Download Print deze pagina

Advertenties

INSTRUCTIEBOEKJE
VOOR DE EIGENAAR
Bediening
Onderhoud
Technische gegevens
De specificaties en de beschrijvingen in dit instructieboekje
waren correct bij het ter perse gaan. HYUNDAI streeft echter
naar een voortdurende verbetering van zijn producten en
behoudt zich het recht voor op elk moment wijzigingen in de
specificaties en uitrusting aan te brengen.
Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van
dit model en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en
de standaarduitrusting.
Het kan derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde
onderwerpen niet van toepassing zijn op uw auto.
Houd er rekening mee dat sommige uitvoeringen zijn uitgerust
met het stuur aan de rechterkant. De uitleg en illustraties van
sommige handelingen in uitvoeringen met het stuur aan de
rechterkant zijn het spiegelbeeld van die in dit instructieboekje.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Hyundai KONA 2022

  • Pagina 1 Onderhoud Technische gegevens De specificaties en de beschrijvingen in dit instructieboekje waren correct bij het ter perse gaan. HYUNDAI streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment wijzigingen in de specificaties en uitrusting aan te brengen.
  • Pagina 2 VAE, in de autosystemen en de onderdelen ervan, de installatie van uitrusting die niet wordt aanbevolen door de fabrikant van de auto en/of een officiële HYUNDAI-dealer kan ertoe leiden dat het (toestel van het) pan-Europese eCALL-systeem of eCALL-systeem voor de VAE niet goed werkt, foute oproepen maakt, en kan storingen in het toestel veroorzaken (in auto‘s) in geval van een verkeers- en andere ongelukken als u dringende verzorging...
  • Pagina 3 WAARSCHUWING M.B.T. VEILIGHEID EN SCHADE AAN DE AUTO In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPGELET en AANWIJZING. Hiermee wordt het volgende bedoeld: GEVAAR GEVAAR geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, de dood of ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Voorwoord Voertuiginformatie Veiligheidssysteem Instrumentenpaneel Handige functies Rijden met uw auto Bestuurdershulp Noodsituaties Onderhoud Index...
  • Pagina 7 1.Voorwoord Voorwoord ......................1-2 Hyundai motor company .................. 1-2 Gebruik van dit instructieboekje ............... 1-3 Veiligheidsmeldingen ..................1-3 Vereiste brandstof .....................1-4 Benzinemotor ....................... 1-4 Aanpassingen aan de auto ................1-7 Inrijprocedure ..................... 1-7 Retourneren van gebruikte auto's ..............1-7...
  • Pagina 8 Voorwoord VOORWOORD Wij willen u gelukwensen met uw nieuwe auto en danken u voor uw vertrouwen in HYUNDAI. Welkom bij de steeds grotere groep veeleisende mensen die HYUNDAI rijden. Wij zijn trots op de geavanceerde technologie en hoge bouwkwaliteit van elke HYUNDAI die we bouwen.
  • Pagina 9 GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om optimaal rijplezier uit uw auto te halen. Dit instructieboekje biedt veel informatie. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om risico's op overlijden of lichamelijk letsel te minimaliseren, is het verplicht om de WAARSCHUWINGEN en OPMERKINGEN in het instructieboekje te lezen.
  • Pagina 10 Voeg nooit reinigingsadditieven voor het brandstofsysteem toe aan het brandstofsysteem. (Overleg eerst met een officiële HYUNDAI-dealer.) WAARSCHUWING • Vul de tank niet verder nadat het vulpistool automatisch is afgeslagen bij het tanken.
  • Pagina 11 Loodhoudende benzine (indien van toepassing) Bepaalde landenversies van het model van uw auto zijn ontworpen om op gelode benzine te rijden. Overleg eerst met een officiële HYUNDAI-dealer voordat u gelode benzine in uw auto gebruikt. Het octaangetal van gelode benzine is hetzelfde als dat van ongelode benzine.
  • Pagina 12 Voorwoord Gebruik van MTBE HYUNDAI raadt u aan het gebruik van brandstoffen met een MTBE-gehalte (methyl-tert- butylether) van hoger dan 15,0 volumeprocent. (zuurstofgehalte 2,7 massaprocent) in uw auto te vermijden. Brandstoffen met een MTBE-gehalte van hoger dan 15,0 volumeprocent. (2,7 gewichtsprocent zuurstof) kan de prestaties van de auto in negatieve zin beïnvloeden en dampvorming of slecht...
  • Pagina 13 • Gebruik de Launch Control niet tijdens het inrijden van een auto. RETOURNEREN VAN GEBRUIKTE AUTO'S (VOOR EUROPA) HYUNDAI stimuleert een milieuvriendelijke afvoer van auto's aan het einde van hun levensduur en biedt aan uw auto in te nemen in overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Unie (EU) voor voertuigen aan het einde van hun levensduur.
  • Pagina 14 2. Voertuiginformatie Overzicht exterieur (I) ..................2-2 Overzicht exterieur (II) ..................2-3 Overzicht interieur (I) ..................2-4 Overzicht interieur (II) ..................2-6 Motorruimte ...................... 2-8 Afmetingen ......................2-9 Motorspecificaties .................... 2-9 Wattage lamp ....................2-10 Banden en wielen .....................2-11 Compact reservewiel ....................2-12 Belastingsindex en snelheidsindex banden ........... 2-13 Airconditioningsysteem...................
  • Pagina 15 Voertuiginformatie OVERZICHT EXTERIEUR (I)   Vooraanzicht Vooraanzicht   De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSN011001L OOSN011001L 1. Motorkap ............5-31 6. Buitenspiegels..........5-20 2. Koplamp..........5-41,9-48 7. Schuif-/kanteldak .......... 5-27 3. DRL (Dagrijverlichting) ......... 9-48 8. Voorruitenwisserbladen ........5-52 4.
  • Pagina 16 OVERZICHT EXTERIEUR (II)   Achteraanzicht Achteraanzicht   De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSN011002L OOSN011002L 1. Deur ..............5-10 6. Derde remlicht ..........9-56 2. Tankdopklep ...........5-35 7. Ruitenwisserblad achter ........9-21 3. Achterlichtunit ..........9-54 8.
  • Pagina 17 Voertuiginformatie OVERZICHT INTERIEUR (I)   Type linkse besturing Type linkse besturing   De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSN011003L OOSN011003L [A]: type A, [B]: type B 1. Portiergreep binnen ........5-11 9. Toets head-updisplay ........5-39 2.
  • Pagina 18   Type rechtse besturing Type rechtse besturing   De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSN011003R OOSN011003R [A]: type A, [B]: type B 1. Portiergreep binnen ........5-11 9. Toets head-updisplay ........5-39 2. Inklapbare buitenspiegels ......5-22 10.
  • Pagina 19 Voertuiginformatie OVERZICHT INTERIEUR (II)   Type linkse besturing Type linkse besturing   De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSN011004L OOSN011004L 1. Instrumentenpaneel ........4-4 15. Toets rijmodus ..........6-41 Toets tractiemodus ........6-53 2. Claxon ............. 5-18 16.
  • Pagina 20   Type rechtse besturing Type rechtse besturing   De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSN011004R OOSN011004R 1. Instrumentenpaneel ........4-4 15. Toets rijmodus ..........6-41 Toets tractiemodus ........6-53 2. Claxon ............. 5-18 16. Stuurwielverwarming ........5-18 3.
  • Pagina 21 Voertuiginformatie MOTORRUIMTE   2.0 T-GDi 2.0 T-GDi   • • Linkse besturing Linkse besturing   • • Rechtse besturing Rechtse besturing   De werkelijke motorruimte in de auto kan afwijken van de afbeelding. OOSN091011L/OOSN091011R OOSN091011L/OOSN091011R 1. Reservoir motorkoelvloeistof ......9-12 5.
  • Pagina 22 AFMETINGEN Onderwerpen mm (in) Totale lengte 4215 (165,9) Totale breedte 1800 (70,86) Totale hoogte 1550 (61,02) / 1565 (61,61)* 225/45 R18 1582 (62,28) Spoorbreedte vóór 235/40 R19 1579 (62,16) 225/45 R18 1579 (62,16) Spoorbreedte achter 235/40 R19 1575 (62) Wielbasis 2600 (102,36) met roof rack *1 :...
  • Pagina 23 Voertuiginformatie WATTAGE LAMP Lamp Gloeilamp Wattage Laag (Type A) Hoog (Type A) Koplamp Laag (Type B) Hoog (Type B) Voor Richtingaanwijzer (Type A) PY21W Richtingaanwijzer (Type B) Richtingaanwijzer (buitenspiegel) Lamp dagrijverlichting (DRL) / stadslicht Remlicht/ achterlicht P21/5W 21/5 (Type A) Achterlicht (Type A) Remlicht/...
  • Pagina 24 BANDEN EN WIELEN Bandenspanning kPa (bar, psi) Aanhaalmoment Rijden op Normale Maximale wielmoeren Lokaal Bandenmaat Velgmaat onverharde weg belasting belasting [kgf·m (lbf.ft, N.m)] Voor Achter Voor Achter Voor Achter 225/45 R18 7,5J X 18 (3,0, (3,0, (2,7, 39) (2,7, 39) Europa 11~13 235/40 R19...
  • Pagina 25 Voertuiginformatie Compact reservewiel Bandenspanning kPa (bar, psi) Aanhaalmoment Bandenmaat Velgmaat wielmoeren [kgf·m Voor Achter (lbf·ft, N·m)] 420 (4,2; 60) T125/70 R18 4,0T x 18 420 (4,2; 60) 11~13 (79-94, 107~127) Als uw auto niet is uitgerust met een compact reservewiel, is de auto uitgerust met een bandenreparatieset.
  • Pagina 26 R-134a : 500 (17,63) ± 25 (0,88) g (oz.) Europa) Compressorolie 120 (4,23) ± 10 (0,35) g (oz.) Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. VOERTUIGGEWICHT EN INHOUD BAGAGERUIMTE Onderwerpen 2.0 T-GDI Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht 2010 (4431) kg (lbs.)
  • Pagina 27 Voertuiginformatie AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN EN HOEVEELHEDEN Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van motor en aandrijflijn uitsluitend smeermiddelen van de juiste kwaliteit. Het gebruik van de juiste smeermiddelen helpt ook het motorrendement te verhogen, wat een gunstiger brandstofverbruik oplevert. Deze smeermiddelen en vloeistoffen worden aanbevolen voor gebruik in uw auto.
  • Pagina 28 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex OPGELET Reinig altijd het gebied rond een vulplug, aftapplug of peilstaaf alvorens een smeermiddel te controleren of af te tappen. Dit is in het bijzonder van belang in stoffige of zanderige omgevingen en wanneer het voertuig op onverharde wegen wordt gebruikt. Door het reinigen van het gebied rond de plug of de peilstaaf wordt voorkomen dat stof en vuil in de motor en andere systemen, die daardoor beschadigd kunnen raken, terechtkomen.
  • Pagina 29 Voertuiginformatie VOERTUIG- VOERTUIGCERTIFICATIELABEL IDENTIFICATIENUMMER (VIN)   Chassisnummer Chassisnummer   OOS087002 OOS087002 Op het voertuigcertificatielabel op OOS087001 OOS087001 de middenstijl aan bestuurderszijde Het voertuigidentificatienummer (VIN) is het (of voorpassagierszijde) staat het nummer dat gebruikt wordt bij de registratie voertuigidentificatienummer (VIN). van uw auto en bij alle zaken die te maken hebben met eigendom, enz.
  • Pagina 30 LABEL AIRCOCOMPRESSOR van richtlijn 1995/5/EG. Meer informatie, waaronder de conformiteitsverklaring van de fabrikant, kunt u vinden op deze website van Hyundai; http://service.hyundai-motor.com OHC081001 OHC081001 Een label voor de aircocompressor geeft u informatie over het type compressor...
  • Pagina 31 Voertuiginformatie BRANDSTOFLABEL (INDIEN AANWEZIG) Benzinemotor Het brandstoflabel zit op de tankdopklep. OPDEN048488 OPDEN048488 A. Octaangetal van loodvrije benzine 1. RON/ROZ: research octaan nummer 2. (R+M)/2, AKI: antiklopindex B. Identificatiecodes voor benzinesoorten  Dit symbool staat voor te gebruiken brandstof. Gebruik geen andere brandstof.
  • Pagina 32 3. Veiligheidssysteem In dit hoofdstuk vindt u belangrijke informatie over hoe u uzelf en uw passagiers kunt beschermen. Het geeft uitleg over hoe u uw stoelen en veiligheidsgordels correct gebruikt en hoe uw airbags werken. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk uitgelegd hoe u baby's en kinderen op de juiste manier in uw auto vervoert. Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ..........3-2 Doe uw veiligheidsgordel altijd om ................
  • Pagina 33 Veiligheidssysteem BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN In dit hoofdstuk en deze handleiding vindt u Bestuurders kunnen afgeleid raken wanneer veel veiligheidsmaatregelen en adviezen. De ze hun ogen en aandacht van de weg nemen veiligheidsmaatregelen in dit hoofdstuk zijn of hun handen van het stuurwiel halen om de belangrijkste.
  • Pagina 34 STOELEN   Linkse besturing Linkse besturing   OOSN031101L OOSN031101L [A]: voorstoel, [B]: achterbank Stoel op voorste rij Achterbank (1) Vooruit en achteruit (7) Armsteun* (2) Rugleuningverstelling (8) Achterbankrugleuning neerklappen (3) Stoelhoogte* (9) Hoofdsteun (4) Lendensteun (bestuurdersstoel) *: Indien van toepassing (5) Stoelverwarming*/ stoelventilatiesysteem* (6) Hoofdsteun...
  • Pagina 35 Veiligheidssysteem   Rechtse besturing Rechtse besturing   OOSN031101R OOSN031101R [A]: voorstoel, [B]: achterbank Stoel op voorste rij Achterbank (1) Vooruit en achteruit (7) Armsteun* (2) Rugleuningverstelling (8) Achterbankrugleuning neerklappen (3) Stoelhoogte* (9) Hoofdsteun (4) Lendensteun (bestuurdersstoel) *: Indien van toepassing (5) Stoelverwarming*/ stoelventilatiesysteem* (6) Hoofdsteun...
  • Pagina 36 Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Airbags U kunt voorzorgsmaatregelen treffen Het afstellen van de stoelen zodat u in een om het risico op verwondingen door een veilige, comfortabele positie zit, speelt opblazende airbag te reduceren. Als u te een belangrijke rol bij de veiligheid van dicht bij een airbag zit, neemt het risico op bestuurder en passagiers, net zoveel als letsel aanzienlijk toe als de airbag wordt...
  • Pagina 37 Veiligheidssysteem Veiligheidsgordels Voorstoelen Doe bij elke rit voor het wegrijden eerst De voorstoel kan worden versteld met de veiligheidsgordel om. Passagiers behulp van de bedieningshendel (of -knop) moeten te allen tijde rechtop zitten en de of schakelaars aan de buitenzijde van de veiligheidsgordel correct dragen.
  • Pagina 38 OPGELET Om letsel te voorkomen: • Verstel uw stoel niet terwijl u uw veiligheidsgordel draagt. Het naar voren verplaatsen van de stoel kan hoge druk op uw buik veroorzaken. • Zorg er tijdens het verstellen van de stoel voor dat uw handen of vingers niet bekneld raken in het mechanisme.
  • Pagina 39 Veiligheidssysteem Verstellen van de rugleuning Zitten in een liggende positie wanneer het voertuig in beweging is, kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de gordel is vastgemaakt, wordt de bescherming van uw veiligheidssysteem (veiligheidsgordels en/ of airbags) aanzienlijk verminderd door uw rugleuning achterover te kantelen. WAARSCHUWING OJSN038004 OJSN038004...
  • Pagina 40 Elektrische verstelling (indien van toepassing) WAARSCHUWING Laat kinderen NOOIT zonder toezicht in de auto achter. De elektrisch verstelbare stoelen kunnen worden gebruikt als de motor is uitgeschakeld. AANWIJZING OOSN031005L OOSN031005L Om beschadiging van de stoelen te Verstellen in voorwaartse en achterwaartse voorkomen: richting •...
  • Pagina 41 Veiligheidssysteem Verstellen van de rugleuning Zitten in een liggende positie wanneer het voertuig in beweging is, kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de gordel is vastgemaakt, wordt de bescherming van uw veiligheidssysteem (veiligheidsgordels en airbags) aanzienlijk verminderd door uw rugleuning achterover te kantelen. WAARSCHUWING OOSN031001L OOSN031001L...
  • Pagina 42 Achterstoelen Opklappen van de achterbank De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten. WAARSCHUWING • Laat passagiers nooit op de neergeklapte rugleuning zitten terwijl de auto rijdt. OOSN031004L OOSN031004L Dit is geen goede zitpositie en er zijn Lendensteun...
  • Pagina 43 Veiligheidssysteem OOS037022 OOS037022 OOSN031020L OOSN031020L 3. Breng de veiligheidsgordel naar de 5. Til de rugleuning op en duw deze naar buitenzijde van de achterbank voordat u achteren om de achterbank te gebruiken. de rugleuning neerklapt. Anders kan het Duw de rugleuning stevig naar achteren tot gordelsysteem worden gestoord door de deze op zijn plaats vergrendelt.
  • Pagina 44 Armsteun (indien van toepassing) OPGELET Beschadiging van de veiligheidsgordels achter Steek, wanneer u de stoel neerklapt, de gordelsluiting in de opbergruimte tussen de rugleuning en de zitting. Hierdoor wordt voorkomen dat de gordelsluiting beschadigd raakt. OPGELET Veiligheidsgordels achter OOSN031024L OOSN031024L Zorg bij het omhoog klappen van de De armsteun bevindt zich midden op de rugleuning dat u de schoudergordels in...
  • Pagina 45 Veiligheidssysteem AANWIJZING Hoofdsteun Sla, om beschadiging te voorkomen, NOOIT De voorstoelen en de achterbank van de tegen de hoofdsteun en trek er niet aan. auto hebben verstelbare hoofdsteunen. De hoofdsteunen bieden comfort voor passagiers, maar wat nog belangrijker is, ze OPGELET zijn ontworpen om passagiers te beschermen tegen whiplash en ander nek- en rugletsel...
  • Pagina 46 Hoofdsteunen voorstoelen OOSEV038012L OOSEV038012L OPDEN037009 OPDEN037009 De bestuurdersstoel en de Vooruit/achteruit verstellen voorpassagiersstoel zijn voorzien van een (indien van toepassing) verstelbare hoofdsteun voor de veiligheid en De hoofdsteun kan in 3 standen naar voren het comfort. worden versteld door de hoofdsteun tot de gewenste aanslag naar voren te trekken.
  • Pagina 47 Veiligheidssysteem   Type A Type A   OLF034015 OLF034015 OJSN038082 OJSN038082 AANWIJZING   Type B Type B   Wanneer u de rugleuning naar voren klapt terwijl de hoofdsteun en zitting niet zijn ingeklapt, raakt de hoofdsteun mogelijk de zonneklep of andere onderdelen van de auto.
  • Pagina 48 Hoofdsteunen achterstoelen   Type A Type A   OJSN038083 OJSN038083 OOSEV038030L OOSEV038030L Elke achterstoel is voor de veiligheid en het   Type B Type B   comfort van de passagier voorzien van een hoofdsteun. OPGELET • Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden van de hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevindt als de bovenkant van de ogen.
  • Pagina 49 Veiligheidssysteem Stoelverwarming en stoelventilatiesysteem Stoelverwarming voor (indien van toepassing) Met de stoelverwarming kunnen de stoelen bij lage buitentemperaturen worden verwarmd. WAARSCHUWING De stoelverwarming kan ERNSTIGE BRANDWONDEN veroorzaken, zelfs bij lage OOS037018 OOS037018 temperaturen, en in het bijzonder als de Hoogte afstellen stoelverwarming gedurende langere tijd wordt Hoofdsteun omhoogbrengen: gebruikt.
  • Pagina 50 AANWIJZING Informatie Om beschadiging van de stoelverwarming Als de schakelaars voor de stoelverwarming in en stoelen te voorkomen: stand ON staan, schakelt de stoelverwarming • Gebruik voor het reinigen van de automatisch aan of uit, afhankelijk van de stoelen geen oplosmiddel, zoals thinner, temperatuur van de stoel.
  • Pagina 51 HOOG ( de auto opnieuw. Als er niets verandert, adviseren wij u de auto te laten LAAG ( GEMIDDELD ( controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. • Door bij ingeschakeld stoelventilatiesysteem langer dan 1,5 seconden op de toets te drukken, wordt het stoelventilatiesysteem uitgeschakeld.
  • Pagina 52 VEILIGHEIDSGORDELS Dit hoofdstuk beschrijft het juiste gebruik • Zet breekbare voorwerpen NOOIT van de veiligheidsgordels. Het beschrijft ook vast met een veiligheidsgordel. Bij enkele dingen die u niet moet doen terwijl u een noodstop of botsing kan de de veiligheidsgordel draagt. veiligheidsgordel deze voorwerpen beschadigen.
  • Pagina 53 Veiligheidssysteem Waarschuwingslampje veiligheidsgordel Waarschuwingslampje veiligheidsgordels   Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel   OOSN031025L OOSN031025L Waarschuwingslampje voorpassagiersgordel Als herinnering voor de voorpassagier, knippert het waarschuwingslampje veiligheidsgordel voorpassagier ongeveer 6 seconden, elke keer dat het contact wordt ingeschakeld, ongeacht of men de OAM032161L OAM032161L veiligheidsgordel heeft vastgemaakt.
  • Pagina 54 WAARSCHUWING Het meerijden in een onjuiste zithouding beïnvloedt het gordelwaarschuwingssysteem voorpassagier negatief. De bestuurder moet de passagier instrueren om correct te gaan zitten zoals dit is omschreven in deze handleiding. Informatie • Het waarschuwingslampje voor de gordel OOSEV038011 OOSEV038011 voor de voorpassagier bevindt zich in de Waarschuwingslampje veiligheidsgordel middenconsole.
  • Pagina 55 Veiligheidssysteem AANWIJZING Veiligheidsgordels Driepuntsgordel Als de veiligheidsgordel niet soepel uit de oprolautomaat kan worden getrokken, trek dan krachtig aan de veiligheidsgordel en laat hem dan los. Nadat u hem hebt losgelaten, kunt u de gordel weer soepel uit de oprolautomaat trekken. ODH033055 ODH033055 Vastmaken van de gordel:...
  • Pagina 56 Hoogteverstelling U kunt de hoogte van het gordelomkeerpunt in één van de vier verschillende posities zetten voor maximaal comfort en maximale veiligheid. Het schoudergedeelte moet zo worden ingesteld dat het over uw borst loopt en midden over uw schouder bij het portier ligt, niet over uw nek.
  • Pagina 57 Veiligheidssysteem Middelste veiligheidsgordel achter Gordelspanner veiligheidsgordel (driepuntsgordel middelste zitplaats achter) OLMB033039 OLMB033039 De veiligheidsgordels van de bestuurder en voorpassagier en de achterpassagier OOSEV038031L OOSEV038031L (indien van toepassing) zijn uitgerust Gebruik voor het bevestigen van de met gordelspanners (blokkeerautomaat middelste veiligheidsgordel achter het met gordelspanner).
  • Pagina 58 • Inspecteer, onderhoud of vervang NOOIT zelf de gordelspanners. We bevelen aan dat u de voorspanners laat controleren, onderhouden, repareren of vervangen door een bevoegde HYUNDAI-dealer. • Stel de veiligheidsgordels niet bloot aan schokken. WAARSCHUWING Raak de gordelspanners niet aan, de eerste...
  • Pagina 59 SRS-regelmodule zo snel mogelijk Was de huid van alle blootgestelde door een officiële HYUNDAI-dealer te laten lichaamsdelen grondig na een ongeval controleren. waarbij de gordelspanners werden geactiveerd.
  • Pagina 60 Extra voorzorgsmaatregelen Kinderen en het gebruik van veiligheidsgordels veiligheidsgordel Gebruik van veiligheidsgordels bij Baby's en kleine kinderen zwangerschap De meeste landen hebben wetten betreffende kinderzitjes, die eisen dat De veiligheidsgordel moet altijd worden kinderen in geschikte kinderzitjes reizen, gebruikt tijdens de zwangerschap. De waaronder stoelverhogers.
  • Pagina 61 Veiligheidssysteem Gewonde mensen en het gebruik Grotere kinderen van veiligheidsgordels Kinderen jonger dan 13 jaar die te groot zijn voor een stoelverhoger moeten altijd Gewonde mensen moeten altijd de plaatsnemen op de achterbank en de veiligheidsgordel dragen. Raadpleeg een arts aanwezige driepuntsgordel gebruiken.
  • Pagina 62 Het complete veiligheidsgordelsysteem of de complete veiligheidsgordelsystemen moeten worden vervangen als ze bij een ongeval betrokken zijn geraakt. Dit moet ook worden gedaan als er geen schade zichtbaar is. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 3-31...
  • Pagina 63 Kinderen die te • Laat de Hyundai-dealer na een ongeval groot zijn voor een kinderzitje moeten de het kinderzitje, de veiligheidsgordels, de aanwezige veiligheidsgordel gebruiken.
  • Pagina 64 Kiezen van een kinderzitje (CRS) Doe bij het kiezen van een kinderzitje altijd het volgende: • Controleer of het kinderzitje is voorzien van een label waarop staat dat het desbetreffende zitje wettelijk goedgekeurd is. Een kinderzitje mag alleen worden gebruikt als het is goedgekeurd conform de norm ECE-R44 of ECE-R129.
  • Pagina 65 Veiligheidssysteem Zittingverhogingen Een stoelverhoger is een kinderzitje dat de loop van de veiligheidsgordel van de auto verbetert. Een stoelverhoger plaatst het kind zo dat de veiligheidsgordel correct over de sterkere delen van het lichaam van het kind loopt. Houd uw kinderen in stoelverhogers tot ze groot genoeg zijn om goed in de veiligheidsgordel te passen.
  • Pagina 66 Plaatsen van een kinderzitje • Zorg dat het kinderzitje stevig bevestigd is. Beweeg het kinderzitje naar voren en (CRS) naar achteren en van links naar rechts om te controleren of het stevig is bevestigd. WAARSCHUWING Installeer het kinderzitje zo stevig mogelijk wanneer u het met een veiligheidsgordel Doe altijd het volgende voordat u een bevestigt.
  • Pagina 67 Veiligheidssysteem Geschiktheid van elke stoelpositie voor kinderzitjes met gordel & ISOFIX- kinderzitjes overeenkomstig de VN-voorschriften (voor Europa) (Informatie voor gebruik door voertuigbezitters en fabrikanten van kinderzitjes) • Ja: Geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes • Nee: Niet geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes •...
  • Pagina 68 Stoelnummer Positie in de auto Stoelnummer Positie in de auto Links voor rij links Midden voor rij midden Rechts voor rij rechts Opmerking : U moet de rugleuning en stoelhoogte (indien van toepassing) correct instellen. Opmerking : De zitplaats nummer 5 is niet geschikt voor bevestiging van een kinderzitje met steunvoet.
  • Pagina 69 Veiligheidssysteem Aanbevolen kinderzitjes (voor Europa) ECE-R44/R129 Gewichtsgroep Naam Fabrikant Type bevestiging Goedkeuringsnummer Cabriofix & Groep 0+ Maxi Cosi ISOFIX E4 04443907 Familyfix ISOFIX en Groep I Duo Plus Britax Römer E1 04301133 bevestigingsband ISOFIX en Group II KidFix II XP Britax Römer E1 04301323 autogordel...
  • Pagina 70 Geschiktheid van elke stoelpositie voor kinderzitjes met gordel & ISOFIX- kinderzitjes overeenkomstig de VN-voorschriften (behalve Europa) (Informatie voor voertuigbezitters en fabrikanten van kinderzitjes) • Ja: Geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes • Nee: Niet geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes •...
  • Pagina 71 Veiligheidssysteem Stoelnummer Positie in de auto Stoelnummer Positie in de auto Links voor rij links Midden voor rij midden Rechts voor rij rechts Opmerking : U moet de rugleuning en stoelhoogte (indien van toepassing) correct instellen. Opmerking : De zitplaats nummer 5 is niet geschikt voor bevestiging van een kinderzitje met steunvoet.
  • Pagina 72 ISOFIX-bevestigingspunten en Top Tether-bevestigingspunt (ISOFIX-bevestigingssysteem) voor kinderzitjes Het ISOFIX-systeem houdt een kinderzitje vast tijdens het rijden en bij een ongeval. Dit systeem is ontworpen om bevestiging van het kinderzitje gemakkelijker te maken en de kans op het onjuist bevestigen van het kinderzitje te reduceren.
  • Pagina 73 Veiligheidssysteem Vastzetten van een kinderzitje met het “ISOFIX-systeem” Plaats een i-Size of ISOFIX-kinderzitje op de volgende wijze op een van de buitenste zitplaatsen achter: 1. Leg de gordelsluiting opzij, uit de buurt van de ISOFIX-bevestigingspunten. 2. Haal andere voorwerpen uit de buurt van de bevestigingspunten zodat niets een correcte verbinding tussen het kinderzitje en de ISOFIX-bevestigingspunten in de...
  • Pagina 74 Hierdoor kan het bevestigingspunt loskomen of breken. • We raden u aan om het ISOFIX-systeem na een ongeval te laten nakijken door uw HYUNDAI-dealer. Een ongeval kan het ISOFIX-systeem beschadigen waardoor het kinderzitje niet meer correct kan worden bevestigd. OOS037032...
  • Pagina 75 Veiligheidssysteem Kinderzitje met een driepuntsgordel WAARSCHUWING bevestigen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen Als het ISOFIX-bevestigingssysteem niet in acht bij het aansluiten van de wordt gebruikt, moet een kinderzitje bevestigingsband: altijd met het heupgedeelte van een • Lees en volg alle installatie-instructies driepuntsgordel worden vastgezet op een die bij het kinderzitje worden geleverd.
  • Pagina 76 ODH033063 ODH033063 OHI038183L OHI038183L 3. Bevestig de slottong van de 4. Beperk zo veel mogelijk de speling van driepuntsgordel in het gordelslot. Luister de gordel door tegen het kinderzitje te naar het specifieke 'klik'-geluid. drukken terwijl u de schoudergordel door de blokkeerautomaat laat oprollen.
  • Pagina 77 Veiligheidssysteem AIRBAG - AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM   Linkse besturing Linkse besturing   Het werkelijk aantal airbags in de auto kan afwijken van de afbeelding. OOSN031034L OOSN031034L 1. Bestuurdersairbag 3. Zijairbag* 2. Voorpassagiersairbag 4. Curtain airbag* *: Indien van toepassing 3-46...
  • Pagina 78   Rechtse besturing Rechtse besturing   Het werkelijk aantal airbags in de auto kan afwijken van de afbeelding. OOSN031034R OOSN031034R 1. Bestuurdersairbag 3. Zijairbag* 2. Voorpassagiersairbag 4. Curtain airbag* *: Indien van toepassing 3-47...
  • Pagina 79 Veiligheidssysteem Auto's zijn voorzien van een airbagsysteem WAARSCHUWING voor de bestuurdersstoel en de VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN voorpassagiersstoel. M.B.T. AIRBAGS De frontairbags zijn ontworpen om de Gebruik telkens en ALTIJD, bij elke rit driepuntsveiligheidsgordels aan te vullen. De veiligheidsgordels voor iedereen en veiligheidsgordels moeten tijdens het rijden kinderzitjes! Zelfs met airbags kunt u ernstig altijd worden gedragen, willen deze airbags letsel oplopen of overlijden bij een botsing...
  • Pagina 80 Waar zitten de airbags? Het aanvullende veiligheidssysteem bestaat uit airbags die zich bevinden in het midden Frontairbags bestuurder en van het stuurwiel, in de onderste schopplaat voorpassagier aan bestuurderszijde onder het stuurwiel en in het bovenste dashboardpaneel voor de   Bestuurdersairbag Bestuurdersairbag ...
  • Pagina 81 • Als de stoel of de stoelbekleding worden. beschadigd zijn, adviseren we u het systeem te laten repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-50...
  • Pagina 82 Gordijnairbag (indien van WAARSCHUWING toepassing) Om de kans op ernstig letsel door een zich opblazende curtain airbag te beperken, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen worden: • Alle inzittenden moeten altijd hun veiligheidsgordel dragen: de gordel houdt de inzittende zo goed mogelijk op zijn plaats.
  • Pagina 83 ON staat, om te bepalen We adviseren u het aanvullende of een aanrijding zwaar genoeg is om de veiligheidssysteem zo snel mogelijk airbags of de gordelspanners te activeren. door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren als een van deze omstandigheden zich voordoet. 3-52...
  • Pagina 84 Tijdens een gematigde tot ernstige frontale • Om een goede bescherming te bieden, botsing detecteren sensoren de snelle moeten de airbags snel opblazen. De vertraging van de auto. Als de vertraging snelheid waarmee de airbag opblaast hoog genoeg is, activeert de regeleenheid de is een resultante van de extreem korte frontairbags op het juiste moment en met de tijd waarin de airbag moet worden...
  • Pagina 85 Veiligheidssysteem   Airbag bestuurder (1) Airbag bestuurder (1)   Airbag bestuurder (3) Airbag bestuurder (3)     OLMB033056 OLMB033056 OLMB033054 OLMB033054   Voorpassagiersairbag Voorpassagiersairbag Als de SRSCM oordeelt dat de kracht   waaraan de voorzijde van de auto wordt blootgesteld een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, activeert hij automatisch de airbags vóór.
  • Pagina 86 • Wij adviseren om geactiveerde airbags voorruit te zien of te kunnen sturen. Curtain beslist te laten vervangen bij een airbags kunnen enige tijd opgeblazen blijven officiële HYUNDAI-dealer. Airbags zijn nadat ze geactiveerd zijn. ontworpen voor eenmalig gebruik. Geluid en rookontwikkeling bij het...
  • Pagina 87 Om een correcte werking van het airbagsysteem te garanderen raden we aan om de bumper te vervangen met echte HYUNDAI-onderdelen of met specifieke gelijkwaardige wisselstukken voor uw voertuig. • Zet, als de auto moet worden gesleept,...
  • Pagina 88 OOSN031044L/OOSN031045L/OOSN031046L/OOS037047/OOS037077 OOSN031044L/OOSN031045L/OOSN031046L/OOS037047/OOS037077 1. Airbagmodule 2. Airbagsensor voor (voorzijde) 3. Druksensor opzij (voor)* 4. Zijairbagsensor (achter)* *: Indien van toepassing 3-57...
  • Pagina 89 Veiligheidssysteem Voorwaarden voor activeren airbags Zijairbags en gordijnairbags Zij- en curtain airbags zijn ontworpen om te worden opgeblazen als een botsing wordt gedetecteerd door sensoren botsing van opzij, afhankelijk van de kracht, snelheid of hoeken van de botsing van opzij. Hoewel de frontairbags voor bestuurder en voorpassagier zijn ontworpen om te worden opgeblazen bij frontale botsingen, kunnen ze...
  • Pagina 90 Voorwaarden voor niet activeren van de airbags OOSN031051L OOSN031051L De airbags voor worden bij zijdelingse aanrijdingen soms niet geactiveerd. De OOSN031052L OOSN031052L inzittenden bewegen altijd in de richting van Bij bepaalde botsingen met lage snelheid de aanrijding, waardoor het activeren van de worden de airbags mogelijk niet geactiveerd.
  • Pagina 91 Veiligheidssysteem Informatie • Auto's met rollover-sensor De zijairbags en de curtain airbags kunnen worden geactiveerd als de auto over de kop slaat, wanneer dit door de roll-over-sensor wordt gedetecteerd. • Auto's zonder rollover-sensor Als de auto is uitgerust met zij- en gordijnairbags, worden deze mogelijk OOSN031055L OOSN031055L...
  • Pagina 92 HYUNDAI-dealer te laten het systeem aan en wijzig niets aan de controleren. carrosseriestructuur.
  • Pagina 93 Veiligheidssysteem Aanvullende Waarschuwingslabel airbag voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid De inzittenden mogen tijdens het rijden niet uit hun stoel komen of van plaats wisselen. Een passagier die tijdens een botsing of noodstop geen veiligheidsgordel draagt, kan tegen de binnenkant van het voertuig of tegen andere inzittenden worden gegooid, of uit het voertuig worden geslingerd.
  • Pagina 94 4. Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel ..................4-4 Bediening instrumentenpaneel ...................4-5 Dashboardverlichting ....................4-5 Meters en tellers ......................4-6 Snelheidsmeter ......................4-6 Toerenteller ....................... 4-6 Koelvloeistoftemperatuurmeter ................4-7 Brandstofmeter ......................4-7 Buitentemperatuurmeter ..................4-8 Kilometerteller ......................4-9 Actieradius ........................ 4-9 Instellingen CUSTOM-modus ................. 4-10 Schakelindicator transmissie..................
  • Pagina 95 Controlelampje SET ....................4-21 Controlelampjesnelheidsbegrenzer ................4-21 Controlelampje Downhill Brake Control (DBC) ............4-21 Controlelampje SPORT-modus ................4-22 Controlelampje ECO-modus ...................4-22 Waarschuwingslampje voorwaartseveiligheid ............4-22 Controlelampje rijstrookveiligheid .................4-22 Waarschuwingslampje gladheid ................4-22 Controlelampje N-modus ..................4-23 Controlelampje CUSTOM-modus ................4-23 Lcd-displayberichten ....................4-23 Shift to P (Schakel naar P) ..................4-23 Low Key Battery (Lage Batterij Sleutel) ..............4-23 Press START button while turning wheel (Druk op STARTknop tijd.
  • Pagina 96 4. Instrumentenpaneel Lcd-display ...................... 4-28 Bediening lcd-display ....................4-28 Weergavemodi ......................4-29 Modus van de boordcomputer ................4-30 Rijadvies (TBT, Turn by Turn) .................. 4-30 Rijassistentie ......................4-30 Sportweergave ......................4-31 Hoofdwaarschuwingslampje ..................4-33 Boordcomputer ......................4-34 Dagtellermodi ......................4-34 Voertuiginstellingen (infotainmentsysteem) ..........4-36 instellingen voor uw voertuig ...................4-36...
  • Pagina 97 Instrumentenpaneel INSTRUMENTENPANEEL   Gewone stand Gewone stand     N-modus N-modus   Het werkelijke instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie “Meters en tellers” in dit hoofdstuk voor meer informatie. OOSN041001L/OOSN041037L OOSN041001L/OOSN041037L 1. Toerenteller 4. Brandstofmeter 2.
  • Pagina 98 Bediening instrumentenpaneel • Als de verlichting maximaal of minimaal is, klinkt een waarschuwingsgeluid. Dashboardverlichting u kunt ook de verlichting van het instrumentenpaneel en het infotainmentsysteem aanpassen. OOSN041009L OOSN041009L Met behulp van de bedieningstoets kan de sterkte van de dashboardverlichting geregeld worden wanneer de parkeerlichten of de OOSN041018L OOSN041018L...
  • Pagina 99 Instrumentenpaneel Meters en tellers Toerenteller Snelheidsmeter   Gewone stand Gewone stand     Gewone stand Gewone stand   • • km/uur km/uur • • MPH, km/h MPH, km/h     OCN7040007 OCN7040007   N-modus N-modus ...
  • Pagina 100 Koelvloeistoftemperatuurmeter WAARSCHUWING   Gewone stand Gewone stand   Verwijder de radiateurdop nooit als de motor heet is. De koelvloeistof staat onder druk en kan ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht totdat de motor is afgekoeld alvorens het reservoir bij te vullen met koelvloeistof.
  • Pagina 101 Instrumentenpaneel Buitentemperatuurmeter Informatie   Gewone stand Gewone stand   N-modus N-modus     • De inhoud van de brandstoftank staat in hoofdstuk 2. • De brandstofmeter is daarnaast uitgerust met een waarschuwingslampje laag brandstofniveau op het dashboard. Dit lampje gaat branden als de brandstoftank bijna leeg is.
  • Pagina 102 Kilometerteller Informatie   Gewone stand Gewone stand   N-modus N-modus     • Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of nadat de accupolen losgenomen zijn, kan het gebeuren dat de functie actieradius niet goed werkt. •...
  • Pagina 103 Instrumentenpaneel Instellingen CUSTOM-modus Schakelindicator transmissie   Gewone stand Gewone stand   OOSN041040L OOSN041040L OCN7040013 OCN7040013 De belangrijkste instellingen van de   N-modus N-modus   CUSTOM-modus worden onderaan op het instrumentenpaneel weergegeven. De CUSTOM-modus kan worden ingesteld op het infotainmentsysteem.
  • Pagina 104 In dat geval adviseren we u de auto OBC3N040020 OBC3N040020 te laten controleren door een officiële In de handmatige schakelstand geeft deze HYUNDAI-dealer. indicator aan in welke versnelling u het beste kunt rijden om brandstof te besparen. Waarschuwingslampje • Schakelindicator Double Clutch-...
  • Pagina 105 "Remvloeistof" in hoofdstuk In dat geval adviseren we u de auto te laten 9). Controleer na het toevoegen van controleren door een officiële HYUNDAI- remvloeistof alle remonderdelen dealer. op vloeistoflekkage. Als een remvloeistoflek wordt gevonden of als het...
  • Pagina 106 Vermijd in dit geval hard rijden en plotseling niet). remmen. In dat geval adviseren we u de auto Wij adviseren u uw auto zo snel mogelijk te laten controleren door een officiële te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. HYUNDAI-dealer. Waarschuwingslampje Informatie elektronische remkrachtverdeling (EBD) Waarschuwingslampje elektronische...
  • Pagina 107 In dat geval adviseren we u de auto zo In dat geval adviseren we u de auto zo snel snel mogelijk te laten controleren door mogelijk te laten controleren door een een officiële HYUNDAI-dealer. officiële HYUNDAI-dealer. 4-14...
  • Pagina 108 3. Start de motor opnieuw. Als het Laat uw auto zo snel mogelijk controleren waarschuwingslampje blijft branden door een officiële HYUNDAI-dealer nadat de motor is gestart, zet dan als het waarschuwingslampje na het onmiddellijk de motor uit. In dat...
  • Pagina 109 50~100 km hebt gereden bij een warme motor, raden we u aan om de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten nakijken. Zelfs als dit lampje niet brandt nadat de motor is gestart, moet de motorolie regelmatig worden gecontroleerd en bijgevuld.
  • Pagina 110 In dat geval adviseren we u de auto zo van toepassing) snel mogelijk te laten controleren door - Radar van Smart Cruise Control een officiële HYUNDAI-dealer. geblokkeerd (indien van toepassing) Zie "Bandenspanningscontrolesysteem - Storing TPMS (TPMS)" in hoofdstuk 8 voor meer (bandenspanningscontrolesysteem) informatie.
  • Pagina 111 (op stabiliteitscontrole (ESC)" in hoofdstuk 6. dat moment wordt op het display een waarschuwingsmelding weergegeven), raden we u aan het GPF-systeem te laten Controlelampje Electronic controleren door een officiële HYUNDAI- Stability Control dealer. (voertuigstabiliteitsregeling) (ESC) OFF AANWIJZING...
  • Pagina 112 In dat geval adviseren we u de auto OFF, EPS of parkeerrem) mogelijk een paar te laten controleren door een officiële seconden branden. HYUNDAI-dealer. Dit komt door de lage accuspanning. Het betekent niet dat er een storing in het systeem zit.
  • Pagina 113 - Het controlelampje richtingaanwijzers Controlelampje verlichting brandt helemaal niet Als een van deze situaties zich voordoet, adviseren wij u uw auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Dit controlelampje gaat branden: • Als de achterlichten of koplampen zijn ingeschakeld. 4-20...
  • Pagina 114 LED-koplamp hoort. Dit waarschuwingslampje gaat branden: • Als het contact of de toets ENGINE In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI- START/STOP (motor starten/stoppen) in dealer. de stand ON (aan) wordt gezet.
  • Pagina 115 (indien van toepassing) Keeping Assist. In dat geval adviseren we u de auto te laten Dit controlelampje gaat branden: controleren door een officiële Hyundai- • Als u ECO als rijmodus selecteert. dealer. Voor meer informatie, zie "In rijmodus Zie “Lane Keeping Assist (LKA - geïntegreerd regelsysteem"...
  • Pagina 116 Controlelampje N-modus Lcd-displayberichten Shift to P (Schakel naar P) Deze melding wordt weergegeven als u probeert de motor uit te schakelen Dit controlelampje gaat branden: zonder de selectiehendel in stand P • Als u ‘N’-modus als rijmodus selecteert. (parkeren) te zetten. Voor meer informatie, zie "In rijmodus Op dit moment gaat de toets ENGINE geïntegreerd regelsysteem"...
  • Pagina 117 Deze waarschuwingsmelding wordt controleren door een officiële HYUNDAI- weergegeven als met de startknop in dealer. stand ACC de Smart Key zich niet in de auto bevindt terwijl het portier geopend Check BRAKE SWITCH fuse of gesloten wordt.
  • Pagina 118 Portier, motorkap, achterklep open Lichtenmodus   Type A Type A   Type B Type B     OOSN041011L OOSN041011L OIK047145L OIK047145L OIK047163L OIK047163L Deze waarschuwingsmelding geeft weer Deze indicator geeft weer welke verlichting welk portier is geopend of dat de motorkap aan de buitenzijde er is geselecteerd met de of achterklep is geopend.
  • Pagina 119 Instrumentenpaneel Lage spanning (indien van Low washer fluid (Laag toepassing) sproeivloeistofniveau) (indien van toepassing) Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de ruitensproeiervloeistof bijna op is. Laat het ruitensproeiervloeistofreservoir bijvullen. Low fuel (brandstofniveau laag) Deze waarschuwing wordt weergegeven als de brandstoftank bijna leeg is. Wanneer deze melding wordt weergegeven, OTM040022L OTM040022L...
  • Pagina 120 Forward Collision-Avoidance Assist knipperen. (ondersteuning botsingsvermijding voorzijde). Wij adviseren u de auto te Laat in dit geval het roetfiltersysteem laten controleren door een officiële controleren door een officiële Hyundai- HYUNDAI-dealer. dealer. Zie "Forward Collision-Avoidance GPF: benzinedeeltjesfilter Assist-systeem (FCA; ondersteuning Zie “Waarschuwingslampjes”...
  • Pagina 121 Instrumentenpaneel LCD-DISPLAY Bediening lcd-display OOSN041013L OOSN041013L De weergavemodus van het lcd-display kan met de bedieningsknoppen worden veranderd. Schakelaar Functie Toets MODE voor het wijzigen van modi Schakelaar MOVE voor het wijzigen van functies SELECT/RESET knop voor het instellen of resetten van de geselecteerde functie 4-28...
  • Pagina 122 Weergavemodi Weergavemodi Symbool Toelichting Deze modus geeft de toestand weer van: - Hulp bij rijbaan aanhouden - Smart Cruise Control - Driver Attention Warning Rijbegeleiding Voor meer informatie, zie "Lane Keeping Assist (LKA) (Rijvakassistentie)" en “Driver Attention Warning” (“Waarschuwing voor de aandacht van de bestuurder”), “Smart Cruise Control (SCC) (“Slimme cruise control”) in hoofdstuk 7.
  • Pagina 123 Instrumentenpaneel Modus van de boordcomputer Rijassistentie   Type A Type A   Type B Type B     OJX1049042L OJX1049042L OJX1049069L OJX1049069L OTM070246 OTM070246 De modus van de boordcomputer geeft LKA/SCC informatie weer met betrekking tot de In deze modus wordt de status van Lane rijparameters van de auto, waaronder Keeping Assist (Rijvakassistentie) en...
  • Pagina 124 Sportweergave OBC3N040026 OBC3N040026 OBC3N040024 OBC3N040024 Olietemperatuur/motortemperatuur Deze modus geeft informatie weer met betrekking tot uw motor, zoals olietemperatuur (1) en motortemperatuur (2). OBC3N040027 OBC3N040027 Rondetimer (1) Snelste ronde (2) Huidige ronde Om te starten (A) OBC3N040025 OBC3N040025 Druk kort op de OK-toets op het stuurwiel. De rondetimer zal de huidige ronde beginnen Turbo/koppel opnemen (2).
  • Pagina 125 Instrumentenpaneel AANWIJZING Als de toets N1(N2) is ingesteld op '(7) Start rondetimer', dan wordt de toets N2(N1) automatisch ingesteld op '(8) Rondetimer stoppen & resetten' van het infotainmentsysteem. Dit kan de bestuurder helpen om de rondetimer te bedienen met de toetsen N1/N2 als bedieningstoetsen. Zie het apart meegeleverde instructieboekje van het infotainmentsysteem voor meer informatie.
  • Pagina 126 Hoofdwaarschuwingslampje OCN7040026L OCN7040026L Bandenspanning OIG059097L OIG059097L Deze modus geeft informatie weer met Dit waarschuwingslampje attendeert de betrekking tot de bandenspanning. bestuurder op de volgende situaties. Zie “Bandenspanningscontrolesysteem - Storing in Forward Collision-Avoidance (TPMS)” in hoofdstuk 8 voor meer Assist-systeem (indien van toepassing) informatie.
  • Pagina 127 Instrumentenpaneel Boordcomputer De boordcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde rijinformatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoorbeeld de gemiddelde rijsnelheid), wordt gereset als de accu wordt losgekoppeld. OOSN041013L OOSN041013L Dagtellermodi Om de tripmodus te wijzigen, bedient u de "...
  • Pagina 128   Type A Type A   Type B Type B     OJX1049013L OJX1049013L OJX1049066L OJX1049066L OOSN041008L OOSN041008L Since refuel(l)ing (Sinds de tankbeurt) Auto stop (Automatische stoptijd) (indien van toepassing) Reisafstand (1), gemiddelde brandstofbesparing (2), en total rijtijd (3) na Het AUTO STOP scherm toont de verstreken de tankbeurt worden weergegeven.
  • Pagina 129 Instrumentenpaneel VOERTUIGINSTELLINGEN (INFOTAINMENTSYSTEEM) instellingen voor uw voertuig Voertuiginstellingen in het infotainmentsysteem bieden de gebruikers opties voor verschillende instellingen, waaronder een waaier van instellingen voor onder meer vergrendel-/ontgrendelfuncties, comfortfuncties, instellingen voor rijhulp, enz. Menu voor voertuiginstellingen - Bestuurdershulp - Rijmodus - Head-Up Display OOSN041010L OOSN041010L - Instrumentenpaneel...
  • Pagina 130 5. Handige functies Toegang tot uw auto ..................5-4 Smart Key ........................5-4 Startblokkeersysteem ....................5-9 Sloten ........................5-10 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen .......... 5-10 Portiersloten van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen ......... 5-11 Supervergrendeling ....................5-12 Kenmerken van de automatische portiervergrendeling/-ontgrendeling ....5-13 Kindersloten achterportieren ..................5-13 Rear Occupant Alert (Achterbank-passagier-alarm - ROA) ........5-13 Antidiefstalsysteem ..................
  • Pagina 131 Verlichting ......................5-41 Verlichting buitenzijde ....................5-41 Welkomstsysteem ..................... 5-46 Interieurverlichting....................5-46 High Beam Assist (HBA) ................. 5-49 High Beam Assist instelling ..................5-49 High Beam Assist bediening ..................5-50 Storingen en beperkingen van de High Beam Assist..........5-50 Ruitenwissers en ruitensproeiers ..............5-52 Ruitenwissers voor .....................5-53 Ruitensproeier voorruit ....................5-54 Schakelaar achterruitenwisser en –sproeier ............5-55...
  • Pagina 132 5. Handige functies Opbergvak ......................5-79 Opbergvak middenconsole ..................5-79 Dashboardkastje......................5-79 Opbergvak voor zonnebril ..................5-80 Universeel opbergvak ....................5-80 Opbergvak bagageruimte ..................5-81 Interieur ......................5-82 Bekerhouder .......................5-82 Zonneklep ........................5-83 Stopcontact ........................5-83 Draadloos oplaadsysteem voor mobiele telefoons ..........5-84 Klok ..........................
  • Pagina 133 OJS048065L OJS048065L vergrendelknoppen voor de portieren in De Smart Key van uw Hyundai kunt u de auto te controleren. gebruiken om de portieren (en de achterklep) te vergrendelen of ontgrendelen en zelfs om Informatie de motor te starten.
  • Pagina 134 Hoewel u op de toetsen van de Informatie portierhandgrepen aan de buitenzijde • De toets op de portiergreep werkt hebt gedrukt, worden de portieren niet vergrendeld en klinkt de zoemer gedurende alleen als de Smart Key zich binnen een drie seconden als zich een van de volgende afstand van 0,7~1 m (28~40 in.) van de situaties voordoet: buitenportiergreep bevindt.
  • Pagina 135 Handige functies AANWIJZING Informatie Beschadiging van de Smart Key voorkomen: • De auto moet in P (parkeer) stand staan • Houd de Smart Key uit de buurt van voor de remote startfunctie. water en andere vloeistoffen, en van • De motor slaat af als u zonder vuur.
  • Pagina 136 Als de Smart Key niet correct werkt, opent en sluit u de portieren dan met de mechanische sleutel. Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer als u een probleem ervaart OJSN048131 OJSN048131 met de Smart Key.
  • Pagina 137 Smart Key. Als u vermoedt dat de Smart Key beschadigd is of als u denkt dat de Smart Key niet goed werkt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING DIT PRODUCT BEVAT EEN KNOOPCELBATTERIJ...
  • Pagina 138 Als het systeem herhaaldelijk de code van de sleutel niet herkent, raden we u aan contact op te nemen met een HYUNDAI-dealer. Probeer geen wijzigingen aan te brengen aan het systeem of het uit te breiden met andere apparaten.
  • Pagina 139 Handige functies SLOTEN Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen Smart Key Mechanische sleutel OOSN051110L OOSN051110L OOS047001 OOS047001 [A]: ontgrendelen, [B]: vergrendelen Draai de sleutel richting de achterzijde van de auto om te ontgrendelen en richting de voorzijde van de auto om te vergrendelen. Als het bestuurdersportier met de sleutel wordt vergrendeld/ontgrendeld, zal het bestuurdersportier automatisch vergrendeld/...
  • Pagina 140 Informatie Informatie • In een koud en nat klimaat Als de centrale portierontgrendeling niet werkt werken de portiervergrendeling en terwijl u in de auto zit, probeer dan een van portiermechanismen mogelijk niet goed door onderstaande mogelijkheden om de portieren bevriezingsverschijnselen. te openen: •...
  • Pagina 141 Handige functies WAARSCHUWING WAARSCHUWING • De portieren moeten altijd volledig Het openen van een portier als iemand of gesloten en vergrendeld zijn als de auto iets de auto nadert, kan schade of letsel rijdt. Als de portieren ontgrendeld zijn, veroorzaken. Let bij het openen van portieren is het risico om uit de auto geslingerd te goed op of er geen ander verkeer aankomt.
  • Pagina 142 Kenmerken van de automatische Om het kinderslot in te schakelen steekt u een klein, plat gereedschap (bijvoorbeeld portiervergrendeling/-ontgrendeling een schroevendraaier) (1) in de sleuf en Botsingafhankelijk draait u deze in de stand vergrendeld zoals portierontgrendelsysteem (indien van afgebeeld. toepassing) Ontgrendel het kinderslot om ervoor te Wanneer bij een aanrijding de airbags worden zorgen dat een achterportier van binnenuit geactiveerd, worden alle portieren automatisch...
  • Pagina 143 Handige functies AANWIJZING Wanneer de bestuurder de motor uitschakelt en het bestuurdersportier opent na het openen en sluiten van een achterportier, verschijnt de waarschuwingsmelding "Check rear seats (Controleer de achterbank)". WAARSCHUWING Het alarmsysteem voor passagiers op de achterbank geeft informatie aan de bestuurder om de achterbank te controleren, maar detecteert niet of zich een voorwerp of passagier op de...
  • Pagina 144 ANTIDIEFSTALSYSTEEM Dit systeem helpt uw auto en Informatie waardevolle spullen te beschermen. De • Vergrendel de portieren niet voordat alle claxon klinkt en de alarmknipperlichten knipperen continu in een van de passagiers de auto verlaten hebben. Als de volgende situaties: achtergebleven passagiers de auto verlaten terwijl het systeem is ingeschakeld, wordt - Een portier wordt geopend zonder de...
  • Pagina 145 • Er kan een klikkend geluid hoorbaar zijn wij u de stuurbekrachtiging te laten controleren door een officiële HYUNDAI- van het EPS-relais na het in stand ON of dealer. LOCK/OFF zetten van het contact.
  • Pagina 146 Verstelbare stuurkolom WAARSCHUWING Verstel de stuurkolom nooit tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ongevallen en (dodelijk) letsel kunnen worden veroorzaakt. Informatie Het is mogelijk dat de ontgrendelhendel, na het instellen, het stuurwiel niet blokkeert.
  • Pagina 147 Handige functies Stuurwielverwarming Claxon (indien van toepassing) OOSN051007L OOSN051007L Druk op het gedeelte van het stuurwiel bij het OOSN051106L OOSN051106L claxonsymbool om te claxonneren. De claxon Wanneer het contact in stand ON werkt alleen wanneer op dit gedeelte wordt staat of wanneer de motor draait, gedrukt.
  • Pagina 148 SPIEGELS Binnenspiegel Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing) Stel, voordat u gaat rijden, de binnenspiegel zo af dat u in het midden van de spiegel het midden van de achterruit ziet. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat uw zicht niet wordt gehinderd. Plaats geen voorwerpen op de achterstoelen, in de bagageruimte of achter de hoofdsteunen van de achterstoelen die het zicht door de achterruit zouden kunnen...
  • Pagina 149 Handige functies Buitenspiegels OOS047010L OOS047010L [A]: controlelampje OOS047012 OOS047012 De elektrochromatische binnenspiegel Stel de spiegels af voordat u gaat rijden. voorkomt automatisch verblinding door Uw auto is uitgerust met zowel een linker als koplampen van achteropkomend verkeer een rechter buitenspiegel. bij nacht of weinig licht.
  • Pagina 150 Afstellen van de buitenspiegels WAARSCHUWING Verstel de buitenspiegels niet of klap ze niet in tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen en een ongeval veroorzaken. AANWIJZING • Gebruik geen krabber om de spiegel ijsvrij te maken; hierdoor kan het spiegelglas beschadigd raken.
  • Pagina 151 Handige functies Buitenspiegel inklappen - De spiegel klapt in of uit wanneer het portier wordt vergrendeld of ontgrendeld met de toets op de buitenportiergreep en “Welcome mirror” (welkomstspiegel) in de modus Gebruikersinstellingen op het lcd-scherm wordt geactiveerd. AANWIJZING De elektrische buitenspiegels werken ook als het contact is uitgeschakeld.
  • Pagina 152 RUITEN Elektrisch bedienbare ruiten (indien van toepassing) OOS047017 OOS047017 (1) Schakelaar ruitbediening (5) Ruiten openen en sluiten bestuurdersportier* (6) Elektrisch bedienbare ruiten* (2) Schakelaar ruitbediening (7) Blokkeerschakelaar ruitbediening* passagiersportier* (3) Schakelaar ruitbediening achterportier *: Indien van toepassing (links)* (4) Schakelaar ruitbediening achterportier (rechts)* 5-23...
  • Pagina 153 Handige functies Ruiten openen en sluiten Om de ruiten te kunnen sluiten of openen, moet het contact ingeschakeld zijn. Ieder portier is voorzien van een schakelaar voor de bediening van de desbetreffende ruit. De bestuurder beschikt over een blokkeerschakelaar waarmee de ruitbediening van de schakelaars op de achterportieren kan worden uitgeschakeld.
  • Pagina 154 Als de elektrisch bedienbare ruiten na het resetten niet goed werken, raden we u aan het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OLF044032 OLF044032 WAARSCHUWING Vervolgens zal de ruit ongeveer 30 cm (12...
  • Pagina 155 Handige functies AANWIJZING WAARSCHUWING Breng geen accessoires aan op de ruiten. Laat kinderen niet met de elektrische ruiten De automatische omkering werkt mogelijk spelen. Houd de blokkeerschakelaar voor niet. de ruitbediening in het bestuurdersportier in de blokkeerstand. Ernstig tot dodelijk Blokkeerschakelaar ruitbediening letsel kan het gevolg zijn van onbedoelde bediening van de ruiten door een kind.
  • Pagina 156 SCHUIF-/KANTELDAK (INDIEN VAN TOEPASSING) Zonnescherm Indien uw auto is uitgerust met een schuif-/ kanteldak, kunt u dit met behulp van de hendel in de dakconsole openschuiven of kantelen. OCN7050029 OCN7050029 Gebruik het zonnescherm om direct zonlicht via het glas van het schuif-/kanteldak tegen te houden.
  • Pagina 157 Handige functies Omhoog/omlaag kantelen Open-/dichtschuiven OOS051201 OOS051201 • Duw de schakelaar van het schuif-/ OOS047023 OOS047023 kanteldak achteruit en het zonnescherm • Duw de hendel van het schuif-/kanteldak en het schuif-/kanteldak schuiven open. omhoog, dan kantelt het glas open. Duw de schakelaar vooruit en het schuif-/ •...
  • Pagina 158 AANWIJZING Klembeveiliging • Duw niet meer tegen de hendel als het schuif-/kanteldak volledig is geopend, gesloten of gekanteld. Dit kan leiden tot schade aan de motor van het schuif-/ kanteldak. • Doorlopend open-/dichtschuiven, open-/dichtkantelen, kan leiden tot een storing in de motor of het schuif-/ kanteldaksysteem.
  • Pagina 159 Handige functies Schuif-/kanteldak resetten 5. Duw de hendel opnieuw naar voren en houd hem die positie tot het glas van het zonnedak opent en sluit. Laat de hendel pas los als de handeling afgerond is. Als u de schakelaar tijdens de procedure loslaat, start u die weer vanaf stap 2.
  • Pagina 160 EXTERIEUR Motorkap Openen van de motorkap OOS047026 OOS047026 5. Ondersteun de motorkap met de steun (1). OOSN051009L OOSN051009L WAARSCHUWING 1. Parkeer de auto en activeer de parkeerrem. • Pak de steun altijd vast bij het deel dat 2. Trek aan de ontgrendelingshendel om de omwikkeld is met rubber.
  • Pagina 161 Handige functies Sluiten van de motorkap WAARSCHUWING 1. Controleer de volgende punten alvorens • Zorg ervoor dat alle obstakels zijn de motorkap te sluiten: verwijderd rond de motorkapopening • Alle vuldoppen in de motorruimte alvorens de motorkap te sluiten. moeten correct worden aangebracht. •...
  • Pagina 162 Achterklep Achterklep sluiten Achterklep openen OOSN051012L OOSN051012L Breng en druk de achterklep omlaag totdat OOSN051011L OOSN051011L deze vergrendelt. Controleer altijd of de Zorg ervoor dat het voertuig in de stand P achterklep correct is gesloten door deze (parkeren) staat en activeer de parkeerrem. weer open te trekken zonder de toets in de Zet dan één van de volgende stappen: achterklephandgreep in te drukken.
  • Pagina 163 Handige functies Noodontgrendeling achterklep WAARSCHUWING OOSN051013L OOSN051013L OOSN051103L OOSN051103L Uw auto is uitgerust met een Houd het deel (gasveer) dat de achterklep ontgrendelgreep aan de onderzijde van ondersteunt niet vast. Vervorming van de de achterklep om de achterklep in geval achterklepveer kan schade aan het voertuig van nood vanaf de binnenzijde van de auto en letsel veroorzaken.
  • Pagina 164 Tankdopklep Openen van de tankdopklep OOS047031 OOS047031 3. Zet de tankdopklep (1) geheel open. OOSN051014L OOSN051014L 4. Draai de tankdop (2) linksom om deze te De tankdopklep moet van binnenuit worden verwijderen. Mogelijk hoort u gesis als de geopend door de tankdopklep naar boven te druk in de tank gelijkgemaakt wordt.
  • Pagina 165 Handige functies Sluiten van de tankdopklep • Stap niet terug in de auto tijdens het tanken. Door het aanraken van of 1. Plaats de dop terug en draai hem wrijven tegen voorwerpen of stoffen die rechtsom totdat hij eenmaal klikt. statische elektriciteit kunnen genereren, 2.
  • Pagina 166 • Als de brandstoftankdop moet worden brandweer op de hoogte. Volg hun vervangen, gebruik dan alleen een veiligheidsinstructies op. originele HYUNDAI dop of vergelijkbare dop die is voorgeschreven voor uw auto. • Als de onder druk staande brandstof Een verkeerde tankdop kan een ernstige...
  • Pagina 167 Handige functies HEAD-UP DISPLAY (HUD) (INDIEN VAN TOEPASSING) Waarschuwingen bij het gebruik van het head-updisplay In de volgende situaties kan het moeilijk zijn om de informatie op het head-updisplay te lezen. - Als de bestuurder niet goed in de bestuurdersstoel zit. - Als de bestuurder een zonnebril met gepolariseerde glazen draagt.
  • Pagina 168 WAARSCHUWING OPGELET • Bevestig geen stickers of accessoires op • Wanneer u het HUD opent of sluit, het HUD of het stootkussen. kunnen de elektromotor en tandwielen geluid produceren. • De HUD-sluiter en combinatie niet rechtstreeks met de handen aanpassen. •...
  • Pagina 169 Handige functies Informatie head-up display   Sportstand Sportstand     Gewone stand Gewone stand   OOSN051015L OOSN051015L 1. Verlichting versnellingspook OOS050019L OOS050019L 2. Positie versnellingspook 1. 'Turn-by-turn' (TBT) navigatie-informatie 3. Toerenteller 2. Verkeersborden 4. Snelheidsmeter 3. Snelheidsmeter 4.
  • Pagina 170 VERLICHTING Verlichting buitenzijde Bediening verlichting   Type A Type A   OOS04750L OOS04750L OAE046448L OAE046448L Stand automatische verlichting Als de lichtschakelaar in stand AUTO staat,   Type B Type B   worden het stadslicht en de koplamp automatisch in- of uitgeschakeld, afhankelijk van hoe donker het buiten is.
  • Pagina 171 Handige functies Werking grootlicht OAE046469L OAE046469L Stand stadslicht ( ( Het stadslicht, de kentekenplaatverlichting OAE046453L OAE046453L en de instrumentenverlichting zijn Om het grootlicht in te schakelen duwt u de ingeschakeld. hendel van u af. De hendel keert terug naar zijn uitgangspositie. Het controlelampje voor het grootlicht gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld.
  • Pagina 172 Functie one-touch passeerknipperlicht Om de impulsbediening van de richtingaanwijzers te activeren, beweegt u de combischakelaar iets en laat hem dan weer los. De richtingaanwijzers knipperen 3, 5 of 7 keer. U kunt de functie one-touch passeerknipperlicht in-/uitschakelen of het aantal keren knipperen selecteren (3, 5 of 7) met de modus Gebruikersinstellingen op het LCD-display.
  • Pagina 173 Handige functies AANWIJZING Energiebesparingsfunctie Deze functie voorkomt dat de accu ontladen Als de bestuurder de auto verlaat via een raakt. Het systeem schakelt automatisch ander portier dan het bestuurdersportier, het stadslicht uit als de bestuurder de motor werkt de energiebesparingsfunctie niet en uitschakelt en het bestuurdersportier opent.
  • Pagina 174 Als de functie niet correct werkt, raden instellingen voor verschillende beladingen. we u aan het systeem door een officiële Gebruik de meest passende instelling als uw HYUNDAI-dealer te laten controleren. geldende beladingstoestand er niet bij staat. Probeer de bedrading niet zelf te controleren of vervangen.
  • Pagina 175 Handige functies Welkomstsysteem Automatische uitschakelfunctie interieurverlichting Interieurverlichting De interieurverlichting wordt automatisch na Wanneer de schakelaar interieurverlichting ongeveer 20 minuten uitgeschakeld nadat de in stand DOOR staat en alle portieren (en motor is uitgeschakeld en de portieren zijn de achterklep) zijn gesloten en vergrendeld, gesloten.
  • Pagina 176 Interieurverlichting achter Verlichting voorportier ( ) (2) : De binnenverlichting voor de voor-/  Type A Type A   achterbank gaat automatisch AAN gedurende ongeveer 30 seconden, wanneer er een deur wordt geopend. De binnenverlichting voor de voor-/ achterbank gaat automatisch AAN gedurende ongeveer 15 seconden, wanneer de duren worden ontgrendeld met een afstandsbediening (smart key).
  • Pagina 177 Handige functies Bagageruimteverlichting Verlichting make-upspiegel (indien van toepassing) OOSN051018L OOSN051018L De bagageruimteverlichting gaat branden OCN7050058 OCN7050058 zodra de achterklep wordt geopend. Druk op de schakelaar om de verlichting in of uit te schakelen. AANWIJZING • : De verlichting wordt ingeschakeld als er op deze toets wordt gedrukt.
  • Pagina 178 HIGH BEAM ASSIST (HBA) (INDIEN VAN TOEPASSING) AANWIJZING • Houd de frontzichtcamera altijd in goede staat om de optimale prestaties van High Beam Assist te waarborgen. • Zie de alinea ‘Forward Collision- Avoidance Assist (FCA, ondersteuning botsingsvermijding voorzijde)’ in hoofdstuk 7 voor meer informatie over de voorzorgsmaatregelen voor de frontzichtcamera.
  • Pagina 179 AUTO naar een andere het High Beam Assist-systeem’) en stand (koplamp/parkeerlichten/uit) gaat op het instrumentenpaneel het zal High Beam Assist uitschakelen en waarschuwingslampje branden. de overeenstemmende lamp gaan We raden u aan het systeem door een branden. officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 5-50...
  • Pagina 180 Beperkingen van de High Beam Informatie Assist Zie de paragraaf ‘Forward Collision- Mogelijk werkt High Beam Assist niet Avoidance Assist (FCA, ondersteuning goed in de volgende situaties: botsingsvermijding voorzijde)’ in • Het licht van een tegemoetkomend hoofdstuk 7 voor meer informatie over de voertuig of voorligger een voertuig wordt beperkingen van de frontzichtcamera.
  • Pagina 181 Handige functies RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS   Ruitenwissers/-sproeiers voor Ruitenwissers/-sproeiers voor   Ruitenwisser/-sproeier achter Ruitenwisser/-sproeier achter     • • Type A Type A • • Type A Type A     OOSN051001L OOSN051001L OOSN051002L OOSN051002L •...
  • Pagina 182 Ruitenwissers voor AUTO (Automatische) regeling (indien van toepassing) De werking is als volgt als het contact in stand ON staat. V/MIST : Druk voor een enkele wisbeweging de schakelaar (V) omlaag of omhoog (MIST) en laat hem weer los. De ruitenwissers zullen blijven werken zolang de schakelaar in deze stand wordt gehouden.
  • Pagina 183 Handige functies Ruitensproeier voorruit WAARSCHUWING Als de motor draait en de schakelaar voor de ruitenwissers voor in stand AUTO staat, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht om letsel te voorkomen: • Raak het bovenste deel van de voorruit, waar de regensensor zich bevindt, niet aan.
  • Pagina 184 OPGELET • Gebruik de ruitensproeiers niet wanneer het reservoir leeg is, om beschadiging van de ruitensproeierpomp te voorkomen. • Schakel de ruitenwissers niet in als de ruit droog is om beschadiging van de wissers en de voorruit te voorkomen. • Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen, om beschadiging van OOSN051005L OOSN051005L...
  • Pagina 185 Handige functies HANDBEDIEND VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) OOS050100K OOS050100K 1. Aanjagerknop 5. Aircotoets (A/C)* 2. Temperatuurregelknop 6. Luchttoevoertoets 3. Luchtcirculatieknop 7. Toets achterruitverwarming 4. Positie toets voorruitontwaseming *: Indien van toepassing 5-56...
  • Pagina 186 Verwarming en airconditioning 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 1. Start de motor. 4. Stel de luchttoevoertoets in op de modus 2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste verse lucht. stand. 5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. Voor een effectievere verwarming en 6.
  • Pagina 187 Handige functies Gezichtshoogte (B, D) De lucht stroomt naar het bovenlichaam en het hoofd. Daarnaast kan iedere uitstroomopening versteld worden om de richting van de luchtstroom te wijzigen. Combinatie (B, C, D, E) De lucht stroomt naar het hoofd en naar de OOS047305 OOS047305 voetenruimte.
  • Pagina 188 Temperatuurregeltoets (2) Informatie Door de knop naar rechts te draaien verhoogt We raden aan om het systeem in de de temperatuur. Door de knop naar links te buitenluchtstand te gebruiken. draaien verlaagt de temperatuur. Door langdurig gebruik van de verwarming Luchttoevoertoets (6) in de recirculatiestand (zonder dat de airconditioning is geselecteerd) kunnen...
  • Pagina 189 Handige functies Aanjagertoetsen (1) Werking systeem Ventileren Draai de knop rechtsom om de ventilatiesnelheid en luchtstroom te 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand verhogen. Draai de knop linksom om 2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de de ventilatiesnelheid en luchtstroom te luchttoevoertoets.
  • Pagina 190 Airconditioning systeem goed en veilig blijft werken. Hyundai-airconditioningssystemen zijn • Onderhoud aan het gevuld met koudemiddel R-134a of R-1234yf. airconditioningssysteem moet worden uitgevoerd in een goed geventileerde 1.
  • Pagina 191 We adviseren u het interieurfilter aanjager op de laagste snelheid. overeenkomstig het onderhoudsschema te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer. Als er onder ongunstige omstandigheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een stoffige omgeving of op slechte wegen, moet het interieurfilter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
  • Pagina 192 Daarom adviseren we u het systeem te laten geschoolde en gecertificeerde controleren door een officiële HYUNDAI- technici. dealer als het systeem niet normaal werkt. Alle koudemiddelen moeten worden teruggewonnen met de juiste apparatuur.
  • Pagina 193 Handige functies   Voorbeeld Voorbeeld   • • Type A Type A   OOSN051019L OOSN051019L OHYK059004 OHYK059004 • • Type B Type B   Sticker koudemiddel airconditioning U kunt controleren welk koudemiddel in uw auto wordt gebruikt aan de hand van de sticker onder de motorkap.
  • Pagina 194 AUTOMATISCH VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) OOS050103L OOS050103L 1. Temperatuurregelknop 6. Toets voorruitontwaseming 2. Aanjagerknop 7. Luchtcirculatietoets 3. Toets AUTO (automatische regeling) 8. Toets achterruitverwarming 4. Toets A/C 9. Luchttoevoertoets 5. Toets OFF 10. Informatiescherm verwarmings- en ventilatiesysteem 5-65...
  • Pagina 195 Handige functies Automatische verwarming en airconditioning Het Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem wordt bediend door de gewenste temperatuur in te stellen. 1. Druk op de AUTO toets. (3) De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de airconditioning worden automatisch geregeld op basis van de door u gekozen temperatuur.
  • Pagina 196 Luchtcirculatietoets OOSN051100L OOSN051100L De luchtcirculatietoets regelt de circulatie van de lucht door het ventilatiesysteem. 5-67...
  • Pagina 197 Handige functies Gezichtshoogte (B, D) De lucht stroomt naar het bovenlichaam en het hoofd. Daarnaast kan iedere uitstroomopening versteld worden om de richting van de luchtstroom te wijzigen. BI-LEVEL (B, C, D, E) De lucht stroomt naar het hoofd en naar OOSN051101L OOSN051101L de voetenruimte.
  • Pagina 198 Aanjagertoetsen (2) Stand toevoer recirculatielucht In de stand RECIRCULATIE De aanjagersnelheid kan worden ingesteld op wordt de lucht uit het de gewenste snelheid door aan de regelknop passagierscompartiment door van de aanjager te draaien. het systeem gerecirculeerd Bij hogere aanjagertoerentallen wordt meer en, afhankelijk van de gekozen lucht geleverd.
  • Pagina 199 Handige functies Werking systeem Airconditioning Ventileren Hyundai-airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R-134a of R-1234yf. 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand 1. Start de motor. Druk op toets A/C. 2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets. 2. Zet de luchtcirculatietoets in stand 3.
  • Pagina 200 AANWIJZING Tips voor gebruik van de airconditioning • Open de ruiten een tijdje wanneer de • Houd de temperatuurmeter nauwlettend auto tijdens warm weer in de volle zon in de gaten wanneer de airconditioning geparkeerd is geweest, zodat de warme wordt gebruikt als u lange hellingen lucht naar buiten kan.
  • Pagina 201 Ook een teveel aan koudemiddel reduceert de prestaties van de airconditioning. Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer als het systeem niet normaal werkt. AANWIJZING Het is belangrijk dat het juiste type en de juiste hoeveelheid olie en koudemiddel worden gebruikt.
  • Pagina 202   Voorbeeld Voorbeeld   WAARSCHUWING • • Type A Type A   Auto's met R-1234yf Omdat het koudemiddel ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, mag onderhoud aan het airconditioningssysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde en gecertificeerde monteurs.
  • Pagina 203 Handige functies ONTWASEMEN EN ONTDOOIEN VOORRUIT Handbediend verwarmings- en WAARSCHUWING ventilatiesysteem Voorruitverwarming Binnenzijde voorruit ontwasemen Gebruik de standen niet in combinatie met koelen bij een extreem hoge luchtvochtigheid. Door het temperatuurverschil tussen de buitenlucht en de voorruit kan de voorruit plotseling beslaan, waardoor het zicht wegvalt.
  • Pagina 204 Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem Binnenzijde voorruit ontwasemen OOS050111K OOS050111K 1. Zet de aanjager in de hoogste stand (geheel naar rechts). OOS050112N OOS050112N 2. Stel de temperatuur in op maximaal. 1. Kies de gewenste aanjagersnelheid. 3. Kies stand 2.
  • Pagina 205 Handige functies Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch ontwasemingssysteem (alleen automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem, indien van toepassing) Het automatische ontwasemingssysteem verkleint de kans op het beslaan van de binnenzijde van de voorruit doordat de aanwezigheid van vocht aan de binnenzijde van de voorruit automatisch gesignaleerd wordt.
  • Pagina 206 Ontdooien • Druk op de toets in de middenconsole om de achterruitverwarming in te schakelen. Het controlelampje in AANWIJZING de toets gaat branden wanneer de achterruitverwarming is ingeschakeld. Gebruik om beschadiging van de verwarmingsdraden te voorkomen nooit • Druk de toets opnieuw in om de scherpe voorwerpen of reinigingsmiddelen achterruitverwarming uit te schakelen.
  • Pagina 207 Handige functies EXTRA VOORZIENINGEN VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM Automatische ventilatie Luchtcirculatie binnen (indien van toepassing) tijdens het gebruik van de ruitensproeiervloeistof Om de luchtkwaliteit in het interieur te verbeteren en om het beslaan van Als de ruitensproeiervloeistof wordt de voorruit tegen te gaan, wordt de gebruikt, wordt het gewijzigd en luchtcirculatiemodus automatisch gedurende een bepaalde periode...
  • Pagina 208 OPBERGVAK Opbergvak middenconsole WAARSCHUWING Bewaar nooit sigarettenaanstekers, gasflessen of andere ontvlambare/ explosieve materialen in de auto. Deze voorwerpen kunnen ontbranden en/of exploderen als de auto langere tijd aan hoge temperaturen wordt blootgesteld. WAARSCHUWING Houd opbergvakken ALTIJD gesloten tijdens het rijden. Voorwerpen in uw auto bewegen net zo snel als uw auto.
  • Pagina 209 Handige functies Opbergvak voor zonnebril Universeel opbergvak (indien van toepassing) OOSN051105L OOSN051105L Kleine voorwerpen kunnen in het universele opbergvak worden geplaatst. OOS047058 OOS047058 Openen: Druk op het afdekkapje om het opbergvak langzaam te openen. Plaats uw zonnebril in het opbergvak met de glazen naar buiten. Sluiten: Duw het opbergvak weer dicht.
  • Pagina 210 Opbergvak bagageruimte De bagageruimte vergroten (indien van toepassing) OOS047320 OOS047320 OOS047070 OOS047070 In het vak kunt u o.a. een verbandtrommel, een gevarendriehoek (opbergvak voor) en gereedschap opbergen, zodat u hier in geval van nood gemakkelijk bij kunt. • Pak de handgreep aan de bovenzijde van het deksel vast en zet het deksel open.
  • Pagina 211 Handige functies INTERIEUR Bekerhouder WAARSCHUWING Voor • Vermijd abrupt wegrijden en remmen wanneer de bekerhouder in gebruik is om morsen van uw drankje te voorkomen. Als hete dranken worden gemorst, kunt u brandwonden oplopen. Zo'n brandwond voor de bestuurder kan leiden tot verlies van controle over het voertuig met een ongeval als gevolg.
  • Pagina 212 Zonneklep Stopcontact (indien van toepassing) OOS047062 OOS047062 Trek de zonneklep omlaag om deze te OOSN051020L OOSN051020L kunnen gebruiken. Het stopcontact is ontworpen om mobiele telefoons en andere apparaten die in de auto Trek de zonneklep omlaag, neem hem uit gebruikt kunnen worden, op te laden. de steun (1) en draai hem naar de zijruit (2) om bescherming te verkrijgen tegen zon van Deze apparaten mogen niet meer dan 180 W...
  • Pagina 213 Handige functies AANWIJZING Draadloos oplaadsysteem voor mobiele telefoons (indien Om beschadiging van de stopcontacten te aanwezig) voorkomen: • Gebruik het stopcontact alleen als de motor draait en verwijder de plug van het apparaat na gebruik uit de aansluiting. Als het stopcontact gedurende langere tijd wordt gebruikt als de motor niet draait, kan de accu ontladen.
  • Pagina 214 2. Het controlelampje brandt oranje als de Informatie mobiele telefoon wordt opgeladen. Het controlelampje gaat groen branden als Bij mobiele telefoons van sommige merken het opladen gereed is. kan het systeem u niet waarschuwen als de mobiele telefoon op de draadloze oplader 3.
  • Pagina 215 Handige functies Auto's met navigatiesysteem • Sommige magnetische voorwerpen zoals credit cards, telefoonkaarten Selecteer het menu Instellingen in het of OV-chipkaarten kunnen worden navigatiesysteem → selecteer [Date/Time]. beschadigd als zij bij de mobiele • GPS time: geeft de tijd weer telefoon in de buurt komen tijdens het overeenkomstig ontvangen tijd via GNSS.
  • Pagina 216 Bevestigingspunt(en) vloermat bevestigingspunten die ervoor dienen de (indien van toepassing) vloermat goed op zijn plaats te houden. Om verstoring van de pedaalbediening te voorkomen, adviseert HYUNDAI dat u de originele HYUNDAI automat voor in uw auto gebruikt. OOSN051022L OOSN051022L Gebruik ALTIJD de bevestigingspunten voor de automatten om de automatten aan de auto te bevestigen.
  • Pagina 217 We adviseren u voor het aanschaffen van een bagagenet contact op te nemen met een Maak het koord (1) los van de haak als u de officiële HYUNDAI-dealer. hoedenplank weer in zijn oorspronkelijke positie wilt terugbrengen. Til de hoedenplank op tot een hoek van 50 graden en til hem op OPGELET (2) om hem compleet te verwijderen.
  • Pagina 218 EXTERIEUR Bagagerek WAARSCHUWING • Hieronder wordt aangegeven wat het maximale gewicht is dat op het roof rack kan worden geladen. Verdeel de lading zo gelijkmatig mogelijk over het roof rack en zet de lading goed vast. BAGAGEREK 80 kg (176 lbs.) GELIJKMATIG VERDEELD •...
  • Pagina 219 Handige functies INFOTAINMENTSYSTEEM Antenne Informatie Sharkfin-antenne • Als u achteraf een HID-koplamp monteert, treden er mogelijk storingen op in het audiosysteem en de elektronische onderdelen van uw auto. • Voorkom dat chemicaliën als parfum, cosmetische oliën, zonnebrandcrème, handenreiniger en luchtverfrisser in aanraking komen met onderdelen van het interieur, omdat deze beschadiging of verkleuring kunnen veroorzaken.
  • Pagina 220 Audiobediening op het stuurwiel SEEK/PRESET ( ) (2) (indien van toepassing) Als de SEEK/PRESET-tuimelschakelaar gedurende 0,8 seconden of langer naar boven of beneden wordt gedrukt, werkt hij in de volgende modi. RADIO-modus Werkt als de AUTO SEEK-keuzeschakelaar. Er wordt gezocht totdat u de schakelaar loslaat. MEDIA-modus Werkt als de FF/REW-schakelaar.
  • Pagina 221 Handige functies Bluetooth® draadloze Spraakherkenning technologie handsfree OOSN051028L OOSN051028L U kunt de spraakherkenningsfunctie OOSN051027L OOSN051027L bedienen door middel van spraakcommando's. Kijk voor meer informatie in de apart geleverde handleiding van het infotaintmentsysteem. Infotainmentsysteem Kijk voor meer informatie in de apart geleverde handleiding van het infotaintmentsysteem.
  • Pagina 222 Hoe de autoradio werkt AM (MW, LW)-ontvangst FM-ontvangst OJF045309L OJF045309L AM-uitzendingen kunnen op grotere afstand OJF045308L OJF045308L worden ontvangen dan FM-uitzendingen. AM- en FM-radiosignalen worden Dit komt doordat AM-radiogolven op lage uitgezonden vanaf zendmasten die zich in frequenties worden uitgezonden. Deze het land bevinden.
  • Pagina 223 Handige functies FM-zenders • Kraken/statische ruis - Zwakke FM- signalen of grote obstakels tussen de zender en uw radio kunnen het signaal verstoren, waardoor krakende geluiden of statische ruis kunnen optreden. Deze storing kan iets worden onderdrukt door de hoge tonen te verminderen. OJF045310L OJF045310L FM-uitzendingen worden uitgezonden op...
  • Pagina 224 Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze produceren. Dit betekent niet dat er iets merken door HYUNDAI gebeurt onder mis is met de audioapparatuur. Gebruik in licentie. dit geval de mobiele telefoon op een plaats...
  • Pagina 225 6. Rijden met uw auto Vóór het rijden ....................6-4 Voor het instappen ..................... 6-4 Vóór het starten ......................6-4 Contactslot ......................6-5 Toets Engine Start/Stop ....................6-5 Dual clutch-transmissie ..................6-9 Bediening van de transmissie met dubbele koppeling ........... 6-9 Parkeren ........................6-16 Goede rijgewoonten ....................
  • Pagina 226 Prestaties- optie ..................... 6-47 Instellingen prestaties-optie ..................6-47 Launch control......................6-47 Verlichting versnellingspook ..................6-49 N Track Sense Shift ....................6-50 N Power Shift ......................6-51 N Road Sense ......................6-52 Anti-doorslipregeling ..................6-53 Modus anti-doorslipregeling ..................6-53 Bediening tractiemodus ....................6-53 Lcd-displaybericht ....................6-54 Rijden onder speciale rijomstandigheden ............
  • Pagina 227 Laat uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
  • Pagina 228 Rijden met uw auto VÓÓR HET RIJDEN Voor het instappen WAARSCHUWING • Zorg ervoor dat alle ruiten, Om de kans op ERNSTIG LETSEL buitenspiegel(s) en lampen schoon en te beperken, moeten de volgende onbedekt zijn. voorzorgsmaatregelen getroffen worden: • Verwijder rijp, sneeuw of ijs. •...
  • Pagina 229 CONTACTSLOT WAARSCHUWING WAARSCHUWING Om de kans op ERNSTIG LETSEL Uitzetten van de motor in een noodgeval: te beperken, moeten de volgende Houd de start-/stopknop gedurende langer voorzorgsmaatregelen getroffen worden: dan twee seconden ingedrukt OF druk de • Laat kinderen en mensen die niet startknop drie keer achter elkaar snel in bekend zijn met de auto het contactslot (binnen drie seconden).
  • Pagina 230 Rijden met uw auto Standen startknop Stand startknop Actie Opmerkingen OFF (uit) Zet de motor uit door op Als het stuurwiel niet correct de startknop terwijl de vergrendeld is wanneer u het selectiehendel in stand P bestuurdersportier opent, klinkt er een (parkeren) staat.
  • Pagina 231 Starten van de motor 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key altijd bij u hebt. 2. Controleer of de parkeerrem is WAARSCHUWING geactiveerd. • Draag tijdens het rijden altijd geschikte 3. Zorg ervoor dat de selectiehendel in stand schoenen. Ongeschikte schoenen, zoals P (parkeren) staat.
  • Pagina 232 Rijden met uw auto AANWIJZING Om schade aan de auto te voorkomen: Druk de toets Engine start/stop (motor starten/stoppen) nooit langer dan 10 seconden in, behalve wanneer de remlichtzekering is doorgebrand. Wanneer de remlichtzekering is doorgebrand, kunt u de motor niet normaal starten.
  • Pagina 233 DUAL CLUTCH-TRANSMISSIE OOSN061001L OOSN061001L Trap het rempedaal in en druk de schakelknop voor de selectiehendel tijdens het verplaatsen van de selectiehendel. Druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de selectiehendel. De selectiehendel kan ongehinderd bewegen. Bediening van de transmissie met dubbele koppeling De transmissie met dubbele koppeling heeft acht versnellingen vooruit en één versnelling achteruit.
  • Pagina 234 Rijden met uw auto • De Double clutch-transmissie bestaat • Bij het in- en uitschakelen van de motor uit een mechanisme met een dubbele kunt u klikgeluiden horen wanneer het natteplatenkoppeling en zorgt tijdens systeem een zelftest uitvoert. Dit is een het rijden voor een betere versnelling normaal geluid voor de Double clutch- en een lager brandstofverbruik.
  • Pagina 235 Op dat moment instrumentenpaneel knipperen. We verschijnt een waarschuwingsmelding op adviseren u het systeem te laten het lcd-display. controleren door een officiële HYUNDAI- • Als in het lcd-display een waarschuwing dealer. wordt weergegeven, moet het rempedaal worden ingetrapt.
  • Pagina 236 • Rijd indien mogelijk op soepele wijze met • Rijd indien mogelijk op soepele wijze met het voertuig. het voertuig. Neem voor uw veiligheid contact op met een officiële HYUNDAI-dealer als een waarschuwingsmelding op het lcd- display blijft knipperen en laat het systeem controleren. Transmissiestanden...
  • Pagina 237 D (rijden) WAARSCHUWING Dit is de normale rijstand. De transmissie • Wanneer stand P (parkeren) tijdens het schakelt automatisch tussen de acht rijden wordt ingeschakeld, kunt u de versnellingen voor een zo laag mogelijk controle over de auto verliezen. brandstofverbruik bij optimale prestaties. •...
  • Pagina 238 Rijden met uw auto • Als de bestuurder de hendel naar de positie • (Omhoog) of (Omlaag) beweegt, is het mogelijk dat de transmissie niet de verzochte schakeling uitvoert, omdat de volgende versnelling zich buiten het toegestane toerentalbereik bevindt. De bestuurder moet bij het opschakelen rekening houden met de wegomstandigheden en ervoor zorgen dat het motortoerental vóór het rode gebied...
  • Pagina 239 R (achteruit): We adviseren u het systeem direct te laten 1. Houd het rempedaal ingetrapt. controleren door een officiële HYUNDAI- dealer als u de schakelblokkering ongedaan 2. Start de motor of zet het contact in stand heeft moeten maken.
  • Pagina 240 Rijden met uw auto Parkeren Goede rijgewoonten Breng de auto altijd helemaal tot stilstand • Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als alvorens het rempedaal in te trappen. Zet de de selectiehendel van stand P (parkeren) selectiehendel in stand P (parkeren), activeer of stand N (neutraal) in een andere stand de parkeerrem en zet het contact in stand wordt gezet.
  • Pagina 241 • Gooi het stuur niet om wanneer uw auto van de weg raakt. Rem in plaats daarvan af en stuur de auto rustig terug de rijbaan op. • HYUNDAI adviseert u om u altijd aan de aangegeven snelheidslimieten te houden. 6-17...
  • Pagina 242 Rijden met uw auto REMSYSTEEM Rembekrachtiging • Als de remmen nat zijn, remt de auto mogelijk minder dan normaal en kan Uw auto is voorzien van bekrachtigde de auto naar één kant trekken tijdens remmen die bij normaal gebruik automatisch het remmen.
  • Pagina 243 Trap het rempedaal stevig in. de remblokjes versleten zijn. We adviseren u de auto te laten controleren Trek de parkeerremhendel zo ver mogelijk door een officiële Hyundai-dealer. omhoog. • Als het stuur voortdurend trilt of schokt tijdens het remmen, raden we aan dat...
  • Pagina 244 Rijden met uw auto AANWIJZING Laat de auto controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als de parkeerrem niet of • Trap niet op het gaspedaal terwijl niet helemaal in de vrijstand terugkeert. de parkeerrem is geactiveerd. Als u het gaspedaal intrapt terwijl de...
  • Pagina 245 Antiblokkeersysteem (ABS) Gebruik van ABS Om in een noodsituatie het maximale rendement uit het ABS te halen bij een WAARSCHUWING noodsituatie, moet u niet proberen zelf de Een antiblokkeersysteem (ABS) of een remdruk te regelen en moet u niet 'pompend' elektronische stabiliteitsregeling (ESC) kan gaan remmen.
  • Pagina 246 We raden u aan om zo snel bochten te verbeteren. mogelijk contact met uw HYUNDAI-dealer op te nemen om het risico op ernstig of Het ESC controleert in welke richting u stuurt dodelijk letsel te verminderen.
  • Pagina 247 ESC-werking ESC deactiveren/activeren Voertuigstabiliteitsregeling (ESC) ingeschakeld Als de motor uit en opnieuw aan wordt gezet, wordt ESC ingeschakeld en geactiveerd en de ESC-bedrijfsmodus actief is (niet in de ESC-sportmodus of ESC UIT-modus), ongeacht de ESC-modus op het moment dat de motor werd uitgezet. U kunt kiezen tussen de volgende statussen van ESC: •...
  • Pagina 248 Rijden met uw auto In de volgende situaties, kan het beter zijn Wanneer de ESC SPORT-modus is om ESC SPORT te activeren of om ESC te geactiveerd: deactiveren (ESC UIT): • ESC verbetert de rijstabiliteit slechts tot • Tijdens het rijden met sneeuwkettingen een bepaald niveau.
  • Pagina 249 Schakel het ESC tijdens het rijden alleen uit snel mogelijk te laten controleren door een als u op een vlakke weg rijdt. officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING Het controlelampje ESC OFF gaat branden als ESC met de toets wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 250 Rijden met uw auto Informatie CUSTOM-modus U kunt de gewenste rijmodus selecteren op Het uitschakelen van de ESC heeft geen het scherm van het infotainmentsysteem. gevolgen voor een correcte werking van het • Selecteer de CUSTOM-modus door op de ABS en het remsysteem. N-toets op het stuurwiel te drukken.
  • Pagina 251 HYUNDAI-dealer. Werking VSM AANWIJZING In werking Als met wielen en banden met verschillende...
  • Pagina 252 Rijden met uw auto Hill-Start Assist Control (HAC) Emergency Stop Signal (ESS) (noodstopsignaal) De Hill-Start Assist Control (HAC) voorkomt dat de auto kan achteruitrollen bij het Het Emergency Stop Signal-systeem wegrijden of stoppen op een helling. Het waarschuwt achteropkomende bestuurders systeem bedient de remmen gedurende 2 door de remlichten te laten knipperen seconden automatisch en geeft deze na 2...
  • Pagina 253 Downhill Brake Control (DBC) OOSN061006L OOSN061006L De Downhill Brake Control (DBC) ondersteunt de bestuurder bij het afrijden van een steile helling, zonder dat hij of zij het rempedaal hoeft in te trappen. De DBC vertraagt de auto tot minder dan 8 km/h (5 mph) (voor auto’s met dubbele clutch-transmissie) of 8 km/h (5 mph) (voor auto’s met handmatige transmissie) zodat...
  • Pagina 254 Rijden met uw auto Werking DBC Modus Controlelampje Omschrijving Druk de toets DBC in wanneer de rijsnelheid lager is dan 40 km/h (25mph). Het DBC-systeem wordt ingeschakeld in de Stand-by stand-bymodus. Het systeem wordt niet geactiveerd als de rijsnelheid hoger is dan 40 km/h (25mph).
  • Pagina 255 HYUNDAI-dealer voor hulp. gaspedaal wordt ingetrapt. Laat tijdens het rijden uw voet NIET op het • Zet de DBC nu aan wanneer u rijdt met rempedaal rusten.
  • Pagina 256 Rijden met uw auto ISG-SYSTEEM (IDLE STOP & GO) (INDIEN VAN TOEPASSING) Automatisch stoppen Uw auto kan zijn uitgerust met het ISG-systeem dat het brandstofverbruik vermindert door de motor automatisch uit te schakelen en opnieuw te starten. De motor wordt automatisch gestart zodra aan de startvoorwaarden wordt voldaan.
  • Pagina 257 AANWIJZING Voorwaarden voor de werking van het ISG-systeem Een auto die is uitgerust met een Double Clutch-transmissie moet een snelheid van Het ISG-systeem werkt wanneer aan de tenminste 30 km/u (18 mph) bereiken voor volgende voorwaarden wordt voldaan: een verlengde Idle STOP of 5 km/u (3 mph) •...
  • Pagina 258 Rijden met uw auto ISG-indicatie De motor zal ook in de volgende gevallen automatisch starten, zonder dat de bestuurder Het ISG-systeem wordt met een lampje in actie onderneemt: het instrumentenpaneel aangegeven. Als • Als het vacuüm van de rembekrachtiger uw auto is uitgerust met een Supervision- laag is.
  • Pagina 259 Als u nu het rempedaal intrapt, werkplaats. Hyundai raadt aan contact wordt de motor weer gestart. op te nemen met een officiële Hyundai- dealer. • Wanneer het lampje in de toets ISG OFF gaat branden, dooft het mogelijk weer...
  • Pagina 260 In deze gevallen, adviseren wij u het ISG- systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING • Gebruik alleen de originele HYUNDAI ISG-accu of het equivalent dat voor uw voertuig is opgegeven voor vervanging. OOS090040E OOS090040E Als dit niet het geval is, kan het ISG- [A]: Accusensor systeem mogelijk niet normaal werken.
  • Pagina 261 Storing in het systeem OOSN061011L OOSN061011L Check Electronic Suspension (Storing ECS) Als de ECS-waarschuwingsmelding wordt weergegeven, is er mogelijk een probleem met het ECS-systeem. We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 6-37...
  • Pagina 262 Rijden met uw auto ELEKTRONISCH DIFFERENTIEEL MET BEPERKTE SLIP Elektronisch differentieel met beperkte CUSTOM-modus slip verwijst naar een functie met een U kunt de gewenste rijmodus selecteren op mechanisme dat de differentieelfuncties van het scherm van het infotainmentsysteem. de wielen bestuurt. •...
  • Pagina 263 Wacht tot de auto is afgekoeld. slip. We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer OOSN061014L OOSN061014L Tyre size mismatch. Check tyre sizes (Afwijkende bandgrootte.
  • Pagina 264 Rijden met uw auto N-TOETS Instellingen N1/N2-toets   N1-toets N1-toets     N1-toets N1-toets   OOSN061022L OOSN061022L   N2-toets N2-toets   OOSN061020L OOSN061020L   N2-toets N2-toets   OOSN061023L OOSN061023L Elk van de N1/N2-toetsen kan worden OOSN061021L OOSN061021L ingesteld:...
  • Pagina 265 GEÏNTEGREERDE RIJMODUSREGELING Rijmodus De drive-stand kan worden geselecteerd op basis van de voorkeur van de bestuurder of   Drive mode-knop Drive mode-knop   de wegomstandigheden. Het systeem wordt gereset naar de NORMAAL-stand wanneer de motor opnieuw wordt gestart. De modus wijzigt wanneer de N1- of de N2- knop op het stuurwiel of de knop Rijmodus wordt ingedrukt.
  • Pagina 266 Rijden met uw auto Wanneer u de rijmodus hebt Beperkingen van het gebruik van de ECO- ingesteld op ECO, verandert de modus: logische controle van de motor Als een van de volgende omstandigheden en de transmissie met het oog op optreedt wanneer de ECO-modus is optimaal brandstofverbruik.
  • Pagina 267 SPORT-modus N-modus De SPORT-modus reguleert de   N1-toets N1-toets   rijdynamiek door automatisch de stuurkracht en de logische controle van de transmissie aan te passen voor betere rijprestaties. • Wanneer u de SPORT-stand hebt gekozen door de knop DRIVE MODE in te drukken, gaat het SPORT-controlelampje branden.
  • Pagina 268 Rijden met uw auto N-modus CUSTOM-modus De N-modus selecteert de gepaste De bestuurder kan de twee types rijmodus uit SPORT en SPORT+ van de CUSTOM-modus instellen voor alle onderdelen die de (CUSTOM1/CUSTOM2). In de prestaties van een hoogwaardig CUSTOM-modus, kunnen ze voertuig zullen beïnvloeden.
  • Pagina 269 NGS (N Grin Shift)   Geactiveerd Geactiveerd   Niet in werking Niet in werking     Regelt motor/transmissie naar de maximale prestaties bij het drukken op de NGS-toets op de afstandsbediening van het stuurwiel in situaties waar snel optrekken vereist is. Functionele beschrijving en gebruiksvoorwaarden OJSN040333...
  • Pagina 270 Rijden met uw auto Eigenschappen van de auto De kenmerken van alle onderdelen verschillen, afhankelijk van welke rijmodus is geselecteerd door het indrukken van de N1- of de N2-toets op het stuurwiel of de toets RIJMODUS. DRIVE MODE-knop Onderdeel ECO-stand NORMAL-modus SPORT-modus Motor...
  • Pagina 271 PRESTATIES- OPTIE (INDIEN VAN TOEPASSING) Voorwaarde voor activering OPGELET Launch Control wordt voor activering in Merk op dat het gebruiken van gereedheid gebracht wanneer aan de luide uitlaatgeluiden op drukke volgende voorwaarden is voldaan. plaatsen, in overdekte parkings en/of • De motor is opgewarmd. woonomgevingen, uw buren kan storen.
  • Pagina 272 Rijden met uw auto 4. Selecteer ‘Prestaties-optie → Launch control’ om het motortoerental in te stellen op het scherm van het infotainmentsysteem. Druk op ‘Activeren’ na het instellen van de OPM. 5. Zet het stuurwiel recht. 6. Druk het rempedaal maximaal in met uw linkervoet.
  • Pagina 273 Verlichting versnellingspook   N-modus N-modus   OOSN061027L OOSN061027L 1. Druk op het tabblad ‘Schakellampje’ in OOSN061057L OOSN061057L prestatie-opties. Wanneer het motortoerental de limiet bereikt 2. Selecteer de rijmodus om de en elk van de lampjes om te schakelen schakelindicator te activeren.
  • Pagina 274 Rijden met uw auto Tabel met de werking van het schakellampje Het knipperen van alle 5 LED’s, werkt allen in de vaste schakelmodus waarbij manueel opschakelen vereist is. Alle LED’s knipperen Positie van de LED-verlichting Schakelmodus (melding voor versnellingspook stappen opschakelen) Automatische schakelmodus...
  • Pagina 275 Voorwaarden voor gebruik OPGELET • N Track Sense Shift is ingeschakeld in de Voertuigveiligheid en -regeling moet instellingen voor prestaties-optie door u zelf worden gekozen en u mag niet • Versnellingspook in D (Drive) stand proberen om gevaarlijk te rijden om N Track Sense Shift te gebruiken.
  • Pagina 276 Rijden met uw auto N Road Sense N Road Sense is de functie die de bestuurder voorstelt om de N-modus te gebruiken wanneer er een bord met opeenvolgende bochten wordt waargenomen. Detectiesensor OBC3N060028 OBC3N060028 3. Wanneer de frontzichtcamera een bord met opeenvolgende bochten detecteert, zal het bericht ‘S-bocht op komst’...
  • Pagina 277 ANTI-DOORSLIPREGELING Bediening tractiemodus Anti-doorslipregeling is een systeem dat optimale rijomstandigheden bereikt door het controleren van de motor en het remmen afhankelijk van de toestand van de weg (sneeuw, modderig, zanderig). Modus anti-doorslipregeling OOSN061003AU OOSN061003AU OOSN061038L OOSN061038L OOSN061008L OOSN061008L Als u op de toets "DRIVE/TRACTION" (rijden/ terrein) drukt, wordt de rijmodus overgezet van normaal rijden naar Traction control.
  • Pagina 278 Rijden met uw auto OPGELET • Als u met het voertuig blijft rijden en de temperatuur van de overbrenging De modus DIEPSNEEUW is geoptimaliseerd maximale temperatuurlimiet bereikt, voor wegoppervlakken met diepe sneeuw. wordt waarschuwingsmelding Veilig rijden wordt verminderd als de "Transmission hot! Park with engine On modus DIEPSNEEUW wordt gebruikt op (Transmissie heet! Parkeer met motor...
  • Pagina 279 RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke WAARSCHUWING omstandigheden Als de auto is komen vast te zitten en de wielen Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen als hevig doordraaien, kan de temperatuur in er sprake is van gevaarlijke omstandigheden, de banden zeer snel toenemen. Als de band zoals water, sneeuw, ijs, modder of zand op het beschadigd raakt kan een klapband optreden wegdek:...
  • Pagina 280 Rijden met uw auto Rijden in het donker • Schakel uw koplampen in zodat anderen u beter kunnen zien. Rijden in het donker levert meer risico's op • Snel door diepe plassen rijden kan de dan rijden in overdag. Hieronder volgen een werking van uw remmen beïnvloeden.
  • Pagina 281 Rijden op de snelweg Er zijn stappen die een bestuurder kan nemen om de kans op over de kop slaan te verkleinen. Banden Voorkom indien mogelijk scherpe bochten en Stel de bandenspanning op de voorgeschreven abrupte stuurbewegingen, laad geen zware waarde in.
  • Pagina 282 Rijden met uw auto RIJDEN IN DE WINTER Winterbanden Door de ongunstige weersomstandigheden tijdens de winter kunnen de banden sneller slijten en bovendien nog andere problemen WAARSCHUWING optreden. Hierna volgen een aantal suggesties om het risico op problemen Winterbanden moeten dezelfde maat tijdens het rijden in de winter te beperken: hebben als de standaardbanden van de auto.
  • Pagina 283 Als toegestane snelheid niet overschrijden. desondanks sneeuwkettingen moeten worden gebruikt, gebruik dan originele HYUNDAI-onderdelen of een gelijkwaardig onderdeel dat gespecificeerd is voor uw voertuig en neem bij het monteren hiervan de gebruiksaanwijzing in acht. Schade als gevolg van het onjuiste gebruik van sneeuwkettingen valt niet onder de fabrieksgarantie.
  • Pagina 284 Rijden met uw auto AANWIJZING Informatie • Breng ze alleen aan rond de voorwielen. Alleen voor Europa Tijdens het rijden met sneeuwkettingen is Als u een bandenketting gebruikt, gebruik meer kracht nodig om te sturen, maar zo dan 18 inch wielen/banden. Wanneer u wordt wel voorkomen dat de auto kan gaan bandenkettingen gebruikt op 19-inch slingeren.
  • Pagina 285 We raden u aan het systeem door een kettingbevestiging te voorkomen. officiële HYUNDAI-dealer te laten nakijken om het probleem te laten vaststellen. Overstappen naar "winterolie" indien nodig In sommige landen wordt tijdens de winter het gebruik van een 'winterolie' met een lagere viscositeit geadviseerd.
  • Pagina 286 Ruitensproeierantivries is verkrijgbaar bij sleepkabel of -ketting, een zaklantaarn, een officiële HYUNDAI-dealer en bij de een alarmknipperlicht, zand, een meeste automaterialenzaken. Gebruik geen schep, startkabels, een ruitenkrabber, koelvloeistof voor de motor of een ander...
  • Pagina 287 10 % of 100 kg (220,4 lbs.) bij een officiële HYUNDAI-dealer voordat u worden overschreden (afhankelijk van met uw auto een aanhanger gaat trekken.
  • Pagina 288 • Neem contact op met een officiële OOSH069129L OOSH069129L HYUNDAI-dealer over de benodigde Wat is het veilige maximumgewicht van een zaken als een trekhaak, enz. als u een aanhanger? Dit mag nooit hoger zijn dan aanhanger trekt.
  • Pagina 289 Kogeldruk WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen: • Zorg ervoor dat de aanhanger aan de voorzijde altijd zwaarder is dan aan de achterzijde. De verhouding tussen de belading voor en achter dient ongeveer 60/40 te zijn. • Overschrijd nooit de maximale gewichten voor de aanhanger of de uitrusting voor het trekken van de Maximaal toelaatbaar...
  • Pagina 290 Rijden met uw auto Maximaal gewicht en maximale kogeldruk bij het rijden met een aanhanger (voor Europa) Benzinemotor 2.0 T-GDi Onderdeel 1600 (3527) Maximaal Geremd aanhangergewicht 700 (1543) Ongeremd kg (Ibs.) Maximale kogeldruk 80 (176) kg (Ibs.) Aanbevolen afstand hart achterwiel - kogel 820 (32,3) mm (inch)
  • Pagina 291 Zijwind, rukwinden onttrokken. door passerende vrachtwagens en hobbelige wegen vormen een zware belasting voor de • Een Hyundai-trekhaak is verkrijgbaar bij trekhaak. Hieronder volgen een aantal regels: de officiële HYUNDAI-dealer. • Moet u gaten in de carrosserie van uw...
  • Pagina 292 Rijden met uw auto Remsysteem aanhanger Rijden met een aanhanger Controleer of uw aanhanger voldoet aan de Voor het rijden met een aanhanger is een wettelijke voorschriften als uw aanhanger zekere mate van ervaring nodig. Voordat u is uitgerust met een remsysteem en of dit met uw aanhanger onderweg gaat, moet correct is gemonteerd en goed werkt.
  • Pagina 293 Wij adviseren Laat de motor in dat geval stationair u contact op te nemen met een officiële draaien totdat deze is afgekoeld. U kunt HYUNDAI-dealer voor hulp. uw weg weer vervolgen als de motor of transmissie voldoende zijn afgekoeld. 6-69...
  • Pagina 294 Rijden met uw auto Parkeren op een helling • Tijdens het rijden met een aanhanger kan uw rijsnelheid aanzienlijk lager Als u een aanhanger achter de auto hebt zijn dan die van het overige verkeer, gekoppeld, is het niet verstandig om uw auto met name bij heuvelop rijden.
  • Pagina 295 Onderhoud bij het rijden met WAARSCHUWING een aanhanger Om ernstig letsel te voorkomen: Uw auto heeft vaker onderhoud nodig • Stap niet uit voordat u de parkeerrem wanneer u regelmatig met een aanhanger stevig hebt aangetrokken. Als u de motor rijdt.
  • Pagina 296 Rijden met uw auto VOERTUIGGEWICHT Twee labels op de dorpel van het GVWR (maximale massa voertuig) bestuurdersportier geven aan voor welke Dit is de maximaal toelaatbare massa van de belading uw auto ontworpen is: het volledig beladen auto (inclusief alle opties, informatielabel en het typeplaatje.
  • Pagina 297 7. Bestuurdershulp Rijveiligheid Forward Collision-Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) (alleen frontzichtcamera) ................. 7-2 Forward Collision-Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) (Sensor Fusion) ..................7-14 Lane Keeping Assist (LKA, hulp bij rijbaan aanhouden) ........7-28 Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA, botsingsvermijding blinde hoek) . 7-34 Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen, SEW) ......
  • Pagina 298 • Na het vervangen of repareren van de detectiesensor adviseren wij u uw auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OTM070237 OTM070237 • Breng nooit accessoires of stickers op de Het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem...
  • Pagina 299 Als 'Warning Only’ (Alleen waarschuwing) wordt Forward Collision-Avoidance Assist-systeem geselecteerd, is er geen remhulp. controleren in het menu Settings (Instellingen). Als het waarschuwingslampje blijft branden wanneer de Forward Collision-Avoidance Assist aanstaat, raden we u dat u de auto laat nazien door een erkende HYUNDAI-dealer.
  • Pagina 300 Bestuurdershulp Wanneer uw auto wordt afgeleverd, is het Informatie waarschuwingsmoment ingesteld op ‘Normal’ • Het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (Normaal). Als u het Waarschuwingsmoment wijzigt, kan dat ook het Waarschuwingsmoment wordt uitgeschakeld wanneer ESC wordt voor andere bestuurdershulpsystemen wijzigen. uitgeschakeld, door de toets ESC OFF ingedrukt te houden.
  • Pagina 301 Werking van Forward Collision- Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) Waarschuwing en regeling De basisfunctie van Forward Collision-Avoidance Assist is om te waarschuwen en te helpen om het voertuig te controleren, naargelang het risico op een botsing: ‘Collision Warning - waarschuwing voor een botsing’...
  • Pagina 302 Bestuurdershulp • Forward Collision-Avoidance Assist werkt niet in alle situaties en kan niet alle aanrijdingen voorkomen. • De bestuurder is er verantwoordelijk voor de auto onder controle te houden. Vertrouw niet uitsluitend op het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem. Houd een veilige remafstand en trap indien nodig het rempedaal in om snelheid te minderen of het voertuig tot stilstand te brengen.
  • Pagina 303 Forward Collision-Avoidance het instrumentenpaneel. We adviseren u de auto Assist-systeem als de bestuurder niet hard te laten controleren door een officiële HYUNDAI- genoeg remt. dealer. • De afbeeldingen en kleuren op het instrumentenpaneel kunnen afwijken per type...
  • Pagina 304 (sneeuw, regen of vreemde materialen) geplaatst niet goed werkt, adviseren we om de functie te • Uw auto wordt gesleept laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. • De omgeving is heel helder • De omgeving is zeer donker, bv. in een tunnel WAARSCHUWING enz.
  • Pagina 305 • Rijden door stoom, rook of schaduw • U verlaat of keert terug naar de rijstrook • Slechts een deel van het voertuig of de • Onstabiel rijden voetganger wordt gedetecteerd • U bevindt zich op een rotonde en de voorligger •...
  • Pagina 306 Bestuurdershulp • Er bevindt zich een groep voetgangers of een WAARSCHUWING grote menigte voor de auto • U rijdt op een bochtige weg • De voetganger draagt kleding die opgaat in de achtergrond en daardoor moeilijk te detecteren is • De voetganger is moeilijk te onderscheiden van een structuur met een soortgelijke vorm in de omgeving •...
  • Pagina 307 • Rijden op een helling OADAS006 OADAS006 OADAS005 OADAS005 Mogelijk detecteert Forward Collision- OADAS009 OADAS009 Avoidance Assist een voertuig of voetganger in de rijstrook naast u of elders buiten uw rijstrook wanneer u op een bochtige weg rijdt. Als dit gebeurt, kan de Forward Collision- Avoidance Assist mogelijk de bestuurder waarschuwen en de rem aansturen wanneer dat niet nodig is.
  • Pagina 308 Bestuurdershulp • Van rijbaan wisselen OADAS033 OADAS033 [A]: Uw auto, OADAS032 OADAS032 [B] : Een auto die van rijstrook verandert, [A]: Uw auto, [C]: voertuig op dezelfde rijstrook [B] : Een auto die van rijstrook verandert Wanneer een voertuig vóór u uw rijstrook Wanneer een voertuig vanuit een verlaat, detecteert Forward Collision- aangrenzende rijstrook uw rijstrook oprijdt,...
  • Pagina 309 • Voertuig detecteren WAARSCHUWING • Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan dat u om veiligheidsredenen Forward Collision- Avoidance Assist uitschakelt. • Mogelijk grijpt het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem in als het voorwerpen detecteert die door hun vorm of bepaalde kenmerken lijken op voertuigen en voetgangers.
  • Pagina 310 Bestuurdershulp FORWARD COLLISION-AVOIDANCE ASSIST (FCA, ONDERSTEUNING BOTSINGSVERMIJDING VOORZIJDE) (SENSOR FUSION)(INDIEN VAN TOEPASSING) Detectiesensor OJK070172 OJK070172 Het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem OOSN051017L OOSN051017L is ontworpen om fietsers of voetgangers op de rijweg te detecteren en te controleren. De bestuurder wordt gewaarschuwd met een melding en een signaal dat een botsing dreigt en de noodrem wordt geactiveerd.
  • Pagina 311 Er is geen remhulp. u de auto te laten controleren door een De bestuurder moet de rem intrappen of officiële HYUNDAI-dealer. bijsturen indien nodig. • Gebruik uitsluitend originele onderdelen - Als u voor ‘Off’ (uit) kiest, gaat de om een beschadigd afdekkapje van de Forward Collision-Avoidance Assist uit.
  • Pagina 312 ESC OFF ingedrukt u aan de auto te laten controleren door een erkende te houden. Het waarschuwingslampje op het HYUNDAI-dealer. instrumentenpaneel gaat branden. • Het Veilig rijden-systeem omvat Forward Collision- Veilig rijden automatisch UIT in de N-modus...
  • Pagina 313 Werking van Forward Collision- Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) Waarschuwing en regeling Collision-Avoidance Assist (botsingsvermijding) dient om te waarschuwen en om te helpen bij het onder controle houden van het voertuig, afhankelijk van de mate van het risico op een aanrijding: ‘Collision Warning’...
  • Pagina 314 Bestuurdershulp OOSN071017L OOSN071017L OOSN071018L OOSN071018L Emergency braking (Noodremmen) De auto tot stilstand brengen en het aansturen van de remmen beëindigen • Om de bestuurder te waarschuwen voor Emergency braking (Noodremmen), • Wanneer de auto tot stilstand is gebracht verschijnt de waarschuwingsmelding door Emergency braking (Noodremmen), 'Emergency Braking' ('Noodremmen') verschijnt de waarschuwing 'Drive carefully’...
  • Pagina 315 • Mogelijk waarschuwt Forward Collision- WAARSCHUWING Avoidance Assist de bestuurder te laat of Tref de volgende voorzorgsmaatregelen helemaal niet, afhankelijk van de weg- en wanneer u gebruikmaakt van het Forward rijomstandigheden. Collision-Avoidance Assist-systeem • Terwijl Forward Collision-Avoidance (ondersteuning botsingsvermijding voorzijde): Assist ingrijpt, kan de auto plotseling tot •...
  • Pagina 316 We tegenligger en de omgeving. adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Informatie • Als een botsing dreigt, kan remhulp worden voorzien door het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem als de bestuurder niet hard genoeg remt.
  • Pagina 317 Als de Forward Collision-Avoidance Assist na • Rijden bij zware regenval of sneeuw of dichte obstructie (sneeuw, regen of vreemde materialen) mist niet naar behoren werkt, adviseren we om de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer. 7-21...
  • Pagina 318 Bestuurdershulp • Het gezichtsveld van de frontzichtcamera • U rijdt door een tunnel of onder een ijzeren wordt belemmerd door schittering van de zon brug door • Straatverlichting of licht van een tegenliggend • U rijdt in een groot gebied waar weinig verkeer wordt gereflecteerd op het natte voertuigen of constructies zijn (bijvoorbeeld wegdek, bv.
  • Pagina 319 • De voetganger of fietser wordt niet volledig • De voetganger of fietser draagt kleding die gedetecteerd, bijvoorbeeld als hij zich opgaat in de achtergrond en daardoor moeilijk vooroverbuigt of niet helemaal rechtop loopt te detecteren is • De voetganger of fietser draagt kleding of •...
  • Pagina 320 Bestuurdershulp WAARSCHUWING • U rijdt op een bochtige weg OADAS015 OADAS015 OADAS014 OADAS014 OADAS017 OADAS017 OADAS019 OADAS019 Mogelijk detecteert Forward Collision- Avoidance Assist een voertuig, voetganger of fietser in de rijstrook naast u of elders buiten OADAS016 OADAS016 OADAS018 OADAS018 uw rijstrook wanneer u op een bochtige weg Mogelijk detecteert Forward Collision- rijdt.
  • Pagina 321 • Rijden op een helling • Van rijbaan wisselen OADAS012 OADAS012 OADAS030 OADAS030 OADAS010 OADAS010 OADAS011 OADAS011 [A]: Uw auto, Mogelijk detecteert Forward Collision- [B] : Een auto die van rijstrook verandert Avoidance Assist geen andere voertuigen, Wanneer een voertuig vanuit een voetgangers of fietsers vóór u op hellende aangrenzende rijstrook uw rijstrook oprijdt, wegen die de prestaties van de sensoren...
  • Pagina 322 Bestuurdershulp • Voertuig detecteren OOSH069048 OOSH069048 Als een voorligger een lading heeft die achter het voertuig uitsteekt of wanneer een voorligger een grotere bodemvrijheid heeft, is speciale aandacht vereist. Mogelijk detecteert Forward Collision-Avoidance Assist de lading die achter het voertuig uitsteekt niet.
  • Pagina 323 WAARSCHUWING • Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan dat u om veiligheidsredenen Forward Collision- Avoidance Assist uitschakelt. • Mogelijk grijpt het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem in als het voorwerpen detecteert die door hun vorm of bepaalde kenmerken op voertuigen, voetgangers en fietsers lijken.
  • Pagina 324 Bestuurdershulp LANE KEEPING ASSIST (LKA, HULP BIJ RIJBAAN AANHOUDEN) (INDIEN VAN TOEPASSING) Instellingen Lane Keeping Assist Het Lane Keeping Assist-systeem is ontworpen om tijdens het rijden boven een bepaalde (rijvakassistentie) snelheid rijstrookmarkeringen (of randen van de Functies instellen weg) te detecteren. De Lane Keeping Assist (LKA, rijvakassistentie) waarschuwt de bestuurder als het voertuig de rijstrook verlaat zonder gebruik te maken van de richtingaanwijzers of helpt...
  • Pagina 325 'Medium', 'Low' ('Hoog', 'Gemiddeld', 'Laag'). Als u het waarschuwingsvolume wijzigt, kan dat ook het waarschuwingsvolume voor andere bestuurdershulpsystemen wijzigen. Veilig rijden automatisch UIT in de N-modus OOSN071035L OOSN071035L Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) in-/ uitschakelen Met de motor aan houdt u de toets Lane Driving Assist (hulp op de rijstrook) op het stuurwiel ingedrukt om Lane Keeping Assist in te schakelen.
  • Pagina 326 Bestuurdershulp Werking van Lane Keeping Assist Hulp bij rijbaan aanhouden (rijvakassistentie) • Om de bestuurder te waarschuwen dat het voertuig afwijkt van de geprojecteerde Waarschuwing en regeling rijstrook vóór de auto gaat het groene Het Lane Keeping Assist-systeem waarschuwt en controlelampje knipperen op het helpt de auto aan te sturen met Lane Departure instrumentenpaneel en er wordt bijgestuurd...
  • Pagina 327 WAARSCHUWING Informatie • Mogelijk wordt er niet bijgestuurd als het • Zie het onderdeel ‘Voertuiginstellingen’ stuurwiel zeer stevig wordt vastgehouden of in hoofdstuk 4 voor meer informatie als het voorbij een bepaalde hoek gedraaid over het instellen van de functies in het infotainmentsysteem.
  • Pagina 328 - Er bevinden zich schaduwen op de het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit geval wegmarkering (of wegrand), bijv. van een inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. middenberm, bomen, vangrail, geluidswal, enz. • Het aantal rijstroken verandert of de rijstroken worden samengevoegd •...
  • Pagina 329 • Mogelijk verschijnt of klinkt de Informatie waarschuwingsmelding of het waarschuwingssignaal van Lane Keeping Zie de paragraaf 'Forward Collision-Avoidance Assist niet als een waarschuwingsmelding Assist (FCA, ondersteuning botsingsvermijding of waarschuwingssignaal van een ander voorzijde)' in hoofdstuk 7 voor meer informatie systeem wordt weergegeven of klinkt.
  • Pagina 330 Bestuurdershulp BLIND-SPOT COLLISION-AVOIDANCE ASSIST (BCA, BOTSINGSVERMIJDING BLINDE HOEK) (INDIEN VAN TOEPASSING) Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (botsingsvermijding blinde hoek) is ontworpen om voertuigen die naderen en zich in de blinde hoek van de bestuurder bevinden te detecteren en te controleren en de bestuurder met een melding en een signaal te waarschuwen als een aanrijding dreigt.
  • Pagina 331 • Als de hoekradar achter is vervangen of te remmen. gerepareerd, raden we u aan uw auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI- Detectiesensor dealer. • Gebruik uitsluitend originele onderdelen om de achterbumper te repareren op de plaats waar de hoekradar achter zit.
  • Pagina 332 Bestuurdershulp - Als 'Warning Only’ (Alleen waarschuwen) Informatie wordt geselecteerd, waarschuwt de Blind-spot Collision-avoidance Assist Zie de alinea 'Forward Collision-Avoidance (botsingsvermijding blinde hoek) de Assist (FCA, ondersteuning botsingsvermijding bestuurder met een waarschuwingsmelding, voorzijde)' in hoofdstuk 7 voor meer informatie een waarschuwingssignaal of een trilling in het over de voorzorgsmaatregelen voor de stuurwiel, afhankelijk van het niveau van het frontzichtcamera.
  • Pagina 333 Veilig rijden automatisch UIT in de N-modus OOSN071026L OOSN071026L Waarschuwingsmoment Met de motor aan, selecteert u 'Driver OOSN071046L OOSN071046L Assistance (Bestuurdershulp) → Warning Timing Met de motor aan selecteert u 'Driver Assistance (Timing waarschuwing)' in het menu Settings → Driving Safety Off in N ('Bestuurdershulp → (instellingen) om de initiële activeringstijd voor Rijveiligheid Uit in N') in het menu Settings de waarschuwing van de Blind-Spot Collision-...
  • Pagina 334 Bestuurdershulp Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA - botsingsvermijding blinde hoek) Waarschuwing en regeling OOSN071027L OOSN071027L Waarschuwingsvolume Met de motor aan selecteert u 'Driver Assistance → Warning volume' ('Bestuurdershulp → Waarschuwingsvolume') in het menu Settings OOS057024 OOS057024 (instellingen) om het waarschuwingsvolume voor Blind-Spot-Collision-Avoidance Assist te wijzigen Voertuigdetectie naar 'High', 'Medium', 'Low' of 'Off' ('Hoog',...
  • Pagina 335 Collision Warning (Botsing waarsch.) Informatie • Collision Warning werkt wanneer de • Als het stuur links zit, krijgt u een Collision richtingaanwijzer wordt ingeschakeld in de Warning (Botsing waarsch.) wanneer u naar richting van de gedetecteerde auto. links rijdt. Bewaar een correcte afstand tot de •...
  • Pagina 336 Bestuurdershulp WAARSCHUWING • Collision-avoidance assist wordt geannuleerd onder de volgende omstandigheden: - Uw auto rijdt op een bepaalde afstand de rijstrook naast u op - Uw auto is niet meer in de buurt van het botsingsrisico - Het stuurwiel wordt omgegooid - Het rempedaal wordt ingetrapt OOSN071006L OOSN071006L...
  • Pagina 337 • Mogelijk werkt de Blind-spot Collision- avoidance Assist (botsingsvermijding blinde hoek) niet als de bestuurder het rempedaal intrapt om een aanrijding te voorkomen. • Zolang de Blind-spot Collision-avoidance Assist (botsingsvermijding blinde hoek) actief is, wordt het aansturen van de remmen door de functie automatisch geannuleerd wanneer de bestuurder het gaspedaal hard intrapt of abrupt het stuur omgooit.
  • Pagina 338 'Check Blind-Spot Safety system(s)' (Controleer dodehoekveiligheidssyste(e)m(en)) op het instrumentenpaneel en gaat het hoofdwaarschuwingslampje ( ( ) branden op het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-42...
  • Pagina 339 (botsingsvermijding blinde hoek) niet goed werkt • De hoekradar achter is bedekt met sneeuw, nadat het verwijderd is, adviseren we om de auto regen, vuil enz. te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- • De temperatuur rond de hoekradar achter is dealer. hoog of laag •...
  • Pagina 340 Bestuurdershulp • Het wegdek (of de grond eromheen) bevat • Een andere auto rijdt u zeer snel voorbij, zodat ongewone metalen (bijv. door de aanleg van hij slechts heel kort naast u rijdt een tunnel) • Uw auto rijdt een andere auto voorbij •...
  • Pagina 341 Mogelijk werkt het aansturen van de remmen niet WAARSCHUWING en is de aandacht van de bestuurder vereist in de • U rijdt op een bochtige weg volgende gevallen: • De auto trilt ernstig wanneer hij op een wegdek rijdt dat hobbelig, ongelijkmatig of met beton hersteld is •...
  • Pagina 342 Bestuurdershulp • Rijden waar rijstroken samenvoegen/ • Rijden waar de rijstroken op verschillende splitsen hoogten lopen OJX1079059 OJX1079059 OOSN071003L OOSN071003L Mogelijk werkt de Blind-Spot Collision- Mogelijk werkt de Blind-Spot Collision- Avoidance Assist (botsingsvermijding blinde Avoidance Assist (botsingsvermijding hoek) niet goed op plaatsen waar de rijstrook blinde hoek) niet goed op plaatsen waar splitst of meerdere rijstroken samenkomen.
  • Pagina 343 SAFE EXIT WARNING (WAARSCHUWING BIJ VEILIG UITSTAPPEN, SEW) (INDIEN VAN TOEPASSING) Detectiesensor OOS070026K OOS070026K Wanneer een passagier een portier opent nadat OOSN071002L OOSN071002L de auto tot stilstand is gekomen, waarschuwt [1]: Hoekradar achteraan het Safe Exit Warning-systeem de bestuurder Zie bovenstaande afbeelding voor de precieze met een waarschuwingsmelding en een locatie van de detectiesensoren.
  • Pagina 344 Bestuurdershulp Instellingen Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen) Functies instellen OOSN071026L OOSN071026L Waarschuwingsmoment Met de motor aan, selecteert u 'Driver Assistance (Bestuurdershulp) → Warning Timing (Timing waarschuwing)' in het menu Settings OOSN071030L OOSN071030L (instellingen) om de initiële activeringstijd voor de waarschuwing van Safe Exit Warning Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig (waarschuwing bij veilig uitstappen) te wijzigen.
  • Pagina 345 Werking van Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen) Waarschuwing OOSN071027L OOSN071027L Waarschuwingsvolume Met de motor aan selecteert u 'Driver Assistance (Bestuurdershulp) → Warning volume (Waarschuwingsvolume)' in het menu Settings OOSN071022L OOSN071022L (instellingen) om het waarschuwingsvolume voor Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig Collision Warning bij het verlaten van de auto uitstappen) te wijzigen naar 'High' (Hoog), •...
  • Pagina 346 Blind-Spot Collision-Avoidance Assist- aan de auto te laten controleren door een officiële systeem (botsingsvermijding blinde hoek) HYUNDAI-dealer. verschijnt in de volgende gevallen: - De sensor van de Blind-Spot Collision- Avoidance Assist (botsingsvermijding blinde hoek) of de omgeving van de sensor...
  • Pagina 347 Als het Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen) niet naar behoren werkt nadat het verwijderd is, adviseren we om de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-51...
  • Pagina 348 Bestuurdershulp Beperkingen van Safe Exit Warning WAARSCHUWING (waarschuwing bij veilig uitstappen) • Zelfs als er geen waarschuwing op het Onder de volgende omstandigheden kan het instrumentenpaneel verschijnt, is het zijn dat het Safe Exit Warning-systeem niet naar mogelijk dat de Safe Exit Warning niet goed behoren werkt of dat het systeem onverwachts in werkt.
  • Pagina 349 HANDMATIGE SNELHEIDSLIMIETREGELING (MSLA) (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking van Handmatige snelheidslimietregeling De snelheidslimiet instellen OTM070111L OTM070111L (1) Manual Speed Limit Assist (hulp bij handmatige snelheidsbegrenzing) ingeschakeld controlelampje OOSN071036L OOSN071036L (2) Ingestelde snelheid [A]: type A, [B]: type B U kunt de snelheidslimiet instellen wanneer u niet 1.
  • Pagina 350 Bestuurdershulp OOSN071037L OOSN071037L OTM070203L OTM070203L 2. Druk de schakelaar + omhoog of de 3. De ingestelde snelheid wordt op het schakelaar - omlaag en laat hem bij de instrumentenpaneel weergegeven. gewenste snelheid los. Als u de vooraf ingestelde snelheidslimiet Druk de schakelaar + omhoog of de wilt overschrijden, trapt u het gaspedaal schakelaar - omlaag en houd hem in deze voorbij het drukpunt in om het...
  • Pagina 351 Manual Speed Limit Handmatige snelheidslimietregeling Assist (Handmatige uitschakelen snelheidslimietregeling) tijdelijk pauzeren OOSN071036L OOSN071036L [A]: type A, [B]: type B OOSN071038L OOSN071038L Druk altijd op de toets Driving Assist om [A]: type A, [B]: type B de Handmatige snelheidslimietregeling uit te schakelen. Het controlelampje Manual Druk op de schakelaar om de ingestelde Speed Limit Assist (hulp bij handmatige...
  • Pagina 352 Bestuurdershulp SLIMME SNELHEIDSLIMIETWAARSCHUWING (ISLW) (INDIEN VAN TOEPASSING) Instellingen slimme Intelligent Speed Limit Warning (slimme waarschuwing snelheidsbegrenzing) gebruikt snelheidslimietwaarschuwing informatie van het gedetecteerde verkeersbord Functies instellen en het navigatiesysteem om de bestuurder in te lichten over de snelheidslimiet en extra informatie over de huidige weg te geven.
  • Pagina 353 Werking slimme Informatie snelheidslimietwaarschuwing • Intelligent Speed Limit Warning (slimme Scherm slimme waarschuwing snelheidslimiet) geeft extra snelheidslimietwaarschuwing informatie van verkeersborden en de snelheidslimiet. De extra verkeersinformatie kan   "Driving Assist - "Driving Assist -   rijhulp" scherm rijhulp" scherm van land tot land verschillen.
  • Pagina 354 Bestuurdershulp  Einde van een Einde van een Aanvullende verkeersborden   snelheidslimiet snelheidslimiet   Geen betrouwbare informatie over Geen betrouwbare informatie over  snelheidslimieten snelheidslimieten - - - WUM-207 WUM-207 WUM-208 WUM-208 • Nadat de auto een bord 'einde van WTL-220 WTL-220 snelheidslimiet ' is gepasseerd, informeert het...
  • Pagina 355 (WAE-211) branden geblokkeerd) op het instrumentenpaneel. op het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit Intelligent Speed Limit Warning (Intelligente geval inspecteren door een officiële HYUNDAI- snelheidslimietwaarschuwing) zal goed werken dealer. wanneer sneeuw, regen of ander vreemd materiaal is verwijderd.
  • Pagina 356 Bestuurdershulp Beperkingen van slimme • Het gezichtsveld van de frontzichtcamera wordt belemmerd door schittering van de zon snelheidslimietwaarschuwing • U rijdt op een weg met scherpe of veel Het Intelligent Speed Limit Warning (ISLW)- bochten systeem werkt in de volgende omstandigheden mogelijk niet of geeft niet de juiste informatie: •...
  • Pagina 357 WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR DE AANDACHT VAN DE BESTUURDER (DAW) (INDIEN VAN TOEPASSING) Instellingen Driver Attention Warning Basisfunctie (Waarschuwing oplettendheid bestuurder) Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder helpt het aandachtsniveau van de Functies instellen bestuurder te bepalen door het rijpatroon en de rijtijd te analyseren, wanneer er met het voertuig gereden wordt.
  • Pagina 358 Bestuurdershulp Veilig rijden automatisch UIT in de N-modus OOSN071026L OOSN071026L Waarschuwingsmoment Met de motor aan, selecteert u 'Driver OOSN071046L OOSN071046L Assistance (Bestuurdershulp) → Warning Timing Met de motor aan selecteert u 'Driver (Timing waarschuwing)' in het menu Settings Assistance → Driving Safety Off in N (instellingen) om de initiële activeringstijd voor ('Bestuurdershulp →...
  • Pagina 359 Werking van Driver Attention - De Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder) Warning (Waarschuwing werkt bij een rijsnelheid tussen 0-210 km/u oplettendheid bestuurder) (0~130 mph). Basisfunctie - Als de snelheid van de auto niet binnen Weergave en waarschuwing de bedrijfssnelheid valt, wordt de melding De basisfunctie van het Driver Attention 'Stand-by' (of 'Disabled') (Uitgeschakeld) Warning-systeem bestaat erin de bestuurder te...
  • Pagina 360 Bestuurdershulp Functie Leading Vehicle Departure OPGELET Alert (waarschuwing vertrek • Driver Attention Warning kan mogelijk voorliggend voertuig) ook een pauze aanbevelen op basis van   Type A Type A   Type B Type B     het rijpatroon of de gewoonten van de bestuurder, als de bestuurder zich niet vermoeid voelt.
  • Pagina 361 ( ( ) branden op OADAS021 OADAS021 het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. OADAS022 OADAS022 [A] : Uw auto, [B] : Voorligger Als een voertuig voor uw auto inrijdt, is het mogelijk dat Leading Vehicle Departure Alert niet goed functioneert.
  • Pagina 362 Bestuurdershulp • Wanneer de bestuurder van de voorligger het • Wanneer er een voetganger tussen uw stuur omgooit voertuig en uw voorligger staat OADAS025 OADAS025 OADAS034 OADAS034 [A] : Uw auto, [B] : Voorligger Als er zich een of meer voetgangers of fietsen tussen uw voertuig en uw voorligger bevinden, Als de voorligger een scherpe bocht maakt, is het mogelijk dat Leading Vehicle Departure...
  • Pagina 363 • Bij het rijden door een tolpoort of op een kruispunt, enz. OADAS026 OADAS026 Als u voorbij een tolpoort of kruising met veel voertuigen rijdt of als u ergens rijdt waar rijstroken vaak samenkomen of splitsen, is het mogelijk dat Leading Vehicle Departure Alert niet goed werkt.
  • Pagina 364 Bestuurdershulp CRUISE CONTROL (CC) (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking cruise control Snelheid instellen 1. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 30 km/h (20 mph). OTM070111 OTM070111 (1) Controlelampje cruise (2) Ingestelde snelheid Cruisecontrol stelt u in staat boven 30 km/uur (20 OOSN071036L OOSN071036L mph) een bepaalde rijsnelheid aan te houden,...
  • Pagina 365 Ingestelde snelheid verhogen Ingestelde snelheid verlagen OOSN071039L OOSN071039L OOSN071040L OOSN071040L • Druk de schakelaar + omhoog en laat hem • Druk de schakelaar - omlaag en laat hem onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar op deze manier bedient, wordt de ingestelde op deze manier bedient, wordt de ingestelde snelheid met 1 km/h (1 mph) verhoogd.
  • Pagina 366 Cruise ( ) blijft kan uw auto mogelijk snel accelereren of branden. vertragen. AANWIJZING Als Cruise Control in een niet vermelde situatie pauzeert, raden we aan om uw auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-70...
  • Pagina 367 Cruise Control uitschakelen WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de cruisecontrol: • Stel de rijsnelheid altijd lager in dan de snelheidslimiet in uw land. • Laat de cruisecontrol uitgeschakeld wanneer u het niet gebruikt. Zo voorkomt u dat u onbedoeld een snelheid instelt.
  • Pagina 368 Bestuurdershulp SMART CRUISE CONTROL (SCC) (INDIEN VAN TOEPASSING) Het Smart Cruise Control-systeem is ontworpen OPGELET om de voorligger te helpen detecteren en de Houd de frontzichtcamera altijd en de radar vóór gewenste snelheid en minimumafstand tot uw in goede staat om de optimale prestaties van het voorligger te helpen bewaren.
  • Pagina 369 Instellingen Smart Cruise Control Functies instellen OOSN071043L OOSN071043L Tussenafstand instellen Elke keer als u op de toets drukt, verandert de tussenafstand als volgt: OOSN071036L OOSN071036L [A]: type A, [B]: type B Afstand 4 Afstand 3 Afstand 2 Smart Cruise Control inschakelen •...
  • Pagina 370 Bestuurdershulp OOSN071039L OOSN071039L OOSN071040L OOSN071040L Ingestelde snelheid verhogen Ingestelde snelheid verlagen • Druk de schakelaar + omhoog en laat hem • Druk de schakelaar - omlaag en laat hem onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar op deze manier bedient, wordt de ingestelde op deze manier bedient, wordt de ingestelde snelheid met 1 km/h (1 mph) verhoogd.
  • Pagina 371 WAARSCHUWING Controleer de rijomstandigheid voordat u de schakelaar gebruikt. Als u de schakelaar indrukt, kan uw auto mogelijk snel accelereren. OOSN071044L OOSN071044L Smart Cruise Control tijdelijk annuleren Druk op de schakelaar of trap het rempedaal in om Smart Cruise Control tijdelijk te annuleren. OOSN071036L OOSN071036L [A]: type A, [B]: type B...
  • Pagina 372 Bestuurdershulp OOSN071033L OOSN071033L OOSN071027L OOSN071027L Reactie Smart Cruise Control Waarschuwingsvolume Met de motor aan, selecteert u ‘Driver Assistance Met de motor aan selecteert u 'Driver (Bestuurdershulp) → SCC Reaction (of SCC Assistance (Bestuurdershulp) → Warning volume response) (SCC-reactie)’ van het instellingen (Waarschuwingsvolume)' in het menu Settings menu om de gevoeligheid van de snelheid te (instellingen) om het 'High' (Hoog), 'Medium'...
  • Pagina 373 Werking van Smart Cruise Overtaking Acceleration Assist (versnellingshulp Control voor inhalen) Overtaking Acceleration Assist werkt wanneer Voorwaarden voor gebruik de richtingaanwijzer links (stuur links) of rechts Smart Cruise Control werkt wanneer aan de (stuur rechts) wordt ingeschakeld terwijl Smart volgende voorwaarden wordt voldaan. Cruise Control werkt en er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Basisfunctie...
  • Pagina 374 Bestuurdershulp Weergave en bediening Basisfunctie U ziet de bedrijfsstatus van het Smart Cruise Control-systeem in de Driving Assistmodus (rijhulpprogramma) op het instrumentenpaneel. Zie de paragraaf 'Weergavemodi lcd-display' in hoofdstuk 4. Smart Cruise Control wordt weergegeven zoals hieronder, afhankelijk van de status van de werking.
  • Pagina 375   Type A Type A   Type B Type B     OTM070246 OTM070246 OTM070113N OTM070113N OTM070113L OTM070113L Tijdelijk accelereren Smart Cruise Control tijdelijk annuleren Smart Cruise Control wordt tijdelijk geannuleerd Trap het gaspedaal in om de rijsnelheid tijdelijk wanneer: te verhogen zonder de ingestelde snelheid te wijzigen als de Smart Cruisecontrol is...
  • Pagina 376 Bestuurdershulp   Type A Type A   Type B Type B     OOSN071024L OOSN071024L OTM070112N OTM070112N OTM070112L OTM070112L Waarschuwing voor rijomstandigheden Voorwaarden Smart Cruise Control niet vervuld In de volgende situatie verschijnt de Als de toets Driving Assist (rijhulp), de + waarschuwingsmelding 'Watch for surrounding schakelaar, de - schakelaar of de schakelaar...
  • Pagina 377 WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij gebruik van het Smart Cruise Control-systeem: • Het Smart Cruise Control-systeem is geen vervanging voor correct en veilig rijgedrag. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om altijd de rijsnelheid en de afstand tot de voorligger in de gaten te houden.
  • Pagina 378 Forward Collision-Avoidance Assist- instrumentenpaneel. We adviseren u de auto te systeem (ondersteuning botsingsvermijding laten controleren door een officiële HYUNDAI- voorzijde) niet als er veel lawaai in de dealer. omgeving is. • De fabrikant van het voertuig is niet...
  • Pagina 379 Smart Cruise Control disabled Beperkingen van het Smart Cruise (uitgeschakeld) Control-systeem Mogelijk werkt de Smart Cruise Control niet naar   Type A Type A   Type B Type B     behoren of grijpt hij onverwacht in onder de volgende omstandigheden: •...
  • Pagina 380 Bestuurdershulp • Slechts een deel van een voertuig wordt • De voorligger verandert plotseling van rijstrook gedetecteerd of vertraagt plotseling • De voorligger heeft geen achterlichten, zijn • De voorligger is vervormd achterlichten bevinden zich op een ongewone • De voorligger rijdt met een lage of hoge plaats enz.
  • Pagina 381 • U rijdt op een bochtige weg • Rijden op een helling OADAS014 OADAS014 OADAS012 OADAS012 Het is mogelijk dat Smart Cruise Control in Het Smart cruisecontrol detecteert bij bergop- een bocht een voertuig op dezelfde rijstrook of bergafwaarts rijden mogelijk geen rijdende niet waarneemt en tot de ingestelde snelheid auto in uw rijstrook, waardoor de auto tot accelereert.
  • Pagina 382 Bestuurdershulp • Van rijbaan wisselen • Voertuig detecteren OJX1079181 OJX1079181 In de volgende gevallen kunnen bepaalde voertuigen in uw rijstrook niet worden gedetecteerd door de sensoren: - Voertuigen die aan de zijkant van de rijstrook rijden - Langzame voertuigen of plotseling afremmende voertuigen - Tegenliggers - Stilstaande voertuigen...
  • Pagina 383 OTM058129 OTM058129 • Wanneer een voorligger verdwijnt bij een OOS057022 OOS057022 kruispunt, is het mogelijk dat uw auto In de volgende gevallen kan de voorligger niet accelereert. worden gedetecteerd door de sensoren: Let tijdens het rijden altijd op de weg en de - Voertuigen met een grotere bodemvrijheid rijomstandigheden.
  • Pagina 384 Bestuurdershulp OTM058124 OTM058124 • Kijk altijd uit voor voetgangers als uw auto een vaste afstand tot uw voorligger aanhoudt. • De auto rijdt een benzinestation of verzorgingsplaats binnen • Android Auto of Car Play is actief • Het navigatiesysteem kan de actuele positie van de auto niet detecteren (bv.
  • Pagina 385 LANE FOLLOWING ASSIST (LFA - RIJSTROOK VOLGEN) (INDIEN VAN TOEPASSING) Instellingen Lane Following Lane Following Assist signaleert rijstrookmarkeringen en/of voertuigen op de weg Assist (hulp bij rijbaan volgen) en helpt de bestuurder de auto in het midden van Functies instellen de rijstrook te sturen.
  • Pagina 386 Bestuurdershulp Werking van de Lane Following Assist Waarschuwing en regeling OOSN071027L OOSN071027L Waarschuwingsvolume Met de motor aan selecteert u 'Driver Assistance (Bestuurdershulp) → Warning volume OTM070243 OTM070243 (Waarschuwingsvolume)' in het menu Settings (instellingen) om het waarschuwingsvolume voor Lane Following Assist (hulp bij rijbaan volgen) Hands-off warning (handen niet op het stuur Als de voorligger en/of beide rijstrookmarkeringen waarschuwing) te wijzigen naar 'High' (Hoog),...
  • Pagina 387 WAARSCHUWING • Mogelijk wordt er niet geholpen als het stuurwiel zeer stevig wordt vastgehouden of als het voorbij een bepaalde hoek gedraaid • Lane Keeping Assist werkt niet de hele tijd. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig te sturen en de auto in zijn rijstrook te houden.
  • Pagina 388 (LFA)') (of 'Check LFA (Lane Following Assist) system') op het instrumentenpaneel en gaat het hoofdwaarschuwingslampje (WAE-211) op het instrumentenpaneel branden. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI- dealer. Beperkingen van de Lane Following Assist OOSN081027N...
  • Pagina 389 ACHTERUITRIJMONITOR (RVM) (INDIEN VAN TOEPASSING) Instellingen Achteruitrijmonitor Camera-instellingen OOSN071007L OOSN071007L OOSN071010L OOSN071010L • U kunt de instellingen van de achteruitrijmonitor ‚Display Contents - inhoud weergeven‘ of ‚Display Settings - display- instellingen‘ wijzigen door te drukken op het pictogram Instelling ( ) op het scherm terwijl de achteruitrijmonitor werkt, of door 'Driver Assistance (Bestuurdershulp) →...
  • Pagina 390 Bestuurdershulp Werking van de Vergroot achteruitrijzicht Achteruitrijmonitor Het achteraanzicht blijft zichtbaar op het scherm om u te helpen bij het parkeren. Bedieningstoets Voorwaarden voor gebruik Schakel van R (Achteruit) naar N (Neutraal) of D (Rijden), dan verschijnt het achteraanzicht op het scherm.
  • Pagina 391 (2), het naar behoren wordt weergegeven, raden wij u aan achteruitrijbeeld wordt uitgeschakeld. uw auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. • Schakel naar P (Parkeren), het achteraanzicht tijdens het rijden wordt uitgeschakeld. Beperkingen van de Achteruitrijmonitor...
  • Pagina 392 Bestuurdershulp REAR CROSS-TRAFFIC COLLISION-AVOIDANCE ASSIST (RCCA) (INDIEN VAN TOEPASSING) Detectiesensor Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist detecteert voertuigen die van links en van rechts naderen terwijl uw auto achteruitrijdt, en waarschuwt de bestuurder met een waarschuwingsmelding en een waarschuwingssignaal dat er een aanrijding dreigt.
  • Pagina 393 Instellingen Rear Cross- Traffic Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding achterzijde) Functies instellen OOSN071026L OOSN071026L Waarschuwingsmoment Met de motor aan, selecteert u 'Driver Assistance (Bestuurdershulp) → Warning Timing (Timing waarschuwing)' in het menu Settings (instellingen) om de initiële activeringstijd voor OOSN071034L OOSN071034L de waarschuwing van de Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist (ondersteuning Rear Cross-Traffic Safety...
  • Pagina 394 Bestuurdershulp Werking Rear Cross- Traffic Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding achterzijde) Waarschuwing en regeling De Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist is om waarschuwingen te geven en te helpen het voertuig in bedwang te houden, afhankelijk van het botsingsrisico: ‘Collision Warning’ (botsingswaarschuwing), ‘Emergency Braking’ (noodrem) en ‘Stopping vehicle and ending OOSN071027L OOSN071027L...
  • Pagina 395 Collision Warning (Botsing waarsch.) • Om de bestuurder te waarschuwen voor een voertuig dat van links/ rechts de auto nadert, knippert het waarschuwingslampje op de buitenspiegel en verschijnt een waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel. Er is ook een waarschuwingssignaal te horen. Als de achteruitrijmonitor geactiveerd is, verschijnt er ook een waarschuwing op het scherm van het infotainmentsysteem.
  • Pagina 396 Bestuurdershulp • De Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding achterzijde) werkt wanneer aan al de volgende voorwaarden is voldaan: - Er wordt naar stand R (Achteruit) geschakeld - De rijsnelheid is lager dan 8 km/u (5 mph) - Het naderende voertuig bevindt zich op ca. 1,5 m (5 ft.) links of rechts van uw auto - De rijsnelheid van het voertuig dat van links of rechts nadert, is hoger dan 5 km/h (3...
  • Pagina 397 • Mogelijk waarschuwt de Rear Cross-Traffic WAARSCHUWING Collision-Avoidance Assist (ondersteuning Tref de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer botsingsvermijding achterzijde) de bestuurder u gebruikmaakt van de Rear Cross-Traffic te laat of helemaal niet, afhankelijk van de weg- Collision-Avoidance Assist (ondersteuning en rijomstandigheden. botsingsvermijding achterzijde): •...
  • Pagina 398 ) branden of uitschakelen. op het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit Als dit gebeurt, verschijnt 'Rear Cross-Traffic geval inspecteren door een officiële HYUNDAI- Safety system disabled. Radar blocked’ (of ‘Rear dealer. cross-traffic safety functions disabled. Radar blocked') (Veiligheidssysteem voor kruisend ...
  • Pagina 399 WAARSCHUWING Informatie • Het is mogelijk dat de Rear Cross-Traffic Zie de paragraaf 'Blind-Spot Collision-Avoidance Avoidance Assist niet goed werkt, zonder Assist (BCA) (botsingsvermijding blinde hoek)' dat daardoor het waarschuwingsmelding in hoofdstuk 7 voor meer informatie over de verschijnt op het instrumentenpaneel. beperkingen van de hoekradar achteraan.
  • Pagina 400 Bestuurdershulp • Wanneer het voertuig zich ergens bevindt Het kan zijn dat de werking van Rear waar het moeilijk parkeren is Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding achterzijde) beperkt is wanneer u schuin achteruitrijdt, waardoor de functie een voertuig dat van links of rechts nadert, niet kan waarnemen.
  • Pagina 401 • Een parkeerplek inrijden waarbij zich een • Wanneer het voertuig achteruit wordt constructie bevindt geparkeerd OJX1079115 OJX1079115 OJX1079116 OJX1079116 [A]: Constructie, [B]: Muur De Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding De Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance achterzijde) detecteert mogelijk voertuigen Assist (ondersteuning botsingsvermijding die achter u voorbijrijden terwijl u achteruit achterzijde) detecteert mogelijk voertuigen een parkeerplaats inrijdt.
  • Pagina 402 Bestuurdershulp REVERSE PARKING DISTANCE WARNING (PDW, AFSTANDSWAARSCHUWING-ACHTERUIT) (INDIEN VAN TOEPASSING) De afstandswaarschuwing achteruit kan helpen Werking van om de bestuurder te waarschuwen als er een Afstandswaarschuwing obstakel wordt gedetecteerd terwijl de auto traag achteruit achteruitrijdt Bedieningstoets Detectiesensor OOSN071051L OOSN071051L Afstandswaarschuwing (indien van toepassing) OOSN071012L OOSN071012L [1]: Ultrasoonsensoren achter...
  • Pagina 403 Zoemer klinkt wordt door vreemd materiaal. Als de functie nog (24~48 met tussenpozen steeds niet correct werkt, raden we u aan de inch) auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten 30~60 cm controleren. Pieptoon klinkt (12~24 • Het waarschuwingssignaal klinkt niet.
  • Pagina 404 • Als Afstandswaarschuwing-achteruit - Richt de straal van de hogedrukreiniger niet gerepareerd moet worden, raden we u aan rechtstreeks op de sensoren of omliggende de auto te laten nakijken door een officiële delen HYUNDAI-dealer. 7-108...
  • Pagina 405 FORWARD/REVERSE PARKING DISTANCE WARNING (PARKEERSENSOREN VOOR/ACHTER, PDW) (INDIEN VAN TOEPASSING) De afstandswaarschuwing vooruit/achteruit kan Instellingen helpen om de bestuurder te waarschuwen als Afstandswaarschuwing-vooruit/ er binnen een bepaalde afstand een obstakel achteruit wordt gedetecteerd terwijl de auto traag voor- of Waarschuwingsvolume achteruitrijdt Terwijl de motor aanstaat, selecteert u 'Driver Detectiesensor...
  • Pagina 406 Bestuurdershulp Werking van Afstandswaarschuwing vooruit Afstandswaarschuwing-vooruit/ • Forward Parking Distance Warning achteruit (waarschuwing parkeerafstand vooruit) werkt als een van de voorwaarden is vervuld. Bedieningstoets - De versnelling wordt geschakeld van R (achteruit) naar D (rijden) met Reverse Parking Distance Warning aan - De versnelling staat in D (rijden) en het controlelampje van de Parking Safety (veilig parkeren) (...
  • Pagina 407 Afstandswaarschuwing achteruit • Als ‚automatische waarschuwing parkeerafstand aan‘ wordt uitgeschakeld, • De afstandswaarschuwing achteruit wordt en de voorwaartse snelheid van het voertuig geactiveerd wanneer de transmissie in R hoger ligt dan 30 km/u (18 mph), zal het (Achteruit) staat. lampje op de knop van de parkeerveiligheid •...
  • Pagina 408 Sommige steeds niet correct werkt, raden we u aan de voorwerpen worden mogelijk niet door auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten de ultrasoonsensoren geregistreerd als controleren. gevolg van de afstand tot het object of het •...
  • Pagina 409 - Richt de straal van de hogedrukreiniger niet moet worden, raden we u aan de auto te laten rechtstreeks op de sensoren of omliggende nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. delen • De afstandswaarschuwing voor/ achteruit inparkeren werkt mogelijk niet goed als:...
  • Pagina 410 Bestuurdershulp CONFORMITEITSVERKLARING (INDIEN VAN TOEPASSING) Voorradar De radiofrequentie-onderdelen (radar vooraan) zijn conform:  Voor Europa en landen met een EG- certificering OANATEL170 OANATEL170 OANATEL169 OANATEL169 OANATEL171 OANATEL171 7-114...
  • Pagina 411 OANATEL172 OANATEL172 OANATEL174 OANATEL174 OANATEL173 OANATEL173 OANATEL175 OANATEL175 7-115...
  • Pagina 412 Bestuurdershulp OANATEL176 OANATEL176 OANATEL178 OANATEL178 OANATEL177 OANATEL177 7-116...
  • Pagina 413 OANATEL179 OANATEL179 OANATEL180 OANATEL180 OANATEL181 OANATEL181 7-117...
  • Pagina 414 Bestuurdershulp  Voor Taiwan  Voor Singapore OANATEL201 OANATEL201  Voor Brazilië OANATEL191 OANATEL191  Voor Maleisië OANATEL192 OANATEL192 OANATEL200 OANATEL200 7-118...
  • Pagina 415  Voor Mexico  Voor Oekraïne OANATEL194 OANATEL194 OANATEL198 OANATEL198  Voor Paraguay  Voor Moldavië OANATEL207 OANATEL207 OANATEL193 OANATEL193 7-119...
  • Pagina 416 Bestuurdershulp  Voor VAE  Voor Jordanië OANATEL199 OANATEL199  Voor Zuid-Afrika OANATEL189 OANATEL189  Voor Argentinië OANATEL190 OANATEL190 OANATEL204 OANATEL204  Voor Japan OANATEL186 OANATEL186 7-120...
  • Pagina 417  Voor Thailand  Voor China OANATEL205 OANATEL205  Voor Hongkong OANATEL188 OANATEL188  Voor Servië OANATEL203 OANATEL203  Voor Rusland OANATEL195 OANATEL195 OANATEL206 OANATEL206 7-121...
  • Pagina 418 Bestuurdershulp  Voor Marokko  Voor Australië OANATEL196 OANATEL196  Voor de Filipijnen OANATEL330 OANATEL330 OANATEL197 OANATEL197 7-122...
  • Pagina 419 Hoekradar achteraan  Voor Indonesië Conformiteit van de radiofrequentie-onderdelen (hoekradar achteraan):  Voor Europa en landen met een EG- certificering OANATEL006 OANATEL006  Voor Maleisië OOS070034L OOS070034L  Voor Taiwan OANATEL007 OANATEL007  Voor Singapore OANATEL008 OANATEL008  Voor Vietnam OANATEL010 OANATEL010 OANATEL005...
  • Pagina 420 Bestuurdershulp  Voor Brazilië  Voor Oekraïne OANATEL011 OANATEL011  Voor Mexico OANATEL013 OANATEL013  Voor Jordanië OANATEL014 OANATEL014  Voor Oman OANATEL012 OANATEL012  Voor Japan OANATEL015 OANATEL015 OANATEL041 OANATEL041 7-124...
  • Pagina 421  Voor VAE  Voor Jamaica OANATEL020 OANATEL020  Voor Paraguay OANATEL016 OANATEL016  Voor Botswana OANATEL021 OANATEL021  Voor Oezbekistan OANATEL017 OANATEL017  Voor Ghana OANATEL022 OANATEL022 OANATEL018 OANATEL018  Voor Mozambique  Voor Zambia OANATEL023 OANATEL023 OANATEL019 OANATEL019 7-125...
  • Pagina 422 Bestuurdershulp  Voor Thailand  Voor Zuid Korea OANATEL023 OANATEL023 OANATEL208 OANATEL208  Voor Israël OANATEL209 OANATEL209 7-126...
  • Pagina 423 8. Noodsituaties Schakelaar alarmknipperlichten ..............8-3 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden ..........8-3 Als de motor afslaat tijdens het rijden ................8-3 Als de motor afslaat op een kruispunt of splitsing ............8-3 Als de motor niet gestart kan worden ............. 8-4 Als de motor niet of langzaam ronddraait ..............
  • Pagina 424 Slepen .......................8-27 Slepen ......................... 8-27 Afneembaar sleepoog ....................8-28 Slepen in een noodgeval ...................8-29 Noodvoorzieningen ..................8-31 Brandblusser ......................8-31 EHBO-doos ........................ 8-31 Gevarendriehoek ....................... 8-31 Bandenspanningsmeter .................... 8-31 Pan-EUROPEES eCALL-SYSTEEM ..............8-32 Informatie over gegevensverwerking (VOOR EUROPA) ..........8-34 PAN-EUROPEES eCALL-SYSTEEM (VOOR EUROPA) ..........8-36 eCall-systeem voor de VAE (VAE) ..............8-40 Informatie over gegevensverwerking (VOOR VAE) ..........
  • Pagina 425 • Probeer de motor opnieuw te starten. Als de auto niet start, adviseren wij u contact OOS080006L OOS080006L op te nemen met een officiële HYUNDAI- De alarmknipperlichten dienen ervoor om dealer. de overige weggebruikers te waarschuwen om extra voorzichtig te zijn bij het naderen, Als de motor afslaat op een inhalen of passeren van uw auto.
  • Pagina 426 • Volg bij het vervangen van een lekke band de opmerkingen in dit hoofdstuk. • Controleer het brandstofniveau en vul zo nodig brandstof bij. Als de motor nog steeds niet start, neem dan telefonisch contact op met een officiële HYUNDAI-dealer.
  • Pagina 427 STARTEN MET EEN HULPACCU Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk Spoel uw ogen minstens 15 minuten met zijn als dit niet op de juiste manier gebeurt. schoon water als er zuur in komt en roep Volg de procedure voor het starten met onmiddellijk medische hulp in.
  • Pagina 428 (-) polen om omgekeerde polariteit te adviseren wij u de auto te laten controleren voorkomen. door een officiële HYUNDAI-dealer. Maak de startkabels los in exact de omgekeerde volgorde van aansluiten: 1. Neem de startkabel los van de zwarte, negatieve (-) pool van de accu/massa van uw auto (4).
  • Pagina 429 4. Controleer of er koelvloeistof lekt uit de koelsysteem en adviseren we u contact radiateur, de slangen of onder de auto. op te nemen met een officiële HYUNDAI- (Als de airconditioning ingeschakeld was, dealer. is het normaal dat er water onder de auto •...
  • Pagina 430 Noodsituaties CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) Controleer de bandenspanning OOS060047 OOS060047 OOSN081013L OOSN081013L • U kunt de bandenspanning controleren in de hulpmodus in het instrumentenpaneel. Zie 'Instellingen lcd-display' in hoofdstuk • De bandenspanning wordt na het starten van de motor weergegeven als de auto enkele minuten heeft gereden.
  • Pagina 431 (TPMS), In de volgende situaties raden we u aan het waarbij een waarschuwingslampje lage systeem door een officiële HYUNDAI-dealer bandenspanning gaat branden wanneer een na te laten kijken. of meer banden een aanzienlijke hoeveelheid 1.
  • Pagina 432 Noodsituaties Waarschuwingslampje Wanneer u ongeveer 10 minuten rijdt met een snelheid hoger dan 25 km/u na het lage bandenspanning vervangen van de lekke band door het reservewiel, gebeurt het volgende: Waarschuwingslampje • Het controlelampje storing TPMS knippert positie lage bandenspanning gedurende ca.
  • Pagina 433 Wij adviseren u de lekke band zo snel mogelijk te laten repareren door een officiële AANWIJZING HYUNDAI-dealer of de lekke band te In het geval van een storing in het TPMS vervangen door het reservewiel. gaat het waarschuwingslampje positie lage...
  • Pagina 434 Het wordt aanbevolen uitschakelen van de componenten van het dat de band onderhouden kan bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) worden door een erkende HYUNDAI- kan de garantie voor dat gedeelte van de dealer en wordt vervangen met de auto ongeldig maken.
  • Pagina 435 LEKKE BAND (MET RESERVEWIEL, INDIEN VAN TOEPASSING) WAARSCHUWING Het verwisselen van een band kan gevaarlijk zijn. Volg de instructies in dit hoofdstuk bij het verwisselen van een band om de kans op ernstig letsel te beperken. OPGELET Zorg er bij het gebruik van de krikslinger voor dat u uit de buurt van het platte uiteinde blijft.
  • Pagina 436 Noodsituaties Wielen verwisselen WAARSCHUWING De auto kan van de krik afglijden of rollen, waardoor u of omstanders ernstig letsel zouden kunnen oplopen. Neem de volgende veiligheidsvoorzorgsmaatregelen in acht: • Ga nooit onder een auto liggen die op een krik staat. OOSN081003L OOSN081003L •...
  • Pagina 437 OOSN081006L OOSN081006L OOSN081005L OOSN081005L 8. Steek de krikslinger in de krik en draai de 7. Plaats de krik onder de bodemplaat bij het slinger rechtsom en krik de auto op totdat aangegeven kriksteunpunt dat zich het het wiel van de grond loskomt. Controleer dichtst bij het te verwisselen wiel bevindt.
  • Pagina 438 Wij adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer Als u een bandenspanningsmeter hebt, voor hulp. controleer dan de bandenspanning (zie 'Banden en wielen' in hoofdstuk 2 voor instructies over de bandenspanning.).
  • Pagina 439 AANWIJZING WAARSCHUWING Als de originele band en velg gerepareerd Voorkom het defect raken van het zijn en weer onder de auto gemonteerd compacte reservewiel en verlies van zijn, moeten de wielmoeren met het juiste controle over de auto, waardoor mogelijk aanhaalmoment worden vastgedraaid.
  • Pagina 440 Noodsituaties Kriklabel   Voorbeeld Voorbeeld   OOS067043 OOS067043 Het werkelijke label op de krik in de auto kan afwijken van de afbeelding. Meer informatie vindt u op het label op de krik. 1. Modelnaam 2. Maximaal toegestane belasting 3.
  • Pagina 441 EG-conformiteitsverklaring voor krik JACKDOC14S JACKDOC14S 8-19...
  • Pagina 442 We raden u aan het lek niet afdoende gedicht kan worden. het systeem te laten controleren door een Een te lage bandenspanning heeft een officiële HYUNDAI-dealer. negatieve invloed op de prestaties van de band. OPGELET Daarom moet u abrupte stuurbewegingen of...
  • Pagina 443 Onderdelen van de bandenreparatieset OOSN081022 OOSN081022 1. Snelheidsbeperkingslabel 2. Fles met dichtmiddel en snelheidsbeperkingslabel 3. Vulslang 4. Voedingskabel voor directe aansluiting op de accu 5. Houder voor de fles met dichtmiddel 6. Compressor 7. AAN/UIT-schakelaar 8. Drukmeter voor de bandenspanning 9.
  • Pagina 444 Noodsituaties 1. Schud de fles met dichtmiddel (2). WAARSCHUWING Dichtmiddel waarvan de uiterste gebruiksdatum is verlopen Gebruik geen dichtmiddel waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken (deze datum staat vermeld op de verpakking). Dit kan het risico op een lekke band vergroten. WAARSCHUWING Dichtmiddel •...
  • Pagina 445 WAARSCHUWING Koolmonoxide Laat de motor niet gedurende langere tijd lopen in een slecht geventileerde ruimte. Hierdoor kunt u koolmonoxidevergiftiging oplopen, met ernstig letsel of de dood tot gevolg. OOSN081012L OOSN081012L 5. Steek de voedingskabel van de compressor (4) in het stopcontact van de auto.
  • Pagina 446 We adviseren u contact op te nemen met OOSN081011L OOSN081011L een officiële HYUNDAI-dealer als de band 11. Stop na ongeveer 7 ~ 10 km (4~6 mijl of ongeveer 10 minuten) gereden te hebben niet gerepareerd kan worden met de Tire Mobility Kit.
  • Pagina 447 AANWIJZING Informatie Laat de compressor niet langer dan 10 Bij het terugplaatsen van de gerepareerde minuten achter elkaar draaien, omdat deze of vervangen band en wiel op de auto, moet anders oververhit en zo beschadigd kan u de wielmoer aandraaien tot 11~13 kgf·m raken.
  • Pagina 448 • Als de band niet gerepareerd kan worden met de Tire Mobility Kit adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. • Gebruik de Tire Mobility Kit niet wanneer de band ernstig beschadigd is doordat er te lang is gereden met een lekke band of met een te lage bandenspanning.
  • Pagina 449 Hierdoor kan de auto beschadigd raken. OOS067007L OOS067007L [A]: dolly's Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële door HYUNDAI Erkende Reparateur of een erkend bergingsbedrijf. Correcte hef- en sleepprocedures zijn noodzakelijk om schade aan de auto te OOS067021 OOS067021 voorkomen.
  • Pagina 450 Noodsituaties Afneembaar sleepoog WAARSCHUWING 1. Open de achterklep en verwijder het Zet het contact in de stand OFF of ACC sleepoog uit de gereedschapsset. wanneer de auto gesleept wordt als de auto voorzien is van een koprolsensor. De   Voor Voor ...
  • Pagina 451 We • Bevestig de kabel of ketting goed aan de raden u aan contact op te nemen met een sleepogen. officiële HYUNDAI-dealer of een deskundig bergingsbedrijf voor hulp. • Stel het sleepoog niet bloot aan rukbelastingen. Oefen een constante en Als dit niet mogelijk is, mag de auto tijdelijk gelijkmatige kracht uit.
  • Pagina 452 Noodsituaties AANWIJZING Om schade aan uw auto en onderdelen ervan te voorkomen bij het slepen: • Trek altijd in een rechte lijn bij het gebruik van de sleepogen. Trek niet van opzij of onder een verticale hoek. • Gebruik de sleepogen niet om een andere auto weg te slepen die vastzit in de modder of iets dergelijks waar hij niet op eigen kracht kan uitkomen.
  • Pagina 453 NOODVOORZIENINGEN (INDIEN VAN TOEPASSING) Bandenspanningsmeter Uw auto is uitgerust met noodvoorzieningen om u te helpen in te grijpen bij noodsituaties. (indien van toepassing) Banden verliezen normaliter altijd wat lucht Brandblusser in het dagelijks gebruik en het is mogelijk Als er een kleine brand is en u weet hoe u de dat u regelmatig lucht moet bijpompen.
  • Pagina 454 Noodsituaties PAN-EUROPEES eCALL-SYSTEEM (EUROPA) (INDIEN VAN TOEPASSING) De auto is uitgerust met een apparaat* dat verbonden is met het pan-Europese eCall- systeem voor noodoproepen naar hulpdiensten. Het pan-Europese eCall-systeem doet automatisch een noodoproep bij een verkeersongeval of andere** calamiteiten op de Europese wegen (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem) Het systeem maakt het mogelijk om verbinding te maken met een hulpverlener van de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) in geval van ongevallen...
  • Pagina 455 Het pan-Europese eCall-apparaat in de gebruikershandleiding verwijst naar apparatuur die in de auto geïnstalleerd is en die verbinding kan maken met het pan-Europese eCall-systeem. ** "Andere calamiteiten" betekent elk ongeval op de Europese wegen (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem) dat tot letsel bij mensen leidt/hulp noodzakelijk maakt. Bij waarneming van een ongeval moet u het voertuig tot stilstand brengen, de SOS-toets indrukken (de locatie van de toets staat op de afbeelding in het hoofdstuk "Pan-Europees eCall-systeem (indien van toepassing)") van de Gebruikershandleiding.
  • Pagina 456 Noodsituaties Informatie over (1) Richtlijn 95/46/EC van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober gegevensverwerking (VOOR 1995 betreffende de bescherming van EUROPA) natuurlijke personen in verband met Elke verwerking van persoonsgegevens de verwerking van persoonsgegevens door het op de 112-dienst gebaseerde en betreffende het vrije verkeer van die eCall-boordsysteem is in overeenstemming gegevens (OJ L 281, 23.11.1995, p.
  • Pagina 457 Regelingen voor Modaliteiten voor uitoefening van gegevensverwerking de rechten van het gegevenssubject Het eCall-systeem voor noodnummer Het gegevenssubject (de voertuigeigenaar) 112 in het voertuig is zo ontworpen dat heeft recht op toegang tot de gegevens de gegevens uit het geheugen van het en waar nodig op rectificatie, verwijdering systeem pas buiten het systeem beschikbaar en blokkering van gegevens die over hem...
  • Pagina 458 Noodsituaties PAN-EUROPEES eCALL-SYSTEEM SOS-toets: (VOOR EUROPA) Door het indrukken van de toets doet de bestuurder/passagier een noodoproep naar   Type A Type A   de hulpcentrale. Led: Het rode en groene led-lampje branden gedurende 3 seconden wanneer het contact in stand ON wordt gezet.
  • Pagina 459 Automatische ongevalsmelding (VOOR EUROPA) Verbinding met publieke Werking van het systeem noodoproepcentrale Noodhulpdiensten bij een verkeersongeval (PSAP, Public Safety Answering Point) OOS080010L OOS080010L Het Pan-Europese eCall-apparaat doet automatisch een noodoproep naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) om bij een verkeersongeval de juiste reddingsdiensten in te zetten.
  • Pagina 460 Noodsituaties Handmatige ongevalsmelding (VOOR EUROPA) OOS080010L OOS080010L De bestuurder of passagier kan handmatig een noodoproep doen naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) door op de SOS-toets te drukken om de noodhulpdiensten te waarschuwen. Een oproep naar de noodhulpdiensten via het pan-Europese eCall-systeem kan worden geannuleerd door binnen 3 seconden nogmaals op de SOS-toets te drukken.
  • Pagina 461 We raden u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer te laten nakijken om het probleem te laten vaststellen. Anders hebt u niet de garantie dat het apparaat met het pan-Europese eCall- systeem in uw auto goed functioneert.
  • Pagina 462 Noodsituaties ECALL-SYSTEEM VOOR DE VAE (VAE, INDIEN VAN TOEPASSING) De auto is uitgerust met een apparaat* dat verbonden is met het eCall-systeem voor de VAE voor noodoproepen naar hulpdiensten. Het eCall-systeem voor de VAE doet automatisch een noodoproep bij een verkeersongeval of andere** calamiteiten op de wegen (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem) Het systeem maakt het mogelijk om verbinding te maken met een hulpverlener van de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) in geval van ongevallen in het...
  • Pagina 463 Het eCall-apparaat voor de VAE in de gebruikershandleiding verwijst naar apparatuur die in de auto geïnstalleerd is en die verbinding kan maken met het eCall-systeem voor de VAE. ** 'Andere calamiteiten' betekent elk ongeval in het verkeer van de VAE (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem) dat tot letsel bij mensen leidt/hulp noodzakelijk maakt.
  • Pagina 464 Noodsituaties Informatie over (1) Richtlijn 95/46/EC van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober gegevensverwerking (VOOR 1995 betreffende de bescherming van VAE) natuurlijke personen in verband met Elke verwerking van persoonsgegevens door de verwerking van persoonsgegevens het op het noodnummer 999 gebaseerde en betreffende het vrije verkeer van die eCall-boordsysteem is in overeenstemming gegevens (OJ L 281, 23.11.1995, p.
  • Pagina 465 Regelingen voor Modaliteiten voor uitoefening van gegevensverwerking de rechten van het gegevenssubject Het eCall-systeem voor noodnummer Het gegevenssubject (de voertuigeigenaar) 999 in het voertuig is zo ontworpen dat heeft recht op toegang tot de gegevens de gegevens uit het geheugen van het en waar nodig op rectificatie, verwijdering systeem pas buiten het systeem beschikbaar en blokkering van gegevens die over hem...
  • Pagina 466 Noodsituaties eCall-systeem voor de VAE SOS-toets: (VOOR VAE) Door het indrukken van de toets doet de bestuurder/passagier een noodoproep naar   Type A Type A   de hulpcentrale. Led: Het rode en groene led-lampje branden gedurende 3 seconden wanneer het contact in stand ON wordt gezet.
  • Pagina 467 Automatische ongevalsmelding (VOOR VAE) Verbinding met publieke Werking van het systeem noodoproepcentrale Noodhulpdiensten bij een verkeersongeval (PSAP, Public Safety Answering Point) OOS080010L OOS080010L Het eCall-apparaat voor de VAE doet automatisch een noodoproep naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) om bij een verkeersongeval de juiste reddingsdiensten in te zetten.
  • Pagina 468 Noodsituaties Handmatige ongevalsmelding (VOOR VAE) OOS080010L OOS080010L De bestuurder of passagier kan handmatig een noodoproep doen naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) door op de SOS-toets te drukken om de noodhulpdiensten te waarschuwen. Een oproep naar de noodhulpdiensten via het eCall-systeem voor de VAE kan worden geannuleerd door binnen 3 seconden nogmaals op de SOS-toets te drukken.
  • Pagina 469 VAE. We raden u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer te laten nakijken om het probleem te laten vaststellen. Anders hebt u niet de garantie dat het apparaat met het eCall-systeem voor de VAE in uw auto goed functioneert.
  • Pagina 470 9. Onderhoud Motorruimte ...................... 9-3 Onderhoudswerkzaamheden ................9-4 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ..............9-4 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud uitgevoerd door eigenaar ......9-4 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ....... 9-5 Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ...9-5 Uitleg over periodieke onderhoudspunten ............9-7 Motorolie ......................9-10 Motoroliepeil controleren ..................
  • Pagina 471 Banden en wielen ................... 9-25 Onderhoud van de banden ..................9-25 Aanbevolen bandenspanning koud .................9-25 Bandenspanning controleren ..................9-26 Wielen verwisselen ....................9-27 Uitlijnen en balanceren van de wielen ..............9-27 Banden vervangen .....................9-28 Velgen vervangen .......................9-29 Grip ..........................9-29 Onderhoud van banden .....................9-29 Label op de wang van de band .................9-29 Banden met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..........9-32 Zekeringen .......................
  • Pagina 472 MOTORRUIMTE   2.0 T-GDi 2.0 T-GDi   • • Linkse besturing Linkse besturing   • • Rechtse besturing Rechtse besturing   De werkelijke motorruimte in de auto kan afwijken van de afbeelding. OOSN091011L/OOSN091011R OOSN091011L/OOSN091011R 1. Reservoir motorkoelvloeistof/ 5.
  • Pagina 473 HYUNDAI en krijgt technische worden uitgevoerd. ondersteuning van HYUNDAI om ervoor te Uw auto mag op geen enkele wijze worden zorgen dat u tevreden bent met de service. aangepast. Door aanpassingen kunnen...
  • Pagina 474 DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN We raden aan dat een officiële HYUNDAI- WAARSCHUWING dealer onderstaande controles volgens het Het uitvoeren van aangegeven interval uitvoert om een veilige onderhoudswerkzaamheden aan een auto en betrouwbare werking van de auto te kan gevaarlijk zijn.
  • Pagina 475 Onderhoud Tijdens het rijden: Ten minste tweemaal per jaar: (d.w.z. elk voorjaar en najaar) • Let op veranderingen in het uitlaatgeluid en let erop dat u in het interieur geen • Controleer de radiateurslangen en uitlaatgassen ruikt. de slangen van de verwarming en de airconditioning op lekkage en •...
  • Pagina 476 We adviseren van sneetjes, scheurtjes, overmatige slijtage dat u het brandstoffilter laat inspecteren of verzadiging met olie en vervang indien of vervangen door een officiële HYUNDAI- nodig. De spanning van de aandrijfriemen dealer. moet periodiek worden gecontroleerd en indien nodig worden afgesteld.
  • Pagina 477 Onderhoud Luchtfilter Vloeistof voor transmissie met dubbele koppeling We adviseren u het luchtfilter te laten vervangen door een officiële Hyundai-dealer. Controleer de Double Clutch-transmissieolie conform het onderhoudsschema. Bougies Remleidingen en -slangen Gebruik altijd nieuwe bougies met de juiste warmtegraad. Voer een visuele controle uit op correcte...
  • Pagina 478 Remblokken, -klauwen en -schijven Controleer de remblokken op overmatige slijtage, de schijfremmen op slingering en slijtage en de remklauwen op vloeistoflekkage. Raadpleeg de HYUNDAI-website voor meer informatie over het controleren van de slijtagelimiet van de remblokken of remvoeringen. (http://service.hyundai-motor.com) Bevestigingsbouten...
  • Pagina 479 Onderhoud MOTOROLIE Motoroliepeil controleren   2.0 T-GDi 2.0 T-GDi   Motorolie dient voor het smeren, koelen en bedienen van diverse hydraulische onderdelen van de motor. Het is normaal dat er tijdens het rijden motorolie wordt verbruikt en u moet de motorolie regelmatig nakijken en bijvullen.
  • Pagina 480 • We adviseren u de motorolie en filter heet en kan bij het verversen brandwonden te laten vervangen door een officiële veroorzaken. Ververs de motorolie pas HYUNDAI-dealer. nadat de motorolie is afgekoeld. • Als u zich niet houdt aan het onderhoudsschema voor het vervangen...
  • Pagina 481 Als het koelvloeistofpeil laag is, moet u voldoende gedistilleerd (gedeïoniseerd) water toevoegen. Vul bij tot MAX (of F (vol)), maar vul niet te veel bij. Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. 9-12...
  • Pagina 482 WAARSCHUWING De elektromotor van de koelventilator kan blijven draaien of opstarten wanneer de motor stilstaat en daardoor ernstig letsel veroorzaken. Houd handen, kleding en gereedschap uit de buurt van de draaiende ventilatorbladen van de koelventilator. OOSN091004L OOSN091004L De elektromotor voor de koelventilator wordt geregeld door de temperatuur van de motorkoelvloeistof, de WAARSCHUWING...
  • Pagina 483 Koelvloeistof verversen We adviseren u de koelvloeistof te laten verversen door een officiële HYUNDAI-dealer overeenkomstig het onderhoudsschema in het begin van dit hoofdstuk. AANWIJZING Wikkel, om schade aan de motoronderdelen te voorkomen, een dikke handdoek om...
  • Pagina 484 Als het rem-/koppelingsvloeistof extreem de buitenlucht kan niet gegarandeerd laag is, adviseren we u het systeem te laten worden. Deze moet op de juiste manier controleren door een officiële HYUNDAI- worden afgevoerd. dealer. • Gebruik het juiste type vloeistof. Slechts een paar druppels minerale...
  • Pagina 485 Gebruik in koude klimaten door een officiële HYUNDAI-dealer wanneer echter speciale ruitensproeiervloeistof om de slag niet volgens de specificatie is. bevriezing te voorkomen.
  • Pagina 486 • Zorg om schade aan de motor te voorkomen dat bij het verwijderen van het luchtfilter geen stof en vuil in de luchtinlaat komen. • Gebruik originele HYUNDAI-onderdelen of een gelijkwaardig onderdeel dat gespecificeerd is voor uw voertuig. Als u onderdelen gebruikt van een andere kwaliteit kan dit de luchtstroomsensor beschadigen.
  • Pagina 487 Onderhoud INTERIEURLUCHTFILTER Filter controleren Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Reinig het interieurfilter volgens onderstaande procedure en let erop geen andere onderdelen te beschadigen.
  • Pagina 488 RUITENWISSERBLAD Wisserbladen controleren Vervangen van bladen Verontreiniging van de voorruit of de Als de ruitenwissers de ruit niet langer goed ruitenwisserbladen door bepaalde schoonmaken, kan het zijn dat ze versleten substanties kan het effect van de of gescheurd zijn en dienen ze te worden ruitenwissers verminderen.
  • Pagina 489 Onderhoud Type A OGSR076068 OGSR076068 3. Verwijder het wisselblad uit de OGSR076067 OGSR076067 ruitenwisserarm. 4. Plaats het nieuwe ruitenwisserblad in de omgekeerde volgorde van het verwijderen. 5. Plaats de ruitenwisserarm terug op de voorruit. OGSR076066 OGSR076066 1. Til de wisserbladklem omhoog. Til het wisserblad omhoog.
  • Pagina 490 3. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat de ruitenwisserbladen vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer om schade aan de ruitenwisserarmen en andere onderdelen te voorkomen. OLF074019 OLF074019 3.
  • Pagina 491 Onderhoud ACCU • Bij het optillen van een accu met WAARSCHUWING een kunststof behuizing kan door Om ERNSTIG of DODELIJK LETSEL van uzelf overmatige druk accuzuur naar buiten of omstaanders te voorkomen, volg altijd komen, waardoor de accu kan lekken. deze voorzorgsmaatregelen als u in de Houd bij het optillen uw handen aan de buurt van de accu werkt of ze hanteert:...
  • Pagina 492 Voor een optimale werking van 1. CMF60L-BCI: De HYUNDAI-modelnaam van de accu de accu 2. 12V : De nominale spanning 3. 60Ah (20u): De nominale capaciteit (in ampère-uur) 4. 92RC : De nominale reservecapaciteit (in min.) 5. 550CCA: De koudstartstroom in ampère volgens SAE-norm 6.
  • Pagina 493 (3) Neem de klem los van de pluspool. Te resetten onderdelen • Gebruik altijd een originele, door De volgende onderdelen moeten eventueel HYUNDAI goedgekeurde accu of het worden gereset nadat de accu ontladen is voor uw voertuig benoemde equivalent geweest of na het weer aansluiten van de als u de accu gaat vervangen.
  • Pagina 494 BANDEN EN WIELEN Onderhoud van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale levensduur Door een defecte band kunt u de controle over van de banden en een zo laag mogelijk de auto verliezen en een ongeval veroorzaken. brandstofverbruik, moet u de banden steeds op Om de kans op ERNSTIG LETSEL te beperken, de aanbevolen spanning houden en mag u het moeten de volgende voorzorgsmaatregelen...
  • Pagina 495 Zonder het ventieldopje kan er vuil of vocht HYUNDAI-dealer. in het ventiel komen, wat kan leiden tot • Een te hoge bandenspanning heeft een luchtlekkage. Als een ventieldopje ontbreekt, negatieve invloed op het rijcomfort en plaats dan zo snel mogelijk een nieuw.
  • Pagina 496 Wielen verwisselen WAARSCHUWING Om de banden zo gelijkmatig mogelijk te • Gebruik het reservewiel niet voor het laten slijten adviseert HYUNDAI de wielen roteren van de wielen. iedere 12.000 km (7.500 mijl) of eerder, indien • Zorg ervoor dat diagonaal- en...
  • Pagina 497 • Banden verouderen na verloop van tijd, zelfs wanneer ze niet worden gebruikt. Ongeacht het resterende loopvlak adviseert HYUNDAI de banden te OOS090030L OOS090030L vervangen wanneer ze zes (6) jaar zijn Als de band gelijkmatig is afgesleten, verschijnt gebruikt.
  • Pagina 498 Velgen vervangen Als u om de een of andere reden de velgen wilt vervangen, dient u erop te letten dat de nieuwe velgen gelijkwaardig zijn aan de originele velgen voor wat betreft diameter, velgbreedte en offset (wielbolling). Grip De grip kan afnemen als u met versleten banden, de verkeerde bandenspanning of op glad wegdek rijdt.
  • Pagina 499 Onderhoud 3. Leeftijd van de banden Aanduiding velgmaat controleren Ook de wielen zijn voorzien van informatie (TIN: Tire Identification Number, die van belang kan zijn bij eventuele bandenidentificatienummer) vervanging. Hieronder wordt uitgelegd wat de letters en cijfers in de velgmaataanduiding Banden die ouder dan zes jaar zijn, gerekend betekenen.
  • Pagina 500 5. Maximaal toegestane Slijtage loopvlak bandenspanning De slijtage-index classificatie is een vergelijkbare kwalificatie gebaseerd op de Dit getal geeft de hoogste bandenspanning slijtagegraad van de band tijdens het testen aan die mag worden toegepast. Overschrijd onder gecontroleerde omstandigheden op de maximaal toegestane bandspanning niet. een officieel erkende testbaan.
  • Pagina 501 HYUNDAI- Overmatige snelheid, te lage spanning, dealer. te hoge spanning of overbelasting, afzonderlijk of in combinatie, kan •...
  • Pagina 502 Als de vervangende zekering ook doorbrandt, duidt dit op een elektrische storing. Gebruik het betrokken systeem niet. We adviseren u onmiddellijk contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Normaal Doorgebrand Multizekering Informatie Er worden drie soorten zekeringen gebruikt:...
  • Pagina 503 Als het niet goed vastzit, adviseren we dat u het systeem laat controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Als u geen reservezekering hebt, kunt u in een noodgeval een zekering van een ander circuit gebruiken dat niet nodig is om te...
  • Pagina 504 • Zet de zekeringschakelaar altijd AAN zekering goed vastzit. Als het niet goed tijdens het rijden. vastzit, adviseren we dat u het systeem • Schakel de transportzekeringschakelaar laat controleren door een officiële niet herhaaldelijk om. De HYUNDAI-dealer. zekeringschakelaar kan worden beschadigd. 9-35...
  • Pagina 505 Als de multizekering is doorgebrand, aangegeven. adviseren we u contact op te nemen met een 5. Vervang de zekering door een nieuwe met officiële HYUNDAI-dealer. dezelfde stroomsterkte. 6. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde van verwijderen. Informatie...
  • Pagina 506 Zekering-/relaiskast Informatie Zekeringkast bestuurderszijde Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label van de zekeringkast wanneer u de zekeringkast van uw auto controleert. OOSN091012L OOSN091012L Aan de binnenzijde van het deksel van de...
  • Pagina 507 Onderhoud Zekeringkast bestuurderszijde Stroomsterkte Symbool Beveiligd circuit Naam zekering zekering Noodoproep (E-oproep) module, Voorste draadloze oplader, ATM versnellingspook IND., Stuurkussenschakelaar, Elektrochromatische binnenspiegel, hoofdunit A/V- en 1,5A navigatiesysteem, Diagnosestekker, MTS MODULE5 MODULE E-Call-module, Lage DC-DC omvormer, Data Link Connector, AMP, Crash Pad-schakelaar, Regelmodule zetelverwarming vooraan/ achteraan, regelmodule ventilatie vooraan Stoplichtschakelaar, BCM, ATM-...
  • Pagina 508 Zekeringkast bestuurderszijde Stroomsterkte Naam Symbool Beveiligd circuit zekering zekering 10 A Relaiskast ICM (B/relais claxon inbraakalarm) B/A HORN A/C regelmodule, regensensor, head- up display, instrumenten paneel, bestuurdersconsoleschakelaar, 10 A MEMORY1 Achterhoekradar LH/RH, BCM, draadloze oplader vooraan, ICM-relaiskast (relais inklappen/uitklappen buitenspiegels) 20 A Stoelverwarmingsmodule achter S/HEATER RR...
  • Pagina 509 Onderhoud Zekeringkast bestuurderszijde Stroomsterkte Naam Symbool Beveiligd circuit zekering zekering Regelmodule stoelverwarming vooraan, S/HEATER 20 A Regelmodule ventilatie vooraan A/C regelmodule, aanjagermotor, E/R aftakblok 20 A A/CON SW (REL. 10) 7,5 A A/C regelmodule, E/R-aftakblok (REL. 10) Smart Key-regelmodule, 15 A PDM1 schakelaar Start/stop-knop SPARE...
  • Pagina 510 Zekeringkast motorruimte Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label van de zekeringkast wanneer u de zekeringkast van uw auto controleert. OOS090034L OOS090034L Aan de binnenzijde van het deksel van de zekering-/relaiskast vindt u een label met...
  • Pagina 511 Onderhoud Zekeringkast motorruimte Symbool Naam relais Relaisnummer Relais PDM 3 (IG1) RLY.3 (IG1) Relais Srart #1 RLY.4 POWER Relais stopcontact RLY.5 OUTLET Relais PDM 4 (IG2) RLY.6 (IG2) FUEL Brandstofpomprelais RLY.7 PUMP Relais PDM 2 (ACC) RLY.8 (ACC) Aanjagerrelais RLY.10 Relais verwarmingselement 1 RLY.11 HEATER...
  • Pagina 512 Zekeringkast motorruimte Stroomsterkte Symbool Beveiligd circuit Type Naam zekering zekering E/R aftakblok (Zekering - F19, F20, F21, 180 A ALTERNATOR F22, F23, F24, F25), Alternator MULTI FUSE-1 100A MDPS-unit MDPS PCB-blok (Zekering - F1, F2, F3, 60 A BATT5 motorregelrelais) 60 A IGPM (Zekering - F30, IPS0, IPS1, IPS2) BATT2...
  • Pagina 513 Onderhoud Zekeringkast motorruimte Stroomsterkte Symbool Beveiligd circuit Type Naam zekering zekering VACUUM 20 A Elektronische vacuümpomp VACUUM PUMP PUMP FUEL 20 A E/R-aftakblok (relais 7) F/PUMP PUMP IGPM (Zekering - F21, F24, 40 A F27, F28, F33, Automatische BATT1 lekstroomonderbreker) 20 A ECS-eenheid FUSE...
  • Pagina 514 Zekeringkast motorruimte (PCB blok) Naam Stroomsterkte Symbool Beveiligd circuit zekering zekering 10 A PCB Blok (A/C Comp relais) A/CON COMP 15 A Relaiskast PCB (claxonrelais) HORN 15 A ECU3 SPARE 10 A Niet in gebruik SPARE Ontstekingsspoel #1/#2/#3/#4 IGN COIL IGN COIL SPARE 15 A...
  • Pagina 515 Onderhoud Zekeringkast in de motorruimte Informatie (accupoolkap) Niet alle beschrijvingen van de zekeringkasten in deze handleiding zijn mogelijk van toepassing op uw auto; de informatie is correct op het moment van drukken. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert.
  • Pagina 516 LAMPEN We bevelen aan dat u een officiële HYUNDAI- Informatie dealer raadpleegt voor het vervangen van de meeste gloeilampen van de auto. Het glas van de koplampen en achterlichten Het is moeilijk om lampen van de auto kan bevroren lijken als de auto na het rijden...
  • Pagina 517 Onderhoud Lamp koplamp, parkeerlicht, • Behandel ze altijd voorzichtig en vermijd krassen en schuurplekken. Vermijd richtingaanwijzer en contact met vloeistoffen als de lampen dagrijverlichting vervangen branden. Type A • Raak het glas nooit met blote handen aan. Sporen van olie kunnen ertoe leiden dat de lamp oververhit raakt en barst als deze brandt.
  • Pagina 518 8. Plaats de afdekkap door de kap rechtsom te draaien. Dagrijverlichting en parkeerlicht We adviseren u, als de ledverlichting niet werkt, de auto te laten nakijken door een officiële Hyundai-dealer. OLMB073042L OLMB073042L • Behandel halogeenlampen voorzichtig. Halogeenlampen bevatten gas onder...
  • Pagina 519 HYUNDAI-dealer. 2. Zet de auto op een vlakke vloer. 3. Trek verticale lijnen (lijnen die door het hart gaan van de respectievelijke...
  • Pagina 520 Afstelpunt   Halogeenlamp Halogeenlamp     Led-lamp Led-lamp   OOSN091020E/OOSN091021E OOSN091020E/OOSN091021E H1: hoogte tussen hart gloeilamp en grond (dimlicht) H1: hoogte tussen hart gloeilamp en grond (dimlicht) H2: hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht) H2: hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht) W1: afstand tussen het hart van beide gloeilampen (dimlicht) W1: afstand tussen het hart van beide gloeilampen (dimlicht) W2: afstand tussen het hart van beide gloeilampen (grootlicht)
  • Pagina 521 Onderhoud Dimlicht (auto's met linkse besturing)   Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter   Auto-as Verticale lijn van het hart van de gloeilamp van de linker koplamp Verticale lijn van het hart van de gloeilamp van de rechter koplamp Horizontale lijn van het hart van de...
  • Pagina 522 Dimlicht (auto's met rechtse besturing)   Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter   Auto-as Verticale lijn van het hart van de gloeilamp van de linker koplamp Verticale lijn van het hart van de gloeilamp van de rechter koplamp Horizontale lijn van het hart van de...
  • Pagina 523   Type B (LED) Type B (LED)   OOS077039 OOS077039 Als de gloeilamp niet werkt, adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële Hyundai-dealer. OOS090018K OOS090018K OOSN091018L OOSN091018L (1) Remlicht/achterlicht (2) Achterlicht (Type A), Remlicht/achterlicht (Type B)
  • Pagina 524 OOS077066L OOS077066L OOS077068L OOS077068L 4. Verwijder de achterlichtunit uit de Remlicht/achterlicht carrosserie. 1. Zet de motor uit. 5. Verwijder de fitting uit de lichtunit door 2. Open de achterklep. deze linksom te draaien tot de nokjes van 3. Draai de bevestigingsschroeven de fitting in lijn liggen met de uitsparingen van de lichtunit los met een van de lichtunit.
  • Pagina 525 Hyundai-dealer. Richtingaanwijzer / achteruitrijlicht / mistachterlicht We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële Hyundai-dealer als deze lichten niet werken. OOS077069L OOS077069L Gloeilamp derde remlicht Achterlicht (Type A) vervangen 1.
  • Pagina 526 Vervangen van de gloeilamp van Gloeilamp interieurverlichting de kentekenplaatverlichting vervangen Leeslampje, interieurverlichting, make-up spiegelverlichting en bagageruimteverlichting   Leeslampje (Type A) Leeslampje (Type A)   OOS077043 OOS077043 1. Met een platte schroevendraaier wrikt u de lenskap voorzichtig los uit de lamparmatuur.
  • Pagina 527 Onderhoud   Interieurlampje (Type A) Interieurlampje (Type A)   Lampje dashboardkastje Lampje dashboardkastje     OOS077054 OOS077054 OOS077047 OOS077047   Interieurlampje (Type B) Interieurlampje (Type B)   1. Wrik de lens met een platte schroevendraaier voorzichtig los uit het huis van de interieurverlichting.
  • Pagina 528 ONDERHOUD EXTERIEUR Onderhoud exterieur Zelfs bij het direct verwijderen kan blijken dat water alleen niet toereikend is. Gebruik in dat geval een speciale AANWIJZING autoshampoo. Als u uw auto parkeert in de buurt van een Spoel de auto na het wassen grondig af met roestvrijstalen bord of glazen gevel, kunnen lauw of koud water.
  • Pagina 529 Onderhoud AANWIJZING Wassen met hogedrukreiniger • Houd bij gebruik van een Voertuig met matte lakafwerking (indien hogedrukreiniger voldoende afstand van van toepassing) de auto. Ga niet naar een automatische wasstraat Onvoldoende afstand of overmatige druk met roterende borstels, omdat die kan tot schade aan onderdelen of het het oppervlak van uw auto kunnen binnendringen van water leiden.
  • Pagina 530 HYUNDAI-dealer. Wees erg glansverlies kan optreden. voorzichtig, het is niet eenvoudig om dezelfde kwaliteit te behalen met een herstel.
  • Pagina 531 Onderhoud AANWIJZING Onderhoud van de onderzijde Zand en pekel kunnen zich ophopen aan • Gebruik voor het reinigen van de onderzijde van de carrosserie. Als lichtmetalen velgen geen schuur- of deze materialen niet verwijderd worden, polijstmiddelen, oplosmiddelen of een kan versneld roestvorming optreden staalborstel.
  • Pagina 532 Roestgevoelige gebieden Voorkomen van roest Als u in een gebied woont waar uw auto U kunt een bijdrage leveren aan het regelmatig wordt blootgesteld aan factoren voorkomen van roest door in eerste instantie die roestvorming bevorderen, is bescherming te letten op het volgende: tegen roest uitermate belangrijk.
  • Pagina 533 Onderhoud Onderhoud interieur Houd uw garage vochtvrij Parkeer uw auto niet in een vochtige, slecht Onderhoud interieur - Algemeen geventileerde garage. Dit is de perfecte Voorkom dat chemicaliën als parfum, omgeving voor roestvorming. Dit geldt met cosmetische oliën, zonnebrandcrème, name als u uw auto in de garage wast of in handenreiniger en luchtverfrisser in de garage parkeert als deze nog nat is of aanraking komen met onderdelen van...
  • Pagina 534 Interieurbekleding reinigen Lederen bekleding (indien van toepassing) • Kenmerken van stoelleder Kunststof bekleding (indien van toepassing) - Leer wordt gemaakt van de buitenhuid Verwijder stof en los vuil van de kunststof van een dier, dat een speciale bekleding met een plumeau of een behandeling ondergaat om geschikt stofzuiger.
  • Pagina 535 Onderhoud Veiligheidsgordels reinigen • Leren stoelen verzorgen - Stofzuig de stoel regelmatig om stof en Reinig de gordels met een zachte zand van de stoel te verwijderen. Dit zeepoplossing die speciaal geschikt is voorkomt slijtage of beschadiging van voor het reinigen van bekleding en tapijt. het leder en zorgt voor behoud van de Volg de aanwijzingen op het etiket van het kwaliteit.
  • Pagina 536 Om de goede werking van de brandstofdampen in de atmosfeer emissieregelsystemen te garanderen, is terechtkomen. het aan te raden uw auto door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur te laten Reservoir controleren en onderhouden volgens het De brandstofdampen die vrijkomen in onderhoudsschema in dit boekje.
  • Pagina 537 Onderhoud 3. Emissieregelsysteem Voorzorgsmaatregelen katalysator (indien van toepassing) Het emissieregelsysteem is een uiterst effectief systeem dat de uitstoot van schadelijke stoffen tot een minimum WAARSCHUWING beperkt zonder dat dit ten koste gaat van de • Een heet uitlaatsysteem kan brandbare prestaties.
  • Pagina 538 We adviseren u bereiken, ongeacht het roetoxidatieproces, alle controles en afstellingen uit te laten waarbij het controlelampje van het voeren door een officiële HYUNDAI- benzinedeeltjesfilter GPF gaat branden. dealer. • Voorkom rijden met een extreem laag Het GPF-controlelampje dooft wanneer brandstofniveau.
  • Pagina 539 Onderhoud OPGELET Benzinemotor (indien uitgerust met GPF) Het is raadzaam om alleen benzinesoorten te gebruiken die geschikt zijn voor voertuigen met een roetfilter als uw auto voorzien is van een roetfiltersysteem. Als u andere diesels met meer zwavel (meer dan 50 ppm) gebruikt, of die onbepaalde additieven bevat, kan deze het GPF-systeem beschadigen en witte rook veroorzaken.
  • Pagina 540 Index...
  • Pagina 541 Index Achteruitrijmonitor (RVM) .................7-93 Instellingen Achteruitrijmonitor ..............7-93 Storingen en beperkingen Achteruitrijmonitor..........7-95 Werking van de Achteruitrijmonitor ............... 7-94 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden .............2-14 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ..............2-15 Accu ........................9-22 Accucapaciteitsticker ..................9-23 Accu laden ....................... 9-23 Te resetten onderdelen ..................9-24 Voor een optimale werking van de accu............
  • Pagina 542 Banden en wielen ....................2-11 Compact reservewiel ..................2-12 Banden en wielen ....................9-25 Aanbevolen bandenspanning koud ..............9-25 Banden met een kleine hoogte-/breedteverhouding ........9-32 Bandenspanning controleren ................9-26 Banden vervangen ................... 9-28 Grip ......................... 9-29 Label op de wang van de band ................ 9-29 Onderhoud van banden ...................
  • Pagina 543 Index Brandstoflabel ......................2-18 Benzinemotor ....................2-18 Conformiteitsverklaring ..................2-17 Contactslot ......................6-5 Toets Engine Start/Stop ..................6-5 Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) ............8-8 Controleer de bandenspanning ................8-8 Controlelampje storing TPMS (bandenspanningscontrolesysteem) ....8-11 Controlesysteem lage bandenspanning ............. 8-9 Een wiel met TPMS wisselen ................. 8-11 Krik en gereedschap ..................
  • Pagina 544 Emissieregelsysteem ....................9-67 Brandstofdampafzuigsysteem ................. 9-67 Carterventilatiesysteem ................... 9-67 Emissieregelsysteem ..................9-68 Exterieur ......................5-89 Bagagerek ......................5-89 Exterieur ......................5-31 Achterklep ....................... 5-33 Motorkap ......................5-31 Tankdopklep ....................5-35 Extra voorzieningen verwarmings- en ventilatiesysteem ........5-78 Automatische ventilatie ................... 5-78 Luchtcirculatie binnen tijdens het gebruik van de ruitensproeiervloeistof ..5-78 Luchtrecirculatie in het schuif-/kanteldak ............
  • Pagina 545 Index Geïntegreerde rijmodusregeling ................6-41 Eigenschappen van de auto ................6-46 NGS (N Grin Shift) ..................6-45 N-modus ......................6-43 Rijmodus ......................6-41 Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem ..........5-56 Onderhoud van het systeem ................5-62 Verwarming en airconditioning ............... 5-57 Werking systeem ..................... 5-60 Handmatige snelheidslimietregeling (MSLA) .............7-53 Werking van Handmatige snelheidslimietregeling .........
  • Pagina 546 Instrumentenpaneel ....................4-4 Bediening instrumentenpaneel ................4-5 Lcd-displayberichten ..................4-23 Meters en tellers ....................4-6 Schakelindicator transmissie ................4-10 Waarschuwings- en controlelampjes ............... 4-11 Interieur........................5-82 Bagagenet (houder) ..................5-88 Bekerhouder ....................5-82 Bevestigingspunt(en) vloermat ............... 5-87 Draadloos oplaadsysteem voor mobiele telefoons .......... 5-84 Hoedenplank ....................
  • Pagina 547 Index Label aircocompressor ..................2-17 Lampen ........................9-47 Gloeilamp derde remlicht vervangen .............. 9-56 Gloeilamp interieurverlichting vervangen ............9-57 Koplampen afstellen..................9-50 Lamp achterlichtunit vervangen ..............9-54 Lamp koplamp, parkeerlicht, richtingaanwijzer en dagrijverlichting vervangen ......................9-48 Lamp richtingaanwijzer opzij vervangen ............9-54 Vervangen van de gloeilamp van de kentekenplaatverlichting .......
  • Pagina 548 Motorkoelvloeistof ....................9-12 Controleren van het koelvloeistofpeil ............. 9-12 Koelvloeistof verversen .................. 9-14 Motornummer ......................2-17 Motorolie ......................9-10 Motoroliepeil controleren................9-10 Motorolie verversen en filter vervangen ............9-11 Motorruimte ......................2-8 Motorruimte ......................9-3 Motorspecificaties....................2-9 Noodvoorzieningen....................8-31 Bandenspanningsmeter ................... 8-31 Brandblusser ....................8-31 EHBO-doos ....................8-31 Gevarendriehoek ....................
  • Pagina 549 Index Opbergvak ......................5-79 Dashboardkastje ....................5-79 Opbergvak bagageruimte ................5-81 Opbergvak middenconsole ................5-79 Opbergvak voor zonnebril ................5-80 Universeel opbergvak ..................5-80 Overzicht exterieur (I) ...................2-2 Overzicht exterieur (II) ..................2-3 Overzicht interieur (I) ....................2-4 Overzicht interieur (II) ...................2-6 Pan-Europees eCALL-systeem ................8-32 Informatie over gegevensverwerking (VOOR EUROPA) ......
  • Pagina 550 Hill-Start Assist Control (HAC) ..............6-28 Hoogwaardige rem ..................6-19 Parkeerrem ...................... 6-19 Rembekrachtiging ..................6-18 Remblokslijtage-indicator ................6-18 Vehicle Stability Management (VSM) ............6-27 Remvloeistof ......................9-15 Het remvloeistofniveau controleren ..............9-15 Reverse Parking Distance Warning (PDW, afstandswaarschuwing-achteruit) ..7-106 Instellingen Afstandswaarschuwing achteruit ..........7-106 Storingen en beperkingen Reverse Parking Distance Warning (Waarschuwing afstand bij achteruit parkeren) ..........
  • Pagina 551 Index Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen, SEW) ......7-47 Instellingen Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen) .... 7-48 Storingen en beperkingen Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen) .............. 7-50 Werking van Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen) ..7-49 Schakelaar alarmknipperlichten................8-3 Schuif-/kanteldak ....................5-27 Klembeveiliging ....................
  • Pagina 552 Starten met een hulpaccu ..................8-5 Stoelen ........................3-3 Achterstoelen....................3-11 Hoofdsteun ...................... 3-14 Stoelverwarming en stoelventilatiesysteem ............ 3-18 Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ..............3-5 Voorstoelen ......................3-6 Stuurwiel ......................5-16 Claxon ......................5-18 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ............. 5-16 Stuurwielverwarming ..................5-18 Verstelbare stuurkolom..................5-17 Toegang tot uw auto ....................5-4 Smart Key......................
  • Pagina 553 Index Vóór het rijden .......................6-4 Voor het instappen .................... 6-4 Vóór het starten ....................6-4 Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder (DAW)....7-61 Instellingen Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder) ............. 7-61 Storingen en beperkingen Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder) ............7-65 Werking van Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder) ............