Advertenties
Bestuurdershulpsysteem
Forward Collision-Avoidance Assist
uitgeschakeld
2C_CameraRadarDisableWarning
Als het deel van de voorruit waar de
frontzichtcamera zich bevindt, het
afdekkapje van de radar vooraan, de
bumper (indien van toepassing) of de
sensor bedekt is met vuil, zoals sneeuw,
regen of ander materiaal, dan kan dit de
detectieprestaties verminderen en de
Ondersteuning botsing vermijden
voorzijde tijdelijk beperken of
uitschakelen.
Als dit gebeurt, verschijnt de
waarschuwingsmelding "Beperkt
bestuurdershulpsysteem -
Geblokkeerde camera" of de "Beperkt
bestuurdershulpsysteem - Radar
geblokkeerd." waarschuwingsbericht, en
de O, P, of de X
waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel gaan branden.
De Forward Collision-Avoidance Assist
(FCA; ondersteuning botsingsvermijding
voorzijde) werkt weer naar behoren
wanneer de sneeuw, regen of andere
substantie wordt verwijderd.
Als de Ondersteuning botsing vermijden
voorzijde niet naar behoren werkt nadat
de obstructie (sneeuw, regen of vreemde
materialen) wordt verwijderd (geldt ook
voor bijvoorbeeld een aanhanger of
drager op de achterbumper), adviseren
we uw auto te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.
7-24
WAARSCHUWING
• Mogelijk werkt het Forward
Collision-Avoidance Assist-systeem
niet goed, zonder dat daarover een
waarschuwingsmelding verschijnt of
het waarschuwingslampje gaat
branden op het instrumentenpaneel.
• Mogelijk werkt de Ondersteuning
botsing vermijden voorzijde niet naar
behoren in bepaalde gebieden (bv.
open terrein), als er geen objecten
worden gedetecteerd na het
inschakelen van het voertuig.
• Als het voertuig wordt uitgezet en
opnieuw gestart terwijl de camera
geblokkeerd is of een storing vertoont,
blijft deze omstandigheid in stand.
Daarom werkt de Forward
Collision-Avoidance Assist
(ondersteuning botsingsvermijding
voorzijde) mogelijk niet op de juiste
manier.
Beperkingen van het Forward
Collision-Avoidance Assist-systeem
(FCA, ondersteuning botsing
vermijden voorzijde)
Mogelijk werkt de Forward
Collision-Avoidance Assist niet naar
behoren of treedt de functie onverwacht
in werking onder de volgende
omstandigheden:
• De detectiesensor of het gebied
eromheen is vuil of beschadigd
• De temperatuur rond de
frontzichtcamera is hoog of laag door
de omgeving
• De cameralens heeft last van een
getinte voorruit of een film of coating
op de voorruit, beschadigd glas of
klevende voorwerpen (sticker, insect,
enz.) op het glas
• Er is vocht op de voorruit dat niet
verwijderd is of dat eraan vastgevroren
is
Advertenties
