Bestuurdershulpsysteem
OPGELET
• De Rijstrookwisselfunctie werkt niet als
de snelheid van het tegemoetkomende
voertuig aan de voorzijde 0 km/h is.
• Het detectiebereik van de hoekradar
voor en achter wordt bepaald door een
standaard wegbreedte. Op een smalle
weg is het dus mogelijk dat de functie
andere voertuigen twee rijstroken
naast u detecteert en u daarvoor
waarschuwt. Mogelijk kan de functie
daarentegen op een brede weg een
voertuig op de rijstrook naast u niet
detecteren en u er niet voor
waarschuwen.
• Collision-Avoidance Assist wordt
geannuleerd onder de volgende
omstandigheden:
- Uw auto rijdt op een bepaalde
afstand de rijstrook naast u op.
- Uw voertuig loopt geen risico meer
op een botsing.
- Het stuurwiel wordt omgegooid.
- Het rempedaal wordt ingetrapt.
- Ondersteuning botsingsvermijding
voorzijde is actief.
• Nadat de functie heeft ingegrepen of
na een rijstrookwissel moet u naar het
midden van de rijstrook rijden. De
functie werkt niet als de auto niet in het
midden van de rijstrook rijdt.
7-20
• Wanneer een bijkomend ongeval wordt
verwacht, helpt de
Rijstrookwisselfunctie niet bij het
sturen en waarschuwt de bestuurder
alleen voor een aanrijding.
• Als de bestuurdersstoel zich aan de
linkerkant bevindt, wordt de
botsingswaarschuwing geactiveerd
wanneer u linksaf slaat en wanneer
deze zich aan de rechterkant bevindt,
werkt het systeem wanneer u rechtsaf
slaat.
Uitwijkhulpfunctie
indien van toepassing
De functie Evasive steering assist
(uitwijkhulp) geeft een waarschuwing en
bedient het voertuig met de 'Emergency
steering' (noodstuurinrichting).
Emergency Steering (noodstuurinrichting)
(stuurhulp)
2C_FCALaneChangeOncomingEmergencySteeringInfo
• Om de bestuurder te waarschuwen dat
de noodstuurinrichting wordt
geactiveerd, knippert het
noodstuurinrichtingswaarschuwingsla
mpje (P) knipperen, verschijnt de
waarschuwingsmelding
"Noodbesturing" op het
instrumentenpaneel, klinkt er een
hoorbaar waarschuwingssignaal en
gaat het stuur trillen.