1. Druk de schakelaar (1) naar L (links) of R
(rechts) om de buitenspiegel te
selecteren die u wilt afstellen.
2. Gebruik de bedieningsschakelaar voor
de spiegel (2) om de geselecteerde
spiegel omhoog, omlaag, naar links of
naar rechts te bewegen.
3. Druk na het verstellen de schakelaar (1)
naar het midden om onbedoeld
afstellen te voorkomen.