De indicatorsymbolen voor de
ISOFIX-verankeringspositie bevinden
zich op de rugleuningen links en rechts
achter om de posities van de onderste
verankeringen in uw voertuig aan te
geven.
Beide buitenste zitplaatsen achter zijn
uitgerust met ISOFIX-bevestigingspunten
en een bijbehorend bevestigingspunt
voor de bovenste band op de achterzijde
van de achterbank.
(Kinderzitjes met universele goedkeuring
voor ECE-R44 of ECE-R129 moeten
aanvullend worden vastgezet met een
bovenste band die is verbonden met de
achterzijde van de achterbank.)
De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden
zich tussen de rugleuning en de zitting
van de buitenste zitplaatsen links en
rechts achter.
WAARSCHUWING
Controleer voordat u het kinderzitje
installeert of er geen voorwerpen (bijv.
speelgoed, pennen, kabels) in de buurt
van het ISOFIX-bevestigingsgebied zijn.
Deze voorwerpen kunnen tijdens de
installatie het veiligheidsgordelsysteem
of het kinderzitje beschadigen. We
adviseren u de auto, indien nodig, te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Vastzetten van een kinderzitje met
het ISOFIX-systeem
Plaats een i-Size of ISOFIX-kinderzitje op
de volgende wijze op een van de
buitenste zitplaatsen achter:
1. Leg de gordelsluiting opzij, uit de buurt
van de ISOFIX-bevestigingspunten.
2. Haal andere voorwerpen uit de buurt
van de bevestigingspunten zodat niets
een correcte verbinding tussen het
kinderzitje en de
ISOFIX-bevestigingspunten in de weg
staat.
3. Plaats het kinderzitje op de zitplaats
van de auto en bevestig het zitje
conform de aanwijzingen van de
fabrikant van het zitje aan de
ISOFIX-bevestigingspunten.
4. Volg de instructies van de fabrikant van
het kinderzitje op voor correcte
bevestiging en verbinding van de
ISOFIX-bevestigingen van het
kinderzitje aan de
ISOFIX-bevestigingspunten.
WAARSCHUWING
Neem bij het gebruik van het
ISOFIX-systeem altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Lees en volg alle installatie-instructies
die bij het kinderzitje worden geleverd.
• Gesp alle ongebruikte
veiligheidsgordels vast en laat de
veiligheidsgordels strak oprollen achter
het kind, om te voorkomen dat het kind
de veiligheidsgordels pakt en uitrolt.
Kinderen kunnen worden gewurgd als
een schoudergordel om hun nek
gewikkeld raakt en de veiligheidsgordel
aanspant.
• Bevestig nooit meer dan een kinderzitje
aan een enkel bevestigingspunt.
Hierdoor kan het bevestigingspunt of
de bevestiging loskomen of breken.
• Laat het ISOFIX-systeem na een
ongeval altijd inspecteren door uw
dealer. Een ongeval kan het
ISOFIX-systeem beschadigen
waardoor het kinderzitje niet meer
correct kan worden bevestigd.
3
3-39