Noodsituaties
6. Verwijder het deksel van de
zekeringkast in de motorruimte.
OPGELET
Vóór het starten met een hulpaccu
moet u goed letten op de positieve (+)
en negatieve (-) polen om omgekeerde
polariteit te voorkomen.
2C_JumpStartOverview
7. Sluit de startkabels aan in de volgorde
die in de afbeelding is aangegeven.
Sluit eerst de ene startkabel aan op de
rode, positieve (+) hulpstartaansluiting
van uw auto (1).
8.Sluit het andere uiteinde van de
startkabel aan op de rode, positieve (+)
pool van de accu/hulpstartaansluiting
van de andere auto (2).
9. Sluit de tweede startkabel aan op de
zwarte, negatieve (-) pool van de
accu/hulpstartaansluiting van de
andere auto (3).
8-6
10.Sluit het andere uiteinde van de
tweede startkabel aan op de zwarte,
negatieve (-) pool van de accu/massa
van uw auto (4).
Zorg ervoor dat de startkabels
uitsluitend contact maken met de juiste
accupolen of hulpstartaansluitingen of
de juiste massa. Leun bij het aansluiten
niet over de accu.
WAARSCHUWING
Sluit de startkabel niet aan op de
minpool (-) van de hulpaccu van de
ontladen accu. Door een vonk kan de
accu ontploffen en mensen verwonden
of het voertuig beschadigen.
11.Start het andere voertuig en laat het
enkele minuten draaien. Start dan uw
voertuig.
12.Laat uw voertuig minstens 30 minuten
stationair draaien of rijden om er zeker
van te zijn dat uw accu voldoende
geladen is om zelf te kunnen starten
nadat het voertuig afgekoppeld is. Een
volledig lege accu kan tot 60 minuten
doorlooptijd vragen voor ze weer
volledig opgeladen is. Als het voertuig
minder lang draait, start het mogelijk
niet.
Als uw auto na enkele pogingen nog
steeds niet start, is waarschijnlijk meer
diagnose noodzakelijk. We raden aan om
uw voertuig te laten inspecteren door een
erkende HYUNDAI-dealer.
Maak de startkabels los in exact de
omgekeerde volgorde van aansluiten:
1. Neem de startkabel van de accu/massa
van uw auto (4) los.
2. Neem het andere uiteinde van de
startkabel los van de zwarte, negatieve
(-) pool van de accu/massa van de
andere auto (3).