Functies voor automatische
portiervergrende-
ling/-ontgrendeling
Uw voertuig is uitgerust met functies die
uw voertuig automatisch vergrendelen of
ontgrendelen op basis van instellingen
die u selecteert in het
infotainmentsysteem.
Automatisch vergrendelen -
Inschakelen op snelheid
Wanneer deze functie is ingesteld in het
infotainmentsysteem, worden alle
portieren automatisch vergrendeld
wanneer het voertuig harder rijdt dan 15
km/h.
Automatisch vergrendelen -
Inschakelen op snelheid of
schakelen
Wanneer deze functie is ingesteld in het
infotainmentsysteem, worden alle
portieren automatisch vergrendeld
wanneer het voertuig harder rijdt dan 15
km/h of wanneer het voertuig uit de stand
P (Parkeren) komt terwijl het voertuig
aanstaat.
Automatisch ontgrendelen -
Inschakelen bij schakelen naar P
Wanneer deze functie is ingesteld in het
infotainmentsysteem, worden alle
portieren automatisch ontgrendeld
wanneer terug naar de stand P (Parkeren)
wordt geschakeld terwijl het voertuig
aanstaat.
Automatisch ontgrendelen - Bij
uitgezet voertuig
Wanneer deze functie is ingesteld in het
infotainmentsysteem, worden alle
portieren automatisch ontgrendeld
wanneer het voertuig wordt uitgezet.
Kijk voor meer informatie in de apart
geleverde handleiding van het
infotaintmentsysteem.
Aanvullende
veiligheidsontgrendelingsfunctie -
airbagactivering
Als aanvullende veiligheidsvoorziening
worden alle portieren automatisch
ontgrendeld wanneer de airbags door een
botsing worden geactiveerd.
Supervergrendeling
indien van toepassing
Sommige auto's zijn voorzien van een
supervergrendelingssysteem. Dit
voorkomt dat een portier van binnenuit of
van buitenaf wordt geopend zodra de
supervergrendeling is geactiveerd,
waardoor de auto extra is beveiligd.
Om de auto te vergrendelen met
gebruikmaking van de
supervergrendelingsfunctie, moeten de
portieren worden vergrendeld met de
Smart Key. Gebruik nogmaals de Smart
Key om de auto te ontgrendelen.
5
5-27