Bestuurdersairbag (3)
2C_DriverAirbagDeployment
Voorste airbag van passagier (4)
2C_PassengerAirbagDeployment
Nadat de airbag geheel gevuld is, begint
hij direct weer leeg te lopen, waardoor de
bestuurder weer zicht naar voren krijgt en
hij de auto weer kan besturen of
anderszins kan bedienen.
WAARSCHUWING
Voorkom dat voorwerpen gevaarlijke
projectielen worden wanneer de
passagiersairbag wordt opgeblazen:
• Monteer of plaats geen voorwerpen
(bekerhouder, cd-houder, stickers,
enz.) op het paneel voor de
voorpassagier boven het
dashboardkastje waar de
passagiersairbag zich bevindt.
• Plaats een eventuele luchtverfrisser
niet in de buurt van het
instrumentenpaneel of op het
dashboard.
Wat kan ik verwachten nadat
een airbag is opgeblazen
Nadat een voor- of zijairbag is
opgeblazen, loopt deze zeer snel leeg.
Het opblazen van de airbag belet de
bestuurder niet uit de voorruit te zien of te
kunnen sturen. Gordijnairbags kunnen
enige tijd gedeeltelijk opgeblazen blijven
nadat ze geactiveerd zijn.
WAARSCHUWING
Neem na het activeren van een airbag de
volgende voorzorgsmaatregelen:
• Open zo snel mogelijk na een aanrijding
de ruiten en de portieren om te
voorkomen dat u te lang aan de rook en
het poeder wordt blootgesteld die
vrijkomt bij het activeren van de airbag.
• Raak de interne componenten van het
airbagcompartiment niet direct aan
nadat een airbag is opgeblazen. De
onderdelen die in contact komen met
een opblazende airbag kunnen zeer
heet zijn.
• Was de huid die hiermee in aanraking is
gekomen altijd af met koud water en
een milde zeepoplossing.
• We raden aan om een erkende
HYUNDAI-dealer uw voertuig te laten
inspecteren en indien nodig
onderdelen te laten vervangen voordat
u uw voertuig weer gaat gebruiken.
Airbags zijn ontworpen voor eenmalig
gebruik.
3
3-51