Bestuurdershulpsysteem
Functie Naderende
rijstrookwisseling
indien van toepassing
De functie Naderende rijstrookwisseling
waarschuwt en bestuurt het voertuig
afhankelijk van het risiconiveau van een
aanrijding: Botsingswaarschuwing en
noodstuurinrichting.
Botsingswaarschuwing
2C_FCAJunctionCrossingCollisionWarningInfo
• Om de bestuurder te waarschuwen
voor een botsing, verschijnt de
waarschuwingsmelding
"Botsingswaarschuwing" op het
instrumentenpaneel, klinkt er een
waarschuwingssignaal en gaat het
stuur trillen.
• De functie werkt bij een rijsnelheid
tussen ongeveer 40-145 km/h, een
snelheid van het tegemoetkomende
voertuig of gemotoriseerde tweewieler
van meer dan 10 km/h en als de
relatieve snelheid ten opzichte van uw
voertuig lager is dan ongeveer 200
km/h.
7-18
Noodstuurinrichting
2C_FCAJunctionCrossingEmergencyBrakingInfo
• Om de bestuurder te waarschuwen dat
de noodstuurinrichting wordt
geactiveerd, knippert het
noodstuurinrichtingswaarschuwingsla
mpje (O), verschijnt de
waarschuwingsmelding
"Noodremmen" op het
instrumentenpaneel, klinkt er een
hoorbaar waarschuwingssignaal en
gaat het stuur trillen.
• In een noodstuursituatie voorziet de
functie in hoge stuurkracht om een
botsing met de tegenligger te
voorkomen.
• De functie werkt bij een rijsnelheid
tussen ongeveer 40-145 km/h, een
snelheid van het tegemoetkomende
voertuig of gemotoriseerde tweewieler
van meer dan 10 km/h en als de
relatieve snelheid ten opzichte van uw
voertuig lager is dan ongeveer 200
km/h.