Zij-airbags en zij-airbag middenvoor
Bestuurdersstoel
2C_SideAirbagLabelDRV
Voorpassagiersstoel
2C_SideAirbagLabelPASS
2C_SideAirbagDeployment
Zij-airbags bevinden zich op elke
voorstoel. Bovendien zit er een centrale
voorairbag aan de binnenzijde van de
rugleuning van de bestuurdersstoel.
De zijairbags en centrale voorairbag zijn
ontworpen om op te blazen tijdens
bepaalde botsingen van opzij, afhankelijk
van de ernst van de botsing.
Voor het voertuig dat is uitgerust met een
rollover sensor, kunnen de centrale
voorairbag, de zijdelingse en/of
gordijnairbag en de voorspanners aan
beide kanten van het voertuig
ingeschakeld worden als er een
(mogelijke) rollover wordt gedetecteerd.
De zijairbags zijn niet ontworpen om bij
alle aanrijdingen van opzij of situaties
waarbij de auto over de kop kan slaan
opgeblazen te worden.
WAARSCHUWING
Om het risico op ernstig of dodelijk letsel
als gevolg van een opgeblazen zij-airbag
te verkleinen:
• Alle inzittenden moeten altijd hun
veiligheidsgordel dragen: de gordel
houdt de inzittende zo goed mogelijk
op zijn plaats.
• Laat passagiers niet met het hoofd of
andere delen van het lichaam tegen het
portier leunen, hun armen uit het raam
steken of voorwerpen tussen de
portieren en de zitplaatsen steken.
• Gebruik geen accessoire-stoelhoezen.
Deze kunnen de werking van het
systeem beperken.
• Hang er geen andere voorwerpen dan
kleding op. Bij een ongeval kunnen
deze voorwerpen persoonlijk letsel
veroorzaken, vooral als de airbag wordt
opgeblazen.
• Plaats geen voorwerpen op de airbag of
tussen de airbag en uzelf. Bevestig ook
geen voorwerpen rond het gebied dat
de airbag opblaast, zoals de deur, de
zijruiten en de voor- en achterstijl.
• Plaats geen voorwerpen tussen het
portier en de stoel. Dit kunnen
gevaarlijke projectielen worden als de
zijairbag wordt opgeblazen.
• Plaats geen accessoires op of in de
buurt van de zijairbag.
3
3-47