Bestuurdershulpsysteem
• Afhankelijk van de wegomstandig-
heden (navigatie-informatie) of de
omgeving is het mogelijk dat Highway
Driving Assist onbedoeld wordt in- of
uitgeschakeld.
• De functie Lane Following Assist wordt
mogelijk tijdelijk disabled
(uitgeschakeld) als de frontzichtcamera
de rijstroken niet goed kan detecteren
of als de waarschuwing hands-off is
geactiveerd.
• Mogelijk hoort u het
waarschuwingssignaal van het
Highway Driving Assist-systeem niet
als er veel lawaai in de omgeving is.
• Als u boven een bepaalde snelheid door
een bocht rijdt, kan uw voertuig naar
één kant hellen of de rijstrook verlaten.
• Wanneer u een aanhanger of een ander
voertuig sleept, moet u de Rijhulp op de
snelweg om veiligheidsredenen
uitschakelen.
• De waarschuwing handen van het stuur
kan afhankelijk van hoe u het stuur
vasthoudt of de wegtoestand eerder of
later worden weergegeven. Houd uw
handen altijd aan het stuurwiel tijdens
het rijden.
• Lees voor uw eigen veiligheid het
instructieboekje voordat u het Highway
Driving Assist-systeem gebruikt.
• Highway Driving Assist zal niet werken
als de auto wordt gestart of als de
detectiesensors of navigatie worden
opgestart.
Beperkingen van de Rijhulp op de
snelweg
Mogelijk werkt Highway Driving Assist
niet naar behoren in de volgende
omstandigheden:
• De kaartgegevens en de werkelijke weg
verschillen omdat het
navigatiesysteem niet is bijgewerkt
7-118
• De kaartgegevens en de werkelijke weg
verschillen als gevolg van een fout in de
realtime GPS- of kaartgegevens
• Het infotainmentsysteem is overbelast
door het gelijktijdig uitvoeren van
functies zoals routes zoeken,
videoweergave, spraakherkenning enz.
• GPS-signalen worden geblokkeerd op
bepaalde plaatsen, zoals in een tunnel
• De bestuurder verlaat de route of de
route naar de bestemming wordt
gewijzigd of geannuleerd door de
navigatie te resetten
• De auto rijdt een benzinestation of
verzorgingsplaats binnen
• Android Auto of Car Play is actief
• Het navigatiesysteem kan de actuele
positie van de auto niet detecteren
(bijv. op verhoogde wegen, zoals
viaducten naast gewone wegen, of
wegen in de buurt die parallel lopen)
• Enkele witte onderbroken streep of
wegrand kan niet worden
waargenomen
• Er zijn tijdelijk verkeersregelaars
vanwege werkzaamheden, enz.
• De weg heeft geen structuur, zoals een
middenberm, vangrails, enz.
• Er ligt een wisselstrook in de richting
van de rijstrookwissel
• Er hangt een aanhanger of
fietsendrager achter de auto.
Zie het gedeelte "Ondersteuning botsing
vermijden voorzijde (FCA)" in dit
hoofdstuk voor meer informatie over de
beperkingen van de frontzichtcamera, de
voorradar vóór en de radar in de voorste
en achterste hoek.