Pagina 2
Onderhoud Technische gegevens De specificaties en de beschrijvingen in dit instructieboekje waren correct bij het ter perse gaan. HYUNDAI streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment wijzigingen in de specificaties en uitrusting aan te brengen.
Pagina 3
OPMERKING: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI Uw HYUNDAI mag op geen enkele wijze worden aangepast. Door aanpassingen kunnen de prestaties en de veiligheid van uw HYUNDAI verslechteren en kan de levensduur worden verkort. Daarnaast kan dit gevolgen hebben voor de garantie van de auto. Sommige aanpassingen kunnen ook in strijd zijn met de regelgeving van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en/of andere overheidsorganen in uw land.
Pagina 4
WAARSCHUWING M.B.T. VEILIGHEID EN SCHADE AAN DE AUTO In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPGELET en OPMERKING. Hiermee wordt het volgende bedoeld: GEVAAR GEVAAR geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, de dood of ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
Pagina 6
Inhoudsopgave Voorwoord Voertuiginformatie Veiligheidssysteem Instrumentenpaneel Handige functies Rijden met uw auto Bestuurdershulp Noodsituaties Onderhoud Index...
Pagina 8
1. Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Voorwoord ......................1-3 Hyundai motor company .................. 1-3 Gebruik van dit instructieboekje ...............1-4 Veiligheidsmeldingen ..................1-4 Aanpassingen aan de auto ................1-5 Retourneren van gebruikte auto's (voor Europa) ..........1-5 Elektrische auto ....................1-6 Elektrische auto ......................
Pagina 9
Laadstekkervergrendeling ................1-21 Laadstekker in de AUTO/LOCK-modus ..............1-21 Wanneer de laadstekker vergrendeld is ..............1-21 Gepland laden ....................1-22 Gepland laden ......................1-22 Voorzorgsmaatregelen voor laden elektrische auto ........1-23 Voorzorgsmaatregelen voor laden ................1-23 Het controleren van het symbool op het oplaadlabel (Voor Europa) ......1-25 Elektrische laadkabel ....................
Pagina 10
OPGELET Het gebruik van smeermiddelen van lage kwaliteit die niet voldoen aan de specificaties van HYUNDAI, kan leiden tot ernstige schade aan de auto. Gebruik altijd smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan de specificaties op pagina 2-11 in het gedeelte 'Voertuigspecificaties' van het instructieboekje.
Pagina 11
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om optimaal rijplezier uit uw auto te halen. Dit instructieboekje biedt veel informatie. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om risico's op overlijden of lichamelijk letsel te minimaliseren, is het verplicht om de WAARSCHUWING en OPGELET in het instructieboekje te lezen.
Pagina 12
Gebruik voor uw eigen veiligheid geen niet-toegestane elektronische apparaten. HYUNDAI stimuleert een milieuvriendelijke afvoer van auto's aan het einde van hun levensduur en biedt aan uw auto in te nemen in overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Unie (EU) voor voertuigen aan het einde van hun levensduur.
Pagina 13
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem ELEKTRISCHE AUTO Elektrische auto Informatie Een elektrische auto wordt Hoe werkt een regeneratief remsysteem? aangedreven door een batterij en een Het systeem maakt gebruik van een elektromotor. Waar conventionele elektromotor tijdens het decelereren en auto’s worden aangedreven door een remmen, waarmee kinetische energie verbrandingsmotor die benzine als...
Pagina 14
We adviseren u contact op te nemen LDC: Zet de voedingsspanning van met een officiële HYUNDAI-dealer de hoogspanningsbatterij om in voor controle en onderhoud van de laagspanning (12 V) voor de voeding hoogspanningsonderdelen en de van onderdelen in de auto (DC-DC).
Pagina 15
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem We adviseren u contact op te nemen Verwarmingssysteem met een officiële HYUNDAI-dealer hoogspanningsbatterij voor controle en onderhoud als de Het verwarmingssysteem voor de laadcapaciteit en actieradius blijven hoogspanningsbatterij voorkomt dat afnemen. het uitgangsvermogen van de batterij...
Pagina 16
Laadpunten dichtbij Als u het “EV”-menu in het home- scherm selecteert, kunt u de EV-modus oproepen. Raadpleeg voor meer informatie over de EV-modus de afzonderlijk verstrekte handleiding van het multimediasysteem. ➞ ➞ Select ‘EV Map (Kaart) Charging stations (Laadpunten)’ op het scherm. Er wordt gezocht naar laadpunten in de buurt van de huidige locatie.
Pagina 17
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Energie-informatie Energieverbruik ➞ U kunt het actuele energieverbruik voor Selecteer ‘EV Energy information elk systeem van de auto controleren. (Energie-informatie)’ op het scherm. (1) 'Driving' (Rijden) toont het totale U kunt informatie controleren over de vermogens- en energieverbruik van batterij en het energieverbruik.
Pagina 18
Laadbeheer Vertrektijd 1. Stel de verwachte vertrektijd voor ➞ Selecteer 'EV Charge management gepland laden en de doeltemperatuur (Laadbeheer)' op het scherm. U kunt de datum en het tijdstip voor het laden van de batterij, de temperatuur van het 2. Kies de dag van de week om de verwarmings- en ventilatiesysteem, geplande laadprocedure en de locatiegebonden laadopties en diverse...
Pagina 19
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Laadlimiet Instellingen daluren 1. Indien deze optie is geselecteerd, begint het laden alleen op de aangegeven daluren. Indien deze optie niet is geselecteerd, begint het laden alleen op de geplande tijd 2. Stel de meest voordelige tijd voor het laden in (Prioriteit voor daltarieven): Als deze optie is geselecteerd, begint...
Pagina 20
Laadstroom ECO-rijden U kunt de laadstroom aanpassen ➞ Selecteer 'EV ECO Driving (ECO- voor een AC-lader. Kies een geschikte rijmodus)' op het scherm. U kunt laadstroom. informatie opvragen over de CO2- reductie en de ECO-rijgeschiedenis. Als het laadproces niet begint of halverwege abrupt wordt afgebroken, CO2-reductie moet u een andere geschikte stroom...
Pagina 21
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem EV-instellingen Gebruiksmodus De hoogspanningsbatterij wordt gebruikt in plaats van de 12V-accu voor de werking van de handige voorzieningen van de auto. Wanneer er niet gereden hoeft te worden, zoals tijdens het kamperen of wanneer de auto lange tijd stilstaat, is het mogelijk om de elektrische voorzieningen (audio, verlichting, airconditioning, verwarming...
Pagina 22
Het systeem activeren Wintermodus Wanneer het systeem is geactiveerd: Gaat op het instrumentenpaneel het controlelampje ( ) uit en gaat het controlelampje ( ) branden. Kunnen alle elektrische apparaten worden gebruikt, maar kan er niet met de auto worden gereden. Kan de EPB worden geannuleerd door op de EPB-schakelaar te drukken.
Pagina 23
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem LAADPROCEDURES ELEKTRISCHE AUTO Waarschuwing Informatie over laden AC-laden: De elektrische auto wordt geladen door deze aan te sluiten op een normale lader bij u thuis of een openbaar laadpunt. (Raadpleeg 'AC- laden' voor meer informatie.) DC-laden: Bij openbare laadpunten kunt u U kunt de Bereikwaarschuwing...
Pagina 24
Informatie over laadtijd Laadprocedure Economisch batterijtype Batterijtype met langere duur Opladen tot 100% duurt Opladen tot 100% duurt ongeveer 6 uur bij ongeveer 9 uur en 15 minuten bij 7,2 kW kamertemperatuur. kamertemperatuur. AC-laden Opladen tot 100% duurt Opladen tot 100% duurt ongeveer 4 uur en 20 minuten ongeveer 6 uur en 50 minuten bij 10,5 kW...
Pagina 25
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem 1-18...
Pagina 26
LAADINDICATIELAMPJE ELEKTRISCHE AUTO Laadstatus OOSEV010009L Bij het laden van de hoogspanningsbatterij kan het laadniveau van buiten de auto worden gecontroleerd. (1) Laadstatus Lampstatus Meer informatie Laadklep geopend (opladen stand-by) wit AAN Laden groen AAN Gepland laden ingesteld groen lampje knippert Laadfout (storing laadsysteem) rood lampje knippert...
Pagina 27
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem (2) Laadstatus Lampstatus Meer informatie Vóór het laden Tijdens het laden (brandt) (knippert) Laadniveau van de hoogspanningsbatterij erg laag geel geel Laadniveau van de hoogspanningsbatterij laag groen groen Laadniveau van de hoogspanningsbatterij gemiddeld groen groen Laadniveau van de hoogspanningsbatterij...
Pagina 28
LAADSTEKKERVERGRENDELING Laadstekker in de AUTO/LOCK- Wanneer de laadstekker vergrendeld is modus LOCK AUTO Vóór het opladen Tijdens het opladen Na het opladen LOCK-modus (controlelampje uit): De stekker wordt vergrendeld wanneer de laadstekker in de laadaansluiting wordt gestoken. De stekker blijft vergrendeld tot OOSEVQ019006 alle portieren door de bestuurder [A] : Auto-modus, [B] : Lock-modus...
Pagina 29
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem GEPLAND LADEN Gepland laden Als u op de toets geplande laadprocedure deactiveren (2) drukt (indien van toepassing) om direct met het laden van de U kunt een laadplanning voor uw auto batterij te beginnen, moet het laden instellen met behulp van het audio- of binnen 3 minuten na het aansluiten navigatiescherm of de Blue Link-...
Pagina 30
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR LADEN ELEKTRISCHE AUTO Voorzorgsmaatregelen voor WAARSCHUWING laden De elektromagnetische golven die de lader produceert kunnen ernstige AC-lader problemen veroorzaken in medische apparaten, zoals een geïmplanteerde pacemaker. Vraag, als u medische apparaten, zoals een geïmplanteerde pacemaker, gebruikt, aan uw arts en de fabrikant van de lader of het laden van uw elektrische auto effect heeft op de werking van de apparatuur.
Pagina 31
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem WAARSCHUWING WAARSCHUWING Raak bij het aansluiten van de kabel Onderbreek de laadprocedure direct op de lader en de laadaansluiting op als u abnormale verschijnselen de auto de laadstekker, de laadplug waarneemt (geur, rook). en de laadaansluiting niet aan.
Pagina 32
Het controleren van het symbool Type B op het oplaadlabel (Voor Europa) Type A OOSEVQ011093L OOSEVQ011092L OOSEVQ011091L Oplaadlabel bevindt zich aan de binnenzijde van de laadklep en u vindt OOSEVQ011091L het geschiktheidssymbool voor uw Het oplaadlabel bevindt zich op voertuigtype op de laadstekker. het scharnier van het klepje van de laadaansluiting en u vindt het geschiktheidssymbool voor uw...
Pagina 33
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Voorzorgsmaatregelen voor laden Elektrische laadkabel met een AC- en draagbare lader 1. Controleer na het openen van de laadklep het oplaadsymbool onderaan het waarschuwingslabel 2. Controleer het symbool van de laadstekker op de kabel van de AC- of druppellader 3.
Pagina 34
Tabel met symbolen van elektrische laadkabels Laden met AC-lader en draagbare lader Type voeding Configuratie Type accessoire Spanningsbereik Symbool Autostekker en laadaansluiting DC-laden Type voeding Configuratie Type accessoire Spanningsbereik Symbool 200 V tot 920 V Autostekker en 7P COMBI laadaansluiting 200 V tot 920 V 1-27...
Pagina 35
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem LADEN VAN ELEKTRISCHE AUTO AC-laden Informatie AC-lader Indien u de laadklep niet kunt openen omdat het vriest, moet u hier licht op tikken of ijs in de nabijheid van de laadklep verwijderen. Probeer niet om de laadklep met kracht te openen.
Pagina 36
AC-lader OLFP0Q5007K OOSEV040133L 7. Sluit de laadplug aan op de elektrische 9. Nadat het laden gestart is, wordt aansluiting van een AC-laadpunt om de geschatte laadtijd gedurende te beginnen met laden. ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. 8. Controleer of het laadindicatielampje voor de hoogspanningsbatterij ( Als u tijdens het laden het in het instrumentenpaneel AAN gaat.
Pagina 37
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Controleren van laadstatus OOSEV010008L Bij het laden van de hoogspanningsbatterij kan het laadniveau van buiten de auto worden gecontroleerd. Lampstatus Meer informatie Vóór het laden Tijdens het laden (brandt) (knippert) Laadniveau van de hoogspanningsbatterij erg laag geel geel...
Pagina 38
Loskoppelen van AC-lader AC-lader OOSEV010015L 3. Zorg ervoor dat u het klepje van de OLFP0Q5007K aansluiting voor de lader aanbrengt. 1. Neem, nadat de laadprocedure 4. Zorg ervoor dat de laadklep goed voltooid is, de laadplug los van de gesloten wordt. elektrische aansluiting van het AC- laadpunt.
Pagina 39
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem DC-laden Aansluiten van DC-lader 1. Trap het rempedaal in en activeer de DC-lader parkeerrem. 2. Zet alle schakelaars UIT, schakel naar P (Parkeren) en zet de auto UIT. OAEEQ016023 Bij openbare laadpunten kunt u de snellaadprocedure gebruiken.
Pagina 40
6. Houd de handgreep van de Informatie laadstekker vast en sluit de Tijdens het laden kan er niet van de laadstekker aan op de laadaansluiting stand P (Parkeren) naar een andere van de auto. Duw de stekker helemaal versnellingsstand worden geschakeld. naar binnen.
Pagina 41
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Controleren van laadstatus OOSEV010008L Bij het laden van de hoogspanningsbatterij kan het laadniveau van buiten de auto worden gecontroleerd. Lampstatus Meer informatie Vóór het laden Tijdens het laden (brandt) (knippert) Laadniveau van de hoogspanningsbatterij erg laag geel geel...
Pagina 42
Loskoppelen van DC-lader Het laadniveau van de draagbare lader instellen 1. Verwijder de laadstekker als de DC- laadprocedure voltooid is of als u de DC-lader niet langer wilt gebruiken. Raadpleeg de handleiding van elke DC-lader voor details over het loskoppelen van de laadstekker. Wandcon- Stekker tactdoos...
Pagina 43
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Voorbeeld van het instellen van het ICCB-laadniveau Dit voorbeeld dient alleen ter referentie en kan verschillen afhankelijk van de omgeving. Uitgangsstroom ICCB-laadniveau Weergavevenster regeleenheid 14-16 A 12 A 13-12 A 10 A 11-10 A 9-8 A OOSEVQ018055 OPGELET...
Pagina 44
Aansluiten van draagbare lader (ICCB: In-Cable Control Box) Wandcon- Stekker tactdoos OOSEVQ010008L 5. Duw op de laadklep op de plek van het pictogram om deze te openen. De OLFP0Q5020K laadklep kan alleen worden geopend 1. Steek de stekker in een wanneer de klep is ontgrendeld.
Pagina 45
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Informatie Laadstekker in de AUTO/LOCK-modus De laadstekker is gedurende een verschillende tijdsperiode vergrendeld in de aansluiting, afhankelijk van welke modus is geselecteerd. LOCK-modus : De stekker wordt vergrendeld wanneer de laadstekker in de laadaansluiting wordt gestoken. AUTO-modus : De stekker wordt OOSEV040133L vergrendeld als het opladen begint.
Pagina 46
Controleren van laadstatus OOSEV010008L Bij het laden van de hoogspanningsbatterij kan het laadniveau van buiten de auto worden gecontroleerd. Lampstatus Meer informatie Vóór het laden Tijdens het laden (brandt) (knippert) Laadniveau van de hoogspanningsbatterij erg laag geel geel Laadniveau van de hoogspanningsbatterij laag groen groen Laadniveau van de hoogspanningsbatterij...
Pagina 47
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem 1-40...
Pagina 49
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem 1-42...
Pagina 50
Loskoppelen van draagbare lader (ICCB: In-Cable Control Box) OOSEV010015L 2. Zorg ervoor dat u het klepje van de aansluiting voor de lader aanbrengt. OOSEVQ018046L 3. Zorg ervoor dat de laadklep goed 1. Hou de laadstekkerhendel vast en trek gesloten wordt. hem naar buiten.
Pagina 51
Laden met een versleten of Gebruik alleen een draagbare beschadigde wandcontactdoos kan lader die door HYUNDAI Motors voor risico op een elektrische schok gecertificeerd is. zorgen. Als u twijfelt over de staat van Probeer een draagbare lader niet...
Pagina 52
Draagbaar laden (Type B) Draagbare lader ONX4EPHQ011024L 4. Houd de toets (1) voor op de OOSEVQ011047L regeleenheid 2 tot 8 seconden (1) Code en stekker (Code ingesteld) ingedrukt om het laadniveau aan te (2) Regeleenheid passen. (Zie het laadkabeltype en het voorbeeld voor het instellen van het (3) Laadkabel en laadstekker laadniveau.)
Pagina 53
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Voorbeeld van het instellen van het ICCB-laadniveau Dit voorbeeld dient alleen ter referentie en kan verschillen afhankelijk van de omgeving. Uitgangsstroom ICCB-laadniveau Weergavevenster regeleenheid 14-16 A 12 A 13-12 A 10 A 11-10 A 9-8 A ONX4EPHQ011007L OPGELET...
Pagina 54
Aansluiten van draagbare lader (ICCB: In-Cable Control Box) Wandcon- Stekker tactdoos OOSEVQ010008L 5. Duw op de laadklep op de plek van het pictogram om deze te openen. De OLFP0Q5020K laadklep kan alleen worden geopend 1. Steek de stekker in een wanneer de klep is ontgrendeld.
Pagina 55
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem 10. Controleer of het laadindicatielampje Informatie voor de hoogspanningsbatterij ( ) in Laadstekker in de AUTO/LOCK-modus het instrumentenpaneel AAN gaat. Als het laadindicatielampje ( ) UIT is, De laadstekker is gedurende een wordt de hoogspanningsbatterij niet verschillende tijdsperiode vergrendeld geladen.
Pagina 56
Controleren van laadstatus OOSEV040133L 11. Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende OOSEV010008L ongeveer 1 minuut weergegeven op Bij het laden van de het instrumentenpaneel. hoogspanningsbatterij kan het laadniveau van buiten de auto worden Als u tijdens het laden het gecontroleerd.
Pagina 57
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Laadstatuscontrolelampje voor draagbare lader Regeleenheid ONX4EPHQ011008L Controlelampje Meer informatie VOEDING Aan: Stroom aan Aan: Laden LADEN Knipperen: Stroombeperking omwille van een hoge temperatuur van de stekker of hoge interne temperatuur STORING Knipperen: Opladen onderbroken 1-50...
Pagina 58
Controlelampje Meer informatie Aan: Fout tijdens het laden / Fout tijdens de zelfdiagnose Foutcode Onderdeel Oorzaak Communicatie Communicatiefout met het met de Control voertuig Pilot Stroomlek Fout in lader Waarschuwing te hoge temperatuur van de stekker Temperatuur van Fout door temperatuur van de de stekker stekker Fout in lader...
Pagina 59
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Controlelampje Meer informatie 12 A 10 A LAADNIVEAU * De regeleenheid De laadstroom verandert elke keer dat de toets (1) minder dan 1 seconde wordt ingedrukt terwijl de lader is aangesloten op een stroomvoorziening maar niet op de auto.
Pagina 60
Laadstroom Stekker verbonden met een contactdoos (groene POWER-lampje brandt) We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. ONX4EPHQ011009L Voordat u de laadstekker op het voertuig aansluit (groene POWER-lampje brandt, rode storingslampje knippert) Abnormale temperatuur Storing in ICCB (In-Cable Control Box) We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 61
1 minuut niet Storing in diagnoseapparaat wijzigt. Stroomlek Abnormale temperatuur We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. ONX4EPHQ011010L Foutcode stroomlek (groene POWER- lampje brandt, rode storingslampje knippert) Als u de stekker van de lader...
Pagina 62
Loskoppelen van draagbare lader 3. Zorg ervoor dat de laadklep goed gesloten wordt. (ICCB: In-Cable Control Box) Wandcon- Stekker tactdoos OOSEVQ018046L OAEEQ016061 1. Hou de laadstekkerhendel vast en trek 4. Neem de stekker uit de hem naar buiten. wandcontactdoos. Trek niet aan de kabel bij het losnemen van de stekker.
Pagina 63
Control Box) aanraken. Gebruik alleen een draagbare Houd de regeleenheid droog. lader die door HYUNDAI Motors gecertificeerd is. Houd de AC-laadaansluiting en stekkerpool vrij van vuil. Probeer een draagbare lader niet te repareren, te demonteren of te Ga niet op de kabel of het snoer staan.
Pagina 64
5. Als de auto met een andere normaal werkende lader ook niet kan worden geladen, bevelen wij u aan om contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer voor een inspectie. 6. Als het laden mislukt en het waarschuwingslampje service ( ) in het instrumentenpaneel brandt, raden we aan contact op te nemen met een officiële...
Pagina 65
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem RIJDEN MET EEN ELEKTRISCHE AUTO Starten van de auto Uitzetten van de auto 1. Neem, terwijl u de Smart Key bij u 1. Houd het rempedaal ingetrapt als de draagt, plaats in de bestuurdersstoel. auto stilstaat.
Pagina 66
Actieradius De actieradius die wordt weergegeven op het instrumentenpaneel nadat het laden is voltooid, kan aanzienlijk variëren, afhankelijk van vorige rijpatronen. Als vorige rijpatronen ook bestonden uit rijden met hoge snelheid, waardoor de hoogspanningsbatterij meer elektriciteit gebruikte dan normaal, wordt de geschatte actieradius beperkt.
Pagina 67
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem Tips voor het vergroten van de Power/Charge-meter actieradius Als u veelvuldig gebruik maakt van de airconditioning/verwarming, wordt er veel elektriciteit onttrokken aan de hoogspanningsbatterij. Hierdoor kan de actieradius kleiner worden. Daarom wordt geadviseerd de temperatuur in het interieur in de AUTO-modus in te stellen op 22 °C.
Pagina 68
) gaat branden, kan er nog 20 ~ 30 km met de auto worden gereden Laat uw auto inspecteren door een (afhankelijk van de rijsnelheid, de officiële HYUNDAI-dealer als het verwarming/airconditioning, de waarschuwingslampje gaat branden weersomstandigheden, de rijstijl en tijdens het rijden of als het niet uitgaat andere factoren).
Pagina 69
In dat geval adviseren we u voorzichtig het waarschuwingslampje laag te rijden en het voertuig te laten vermogen AAN is. controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. Als het niveau van de hoogspanningsbatterij laag is, Het kost mogelijk meer moeite dan...
Pagina 70
LCD-displayberichten Haal stekker uit de wagen om te starten Schakel naar P om laden te starten OOSEV040498L OOSEV040497E Deze melding wordt weergegeven Deze melding wordt weergegeven wanneer u de auto start zonder dat als u de laadkabel aansluit terwijl de u de laadkabel loskoppelt.
Pagina 71
AC-lader of een draagbare lader van HYUNDAI, dan raden originele draagbare lader van HYUNDAI, wij u aan om uw auto te laten nakijken dan raden wij u aan om uw auto te laten door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 72
) en het waarschuwingslampje laag vermogen In dat geval adviseren we u de auto ) gaan tegelijkertijd branden. te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Het vermogen van de auto wordt gereduceerd om het energieverbruik van EV-batterij laag de hoogspanningsbatterij te beperken.
Pagina 73
Het laden van de batterij helpt om het vermogen te verhogen. OPMERKING Als deze waarschuwingsmelding nog steeds wordt weergegeven, zelfs wanneer de buitentemperatuur gestegen is, adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 1-66...
Pagina 74
We adviseren een bepaald niveau geladen is of de u het voertuig naar de dichtstbijzijnde spanning daalt. officiële HYUNDAI-dealer te laten voeren en te laten controleren. Als de temperatuur van de elektromotor of de Controleer virtueel systeem...
Pagina 75
Ga niet rijden als de waarschuwingsmel- ding wordt weergegeven. OOSEV040481L In dat geval adviseren we u de auto De auto staat stil. te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. (Geen energiestroom) EV-aandrijving OOSEV040482L De auto rijdt uitsluitend op elektrisch vermogen.
Pagina 76
Regeneratief remmen Hulpaccu laadfunctie + De Hulpaccu laadfunctie + is een functie die de laadstatus van de 12 V hulpaccu bijhoudt. Als het laadniveau van de hulpaccu laag is, laadt de hoogspanningsbatterij de hulpaccu op. Informatie De Hulpaccu laadfunctie + staat niet aan wanneer het voertuig wordt OOSEV040139L afgeleverd.
Pagina 77
Voorwoord / Overzicht van het elektrisch systeem WAARSCHUWING Informatie De Hulpaccu laadfunctie + is maximaal 20 minuten actief. Als de Aux. Battery Saver+-functie vaker dan 10 keer achter elkaar actief wordt in de automatische modus, dan wordt de functie niet meer ingeschakeld, omdat dan verondersteld wordt dat er een probleem is met de hulpaccu.
Pagina 78
Als er gelekte vloeistof in uw ogen of staan. We adviseren u contact op te op uw huid terechtkomt, spoel dan nemen met de brandweer of met een onmiddellijk met veel schoon water officiële HYUNDAI-dealer. of een zoutoplossing en zoek zo snel mogelijk medische hulp. 1-71...
Pagina 79
We raden u aan om voor uw voertuig de auto dan met alle vier wielen alleen de benoemde originele van de grond. Als de auto gesleept HYUNDAI-onderdelen te gebruiken, moet worden met twee wielen modificeren of installeren of het op de grond, doe dit dan met de equivalent (van het originele voorwielen van de grond.
Pagina 80
Blokkeeraansluiting Serviceplug OOSEV070120CZ OOSEVQ018022 Knip in geval van nood de kabel van de blokkeeraansluiting door om de GEVAAR hoogspanning van de batterij te isoleren. Raak de serviceplug onder de achterbank nooit aan. WAARSCHUWING De serviceplug is verbonden met het Koppel de blokkeeraansluiting nooit los systeem van de hoogspanningsbatterij.
Pagina 82
2. Voertuiginformatie Overzicht exterieur (I) ..................2-2 Overzicht exterieur (II) ..................2-3 Overzicht interieur (I) ..................2-4 Overzicht interieur (II) ..................2-5 Motorruimte ...................... 2-6 Afmetingen ......................2-7 Specificaties elektrische auto ................2-7 Wattage lamp ....................2-8 Banden en wielen ..................... 2-9 Belastingsindex en snelheidsindex banden (voor Europa) ......2-10 Airconditioningsysteem...................2-10 Inhoud en gewicht ...................2-10 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ..........2-11...
Pagina 83
Voertuiginformatie Vooraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSEV010001L 1. Motorkap ..........5-30 6. Buitenspiegels ........5-18 2. Koplamp ..........9-40 7. Schuif-/kanteldak ........5-25 3. Dagrijverlichting ......5-41, 9-40 8. Laadklep ..........5-34 4. Richtingaanwijzer .........9-40 9. Voorruitenwisserbladen ......9-13 5. Banden en wielen ........9-18 10.
Pagina 84
Achteraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSEV010002L 1. Antenne ..........5-84 5. Derde remlicht ........9-48 2. Portieren ..........5-9 6. Achterklep ..........5-32 3. Achterlichtunit ........9-46 7. Achteruitrijcamera ....... 7-104 4. Richtingaanwijzer, Mistachterlicht, 8. Achterruitenwisserbladen .....9-14 Achteruitrijlicht ........9-46...
Pagina 85
Voertuiginformatie De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSEV010003L 1. Vergrendel-/ontgrendelknop portier ...5-10 9. Toets parkeerveiligheid ......7-118 2. Schakelaar inklapbare 10. Toets head-updisplay ......5-36 buitenspiegel ........5-20 11. Selectietoets AUTO/LOCK-modus ..1-21 3. Achteruitkijkspiegel buiten 12. Toets ESC OFF........6-32 controleschakelaar ........
Pagina 86
De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OOSEV010004L 1. Instrumentenpaneel ....... 4-2 14. USB- en iPod®-aansluiting ....5-84 2. Claxon ............ 5-16 15. Stoelverwarming/ 3. Bestuurdersairbag ........ 3-46 Stoelventilatiesysteem ......3-18 16. Toets rijmodus ........6-38 4. Toets START/STOP ........6-4 17.
Pagina 87
Voertuiginformatie MOTORRUIMTE De werkelijke motorruimte in de auto kan afwijken van de afbeelding. OOSEV078001 1. Expansievat koelvloeistof ...... 9-8 4. Accu (12 Volt) ......... 9-15 2. Remvloeistofreservoir ......9-9 5. Dop expansievat koelvloeistof ....9-8 3. Zekeringkast .......... 9-34 6. Ruitenwisservloeistofreservoir .....9-10...
Pagina 88
AFMETINGEN Onderwerpen Totale lengte 4.205 Totale breedte 1.800 Totale hoogte 1.555 / 1.570 * Spoorbreedte vóór 1.564 Spoorbreedte achter 1.575 Wielbasis 2.600 met roof rack *1 : SPECIFICATIES ELEKTRISCHE AUTO Type met langere Onderwerpen Economisch type duur Max. vermogen 100 kW 150 kW Elektromotor Max.
Pagina 89
Voertuiginformatie WATTAGE LAMP Lamp Gloeilamp Wattage Laag (Type A) Hoog (Type A) Laag (Type B) Koplamp Hoog (Type B) Low Beam Voor Assist - statische verlichting Richtingaanwijzer PY21W Richtingaanwijzer (Buitenspiegel) Lamp dagrijverlichting (DRL) / stadslicht Remlicht/ achterlicht P21/5W (Type A) Achterlicht (Type A) Remlicht/...
Pagina 90
BANDEN EN WIELEN Bandenspanning Aanhaalmo- bar (kPa) ment wiel- Banden- Normale Maximumbelas- Onderdeel Velgmaat bout maat belasting * ting kgf·m (N·m) Voor Achter Voor Achter Standaard- 11~13 215/55 R17 7,0J X 17 band (250) (250) (250) (250) (107~127) Normale belasting: Maximaal 3 personen *1 : OPMERKING Het is toegestaan de standaard bandenspanning met 0,2 bar te verhogen...
Pagina 91
R-134a R-1234yf 1.000 ± 5 binnencondensor R-134a Compressorolie 180 ± 10 Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. INHOUD EN GEWICHT Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht Inhoud bagageruimte Type met langere Economisch type Min.
Pagina 92
AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN EN HOEVEELHEDEN Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van de auto uitsluitend smeermiddelen van de juiste kwaliteit. Deze smeermiddelen en vloeistoffen worden aanbevolen voor gebruik in uw auto. Smeermiddel Hoeveelheid Classificatie 70W, API GL-4, Reductieoverbrengingsvloeistof TCGO-9(MS517-14) zonder verwarmings-...
Pagina 93
Voertuiginformatie VOERTUIGIDENTIFICATIE VOERTUIGCERTIFICATIELABEL Chassisnummer OOS087002 Op het voertuigcertificatielabel op de OOS087001 middenstijl aan bestuurderszijde (of Het voertuigidentificatienummer (VIN) voorpassagierszijde) staat het voertuig- is het nummer dat gebruikt wordt bij de identificatienummer (VIN). registratie van uw auto en bij alle zaken die te maken hebben met eigendom, BANDENSPANNINGSLABEL enz.
Pagina 94
(2). De met radiofrequenties werkende componenten van dit voertuig voldoen aan de eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1995/5/EG. Meer informatie, waaronder de conformiteitsverklaring van de fabrikant, kunt u vinden op deze website van HYUNDAI: http://service.hyundai-motor.com 2-13...
Pagina 96
3. Veiligheidssysteem In dit hoofdstuk vindt u belangrijke informatie over hoe u uzelf en uw passagiers kunt beschermen. Het geeft uitleg over hoe u uw stoelen en veiligheidsgordels correct gebruikt en hoe uw airbags werken. Daar- naast wordt in dit hoofdstuk uitgelegd hoe u baby's en kinderen op de juiste manier in uw auto vervoert. Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ..........3-2 Doe uw veiligheidsgordel altijd om ................
Pagina 97
Veiligheidssysteem BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN In dit hoofdstuk en deze handleiding Afleiding van de bestuurder vindt u veel veiligheidsmaatregelen en Afleiding van de bestuurder vormt een adviezen. De veiligheidsmaatregelen in ernstig en potentieel dodelijk gevaar, dit hoofdstuk zijn de belangrijkste. vooral voor onervaren bestuurders. Veiligheid moet de eerste zorg zijn Doe uw veiligheidsgordel altijd achter het stuur.
Pagina 98
Pas uw snelheid aan Te hoge snelheid is een belangrijke factor bij letselongevallen en doden. Over het algemeen geldt dat hoe hoger de snelheid, hoe groter het risico, maar bij lagere snelheden kan ernstig letsel ontstaan. Rijd nooit sneller dan veilig is voor de huidige omstandigheden, ongeacht de toegestane maximumsnelheid.
Pagina 100
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Airbags U kunt voorzorgsmaatregelen treffen Het afstellen van de stoelen zodat u in om het risico op verwondingen door een een veilige, comfortabele positie zit, opblazende airbag te reduceren. Als u te speelt een belangrijke rol bij de veiligheid dicht bij een airbag zit, neemt het risico van bestuurder en passagiers, samen op letsel aanzienlijk toe als de airbag...
Pagina 101
Veiligheidssysteem Veiligheidsgordels Voorstoelen Doe bij elke rit voor het wegrijden eerst De voorstoel kan worden versteld met de veiligheidsgordel om. Passagiers behulp van de bedieningshendel (of moeten te allen tijde rechtop zitten en de -knop) of schakelaars aan de buitenzijde veiligheidsgordel correct dragen.
Pagina 102
OPGELET Om letsel te voorkomen: Verstel uw stoel niet terwijl u uw veiligheidsgordel draagt. Het naar voren verplaatsen van de stoel kan hoge druk op uw buik veroorzaken. Zorg er tijdens het verstellen van de stoel voor dat uw handen of vingers niet bekneld raken in het OOS037003 mechanisme.
Pagina 103
Veiligheidssysteem Verstellen van de rugleuning Zitten in een liggende positie wanneer het voertuig in beweging is, kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de gordel is vastgemaakt, wordt de bescherming van uw veiligheidssysteem (veiligheidsgordels en/of airbags) aanzienlijk verminderd door uw rugleuning achterover te kantelen. WAARSCHUWING OOS037004 Rijd NOOIT met een naar achteren...
Pagina 104
Elektrische verstelling (indien van toepassing) WAARSCHUWING Laat kinderen NOOIT zonder toezicht in de auto achter. Kinderen kunnen per ongeluk op de afstelschakelaar drukken en vast komen te zitten in het stoelmechanisme terwijl de stoel beweegt. OOS037005 Verstellen in voor-/achterwaartse richting OPMERKING Om de stoel naar voren of naar achteren Om beschadiging van de stoelen te...
Pagina 105
Veiligheidssysteem Verstellen van de rugleuning Zitten in een liggende positie wanneer het voertuig in beweging is, kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de gordel is vastgemaakt, wordt de bescherming van uw veiligheidssysteem (veiligheidsgordels en airbags) aanzienlijk verminderd door uw rugleuning achterover te kantelen. WAARSCHUWING OOSEV038001 Rijd NOOIT met een naar achteren...
Pagina 106
Achterstoelen Opklappen van de achterbank De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten. WAARSCHUWING Laat passagiers nooit op de neergeklapte rugleuning zitten OOS037008 terwijl de auto rijdt. Dit is geen Lendensteun goede zitpositie en er zijn geen (bestuurdersstoel, indien van toepassing)
Pagina 107
Veiligheidssysteem OOS037020 OOS037022 5. Til de rugleuning op en duw deze 3. Breng de veiligheidsgordel naar de buitenzijde van de achterbank voordat naar achteren om de achterbank te gebruiken. u de rugleuning neerklapt. Anders kan het gordelsysteem worden gestoord Duw de rugleuning stevig naar door de rugleuning.
Pagina 108
Armsteun (indien van toepassing) OPGELET Beschadiging van de veiligheidsgordels achter Steek, wanneer u de stoel neerklapt, de gordelsluiting in de opbergruimte tussen de rugleuning en de zitting. Hierdoor wordt voorkomen dat de gordelsluiting beschadigd raakt. OPGELET Veiligheidsgordels achter OOS037024 Zorg bij het omhoog klappen van de De armsteun bevindt zich midden op de rugleuning dat u de schoudergordels in achterbank.
Pagina 109
Veiligheidssysteem OPMERKING Hoofdsteun Sla, om beschadiging te voorkomen, De voorstoelen en de achterbank van de auto hebben verstelbare hoofdsteunen. NOOIT tegen de hoofdsteun en trek er niet aan. De hoofdsteunen bieden comfort voor passagiers, maar wat nog belangrijker is, ze zijn ontworpen om passagiers te OPGELET beschermen tegen whiplash en ander nek- en rugletsel tijdens een ongeval,...
Pagina 110
Hoofdsteunen voorstoelen OOS037010 Verstellen in voor-/achterwaartse richting OOSEV038012L De hoofdsteun kan in 3 standen De bestuurdersstoel en de naar voren worden versteld door de voorpassagiersstoel zijn voorzien van een hoofdsteun tot de gewenste aanslag naar verstelbare hoofdsteun voor de veiligheid voren te trekken.
Pagina 111
Veiligheidssysteem Type A OLF034015 OOS037011 Type B OPMERKING Wanneer u de rugleuning naar voren klapt terwijl de hoofdsteun en zitting niet zijn ingeklapt, raakt de hoofdsteun mogelijk de zonneklep of andere onderdelen van de auto. OOS037012 Verwijderen/Plaatsen Hoofdsteun verwijderen: 1. Kantel de rugleuning (2) achterover met behulp van de rugleuninghoekhendel of -schakelaar (1).
Pagina 112
Hoofdsteunen achterstoelen Type A OOSEV038004 Type B OOSEV038030L Elke achterstoel is voor de veiligheid en het comfort van de passagier voorzien van een hoofdsteun. OPGELET Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden van de hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevindt als de bovenkant van de ogen.
Pagina 113
Veiligheidssysteem Plaatsen van de hoofdsteun: 1. Stop de pennen van de hoofdsteun (3) in de gaten terwijl u de ontgrendelknop (1) indrukt. 2. Stel de hoofdsteun vervolgens op de gewenste hoogte af. WAARSCHUWING Zorg dat de hoofdsteun wordt vergrendeld nadat deze is versteld, OOS037018 zodat de inzittenden optimaal Hoogte afstellen...
Pagina 114
Iedere keer als u op de toets drukt, WAARSCHUWING verandert de temperatuurinstelling Plaats NIETS op de stoel dat warmte voor de stoel als volgt: isoleert als de stoelverwarming wordt gebruikt, zoals een deken of HOOG ( een stoelkussen. Hierdoor kan de stoelverwarming oververhit raken, LAAG ( MIDDEN (...
Pagina 115
Als er niets Iedere keer als u de toets indrukt, verandert, adviseren wij u de auto te verandert de luchtstroom als volgt: laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. HOOG ( LAAG ( MIDDEN ( 3-20...
Pagina 116
VEILIGHEIDSGORDELS Dit hoofdstuk beschrijft het juiste gebruik Zorg ervoor dat de gordel vlak over van de veiligheidsgordels. Het beschrijft uw lichaam loopt en niet gedraaid ook enkele dingen die u niet moet doen is. Een gedraaide veiligheidsgordel beschermt u niet goed bij een terwijl u de veiligheidsgordel draagt.
Pagina 117
Veiligheidssysteem Waarschuwingslampje veiligheidsgordel Waarschuwingslampje veiligheidsgordels Instrumentenpaneel OOSEV030010L Waarschuwingslampje voorpassagiersgordel Als herinnering voor de voorpassagier brandt telkens als de toets Start/ OOSEV030009L Stop wordt ingeschakeld het Waarschuwingslampje bestuurdersgordel waarschuwingslampje van de voorpassagiersgordel gedurende Als herinnering voor de bestuurder gaat ongeveer 6 seconden, ongeacht telkens als de toets Start/Stop wordt of de gordel is vastgemaakt.
Pagina 118
Als de veiligheidsgordel niet is WAARSCHUWING vastgemaakt terwijl de toets Start/ Het meerijden in een onjuiste Stop in stand ON wordt gezet, zal zithouding beïnvloedt het het waarschuwingslampje voor gordelwaarschuwingssysteem de veiligheidsgordel ongeveer 70 voorpassagier negatief. De bestuurder seconden branden. moet de passagier instrueren om Als u begint te rijden zonder dat de correct te gaan zitten zoals dit is...
Pagina 119
Veiligheidssysteem OPMERKING Veiligheidsgordels Driepuntsgordel Als de veiligheidsgordel niet soepel uit de oprolautomaat kan worden getrokken, trek dan krachtig aan de veiligheidsgordel en laat hem dan los. Nadat u hem hebt losgelaten, kunt u de gordel weer soepel uit de oprolautomaat trekken. ODH033055 Vastmaken van de gordel: Trek de gordel uit de oprolautomaat...
Pagina 120
Hoogteverstelling U kunt de hoogte van het gordelomkeerpunt in één van de vier verschillende posities zetten voor maximaal comfort en maximale veiligheid. Het schoudergedeelte moet zo worden ingesteld dat het over uw borst loopt en midden over uw schouder bij het portier ligt, niet over uw nek.
Pagina 121
Veiligheidssysteem Middelste veiligheidsgordel achter Gordelspanner veiligheidsgordel (Driepuntsgordel middelste zitplaats achter) OLMB033039 De veiligheidsgordels van de bestuurder en voorpassagier en de OOSEV038031L achterpassagier (indien van toepassing) Gebruik voor het bevestigen van de zijn uitgerust met gordelspanners middelste veiligheidsgordel achter het (blokkeerautomaat met gordelspanner). gordelslot met de aanduiding CENTER.
Pagina 122
Probeer nooit zelf de voorspanners te controleren, onderhouden, repareren of vervangen. We raden u aan om hiervoor contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Stel de veiligheidsgordels niet bloot aan schokken. OOSEV038032L...
Pagina 123
SRS- regelmodule zo snel mogelijk door Hoewel het niet giftig is, kan het fijne een officiële HYUNDAI-dealer te laten stof huidirritatie veroorzaken en moet controleren. het niet gedurende langere tijd worden ingeademd. Was de huid van alle...
Pagina 124
Extra voorzorgsmaatregelen Kinderen en het gebruik van veiligheidsgordels veiligheidsgordel Gebruik van veiligheidsgordels bij Baby's en kleine kinderen zwangerschap De meeste landen hebben wetten betreffende kinderzitjes, die eisen De veiligheidsgordel moet altijd worden dat kinderen in geschikte kinderzitjes gebruikt tijdens de zwangerschap. De reizen, waaronder stoelverhogers.
Pagina 125
Veiligheidssysteem Het kinderzitje moet geschikt zijn Gewonde mensen en het gebruik voor de grootte en het gewicht van van veiligheidsgordels het kind. Controleer het label op het Gewonde mensen moeten altijd de kinderzitje voor deze informatie. veiligheidsgordel dragen. Raadpleeg een Raadpleeg voor meer informatie arts voor specifieke aanbevelingen.
Pagina 126
Het complete veiligheidsgordelsysteem of de complete veiligheidsgordelsystemen moeten worden vervangen als ze bij een ongeval betrokken zijn geraakt. Dit moet ook worden gedaan als er geen schade zichtbaar is. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. 3-31...
Pagina 127
Kinderen die te groot zijn voor Laat de HYUNDAI-dealer na een kinderzitje moeten de aanwezige een ongeval het kinderzitje, de veiligheidsgordel gebruiken. veiligheidsgordels, de ISOFIX-...
Pagina 128
Kiezen van een kinderzitje Doe bij het kiezen van een kinderzitje altijd het volgende: Controleer of het kinderzitje is voorzien van een label waarop staat dat het desbetreffende zitje wettelijk goedgekeurd is. Een kinderzitje mag alleen worden gebruikt als het is goedgekeurd conform de norm ECE-R44 of ECE-R129.
Pagina 129
Veiligheidssysteem Zittingverhogingen Een stoelverhoger is een kinderzitje dat de loop van de veiligheidsgordel van de auto verbetert. Een stoelverhoger plaatst het kind zo dat de veiligheidsgordel correct over de sterkere delen van het lichaam van het kind loopt. Houd uw kinderen in stoelverhogers tot ze groot genoeg zijn om goed in de veiligheidsgordel te passen.
Pagina 130
Plaatsen van een kinderzitje Zorg dat het kinderzitje stevig bevestigd is. Beweeg het kinderzitje naar voren en naar achteren en van WAARSCHUWING links naar rechts om te controleren of het stevig is bevestigd. Een kinderzitje Doe altijd het volgende voordat u een dat met een veiligheidsgordel wordt kinderzitje installeert: bevestigd, moet zo stevig mogelijk...
Pagina 131
Veiligheidssysteem Geschiktheid van elke stoelpositie voor kinderzitjes met gordel & ISOFIX- kinderzitjes overeenkomstig de VN-voorschriften (Informatie voor gebruik door voertuigbezitters en fabrikanten van kinderzitjes) Ja : Geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes Nee : Niet geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes “-”...
Pagina 132
Stoelnummer Positie in de auto Stoelnummer Positie in de auto Links voor rij links Midden voor rij midden Rechts voor rij rechts Opmerking : U moet de rugleuning en stoelhoogte (indien van toepassing) correct instellen. Opmerking : De zitplaats nummer 5 is niet geschikt voor bevestiging van een kinderzitje met steunvoet.
Pagina 133
Veiligheidssysteem Aanbevolen kinderzitjes ECE-R44/R129 Type Gewichtsgroep Naam Fabrikant Goedkeurings- bevestiging nummer Cabriofix & Groep 0+ Maxi Cosi ISOFIX E4 04443907 Familyfix ISOFIX en Groep I Duo Plus Britax Römer bevestigings- E1 04301133 band ISOFIX en Group II KidFix II XP Britax Römer E1 04301323 autogordel...
Pagina 134
ISOFIX-bevestiging en bevestigingsband (ISOFIX-systeem) voor kinderen Het ISOFIX-systeem houdt een kinderzitje vast tijdens het rijden en bij een ongeval. Dit systeem is ontworpen om bevestiging van het kinderzitje gemakkelijker te maken en de kans op het onjuist bevestigen van het kinderzitje te reduceren.
Pagina 135
Veiligheidssysteem Vastzetten van een kinderzitje met het ISOFIX-systeem Plaats een i-Size of ISOFIX-kinderzitje op de volgende wijze op een van de buitenste zitplaatsen achter: 1. Leg de gordelsluiting opzij, uit de buurt van de ISOFIX- bevestigingspunten. 2. Haal andere voorwerpen uit de buurt van de bevestigingspunten zodat niets een correcte verbinding OOS037076...
Pagina 136
Vastzetten van een kinderzitje WAARSCHUWING met behulp van het Top Tether- Neem bij het gebruik van het bevestigingssysteem ISOFIX-systeem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: Lees alle aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje met betrekking tot het plaatsen en volg deze aanwijzingen op.
Pagina 137
Veiligheidssysteem Kinderzitje met een driepuntsgordel WAARSCHUWING bevestigen Neem de volgende Als het ISOFIX-bevestigingssysteem niet voorzorgsmaatregelen in acht bij het wordt gebruikt, moet een kinderzitje aansluiten van de bevestigingsband: altijd met het heupgedeelte van een Lees alle aanwijzingen van de driepuntsgordel worden vastgezet op fabrikant van het kinderzitje met een achterstoel.
Pagina 138
OHI038183L OOS037030 2. Plaats de veiligheidsgordel in de 4. Beperk zo veel mogelijk de speling van de gordel door tegen het kinderzitje te geleider (1) en controleer of de veiligheidsgordel niet gedraaid is. drukken terwijl u de schoudergordel door de blokkeerautomaat laat oprollen.
Pagina 139
Veiligheidssysteem Het werkelijk aantal airbags in de auto kan afwijken van de afbeelding. OOS037034/OOS037070L 1. Bestuurdersairbag 4. Curtain airbag 2. Voorpassagiersairbag 5. ON/OFF-schakelaar voorpassagiersairbag 3. Zijairbag 3-44...
Pagina 140
Auto's zijn voorzien van een WAARSCHUWING airbagsysteem voor de bestuurdersstoel VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGE- en de voorpassagiersstoel. LEN M.B.T. AIRBAGS De frontairbags zijn ontworpen om Gebruik telkens en ALTIJD, bij elke rit de driepuntsveiligheidsgordels aan te veiligheidsgordels voor iedereen en vullen. De veiligheidsgordels moeten kinderzitjes! Zelfs met airbags kunt u tijdens het rijden altijd worden gedragen, ernstig letsel oplopen of overlijden bij...
Pagina 141
Veiligheidssysteem Waar zitten de airbags? WAARSCHUWING Frontairbags bestuurder en Om de kans op ernstig letsel door voorpassagier een zich opblazende airbag voor te beperken, moeten de volgende Bestuurdersairbag voorzorgsmaatregelen getroffen worden: Alle inzittenden moeten altijd hun veiligheidsgordel dragen: de gordel houdt de inzittende zo goed mogelijk op zijn plaats.
Pagina 142
OOSEV038036L OOSEV030034L ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier Weer inschakelen van de Het doel van de schakelaar is om de voorpassagiersairbag: frontairbag van de voorpassagier uit Steek de sleutel of een vergelijkbaar te schakelen als passagiers worden stevig voorwerp in de ON/OFF- vervoerd die een verhoogd risico lopen schakelaar voorpassagiersairbag en op letsel als gevolg van de airbag draai deze naar de ON-stand.
Pagina 143
Laat in dat geval de ON/ OFF-schakelaar voor de voorpassagiersairbag en het airbagsysteem zo spoedig mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OOS037041 Beide voorstoelen van uw auto zijn uitgerust met een zijairbag. Het doel van de airbag is om de bestuurder en...
Pagina 144
Alle inzittenden moeten altijd hun officiële HYUNDAI-dealer. veiligheidsgordel dragen: de gordel houdt de inzittende zo goed mogelijk Curtain airbags op zijn plaats. Laat passagiers niet met het hoofd...
Pagina 145
Veiligheidssysteem Hoe werkt het airbagsysteem? WAARSCHUWING Om de kans op ernstig letsel door een zich opblazende curtain airbag te beperken, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen worden: Alle inzittenden moeten altijd hun veiligheidsgordel dragen: de gordel houdt de inzittende zo goed mogelijk op zijn plaats.
Pagina 146
De kans is groter dat u door een officiële HYUNDAI-dealer de leeggelopen airbags voor u ziet te laten controleren als een van deze hangen na de botsing.
Pagina 147
Veiligheidssysteem Om een goede bescherming te Airbag bestuurder (1) bieden, moeten de airbags snel opblazen. De snelheid waarmee de airbag opblaast is een resultante van de extreem korte tijd waarin de airbag moet worden opgeblazen tussen de inzittende en de auto voordat de inzittende de auto raakt.
Pagina 148
Airbag bestuurder (3) WAARSCHUWING Om te voorkomen dat objecten gevaarlijke projectielen worden wanneer de airbag van de passagier wordt opgeblazen: Monteer of plaats geen voorwerpen (bekerhouder, cd-houder, stickers, enz.) op het paneel voor de voorpassagier boven het dashboardkastje waar de passagiersairbag zich bevindt.
Pagina 149
Was de huid die hiermee in aanraking is gekomen altijd af met koud water en een milde zeepoplossing. Wij adviseren om geactiveerde airbags beslist te laten vervangen bij een officiële HYUNDAI-dealer. Airbags zijn ontworpen voor eenmalig gebruik. 3-54...
Pagina 150
Zet, als de auto moet worden gesleept, de toets Start/Stop in stand LOCK/OFF of ACC om te voorkomen dat de airbag onnodig wordt geactiveerd. Laat alle reparaties aan airbags door een officiële HYUNDAI-dealer uitvoeren. 3-55...
Pagina 151
Veiligheidssysteem OOSEV030015L/ OOSEV038016/ OOSEV030017L/OOS037047/OOS037048 1. Airbagmodule 2. Airbagsensor voor (voorzijde) 3. Druksensor opzij (voor)* 4. Zijairbagsensor (B-stijl)* * : Indien van toepassing 3-56...
Pagina 152
Voorwaarden voor activeren airbags Zijairbags en gordijnairbags Zij- en curtain airbags zijn ontworpen om te worden opgeblazen als een botsing wordt gedetecteerd door sensoren botsing van opzij, afhankelijk van de kracht, snelheid of hoeken van de botsing van opzij. Hoewel de frontairbags voor bestuurder en voorpassagier zijn ontworpen om te worden opgeblazen bij frontale botsingen, kunnen ze ook worden...
Pagina 153
Veiligheidssysteem Voorwaarden voor niet-activeren van de airbags OOSEV030022L De airbags voor worden bij zijdelingse aanrijdingen soms niet geactiveerd. OOSEV030021L De inzittenden bewegen altijd in de Bij bepaalde aanrijdingen met richting van de aanrijding, waardoor het lage snelheden worden de airbags activeren van de airbags voor geen extra niet geactiveerd.
Pagina 154
Informatie Auto's met rollover-sensor De zijairbags en de curtain airbags kunnen worden geactiveerd als de auto over de kop slaat, wanneer dit door de roll-over-sensor wordt gedetecteerd. Auto's zonder rollover-sensor Als de auto is uitgerust met zij- en gordijnairbags, worden deze mogelijk OOSEV030023L geactiveerd wanneer de auto over de Net voor een aanrijding remmen...
Pagina 155
Stop in stand ON staat, of continu blijft onderdelen of de bedrading branden, adviseren we u het systeem ervan niet los, breng geen stickers direct door een officiële HYUNDAI-dealer enzovoort op afdekkappen van het te laten controleren. systeem aan en wijzig niets aan de We adviseren alle werkzaamheden aan carrosseriestructuur.
Pagina 156
Aanvullende Waarschuwingslabel airbag voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid De inzittenden mogen tijdens het rijden niet uit hun stoel komen of van plaats wisselen. Een passagier die tijdens een botsing of noodstop geen veiligheidsgordel draagt, kan tegen de binnenkant van het voertuig of tegen andere inzittenden worden gegooid, of uit het voertuig worden geslingerd.
Pagina 158
4. Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel ..................4-2 Verlichting instrumentenpaneel ..................4-3 Dashboardverlichting ....................4-3 Meters en tellers ......................4-3 Waarschuwings- en controlelampjes ................ 4-6 LCD-displayberichten ..................4-17 LCD-display ......................4-27 Bediening LCD-display ....................4-27 Weergavemodi ......................4-28 Modus van de boordcomputer ................4-29 Rijadvies (TBT, Turn by Turn) ...................4-29 Rijassistentie ......................4-29 Hoofdwaarschuwingslampje .................
Pagina 159
Instrumentenpaneel INSTRUMENTENPANEEL Het werkelijke instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie “Meters en tellers” in dit hoofdstuk voor meer informatie. OOSEV040471L 1. Power/Charge-meter 2. Snelheidsmeter 3. Waarschuwings- en controlelampjes 4. LCD-display (inclusief boordcomputer) 5. Ladingstoestandmeter (SOC) accu...
Pagina 160
Verlichting instrumentenpaneel Meters en tellers Dashboardverlichting Snelheidsmeter km/h OOSEV040056L OOSEV040472L Met behulp van de bedieningstoets kan De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid de sterkte van de dashboardverlichting van de auto aan en is gekalibreerd in geregeld worden wanneer de kilometer per uur (km/h). parkeerlichten of de dim-/grootlichten branden.
Pagina 161
Instrumentenpaneel Ladingstoestandmeter (SOC) voor Buitentemperatuurmeter hoogspanningsbatterij OOSEV040484L De meter geeft de actuele OOSEV040475L buitentemperatuur aan in graden Celsius De ladingstoestandmeter toont de (°C) of graden Fahrenheit. laadstatus van de hoogspanningsbatterij. - Temperatuurbereik: -40°C ~ 60°C De stand “L (Laag)” op de indicator geeft aan dat de hoogspanningsbatterij De buitentemperatuur op het display onvoldoende energie heeft.
Pagina 162
Kilometerteller Actieradius OOSEV040485L OOSEV040486L De kilometerteller geeft de totale afstand De actieradius is de geschatte afstand aan die met de auto is gereden en dient die de auto met de resterende capaciteit ook te worden gebruikt om te bepalen van de hoogspanningsbatterij kan wanneer periodiek onderhoud nodig is.
Pagina 163
Wanneer er een probleem is met bijbehorende onderdelen van het regelsysteem van de elektrische auto, zoals sensoren enz. Laat uw auto inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer als het waarschuwingslampje gaat branden tijdens het rijden of als het niet uitgaat nadat u de auto hebt gestart.
Pagina 164
AAN is. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële Als het niveau van de HYUNDAI-dealer. hoogspanningsbatterij laag is, gaat het waarschuwingslampje laag vermogen branden en wordt Waarschuwingslampje het geleverde vermogen van de veiligheidsgordel auto beperkt.
Pagina 165
In dat geval adviseren we u de auto te plaats tot stilstand. laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 2. Schakel de auto uit en controleer het remvloeistofniveau direct. Vul indien nodig remvloeistof bij (Zie voor meer informatie "Remvloeistof"...
Pagina 166
In dat geval adviseren we u voorzichtig goed. te rijden en de auto te laten controleren In dat geval adviseren we u de auto door een officiële HYUNDAI-dealer. te laten controleren door een officiële Het kost mogelijk meer moeite dan HYUNDAI-dealer.
Pagina 167
In dat geval adviseren we u de auto [Geel] Bij een storing in het Auto Hold- te laten controleren door een officiële systeem. HYUNDAI-dealer. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële Informatie HYUNDAI-dealer.
Pagina 168
In dat geval adviseren we u de auto - Storing Blind-Spot Collision Warning te laten controleren door een officiële (indien van toepassing) HYUNDAI-dealer. - Radar Blind-Spot Collision Warning Waarschuwingslampje geblokkeerd (indien van toepassing) laadsysteem (12 V-accu) - Storing ledkoplamp (indien van...
Pagina 169
OFF (Elektronische In dat geval adviseren we u de auto stabiliteitsregeling uit) zo snel mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Dit controlelampje gaat branden: Zie 'Bandenspanningscontrolesysteem Als de toets Start/Stop in stand ON (TPMS)' in hoofdstuk 8 voor meer staat.
Pagina 170
- Op dat moment kunt u de auto niet Als een van deze situaties zich voordoet, starten. adviseren wij u uw auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. Dit controlelampje gaat gedurende maximaal 2 seconden branden en gaat dan...
Pagina 171
In dat geval adviseren we u de auto Zie voor meer informatie “High Beam te laten controleren door een officiële Assist (HBA - assistentie grootlichten)” HYUNDAI-dealer. in hoofdstuk 5. Dit waarschuwingslampje gaat knipperen: Controlelampje verlichting Wanneer er sprake is van een defect in een onderdeel dat bij de LED-koplamp hoort.
Pagina 172
Controlelampje Cruise Controlelampje SPORT- (indien van toepassing) modus (indien van toepassing) Dit controlelampje gaat branden: Dit controlelampje gaat branden: Als het cruise control-systeem is Als u de SPORT-stand als rijmodus ingeschakeld. selecteert. Zie voor meer informatie "Cruise Voor meer informatie, zie "In rijmodus control-systeem"...
Pagina 173
In dat geval adviseren we u de auto vervolgens constant branden. Tevens te laten controleren door een officiële klinkt de waarschuwingsgong 1 keer. HYUNDAI-dealer. Zie "Forward Collision-Avoidance Informatie Assist-systeem (FCA; ondersteuning Als het waarschuwingslampje voor een botsingsvermijding voorzijde)"...
Pagina 174
Start/Stop draaien. indrukt, adviseren wij u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI- Controleer Systeem Stuurwielslot dealer. Deze waarschuwingsmelding wordt Druk op de toets Start/Stop met de...
Pagina 175
Sommige voertuigfuncties kunnen niet worden gebruikt en de 12 V-accu kan ontladen raken. Als de melding blijft verschijnen, zelfs na verwijdering van het externe elektrische/elektronische apparaat, dan raden we aan om de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-18...
Pagina 176
Schuif-/kanteldak geopend (indien Ruitenwissermodus van toepassing) OJX1049063L Dit controlelampje geeft weer welke OOSEV040496L wissersnelheid er is geselecteerd met de Deze waarschuwingsmelding wordt bediening van de ruitenwissers. weergegeven als u het voertuig uitschakelt terwijl het schuif-/kanteldak Lage spanning (indien van is geopend. toepassing) Sluit het schuif-/kanteldak volledig wanneer u de auto verlaat.
Pagina 177
Deze waarschuwingsmelding wordt aandacht van de bestuurder. weergegeven als de koplampen niet Wij adviseren u de auto te laten goed werken. Mogelijk moet de lamp controleren door een officiële HYUNDAI- van een van de koplampen worden dealer. vervangen. Zie voor meer informatie "Waarschuwing voor de aandacht van...
Pagina 178
Lane Keeping Assist (rijvakassistentie). Wij adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Zie "Lane Keeping Assist (LKA, rijvakassistentie)" in hoofdstuk 7 voor meer informatie. Schakel naar P om laden te starten...
Pagina 179
AC-lader of een vervangende laadkabel of een originele originele draagbare lader van HYUNDAI, draagbare lader van HYUNDAI, dan raden dan raden wij u aan om uw auto te laten wij u aan om uw auto te laten nakijken nakijken door een officiële HYUNDAI-...
Pagina 180
) en het waarschuwingslampje laag vermogen In dat geval adviseren we u de auto ) gaan tegelijkertijd branden. te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Het vermogen van de auto wordt gereduceerd om het energieverbruik van EV-batterij laag de hoogspanningsbatterij te beperken.
Pagina 181
Het laden van de batterij helpt om het vermogen te verhogen. OPMERKING Als deze waarschuwingsmelding nog steeds wordt weergegeven, zelfs wanneer de buitentemperatuur gestegen is, adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-24...
Pagina 182
We adviseren een bepaald niveau geladen is of de u de auto naar de dichtstbijzijnde spanning daalt. officiële HYUNDAI-dealer te laten vervoeren en te laten controleren. Als de temperatuur van de elektromotor of de Controleer Active Air Flap-systeem hoogspanningsbatterij te hoog is.
Pagina 183
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële Ga niet rijden als de waarschuwingsmel- HYUNDAI-dealer. ding wordt weergegeven. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 184
Bediening LCD-display Type A Type B OOSEV049015CZ De weergavemodus van het LCD-display kan met de bedieningsknoppen worden veranderd. Schakelaar Functie Toets MODE voor het wijzigen van modi Schakelaar MOVE voor het wijzigen van functies SELECT/RESET knop voor het instellen of resetten van de geselecteerde functie 4-27...
Pagina 185
Instrumentenpaneel Weergavemodi Weergavemodi Symbool Toelichting Deze modus geeft de toestand weer van: - Smart Cruise Control - Highway Driving Assist (Rijhulp op de snelweg) - Lane Keeping Assist - Driver Attention Warning (Waarschuwing Rijbegeleiding oplettendheid bestuurder) Voor meer informatie, zie "Smart Cruise Control (SCC)", "Highway Driving Assist (HDA - Hulp bij rijden op de snelweg)", "Lane Keeping Assist (LKA - Rijvakassistentie)"...
Pagina 186
Modus van de boordcomputer Rijassistentie OOSEV040516L OOSH049028L De modus van de boordcomputer geeft SCC/HDA/LKA informatie weer met betrekking tot de In deze modus wordt de status van de rijparameters van de auto, waaronder Smart Cruise Control (SCC, Adaptieve het energieverbruik, informatie van de cruisecontrol), Highway Driving Assist dagteller en de rijsnelheid.
Pagina 187
Instrumentenpaneel Hoofdwaarschuwingslampje OCN7040026L Bandenspanning OIG059097L Deze modus geeft informatie weer met Dit waarschuwingslampje attendeert de betrekking tot de bandenspanning. bestuurder op de volgende situaties. Zie “Bandenspanningscontrolesysteem - Storing in Forward Collision- (TPMS)” in hoofdstuk 8 voor meer Avoidance Assist-systeem (indien van informatie.
Pagina 188
Modus Gebruikersinstellingen Schakel P in om instellingen te bewerken (indien van toepassing) Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u tijdens het rijden probeert om een andere gebruikersinstelling te selecteren. Parkeer voor uw veiligheid de auto, trek de parkeerrem aan en schakel naar stand P (Parkeren) voordat u de Gebruikersinstellingen wijzigt.
Pagina 189
Instrumentenpaneel 1. Bestuurdershulp Onderwerpen Toelichting Gevoeligheid Smart Cruise Control instellen. Snel / Normaal / Traag SCC-reactie Zie "Smart Cruise Control (SCC)" in hoofdstuk 7 voor meer details. Rijhulp op de snelweg Highway Driving Assist in- of uitschakelen. Zie "Highway Driving Assist (HDA - Rijhulp op de snelweg)" in hoofdstuk 7 voor meer details.
Pagina 190
Onderwerpen Toelichting De Lane Keeping Assist (LKA - Op de rijstrook blijven) functie aanpassen. Actieve ondersteuning / Alleen waarschuwing / Uit Rijstrookveiligheid Zie "Lane Keeping Assist (LKA - Op de rijstrook bijven)" in hoofdstuk 7 voor meer details. Safe Exit Warning (SEW) Activeren en deactiveren van de functie Safe Exit Warning.
Pagina 191
Instrumentenpaneel 2. Eco-voertuig Toelichting Onderwerpen Voor het activeren of deactiveren van de Gebruiksmodus. * Gebruiksmodus: Deze modus is bedoeld voor het gebruik Gebruiksmodus van een hoogspanningsaccu. (niet mogelijk voor rijden) Handig voor kamperen, enz. De functie Smart Recuperation (Slimme terugwinning) in- of uitschakelen.
Pagina 192
4. Instrumentenpaneel Onderwerpen Toelichting Bij het starten van de auto Na het laden Het verbruik van elektrische energie Handmatig resetten Het resetten van het weergegeven verbruik van elektrische energie. Activeren en deactiveren van de ruitenwisser-/ Weergave verlichtingsmodus. ruitenwisser/ Indien geactiveerd, toont het LCD-display de geselecteerde Verlichting ruitenwisser-/verlichtingsmodus wanneer u de modus wijzigt.
Pagina 193
Instrumentenpaneel 5. Lichten Onderwerpen Toelichting Het verlichtingsniveau aanpassen Verlichting Niveau 1~20 Uit: De functie one-touch passeerknipperlicht wordt uitgeschakeld. One-touch 3, 5, 7 flitsen: De richtingaanwijzer knippert 3, 5 of 7 keer wanneer passeerknipperlicht de richtingaanwijzerhendel iets wordt bewogen. Zie "Verlichting" in hoofdstuk 5 voor meer details. Follow me home- Activeren en deactiveren van de functie Follow me home.
Pagina 194
7. Gebruiksgemak Onderwerpen Toelichting Activeren en deactiveren van de functie Rear Occupant Alert Achterbank- (Waarschuwing passagier op achterbank). passagier-alarm Zie voor meer details het ''Rear Occupant Alert (ROA - Passagieralarm achterbank) systeem'' in hoofdstuk 5. De functie Welcome Mirror/Light (Welkomstspiegel/-licht) in- of uitschakelen.
Pagina 195
Instrumentenpaneel 8. Eenheden Onderwerpen Toelichting Snelheidseenheid (indien van De snelheidseenheid selecteren. (km/h, MPH) toepassing) Temperatuureen- Voor het selecteren van de temperatuureenheid. (°C, °F) heid Eenheid voor Voor het selecteren van de eenheid van het verbruik van elektrische verbruik van energie. (km/kWh, kWh/100 km) elektrische energie Bandenspanning- De bandenspanningseenheid selecteren.
Pagina 196
BOORDCOMPUTER De boordcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde informatie die wordt opgeslagen in de boordcomputer, verdwijnt als de accu wordt losgekoppeld. Dagtellermodi OOSEV048015 Ritinfo Om de dagtellermodus te wijzigen, bedient u de schakelaar " "...
Pagina 197
Instrumentenpaneel Ritinfo Na het laden OOSEV040516L OOSEV040518L Het display toont de ritafstand (1), het Reisafstand (1), gemiddeld gemiddelde energieverbruik (2) en de energieverbruik (2) en totale rijtijd (3) na totale rijtijd (3). het opladen worden weergegeven. De informatie wordt gecombineerd Om handmatig te resetten, drukt u voor iedere cyclus tussen het in- en meer dan 1 seconde op de toets OK op...
Pagina 198
Totale informatie Energiestroom OOSEV040520L OOSEV040482L Het display toont de opgetelde ritafstand Het elektrisch voertuigsysteem (1), het gemiddelde energieverbruik (2) informeert de bestuurder over de en de totale rijtijd (3). energiestroom in verschillende gebruiksmodi. Tijdens het rijden wordt De informatie is cumulatief vanaf de de actuele energiestroom gespecificeerd laatste reset.
Pagina 200
5. Handige functies Toegang tot uw auto ..................5-4 Smart Key ........................5-4 Startblokkeersysteem ....................5-8 Sloten ........................ 5-9 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ...........5-9 Portiersloten van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen ........5-10 Kenmerken van de automatische portiervergrendeling/-ontgrendeling ....5-11 Kindersloten achterportieren ..................5-12 Rear Occupant Alert (Achterbank-passagier-alarm - ROA) ......5-12 Bediening van het Rear Occupant Alert ..............5-12 Antidiefstalsysteem ..................
Pagina 201
Verlichting ...................... 5-38 Verlichting buitenzijde ....................5-38 Statische verlichting dimlichtondersteuning ............5-42 Welkomstsysteem ......................5-42 Interieurverlichting.....................5-43 High Beam Assist (HBA) ................. 5-46 Functie-instelling ...................... 5-46 Voorwaarden voor gebruik ..................5-46 Storingen en beperkingen van het systeem .............5-47 Ruitenwissers en ruitensproeiers ..............5-49 Ruitenwissers voor ....................5-50 Ruitensproeiers voorruit ....................
Pagina 203
Smart Key Vergrendelen OOS047001 OOS050026L Om te vergrendelen: De Smart Key van uw HYUNDAI kunt u gebruiken om de portieren (en 1. Sluit alle portieren, de motorkap en de de achterklep) te vergrendelen of achterklep. ontgrendelen en zelfs om de auto te 2.
Pagina 204
Hoewel u op de toetsen van de 3. De portieren zullen worden portierhandgrepen aan de buitenzijde ontgrendeld. De alarmknipperlichten hebt gedrukt, worden de portieren knipperen tweemaal. niet vergrendeld en klinkt de zoemer Ook klapt de buitenspiegel in als gedurende 3 seconden als zich een van de schakelaar voor buitenspiegel de volgende situaties voordoet: inklappen in de stand AUTO staat...
Pagina 205
Handige functies Starten Informatie U kunt de auto starten zonder de sleutel Het voertuig moet in de P-stand in het contactslot te steken. (Parkeren) staan om de remote start- Zie voor meer informatie “Toets Start/ functie te kunnen gebruiken. Stop” in hoofdstuk 6. De motor slaat af als u zonder geregistreerde smart key in de auto OPMERKING...
Pagina 206
Als de Smart Key niet correct werkt, opent en sluit u de portieren dan met de mechanische sleutel. Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer als u een probleem ervaart met de Smart Key. Als de Smart Key zich dicht bij uw...
Pagina 207
3. Verwijder de oude batterij en plaats HYUNDAI-dealer. de nieuwe batterij. Controleer of de Probeer geen wijzigingen aan te brengen batterij correct werd geplaatst.
Pagina 208
SLOTEN Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen Mechanische sleutel OOS059126L Druk op de toets op de buitenportierkruk van het bestuurdersportier terwijl u de Smart Key bij u draagt of druk op de OOSEV048001 portiervergrendelingstoets op de Smart Draai de sleutel richting de achterzijde Key: alle portieren vergrendelen.
Pagina 209
Handige functies Portiersloten van binnenuit Met de portiergreep vergrendelen/ontgrendelen Voorportier Met de vergrendelknop Als er aan de binnenportiergreep wordt getrokken terwijl het portier is vergrendeld, zal het portier worden ontgrendeld en geopend. Achterportier Als er eenmaal aan de portiergreep aan de binnenzijde wordt getrokken terwijl het portier is vergrendeld, wordt het portier ontgrendeld.
Pagina 210
WAARSCHUWING WAARSCHUWING De portieren moeten altijd volledig Als u lang in de auto blijft terwijl gesloten en vergrendeld zijn als het weer zeer warm of koud is, de auto rijdt. Als de portieren zijn er risico's op verwondingen of ontgrendeld zijn, is het risico om uit levensgevaar.
Pagina 211
Handige functies REAR OCCUPANT ALERT Kindersloten achterportieren Het achterbank-passagieralarm helpt te voorkomen dat de bestuurder een passagier op de achterbank achterlaat. Bediening van het Rear Occupant Alert OOSEV048003 Het kinderslot dient om te voorkomen dat kinderen die achterin de auto zitten per ongeluk de achterportieren openen.
Pagina 212
ANTIDIEFSTALSYSTEEM Dit systeem helpt uw auto en Informatie waardevolle spullen te beschermen. De Vergrendel de portieren niet voordat claxon klinkt en de alarmknipperlichten alle passagiers de auto verlaten hebben. knipperen continu in een van de Als de achtergebleven passagiers volgende situaties: de auto verlaten terwijl het systeem - Een portier wordt geopend zonder de is ingeschakeld, wordt het alarm...
Pagina 213
Er kan een klikkend geluid hoorbaar te laten controleren door een officiële zijn van het EPS-relais na het in stand HYUNDAI-dealer. ON of OFF zetten van de toets Start/ Stop (auto met Smart Key-systeem). OPMERKING...
Pagina 214
Verstelbare stuurkolom WAARSCHUWING Verstel de stuurkolom nooit tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ongevallen en (dodelijk) letsel kunnen worden veroorzaakt. Informatie OOS047006 De hoek en hoogte van het stuurwiel Het is mogelijk dat de ontgrendelhendel, verstellen: na het instellen, het stuurwiel niet...
Pagina 215
Handige functies Stuurwielverwarming Claxon (indien van toepassing) OOS047008 Druk op het gedeelte van het OOSEV040004L stuurwiel bij het claxonsymbool om te Wanneer de auto is ingeschakeld, kunt claxonneren. De claxon werkt alleen u door het indrukken van de toets de wanneer op dit gedeelte wordt gedrukt.
Pagina 216
SPIEGELS Binnenspiegel Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing) Stel, voordat u gaat rijden, de binnenspiegel zo af dat u in het midden van de spiegel het midden van de achterruit ziet. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat uw zicht niet wordt gehinderd. Plaats geen voorwerpen op de achterstoelen, in de bagageruimte of achter de hoofdsteunen van de achterstoelen die het zicht door de...
Pagina 217
Handige functies Zelfdimmende binnenspiegel (ECM) Buitenspiegels (indien van toepassing) OOS047012 OOSEV048006L Stel de spiegels af voordat u gaat rijden. [A] : Controlelampje Uw auto is uitgerust met zowel een linker als een rechter buitenspiegel. De elektrochromatische binnenspiegel voorkomt automatisch verblinding door De spiegels kunnen elektrisch versteld koplampen van achteropkomend verkeer worden met de schakelaar.
Pagina 218
Afstellen van de buitenspiegels WAARSCHUWING Verstel de buitenspiegels niet of klap ze niet in tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen en een ongeval veroorzaken. OPMERKING Gebruik geen krabber om de spiegel ijsvrij te maken; hierdoor kan het spiegelglas beschadigd raken.
Pagina 219
Handige functies Buitenspiegel inklappen Met Smart Key-systeem - De spiegel klapt in of uit wanneer het portier wordt vergrendeld of ontgrendeld met de Smart Key en “Welcome mirror” (Welkomstspiegel) in de modus Gebruikersinstellingen op het lcd- scherm wordt geactiveerd. - De spiegel klapt in of uit wanneer het portier wordt vergrendeld of ontgrendeld met de toets op de buitenportiergreep en “Welcome...
Pagina 221
Handige functies Om de ruiten te kunnen sluiten of Ruiten openen en sluiten openen, moet de toets Start/Stop in stand ON staan. Ieder portier is voorzien van een schakelaar voor de bediening van de desbetreffende ruit. De bestuurder beschikt over een blokkeerschakelaar waarmee de ruitbediening van de schakelaars op de overige portieren kan worden...
Pagina 222
HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Zorg ervoor dat lichaamsdelen en De klembeveiliging werkt niet wanneer...
Pagina 223
Handige functies OPMERKING OPMERKING Breng geen accessoires aan op de Open of sluit telkens maar één ruiten. De automatische omkering ruit tegelijk, om schade aan de werkt mogelijk niet. elektrische ruitbediening te voorkomen. Hierdoor zal bovendien Blokkeerschakelaar ruitbediening de zekering langer meegaan. Probeer nooit tegelijkertijd de hoofdschakelaar voor de ruitbediening in het...
Pagina 224
Indien uw auto is uitgerust met een WAARSCHUWING schuif-/kanteldak, kunt u dit met behulp Verstel het schuif-/kanteldak nooit van de schakelaar in de dakconsole tijdens het rijden. Hierdoor kunt u openschuiven of kantelen. de controle over de auto verliezen waardoor een ongeluk met ernstig of dodelijk letsel of schade het gevolg kan zijn.
Pagina 225
Handige functies Schuif-/kanteldak openen en Open-/dichtschuiven van het sluiten schuif-/kanteldak Als de schuif-/kanteldakschakelaar kort tot het tweede drukpunt wordt bediend, opent of sluit het schuif-/ kanteldak volledig, ook als de schakelaar daarna wordt losgelaten. Om de ruit te stoppen bij de gewenste positie terwijl het schuif-/kanteldak beweegt, beweegt u de schakelaar naar achteren of naar voren en laat u deze weer los.
Pagina 226
Automatische omkeerfunctie Schuif-/kanteldak kantelen (indien van toepassing) OOSEV048053L OOSH049042L Schuif-/kanteldak open kantelen: Als het schuifdak een hindernis Duw de schakelaar van het schuif-/ tegenkomt tijdens het automatische kanteldak omhoog tot het schuif-/ sluitingsproces, schuift het terug in de kanteldak naar de gewenste stand andere richting en stopt het zodat u het beweegt.
Pagina 227
Handige functies Zonnescherm Schuif-/kanteldak resetten In de volgende situaties is het wellicht nodig om het schuif-/kanteldak te resetten: - De accu is ontladen, de accukabels zijn losgekoppeld of de zekering van het schuif-/kanteldak is vervangen of verwijderd. - De one-touch bediening van het schuifdak niet goed werkt Voer de volgende stappen uit om het OAD045037...
Pagina 228
Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 5-29...
Pagina 229
Handige functies EXTERIEUR Motorkap Openen van de motorkap OOSEV039038CZ 5. Ondersteun de motorkap met de steun (3). OOS040024 1. Parkeer de auto en activeer de WAARSCHUWING parkeerrem. 2. Trek aan de ontgrendelingshendel Pak de steun altijd vast bij het deel om de motorkap te ontgrendelen.
Pagina 230
Sluiten van de motorkap WAARSCHUWING 1. Controleer de volgende punten Zorg ervoor dat alle obstakels alvorens de motorkap te sluiten: zijn verwijderd rond de Of alle vuldoppen in de motorkapopening alvorens de motorruimte correct zijn motorkap te sluiten. teruggeplaatst. Controleer altijd tweemaal of de Of er geen handschoenen, motorkap stevig vergrendeld is doeken of andere brandbare...
Pagina 231
Handige functies Achterklep Achterklep sluiten Achterklep openen OOSEV040012L Breng en druk de achterklep omlaag OOSEV040011L totdat deze vergrendelt. Controleer altijd Zorg ervoor dat het voertuig in de of de achterklep correct is gesloten door stand P (Parkeren) staat en activeer de deze weer open te trekken zonder de parkeerrem.
Pagina 232
Noodontgrendeling achterklep WAARSCHUWING OOSEV040013L OOS047085 Uw auto is uitgerust met een Houd het deel (gasveer) dat de ontgrendelgreep aan de onderzijde achterklep ondersteunt niet vast. van de achterklep om de achterklep in Vervorming van de achterklepveer geval van nood vanaf de binnenzijde van kan schade aan het voertuig en letsel de auto te kunnen openen.
Pagina 233
Handige functies Laadklep De laadklep sluiten De laadklep openen OOSEV010015L 1. Breng na het laden het klepje van de OOSEVQ010008L aansluiting voor de lader aan. 1. Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem. 2. Sluit de laadklep totdat deze stevig vergrendelt.
Pagina 234
WAARSCHUWING Bevestig geen stickers of accessoires op het HUD of het stootkussen. Probeer niet om het scherm of het mechanische klepje bovenop het dashboard met de hand te verstellen. Het beeld kan onleesbaar worden door vingerafdrukken. Ook kan overmatige uitgeoefende kracht het display beschadigen.
Pagina 235
Handige functies Head-updisplay AAN/UIT OPGELET Wanneer u het HUD opent of sluit, kunnen de elektromotor en tandwielen geluid produceren. Wanneer u de beeldhoogte van het HUD aanpast, kunnen de elektromotor en tandwielen geluid produceren. HUD staat voor head-updisplay. OOSEV040061L Gebruik de toets head-updisplay ON/ OFF om het head-updisplay te activeren of te deactiveren als de toets Start/Stop in stand ON staat of wanneer de auto in...
Pagina 236
Informatie head-up display Informatie Als u de Turn-By-Turn (TBT) navigatie- informatie als inhoud voor het HUD selecteert, wordt de Turn-By-Turn (TBT) navigatie-informatie niet weergegeven op het LCD-display. Instelling head-updisplay OOS050019L 1. Turn-by-turn (TBT) navigatie- informatie (indien van toepassing) 2. Verkeersborden (indien van toepassing) 3.
Pagina 237
Handige functies VERLICHTING Verlichting buitenzijde Bediening verlichting OOS04750L Stand automatische verlichting OAE046449L Draai, om de verlichting te bedienen, Als de lichtschakelaar in stand de knop op het uiteinde van de AUTO staat, worden het stadslicht combischakelaar naar een van de en de koplamp automatisch in- of volgende standen: uitgeschakeld, afhankelijk van hoe...
Pagina 238
Grootlicht OAE046469L Stand stadslicht ( OAE046453L Het stadslicht, de kentekenplaatverlich- Om het grootlicht in te schakelen duwt u ting en de instrumentenverlichting zijn de hendel van u af. De hendel keert terug ingeschakeld. naar zijn uitgangspositie. Het controlelampje voor het grootlicht gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld.
Pagina 239
Handige functies Richtingaanwijzers Mistachterlicht OAE046457L OTLE045285 Duw de hendel naar omlaag om richting Inschakelen van het mistachterlicht: naar links, en omhoog om richting Zet de lichtschakelaar in de stand naar rechts aan te geven in positie koplampen en draai hem vervolgens in (A).
Pagina 240
Follow me home-functie Dagrijverlichting (DRL) Als u de toets Start/Stop in stand ACC De dagrijverlichting (DRL) zorgt ervoor of OFF zet terwijl de koplampen zijn dat medeweggebruikers uw auto ingeschakeld, blijven de koplampen (en/ overdag beter zien, met name na of parkeerlichten) ongeveer 5 minuten zonsopgang en voor zonsondergang.
Pagina 241
Als u op de vergrendel- of HYUNDAI-dealer. Probeer de bedrading ontgrendeltoets van het portier drukt, niet zelf te controleren of vervangen. dooft de interieurverlichting direct. 5-42...
Pagina 242
Interieurverlichting Interieurverlichting voor Type A WAARSCHUWING Gebruik de interieurverlichting niet tijdens het rijden in het donker. De interieurverlichting kan uw zicht verstoren waardoor u een ongeval kunt veroorzaken. OPMERKING Laat de interieurverlichting niet te lang OOSEV048023 branden als de motor niet draait, anders Type B zal de accu ontladen raken.
Pagina 243
Handige functies Interieurverlichting achter Verlichting voorportier ( ) (2) : De interieurverlichtingen voor of Type A achter gaan branden als de voor- of achterportieren worden geopend. Als de portieren worden ontgrendeld met de Smart Key, gaan de lichten voor en achter ongeveer 30 seconden branden, zolang er geen portier is geopend.
Pagina 244
Bagageruimteverlichting Verlichting make-upspiegel (indien van toepassing) OOSEV040025L De bagageruimteverlichting gaat OOS047055 branden zodra de achterklep wordt Druk op de toets om het lampje in of uit geopend. te schakelen. : De verlichting wordt OPMERKING ingeschakeld als er op deze toets wordt gedrukt. De bagageruimteverlichting blijft : De verlichting wordt branden zolang de achterklep is...
Pagina 245
Handige functies Functie-instelling De bestuurder kan de HBA inschakelen door de toets Start/Stop in stand ON te zetten en door het selecteren van: 'User Als u deze instelling uitschakelt, zal de HBA niet werken. De HBA-instelling blijft hetzelfde als u de auto opnieuw start.
Pagina 246
( ) km/h. branden. Wij adviseren u het systeem zo snel mogelijk te laten controleren bij een officiële HYUNDAI-dealer. OPGELET Het systeem werkt onder de volgende omstandigheden mogelijk niet goed: 1. Wanneer de verlichting van een tegemoetkomend voertuig of een voorligger slecht zichtbaar is.
Pagina 247
- Wanneer de auto op een smalle gekalibreerd. We raden u aan het bochtige weg of slechte weg rijdt systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten controleren. - Wanneer de auto op een omhoog of omlaag lopende weg rijdt...
Pagina 248
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Ruitenwissers/-sproeiers voor Ruitenwisser/-sproeier achter OTLE045159 OTLE045507 A. Regeling wissersnelheid D. Bediening achterruitenwisser* – Eenmaal wissen 2 – Hoge wissersnelheid O – Uit 1 – Lage wissersnelheid --- – Intervalstand O (OFF) – Uit AUTO* – Automatisch wissen 1 –...
Pagina 249
Handige functies Ruitenwissers voor AUTO (Automatische) regeling (indien van toepassing) Werkt als volgt als de toets Start/Stop in stand ON staat. : Druk voor een enkele wisbeweging de schakelaar ( ) omlaag of omhoog (MIST) en laat hem weer los. De ruitenwissers zullen blijven werken zolang de schakelaar in deze stand wordt gehouden.
Pagina 250
Ruitensproeiers voorruit WAARSCHUWING Als de auto aan staat en de schakelaar voor de ruitenwissers voor in stand AUTO staat, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht om letsel te voorkomen: Raak het bovenste deel van de voorruit, waar de regensensor zich bevindt, niet aan.
Pagina 251
Handige functies Schakelaar achterruitenwisser WAARSCHUWING en -sproeier (indien van Wanneer de buitentemperatuur toepassing) beneden het vriespunt is, verwarm de voorruit dan ALTIJD door deze te ontwasemen om te voorkomen dat de ruitensproeiervloeistof op de ruit bevriest en uw zicht belemmert, waardoor een ongeval met ernstig letsel tot gevolg kan ontstaan.
Pagina 252
Automatische achterruitenwisser (indien van toepassing) De achterruitenwisser werkt met de auto in de achteruitversnelling terwijl de voorruitenwissers zijn ingeschakeld als de functie wordt geselecteerd op het LCD-display. Ga naar 'Gebruikersinstellingen Handig Automatische ruitenwisser achter (Achteruit)'. OTLE045168 Duw de hendel van u af om ruitensproeiervloeistof op de ruit te sproeien en de achterruitenwisser 1~3 keer te laten wissen.
Pagina 253
Handige functies OOSEV048300 1. Temperatuurregelknop 8. Toets DRIVER ONLY (Alleen bestuurder) 2. Aanjagerknop 9. Toets voorruitontwaseming 3. Toets AUTO (automatische regeling) 10. Toets achterruitverwarming 4. Toets OFF 11. Toets HEAT 5. Luchtcirculatietoets 12. Luchttoevoertoets 6. Toets airconditioning 7. Selectie informatiescherm verwarmings- en ventilatiesysteem 5-54...
Pagina 254
Automatische verwarming en Informatie airconditioning Druk op een van de volgende toetsen Het Automatisch verwarmings- en om de automatische werking uit te ventilatiesysteem wordt bediend door de schakelen: gewenste temperatuur in te stellen. - Luchtcirculatietoets - Toets airconditioning - Toets voorruitontwaseming (Druk nogmaals op de toets om de voorruitontwasemingsfunctie uit te schakelen.
Pagina 255
Handige functies Handmatig bediende verwarming en airconditioning Het verwarmings- en airconditioningssysteem kan handmatig worden geregeld met andere toetsen dan de toets AUTO. In dit geval werkt het systeem afhankelijk van de geselecteerde toetsen. Als een toets anders dan de AUTO-toets wordt bediend tijdens de automatische regeling, worden de niet gewijzigde OOSEV040026L...
Pagina 257
Handige functies Voeten (A, C, D, E) De meeste lucht stroomt naar de voetenruimte en een klein gedeelte stroomt naar de voorruit en de zijruitontwaseming. Voeten & ontwasemen (A, C, D, E) De meeste lucht stroomt naar de bodem OOSEV048303 en de voorruit en een klein gedeelte De luchtcirculatietoets regelt de stroomt door de zijruitontwaseming.
Pagina 258
Temperatuurregelknop OOSEV048305 Max ontwasemen (A, D) OOSEV048302 De meeste lucht stroomt naar de voorruit Door de knop naar rechts te draaien en een klein gedeelte stroomt door de verhoogt de temperatuur. Door de zijruitontwaseming. knop naar links te draaien verlaagt de temperatuur.
Pagina 259
Handige functies Luchttoevoertoets WAARSCHUWING Langdurig gebruik van het temperatuurregelsysteem in de recirculatiemodus kan slaperigheid bij de inzittenden veroorzaken. Dit kan leiden tot verlies van de controle over de auto wat kan leiden tot een ongeval. Door continu gebruik van het temperatuurregelsysteem in de recirculatiemodus met de airconditioning uitgeschakeld kan...
Pagina 260
Aanjagerknop Alleen bestuurder OOSEV048307 OOSEV048314 De aanjagersnelheid kan worden Als u op de toets DRIVER ONLY ingesteld op de gewenste snelheid door DRIVER ) drukt en het controlelampje ONLY op de aanjagerknop te draaien. gaat branden, wordt de koude lucht voornamelijk in de richting van de Bij hogere aanjagertoerentallen wordt bestuurdersstoel geblazen.
Pagina 261
Handige functies Airconditioning Toets HEAT OOSEV048308 OOSEV048310 De aircotoets gaat aan (controlelampje De toets HEAT (verwarming) gaat aan gaat branden) wanneer het verwarmings- (controlelampje gaat branden) wanneer en ventilatiesysteem automatisch het verwarmings- en ventilatiesysteem actief wordt (AUTO ingeschakeld) en de automatisch actief wordt (AUTO temperatuur ingesteld is op koel.
Pagina 262
Selectietoets informatiescherm Werking systeem verwarmings- en ventilatiesysteem Ventileren 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand 2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. Verwarmen OOSEV048309 1.
Pagina 263
Handige functies OPMERKING Airconditioning HYUNDAI-airconditioningssystemen Bij het openen van de ruiten bij zijn gevuld met koudemiddel R-134a of vochtig weer kan de airconditioning R-1234yf. druppelvorming in het interieur veroorzaken. Omdat te veel vocht in 1. Start de auto. Druk op toets A/C.
Pagina 264
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële OIK047401L HYUNDAI-dealer als het systeem niet [A] : Buitenlucht, [B] : Gerecirculeerde lucht, normaal werkt. [C] : Klimaatregeling luchtfilter, [D] : Aanjager, [E] : Verdamperkern, [F] : Verwarmingselement...
Pagina 265
Handige functies Voorbeeld WAARSCHUWING Type A Auto's met R-1234yf Omdat het koudemiddel in lichte mate ontvlambaar is en onder hoge druk wordt gebruikt, mag onderhoud aan het airconditioningsysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde en gecertificeerde technici. OHYK059003 Het is belangrijk dat het Type B juiste type en de juiste hoeveelheid olie en...
Pagina 266
ONTWASEMEN EN ONTDOOIEN VOORRUIT Binnenzijde voorruit WAARSCHUWING ontwasemen Voorruitverwarming Gebruik de standen ( ) of ( niet in combinatie met koelen bij een extreem hoge luchtvochtigheid. Door het temperatuurverschil tussen de buitenlucht en de voorruit kan de voorruit plotseling beslaan, waardoor het zicht wegvalt.
Pagina 267
Handige functies Buitenzijde voorruit ontdooien Ontwasemfunctie Om de kans op beslaan van de binnenkant van de ruit tot een minimum te beperken, wordt de luchttoevoer of de airconditioning automatisch afgestemd op omstandigheden als het inschakelen van stand ( ) of ( ).
Pagina 268
Automatisch Stap 3) De aircotoets wordt ingeschakeld. ontwasemingssysteem Stap 4) Het aanjagertoerental wordt ingesteld op MAX. Als de airconditioning is uitgeschakeld of als handmatig de stand RECIRCULATIE is geselecteerd terwijl het automatische ontwasemingssysteem in werking is, knippert het controlelampje van het automatische ontwasemingssysteem 3 keer om aan te geven dat de handmatige bediening is uitgeschakeld.
Pagina 269
Handige functies Toets achterruitverwarming Informatie Als de airconditioning is ingeschakeld door het automatische ontwasemingssysteem en u de airconditioning probeert uit te schakelen, knippert het controlelampje 3 keer en zal de airconditioning niet worden uitgeschakeld. Om te zorgen dat het automatische ontwasemingssysteem effectief en efficiënt blijft werken, moet u de OOSEV048316...
Pagina 270
VENTILATIESYSTEEM Automatische ventilatie Het systeem selecteert automatisch de modus verse lucht wanneer het verwarmings- en ventilatiesysteem een bepaalde tijd actief is (ongeveer 30 minuten) bij lage temperaturen in de recirculatiemodus. De automatische ventilatie uitschakelen of resetten Wanneer de airconditioning aanstaat, kiest u de modus gezichtshoogte ) en zet u de luchttoevoertoets op de stand (frisse) buitenlucht.
Pagina 271
Handige functies OPBERGVAK Opbergvak middenconsole WAARSCHUWING Bewaar nooit sigarettenaanstekers, gasflessen of andere ontvlambare/ explosieve materialen in de auto. Deze voorwerpen kunnen ontbranden en/of exploderen als de auto langere tijd aan hoge temperaturen wordt blootgesteld. WAARSCHUWING Houd opbergvakken ALTIJD gesloten tijdens het rijden. Voorwerpen in uw auto bewegen net zo snel als uw OOSEV048028 auto.
Pagina 272
Opbergvak voor zonnebril Opbergvak bagageruimte (indien van toepassing) (indien van toepassing) OOSEV040029L OOSEV048030 Openen: In het vak kunt u o.a. een verbandtrommel, een gevarendriehoek Druk op het afdekkapje om het (in het voorste vak) gereedschap enz. opbergvak langzaam te openen. Plaats opbergen, zodat u hier in geval van nood uw zonnebril in het opbergvak met de gemakkelijk bij kunt.
Pagina 273
Handige functies De bagageruimte vergroten OOS047320 OOS047319 1. Pak de hendel aan de bovenkant van de afdekking vast en trek de afdekkap van het opbergvak in de bagageruimte er naar achteren uit. 2. Trek de afdekkap er volledig uit en verwijder het opbergvak.
Pagina 274
OVERIGE VOORZIENINGEN Bekerhouder WAARSCHUWING Voor Vermijd abrupt wegrijden en remmen wanneer de bekerhouder in gebruik is om morsen van uw drankje te voorkomen. Als hete dranken worden gemorst, kunt u brandwonden oplopen. Zo'n brandwond voor de bestuurder kan leiden tot verlies van controle over het voertuig met een ongeval als gevolg.
Pagina 275
Handige functies Zonneklep 12V-aansluiting (indien van toepassing) OTM048089 Trek de zonneklep omlaag om deze te OOSEV040032L kunnen gebruiken. De 12V-aansluiting is ontworpen om mobiele telefoons en andere apparaten Trek de zonneklep omlaag, neem hem uit die in de auto gebruikt kunnen worden, de steun (1) en draai hem naar de zijruit op te laden.
Pagina 276
OPMERKING USB-lader (indien van toepassing) Om beschadiging van de 12V-aansluitingen te voorkomen: Gebruik de 12V-aansluiting alleen als de auto in de stand-by ( ) modus staat en verwijder de stekker van het accessoire na gebruik. Als de 12V-aansluiting gedurende langere tijd wordt gebruikt terwijl de auto is uitgeschakeld, kan de accu ontladen.
Pagina 277
Handige functies Draadloze telefoonoplader 3. U kunt de functie draadloos opladen in- of uitschakelen in de modus (indien van toepassing) Gebruikersinstellingen op het instrumentenpaneel. Zie “Modus Gebruikersinstellingen” in hoofdstuk 4 voor meer informatie. Als uw mobiele telefoon niet oplaadt: - Verplaats de mobiele telefoon iets op de draadloze oplader.
Pagina 278
OPMERKING Het draadloos opladen van sommige mobiele telefoons kan minder goed De draadloze telefoonoplader werken of zelfs stoppen wanneer ondersteunt sommige mobiele deze zich in een houder bevinden. telefoons zonder Qi-specificatie ( ) Als de mobiele telefoon een dikke niet. hoes heeft, kan het draadloos Plaats uw mobiele telefoon midden opladen mogelijk niet werken.
Pagina 279
Handige functies Klok Kledinghanger (indien van toepassing) WAARSCHUWING Probeer nooit de klok tijdens het rijden te verstellen. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen waardoor ongevallen en letsel veroorzaakt kunnen worden. Auto's met audiosysteem Selecteer het menu Instellingen op het audiosysteem Selecteer [Date/Time]...
Pagina 280
BELANGRIJK - Uw auto is op de bestuurdersplaats uitgerust met bevestigingspunten die ervoor dienen de vloermat goed op zijn plaats te houden. Om verstoring van de pedaalbediening te voorkomen, adviseert HYUNDAI dat u de originele HYUNDAI automat voor in uw auto gebruikt. 5-81...
Pagina 281
Maak het koord (1) los van de een bagagenet contact op te nemen met haak als u de hoedenplank weer een officiële HYUNDAI-dealer. in zijn oorspronkelijke positie wilt terugbrengen. Til de hoedenplank op tot een hoek van 50 graden en til hem op (2) OPGELET om hem compleet te verwijderen.
Pagina 282
EXTERIEUR Roof rack WAARSCHUWING (indien van toepassing) Hieronder wordt aangegeven wat het maximale gewicht is dat op het roof rack kan worden geladen. Verdeel de lading zo gelijkmatig mogelijk over het roof rack en zet de lading goed vast. 80 kg BAGAGEREK GELIJKMATIG VERDEELD...
Pagina 283
Handige functies INFOTAINMENTSYSTEEM Informatie Informatie Als u achteraf een HID-koplamp Als er een draagbaar audioapparaat op de monteert, treden er mogelijk elektrische aansluiting wordt aangesloten, storingen op in het audiosysteem en de is er tijdens het afspelen mogelijk ruis elektronische onderdelen van uw auto. hoorbaar.
Pagina 284
Stuurwielbediening De audiobediening op het stuurwiel is aangebracht voor uw gemak. audiosysteem Type A OPMERKING Bedien nooit meerdere schakelaars van het audioschakelaarpaneel tegelijkertijd. VOLUME ( + / - ) (1) Duw de VOLUME-tuimelschakelaar omhoog om het volume te verhogen. Duw de VOLUME-tuimelschakelaar omlaag om het volume te verlagen.
Pagina 285
Handige functies MODE (Modus) ( ) (3) Bluetooth draadloze ® technologie handsfree Druk op de MODE-toets om radio, disc of AUX te selecteren. MUTE (Geluid uit) ( ) (4) Druk op de toets om het geluid uit te schakelen. Druk nogmaals op de toets om het geluid in te schakelen.
Pagina 286
Spraakherkenning Audio / Video / Navigatiesysteem (AVN) (indien van toepassing) Gedetailleerde informatie over het AVN-systeem vindt u in een afzonderlijk geleverd instructieboekje. OOS050025K U kunt de spraakherkenningsfunctie bedienen door middel van spraakcommando's. Kijk voor meer informatie in de apart geleverde handleiding van het infotaintmentsysteem.
Pagina 288
6. Rijden met uw auto Vóór het rijden ....................6-3 Voor het instappen ......................6-3 Vóór het starten ......................6-3 Toets START/STOP .................... 6-4 Standen van de toets Start/Stop .................6-5 Starten van de auto ..................... 6-6 De auto uitschakelen ....................6-7 Reductieoverbrenging ..................6-8 Bediening reductieoverbrengingshendel ..............
Pagina 289
Geïntegreerde rijmodusregeling ..............6-38 Begininstelling voor elke rijmodus ................6-39 Rijden onder speciale rijomstandigheden ............6-40 Rijden onder moeilijke omstandigheden ..............6-40 Auto lostrekken door heen en weer te schommelen ........... 6-40 Vloeiend nemen van bochten ................... 6-41 Rijden in het donker ....................6-41 Rijden in de regen ......................
Pagina 290
VÓÓR HET RIJDEN Voor het instappen Rijd altijd defensief. Houd er rekening mee dat andere Zorg ervoor dat alle ruiten, bestuurders of voetgangers buitenspiegel(s) en lampen schoon en onachtzaam kunnen zijn en fouten onbedekt zijn. kunnen maken. Verwijder rijp, sneeuw of ijs. Concentreer u op het rijden.
Pagina 291
Rijden met uw auto WAARSCHUWING WAARSCHUWING Om de kans op ERNSTIG LETSEL Uitschakelen van de auto in een te beperken, moeten de volgende noodgeval: voorzorgsmaatregelen getroffen Houd de toets Start/Stop gedurende worden: langer dan twee seconden ingedrukt Laat kinderen of anderen die niet OF druk de toets Start/Stop drie keer vertrouwd zijn met de auto NOOIT achter elkaar snel in (binnen drie...
Pagina 292
Standen van de toets Start/Stop Stand startknop Actie OPMERKING Zet de auto uit door op de toets Start/ Als het stuurwiel niet correct Stop te drukken terwijl de transmissie vergrendeld is wanneer u het OFF (Uit) in stand P (Parkeren) staat. bestuurdersportier opent, zal De auto wordt ook uitgeschakeld er een waarschuwingszoemer...
Pagina 293
Rijden met uw auto Starten van de auto 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key altijd bij u hebt. 2. Controleer of de parkeerrem is WAARSCHUWING geactiveerd. Draag tijdens het rijden altijd 3. Zorg dat de transmissie in stand P geschikte schoenen.
Pagina 294
OPMERKING De auto uitschakelen Om schade aan de auto te voorkomen: 1. Trap het rempedaal volledig in. Druk de toets Start/Stop nooit langer 2. Schakel naar stand P (Parkeren). dan 10 seconden in, behalve wanneer 3. Activeer de parkeerrem. de remlichtzekering is doorgebrand. 4.
Pagina 295
Rijden met uw auto REDUCTIEOVERBRENGING Bediening Versnellingspositie reductieoverbrengingshendel WAARSCHUWING Om het risico op ERNSTIG of DODELIJK LETSEL te beperken: Controleer ALTIJD de omgeving rond de auto op de aanwezigheid van personen, in het bijzonder kinderen, voordat u de transmissie in stand D (Rijden) of R (Achteruit) zet.
Pagina 296
Om het de auto vanuit stand ACC uit te 8) of neem anders contact op met een schakelen, drukt u de toets Start/Stop officiële HYUNDAI-dealer. in stand ON, drukt u op de toets [P] en drukt u de toets Start/Stop in stand OFF.
Pagina 297
Rijden met uw auto Parkeren Trap rempedaal in om te schakelen Breng de auto altijd volledig tot stilstand en blijf het rempedaal ingedrukt houden. Schakel naar stand P (Parkeren), activeer dan de parkeerrem en zet de toets Start/ Stop in stand OFF. Neem de Key mee wanneer u de auto verlaat.
Pagina 298
LCD-display wanneer de versnelling in stand N (Neutraal) staat. OOSEV058009L Deze melding wordt weergegeven wanneer er een probleem is met de functie die stand P (Parkeren) activeert. Wij adviseren u de auto onmiddellijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 6-11...
Pagina 299
LCD-display wanneer er een probleem is wij u de auto onmiddellijk te laten met de P-toets. nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer. Wij adviseren u de auto onmiddellijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 300
Activeer altijd de parkeerrem voordat HYUNDAI adviseert u om u altijd aan u de auto verlaat. Vertrouw er niet op de aangegeven snelheidslimieten te dat de auto niet zal bewegen als de houden.
Pagina 301
Rijden met uw auto REGENERATIEF REMSYSTEEM Regeneratief remmen (Paddle Raadpleeg de volgende pagina's over het "Smart Recuperation-systeem shifter) (Slimme terugwinning)". Informatie De paddle shifter werkt niet wanneer: U tegelijkertijd aan de [ ] en [ paddle shifters trekt. De auto bezig is te decelereren doordat het rempedaal wordt ingetrapt.
Pagina 302
Rijden met één pedaal Automatische activering van EPB Nadat de auto is gestopt met behulp van De bestuurder kan de auto stoppen door de functie Rijden met één pedaal, wordt aan de linker paddle shifter te trekken en EPB automatisch geactiveerd in een van deze vast te houden.
Pagina 303
Rijden met uw auto Smart Recuperation-systeem Het Smart Recuperation-systeem (Slimme terugwinning) regelt (Slimme terugwinning) activeren automatisch de regeneratieve Wanneer voor het regeneratief remwerking op basis van de helling van remniveau 'AUTO' wordt weergegeven de weg en de manier van rijden van een op het instrumentenpaneel, wordt het voorligger.
Pagina 304
WAARSCHUWING Het Smart Recuperation-systeem (Slimme terugwinning) dat automatisch het regeneratieve remniveau regelt tijdens freewheelen, is slechts een aanvullend systeem voor het gemak van de bestuurder. Het systeem kan de auto niet volledig tot stilstand brengen en evenmin alle botsingen voorkomen. De remregeling kan mogelijk onvoldoende zijn afhankelijk van de snelheid van het OOSEV040487L...
Pagina 305
Dan verschijnt de aanduiding AUTO voor Recuperation-systeem (Slimme het regeneratieve remniveau op het terugwinning) mogelijk niet correct. instrumentenpaneel. In dit geval zal er mogelijk geen waarschuwingsmelding worden weergegeven. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 6-18...
Pagina 306
Verwijder vuil, sneeuw of vreemd te minderen om een veilige afstand te materiaal dat de radarsensoren kan bewaren. hinderen. Als het systeem nog steeds niet normaal functioneert, adviseren wij u het systeem zo snel mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. 6-19...
Pagina 307
Rijden met uw auto Daarnaast zal het regeneratief remniveau automatisch worden verhoogd als het systeem plotseling een voorligger detecteert, zodat u voelt dat de auto afremt. Als bestuurder moet u een veilige remafstand aanhouden en indien nodig het rempedaal intrappen om snelheid te minderen om een veilige afstand te bewaren.
Pagina 308
Voertuigen herkennen Wanneer een noodstop noodzakelijk is, moet u het rempedaal intrappen. Houd een veilige afstand aan overeenkomstig de wegomstandigheden en de rijsnelheid. Als tijdens het rijden met hoge snelheid te weinig afstand tot een voorligger wordt aangehouden kan dit in een ernstig ongeval resulteren.
Pagina 309
Rijden met uw auto REMSYSTEEM Rembekrachtiging Vermijd hoge snelheden totdat de remmen weer correct werken. Uw auto is voorzien van bekrachtigde remmen die bij normaal gebruik OPMERKING automatisch afgesteld worden. Indien er geen stroom wordt geleverd Houd het rempedaal niet continu aan uw auto, bijvoorbeeld wanneer de ingedrukt wanneer de indicator batterij leeg is of de auto tijdens het...
Pagina 310
Elektronische parkeerrem (EPB) Parkeerrem ontgrendelen Parkeerrem activeren OOSEV050016L Deactiveren van de EPB (Elektronische OOSEV050015L parkeerrem): Activeren van de EPB (Elektronische Zet de toets Start/Stop in stand ON. parkeerrem): Trap het rempedaal in. 1. Trap het rempedaal in. 2. Trek de EPB-schakelaar omhoog. Druk de EPB-schakelaar in.
Pagina 311
Maak gordel vast en sluit deur, motorkap, koffer om EPB te ontkoppelen We adviseren u het systeem te laten controleren door een Er klinkt een waarschuwingsgeluid en er officiële HYUNDAI-dealer als het wordt een melding weergegeven onder waarschuwingslampje voor het de volgende omstandigheden: parkeerremsysteem blijft branden Als u probeert te rijden terwijl de EPB terwijl de EPB gedeactiveerd is.
Pagina 312
WAARSCHUWING Gebruik stand P (Parkeren) niet in plaats van de parkeerrem wanneer de auto stilstaat en u de auto verlaat, om te voorkomen dat de auto onverwachts in beweging komt. Schakel de parkeerrem in en controleer dat de transmissie goed in stand P (Parkeren) staat.
Pagina 313
EPB nog steeds brandt, raden we u in stand ON wordt gezet en aan het systeem te laten controleren gaat na ongeveer 3 seconden door een officiële HYUNDAI-dealer. uit als het systeem normaal Als het waarschuwingslampje voor werkt. het parkeerremsysteem niet brandt...
Pagina 314
Als de EPB (Elektronische parkeerrem) niet gedeactiveerd kan worden Als de EPB niet op normale wijze gedeactiveerd kan worden, raden we u aan uw auto naar een officiële HYUNDAI-dealer te laten brengen met een autoambulance en het systeem na te laten kijken. 6-27...
Pagina 315
Rijden met uw auto WAARSCHUWING Controleer, wanneer u het Auto Hold- systeem deactiveert door het gaspedaal in te trappen, altijd de omgeving rond uw auto. Trap het gaspedaal langzaam in om soepel weg te rijden. Uitschakelen: OOSEV050019L 2. Indien u de auto volledig tot stilstand brengt door het intrappen van het rempedaal, zorgt het Auto Hold- systeem ervoor dat de remdruk...
Pagina 316
- De auto enkele keren in beweging is Hold-functie mogelijk niet goed. gekomen. We adviseren u contact op te nemen In deze gevallen gaat het met een officiële HYUNDAI-dealer. waarschuwingslampje voor het parkeerremsysteem branden, verandert het controlelampje AUTO HOLD van groen naar wit, klinkt er een...
Pagina 317
Rijden met uw auto Waarschuwingsmeldingen OIK057080L Duw op het rempedaal om de AUTO OOSEV058099L HOLD te deactiveren Parkeerrem automatisch in werking Als u het rempedaal niet intrapt Als de EPB is geactiveerd door het tijdens het deactiveren van het Auto Auto Hold-systeem, klinkt er een Hold-systeem door de [AUTO HOLD]- waarschuwing en verschijnt er een...
Pagina 318
Het ABS voert dan een zelfdiagnose uit en het lampje gaat uit wanneer alles in orde is. Wanneer het lampje blijft branden, is er mogelijk een probleem met het ABS. We adviseren u zo snel mogelijk contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 6-31...
Pagina 319
ABS zijn. Uw rembekrachtiging werkt in dat geval normaal. We raden u aan om zo snel mogelijk contact met uw HYUNDAI-dealer op te nemen om het risico op ernstig of dodelijk letsel te verminderen. OPMERKING Wanneer u op een weg met weinig grip rijdt, bijv.
Pagina 320
Bediening ESC OFF-conditie voertuigstabiliteitsregeling (ESC) Uitschakelen van ESC-systeem: Voertuigstabiliteitsregeling (ESC) ingeschakeld Als de toets Start/Stop in stand ON staat, Status 1 branden de controlelampjes ESC en ESC OFF gedurende ongeveer drie seconden. Vervolgens gaan ze uit en is de ESC ingeschakeld.
Pagina 321
ESC uitgeschakeld. Pas wanneer te laten controleren door een officiële de auto opnieuw wordt gestart, zal de HYUNDAI-dealer. ESC automatisch weer worden ingescha- keld. Het controlelampje ESC OFF gaat branden als ESC met de toets wordt uitgeschakeld.
Pagina 322
OPMERKING Vehicle Stability Management (VSM) Als met wielen en banden met verschillende afmetingen wordt Vehicle Stability Management (VSM) gereden, kan het ESC een storing is een functie van de elektronische vertonen. Controleer voordat u de stabiliteitsregeling (ESC). Het helpt de banden vervangt of alle vier de wielen auto stabiel te houden bij het plotseling en banden dezelfde afmetingen...
Pagina 323
P (Parkeren) of zo snel mogelijk te laten controleren stand N (Neutraal) staat. door een officiële HYUNDAI-dealer. De HAC wordt ook geactiveerd indien de ESC (Elektronische OPMERKING stabiliteitsregeling) is uitgeschakeld.
Pagina 324
Wij adviseren in beweging komen waardoor u of u contact op te nemen met een officiële anderen letsel kunnen oplopen. HYUNDAI-dealer voor hulp. Activeer ALTIJD de parkeerrem alvorens Laat tijdens het rijden uw voet NIET op de auto te verlaten.
Pagina 325
Rijden met uw auto GEÏNTEGREERDE RIJMODUSREGELING De modus wijzigt in onderstaande volgorde wanneer de toets DRIVE MODE wordt ingedrukt. ECO (indien van toepassing) COMFORT SPORT Wanneer de COMFORT-stand is geselecteerd, wordt dit niet op het OOSEV050022L instrumentenpaneel weergegeven. De drive-stand kan worden geselecteerd op basis van de voorkeur van de ECO-modus (indien van toepassing) bestuurder of de wegomstandigheden.
Pagina 326
Wanneer de ECO-modus wordt ingeschakeld: Kan de acceleratierespons iets afnemen als u het gaspedaal geleidelijk intrapt. Nemen de prestaties van de airconditioning mogelijk af. Kan het schakelpatroon van de reductieoverbrenging veranderen. Bovenstaande situaties zijn normaal wanneer de ECO-modus is ingeschakeld, om de elektrische energie-efficiëntie te optimaliseren.
Pagina 327
Rijden met uw auto RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke WAARSCHUWING omstandigheden Als de auto is komen vast te zitten en Neem onderstaande de wielen hevig doordraaien, kan de voorzorgsmaatregelen als er sprake is temperatuur in de banden zeer snel van gevaarlijke omstandigheden, zoals toenemen.
Pagina 328
Vloeiend nemen van bochten Rijden in de regen Voorkom remmen of schakelen in Regen en natte wegen kunnen het rijden bochten, met name op een nat wegdek. gevaarlijk maken. Hier volgt een aantal Bochten moeten bij voorkeur altijd met aandachtspunten voor het rijden in de weinig gas worden genomen.
Pagina 329
Rijden met uw auto Doorwaden van water Door de specifieke eigenschappen van het ontwerp hebben ze een hoger Voorkom het doorwaden van water, zwaartepunt dan gewone voertuigen tenzij u ervan overtuigd bent dat het zodat ze gemakkelijker omrollen als u water niet hoger komt dan de onderkant abrupt keert.
Pagina 330
RIJDEN IN DE WINTER Door de ongunstige Winterbanden weersomstandigheden tijdens de winter kunnen de banden sneller slijten WAARSCHUWING en bovendien nog andere problemen optreden. Hierna volgen een aantal Winterbanden moeten dezelfde maat suggesties om het risico op problemen hebben als de standaardbanden van tijdens het rijden in de winter te de auto.
Pagina 331
Rijden met uw auto Sneeuwkettingen (Europa) Aanbrengen van sneeuwkettingen Volg voor het plaatsen van de AutoSock (stoffen sneeuwketting) de aanwijzingen van de fabrikant en breng deze zo strak mogelijk aan. Rijd langzaam (minder dan 30 km/h) als sneeuwkettingen zijn gemonteerd. Stop de auto en trek de sneeuwkettingen strakker aan als u hoort dat deze de carrosserie of het chassis raken.
Pagina 332
9. De ladingstoestand van tijdelijk stand P (Parkeren) in als de de accu kan worden gecontroleerd door kans aanwezig is dat de parkeerrem een officiële HYUNDAI-dealer of een kan bevriezen. Blokkeer bovendien de garagebedrijf. achterwielen, zodat de auto niet kan wegrollen.
Pagina 333
10 % of 100 kg worden overschreden HYUNDAI-dealer voor meer informatie. (afhankelijk van welke waarde het eerst bereikt is). Rijd in dat geval niet Let op dat rijden met een aanhanger harder dan 100 km/h voor voertuigen anders is dan rijden zonder aanhanger.
Pagina 334
OLMB053047 Neem contact op met een officiële Wat is het veilige maximumgewicht HYUNDAI-dealer over de benodigde van een aanhanger? Dit mag nooit zaken als een trekhaak, enz. als u een hoger zijn dan het maximale geremde aanhanger trekt.
Pagina 335
Rijden met uw auto Kogeldruk WAARSCHUWING Maximale asbelasting Maximaal toelaatbaar Neem de volgende voertuiggewicht voorzorgsmaatregelen: Zorg ervoor dat de aanhanger aan de voorzijde altijd zwaarder is dan aan de achterzijde. De verhouding tussen de belading voor en achter dient ongeveer 60/40 te zijn. Overschrijd nooit de maximale gewichten voor de aanhanger of de uitrusting voor het trekken van de...
Pagina 336
Maximaal gewicht en maximale kogeldruk bij het rijden met een aanhanger Batterij met langere Onderdeel Economische batterij duur Geremd Maximaal aanhangergewicht Zonder rem- systeem Maximale kogeldruk Aanbevolen afstand hart achterwiel - kogel 6-49...
Pagina 337
Rijden met uw auto Uitrusting voor het rijden met De achterste nummerplaat en de verlichting van het voertuig een aanhanger mogen niet deels of geheel worden Trekhaak verstopt door de mechanische koppelinrichting. Als de achterste nummerplaat en/of de achterlichten gedeeltelijk kunnen worden verstopt door een onderdeel van de mechanische koppelinrichting, zijn mechanische koppelinrichtingen...
Pagina 338
Losbreekvoorziening Rijden met een aanhanger U moet altijd een ketting tussen uw auto Voor het rijden met een aanhanger is en de aanhanger aanbrengen. een zekere mate van ervaring nodig. Voordat u met uw aanhanger onderweg Voor meer informatie over gaat, moet u deze eerst leren kennen.
Pagina 339
Gebruik een goedgekeurde kabelboom voor aanhangers. Anders kan dit voor schade aan de elektrische installatie van de auto en/of persoonlijk letsel zorgen. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. 6-52...
Pagina 340
Parkeren op een helling Wegrijden vanuit stilstand op een helling Als u een aanhanger achter de auto hebt gekoppeld, is het niet verstandig om uw 1. Trap met de selectiehendel in stand P auto op een helling te parkeren. het rempedaal in en houd dit ingetrapt terwijl u het volgende doet: Is het niet anders mogelijk dan de auto Start uw auto;...
Pagina 341
Rijden met uw auto VOERTUIGGEWICHT Twee labels op de dorpel van het GVW (Maximaal toelaatbaar bestuurdersportier geven aan voor welke totaalgewicht) belading uw auto ontworpen is: het Dit is het rijklaar gewicht plus het informatielabel en het typeplaatje. gewicht van de lading en van de Zorg ervoor dat u, voordat u uw auto passagiers.
Pagina 343
OTM070237 auto te laten controleren door een Het Forward Collision-Avoidance Assist- officiële HYUNDAI-dealer. systeem is ontworpen om voorliggers of Breng NOOIT accessoires of stickers voetgangers op de rijweg te detecteren op de voorruit aan en deze mag ook en te controleren.
Pagina 344
Settings (Instellingen). Als het waarschuwingslampje ( ) blijft branden als het systeem is ingeschakeld, raden we u aan de functie te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, wordt het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem altijd OTM070090N ingeschakeld.
Pagina 345
Bestuurdershulp OTM070140N OTM070141N Waarschuwingsmoment Waarschuwingsvolume Met de auto ingeschakeld, Met de auto ingeschakeld, selecteert Warning volume' ('Bestuurdershulp Waarschuwingsmoment') in het menu menu Settings (instellingen) om het Settings (instellingen) om de initiële waarschuwingsvolume voor Forward activeringstijd voor de waarschuwing van Collision-Avoidance Assist te wijzigen Forward Collision-Avoidance Assist (Hulp naar 'High', 'Medium', of 'Low' ('Hoog', bij het vermijden van een voorwaartse...
Pagina 346
Werking van de functie Waarschuwing en regeling De basisfunctie van Forward Collision- Avoidance Assist is om te helpen waarschuwen en het voertuig te controleren, naargelang het risico op een botsing: ‘Collision Warning - Waarschuwing voor een botsing’, ‘Emergency Braking - Noodrem’ en ‘Stopping vehicle and ending brake control - Voertuig stoppen en OTM070144N...
Pagina 347
Bestuurdershulp Als 'Active Assist' ('actieve ondersteuning') of 'Warning Only' ('Alleen waarschuwen') is geselecteerd, wordt het Forward Collision-Avoidance Assist automatisch uitgeschakeld wanneer ESC wordt uitgeschakeld door de toets ESC OFF langer dan 3 seconden ingedrukt te houden. In dit geval kan de functie niet worden ingesteld in het menu Settings (instellingen) en gaat het waarschuwingslampje (...
Pagina 348
) branden op het instrumentenpaneel. normaal. We raden u aan het systeem door Tijdens een noodstop, wordt het een officiële HYUNDAI-dealer te laten aansturen van de remmen door de controleren. functie automatisch geannuleerd wanneer de bestuurder het gaspedaal hard intrapt of abrupt het stuur omgooit.
Pagina 349
Straatverlichting of licht van een normaal werkt, adviseren we om de tegenligger wordt gereflecteerd op functie te laten nakijken door een het natte wegdek, bv. door een plas officiële HYUNDAI-dealer. op de weg Er is een voorwerp op het dashboard geplaatst WAARSCHUWING...
Pagina 350
Rijden door stoom, rook of schaduw U verlaat of keert terug naar de rijstrook Slechts een deel van een voertuig, voetganger of fietser vóór de auto Onstabiel rijden wordt gedetecteerd U bevindt zich op een rotonde en de De voorligger is een bus, een grote voorligger wordt niet gedetecteerd vrachtwagen, een vrachtwagen U blijft in een cirkel rijden...
Pagina 351
Bestuurdershulp Er bevindt zich een groep voetgangers WAARSCHUWING of een grote menigte voor de auto Rijden in bochten De voetganger draagt kleding die opgaat in de achtergrond en daardoor moeilijk te detecteren is De voetganger is moeilijk te onderscheiden van een structuur met een soortgelijke vorm in de omgeving U rijdt voorbij een voetganger, verkeersborden, constructies enz.
Pagina 352
Op een helling rijden OADAS006 OADAS005 Mogelijk detecteert Forward OADAS009 Collision-Avoidance Assist een voertuig of voetganger in de rijstrook naast u of elders buiten uw rijstrook wanneer u op een bochtige weg rijdt. In een dergelijke situatie kan het zijn dat de functie de bestuurder waarschuwt of het voertuig afremt terwijl dat niet nodig is.
Pagina 353
Bestuurdershulp Van rijbaan wisselen OADAS033 [A] : Uw auto, OADAS032 [B] : Een auto die van rijstrook verandert, [A] : Uw auto, [C]: voertuig op dezelfde rijstrook [B] : Een auto die van rijstrook verandert Wanneer een voertuig vóór u uw Wanneer een voertuig vanuit een rijstrook verlaat, detecteert Forward aangrenzende rijstrook uw rijstrook...
Pagina 354
Voertuig detecteren WAARSCHUWING Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan dat u om veiligheidsredenen Forward Collision-Avoidance Assist uitschakelt. Mogelijk grijpt het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem in als het voorwerpen detecteert die door hun vorm of bepaalde kenmerken lijken op voertuigen en voetgangers.
Pagina 355
Bestuurdershulp Basisfunctie Detectiesensor (Frontzichtcamera, Radar voorzijde) OJX1070255L Het Forward Collision-Avoidance Assist- OOSEV050025L systeem is ontworpen om fietsers of voetgangers op de rijweg te detecteren en te controleren. De bestuurder wordt gewaarschuwd met een melding en een signaal dat een botsing dreigt en indien nodig wordt de noodrem geactiveerd.
Pagina 356
We adviseren u of sensorunits en oefen er geen de auto te laten controleren door een kracht van buitenaf op uit. officiële HYUNDAI-dealer. Na het vervangen of repareren van Maak voor het repareren of de detectiesensor adviseren wij u uw...
Pagina 357
De bestuurder kan de aan/uit-status van het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem controleren in het menu Settings (Instellingen). Als het waarschuwingslampje ( ) blijft branden als het systeem is ingeschakeld, raden we u aan de functie te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-16...
Pagina 358
OTM070140N OTM070141N Waarschuwingsmoment Waarschuwingsvolume Met de auto ingeschakeld, Met de auto ingeschakeld, selecteert Warning volume' ('Bestuurdershulp Waarschuwingsmoment') in het menu menu Settings (instellingen) om het Settings (instellingen) om de initiële waarschuwingsvolume voor Forward activeringstijd voor de waarschuwing van Collision-Avoidance Assist te wijzigen Forward Collision-Avoidance Assist (Hulp naar 'High', 'Medium' of 'Low' ('Hoog', bij het vermijden van een voorwaartse...
Pagina 359
Bestuurdershulp Werking van de functie Basisfunctie Waarschuwing en regeling De basisfunctie van Forward Collision- Avoidance Assist is om te helpen waarschuwen en het voertuig te controleren, naargelang het risico op een botsing: ‘Collision Warning - Waarschuwing voor een botsing’, ‘Emergency Braking - Noodrem’ en ‘Stopping vehicle and ending OTM070144N brake control - Voertuig stoppen en...
Pagina 360
WAARSCHUWING Tref de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u gebruikmaakt van het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde): Wijzig voor uw veiligheid de instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd. Als 'Active Assist' ('Actieve OTM070059L ondersteuning') of 'Warning De auto tot stilstand brengen en het Only' ('Alleen waarschuwen') is aansturen van de remmen beëindigen...
Pagina 361
Bestuurdershulp Mogelijk waarschuwt Forward OPGELET Collision-Avoidance Assist de De snelheden waarmee het bestuurder te laat of helemaal Forward Collision-Avoidance Assist niet, afhankelijk van de weg- en werkt, kunnen verminderen door rijomstandigheden. de toestand van het voertuig of Terwijl Forward Collision- de voetganger ervoor of in de Avoidance Assist ingrijpt, kan omgeving.
Pagina 362
( ) en Assist-systeem tijdelijk beperken of ) branden op het instrumentenpaneel. uitschakelen. We raden u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer te laten Als dit gebeurt, verschijnt de waarschuwingsmelding 'Forward controleren. Safety system disabled - Voorwaarts veiligheidssysteem uitgeschakeld.
Pagina 363
Bestuurdershulp Uw auto wordt gesleept WAARSCHUWING De omgeving is heel helder Mogelijk werkt het Forward De omgeving is zeer donker, bv. in een Collision-Avoidance Assist-systeem tunnel enz. niet goed, zonder dat daarover een waarschuwingsmelding verschijnt De helderheid verandert plots, bv. of het waarschuwingslampje gaat wanneer u een tunnel inrijdt of verlaat branden op het instrumentenpaneel.
Pagina 364
U rijdt door een tunnel of onder een De voetganger of fietser wordt niet ijzeren brug door volledig gedetecteerd, bijvoorbeeld als hij zich vooroverbuigt of niet U rijdt in een groot gebied waar helemaal rechtop loopt weinig voertuigen of constructies zijn (d.w.z.
Pagina 365
Bestuurdershulp De voetganger of fietser draagt WAARSCHUWING kleding die opgaat in de achtergrond Rijden in bochten en daardoor moeilijk te detecteren is De voetganger of fietser is moeilijk te onderscheiden van een structuur met een soortgelijke vorm in de omgeving U rijdt voorbij een voetganger, fietser, verkeersbord, gebouw enz.
Pagina 366
Op een helling rijden OADAS015 OADAS012 OADAS017 OADAS019 Mogelijk detecteert Forward OADAS010 OADAS011 Collision-Avoidance Assist een Mogelijk detecteert Forward voertuig, voetganger of fietser in de Collision-Avoidance Assist geen rijstrook naast u of elders buiten uw andere voertuigen, voetgangers of rijstrook wanneer u op een bochtige fietsers vóór u op hellende wegen weg rijdt.
Pagina 367
Bestuurdershulp Van rijbaan wisselen OADAS031 [A] : Uw auto, OADAS030 [B] : Een auto die van rijstrook verandert, [A] : Uw auto, [C] : Voertuig op dezelfde rijstrook [B] : Een auto die van rijstrook verandert Wanneer een voertuig vóór u uw Wanneer een voertuig vanuit een rijstrook verlaat, detecteert Forward aangrenzende rijstrook uw rijstrook...
Pagina 368
Voertuig detecteren WAARSCHUWING Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan dat u om veiligheidsredenen Forward Collision-Avoidance Assist uitschakelt. Mogelijk grijpt het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem in als het voorwerpen detecteert die door hun vorm of bepaalde kenmerken op voertuigen, voetgangers en fietsers lijken.
Pagina 369
Bestuurdershulp Het Lane Keeping Assist-systeem Functie-instellingen is ontworpen om tijdens het rijden Instellen boven een bepaalde snelheid rijstrookmarkeringen (of randen van de weg) te detecteren. De functie waarschuwt de bestuurder als het voertuig de rijstrook verlaat zonder gebruik te maken van de richtingaanwijzers of helpt de bestuurder automatisch te sturen om zo te helpen voorkomen dat de auto de rijstrook...
Pagina 370
WAARSCHUWING Als 'Warning Only’ ('Alleen waarschuwen') wordt geselecteerd, is er geen stuurhulp. Het Lane Keeping Assist-systeem stuurt niet bij wanneer de auto in het midden van de rijstrook rijdt. De bestuurder dient zich altijd bewust te zijn van de omgeving en de auto te sturen als 'Off' is geselecteerd.
Pagina 371
Bestuurdershulp Werking van de functie Hulp bij rijbaan aanhouden Waarschuwing en regeling Om de bestuurder te waarschuwen dat het voertuig afwijkt van de Het Lane Keeping Assist-systeem geprojecteerde rijstrook vóór de auto waarschuwt en stuurt de auto aan met gaat het groene ( ) controlelampje Lane Departure Warning (Waarschuwing knipperen op het instrumentenpaneel...
Pagina 372
WAARSCHUWING Informatie Mogelijk wordt er niet bijgestuurd U kunt de instellingen veranderen als het stuurwiel zeer stevig wordt op het instrumentenpaneel vastgehouden of als het voorbij een (Gebruikersinstellingen) of het bepaalde hoek gedraaid is. infotainmentsysteem (Vehicle Settings - voertuiginstellingen), afhankelijk van Het Lane Keeping Assist-systeem de optie die met uw auto is geleverd.
Pagina 373
Mogelijk werkt Lane Keeping HYUNDAI-dealer. Assist niet gedurende 15 seconden na het starten van de auto of het inschakelen van de frontzichtcamera. WAARSCHUWING...
Pagina 374
Beperkingen van de functie Er is een wegrand zonder rijstrook De rijweg wordt begrensd door een Het kan zijn dat Lane Keeping Assist structuur, zoals een tolpoort, stoep, onder de volgende omstandigheden niet stoeprand enz. naar behoren of onverwacht werkt: De afstand tot uw voorligger zeer De rijstrook is vuil of moeilijk te klein is of uw voorligger op de...
Pagina 375
Bestuurdershulp Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Botsingsvermijding blinde hoek) is ontworpen om voertuigen die naderen en zich in de blinde hoek van de bestuurder bevinden te detecteren en te controleren en de bestuurder met een melding en een signaal te waarschuwen als een aanrijding dreigt. Als het risico op een botsing bestaat bij een rijstrookwissel of het voorwaarts verlaten van een parkeerplaats, helpt de...
Pagina 376
Detectiesensor (Frontzichtcamera, Hoekradar achteraan) OJX1079028 Als u voorwaarts een parkeerplek verlaat en de functie inschat dat er kans op een OOSEV050025L botsing bestaat met een voertuig dat zich in de blinde hoek bevindt, helpt de functie een aanrijding te vermijden door de rem te activeren.
Pagina 377
We raden u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. Als de hoekradar achter is vervangen of gerepareerd, raden we u aan uw auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 378
OTM070097N OTM070140N Wanneer de auto opnieuw wordt gestart Waarschuwingsmoment terwijl het systeem uitgeschakeld is, Met de auto ingeschakeld, selecteert verschijnt de melding 'Blind-Spot Safety System is Off' ('Veiligheidssysteem blinde hoek is uitgeschakeld') op het Waarschuwingsmoment') in het menu instrumentenpaneel. Settings (instellingen) om de initiële Als u de instelling wijzigt van 'Off' activeringstijd voor de waarschuwing ('Uit') naar 'Active Assist’...
Pagina 379
Bestuurdershulp Werking van de functie Waarschuwing en regeling Links Rechts OTM070141N Waarschuwingsvolume Met de auto ingeschakeld, OOS057024 Voertuigdetectie Warning Volume' ('Bestuurdershulp Om de bestuurder te waarschuwen dat een voertuig wordt gedetecteerd, menu Settings (instellingen) om het gaat het waarschuwingslampje op de waarschuwingsvolume van het Blind- buitenspiegel en het head-updisplay Spot Safety-systeem (Veiligheid blinde...
Pagina 380
Botsingswaarschuwing WAARSCHUWING De botsingswaarschuwing werkt Het detectiebereik van de hoekradar wanneer de richtingaanwijzer wordt achter wordt bepaald door de ingeschakeld in de richting van de standaard wegbreedte. Op een gedetecteerde auto. smalle weg is het dus mogelijk dat Als 'Warning Only' ('Alleen het systeem andere voertuigen op waarschuwen') wordt geselecteerd de volgende rijstrook detecteert en u...
Pagina 381
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Blind Spot Collision-Avoidance Assist wordt geannuleerd onder de volgende omstandigheden: - Uw auto rijdt op een bepaalde afstand de rijstrook naast u op. - Uw auto is niet meer in de buurt van het botsingsrisico - Het stuurwiel wordt omgegooid - Het rempedaal wordt ingetrapt.
Pagina 382
OOSEV070115L OTM070059L Collision-Avoidance Assist De auto tot stilstand brengen en het (Botsingsvermijding) (bij het wegrijden) aansturen van de remmen beëindigen Om de bestuurder te waarschuwen Wanneer de auto tot stilstand voor een aanrijding, knippert is gebracht door de noodrem, het waarschuwingslampje op de verschijnt de waarschuwing 'Drive buitenspiegel;...
Pagina 383
Bestuurdershulp Mogelijk waarschuwt het Blind-Spot WAARSCHUWING Safety-systeem de bestuurder te laat Neem de volgende of helemaal niet, afhankelijk van de voorzorgsmaatregelen bij gebruik van weg- en rijomstandigheden. het Blind-Spot Safety-systeem: De bestuurder moet het voertuig te Wijzig voor uw veiligheid de allen tijde onder controle houden.
Pagina 384
We raden u aan gebieden (bv. open terrein), waar het systeem door een officiële HYUNDAI- eventuele substanties niet worden dealer te laten controleren. gedetecteerd na het starten van de auto of wanneer de detectiesensor vlak het starten van de auto bedekt is met vreemd materiaal.
Pagina 385
Bestuurdershulp Een andere auto rijdt u zeer snel OPGELET voorbij, zodat hij slechts heel kort Schakel het Blind-Spot Safety-systeem naast u rijdt uit om een aanhanger, drager enz. te Uw auto rijdt een andere auto voorbij bevestigen of verwijder de aanhanger, Uw auto verandert van rijstrook drager enz.
Pagina 386
Mogelijk werkt het aansturen van de WAARSCHUWING remmen niet en is de aandacht van Rijden in bochten de bestuurder vereist in de volgende gevallen: De auto trilt ernstig wanneer hij op een wegdek rijdt dat hobbelig, ongelijkmatig of met beton hersteld is U rijdt op een ondergrond die glad is door sneeuw, waterplassen, ijs enz.
Pagina 387
Bestuurdershulp Rijden waar rijstroken samenvoegen/ Rijden waar de rijstroken op splitsen verschillende hoogten lopen OJX1079059 OOS070018K Mogelijk werkt Blind-Spot Safety niet Mogelijk werkt Blind-Spot Safety niet goed op plaatsen waar de rijstrook goed op plaatsen waar de rijstroken splitst of meerdere rijstroken op verschillende hoogten lopen.
Pagina 388
Detectiesensor (Hoekradar achteraan) OOS070026K Wanneer een passagier een portier opent nadat de auto tot stilstand is OOSEV050034L gekomen, waarschuwt het Safe Exit [2] : Hoekradar achteraan Warning-systeem de bestuurder met De hoekradars achteraan zijn sensoren een waarschuwingsmelding en een in de achterbumper die zaken naast waarschuwingssignaal wanneer een en achter de auto moeten detecteren.
Pagina 389
Bestuurdershulp Systeemconfiguratie Instellingsfuncties voor het systeem OTM070140N Waarschuwingsmoment Met de auto ingeschakeld, selecteert OOS070043L Safe Exit Warning (Waarschuwing bij veilig uitstappen) Waarschuwingsmoment') in het menu Terwijl de auto is ingeschakeld, Settings (instellingen) om de initiële activeringstijd voor de waarschuwing van het Blind-Spot Safety-systeem (Veiligheid blinde hoek) te wijzigen.
Pagina 390
Werking van de functie Functiewaarschuwing OTM070141N Waarschuwingsvolume Met de auto ingeschakeld, OTM070101N Botsingswaarschuwing bij het verlaten Warning Volume' ('Bestuurdershulp van de auto Wanneer, op het moment dat een menu Settings (instellingen) om het portier wordt geopend, een voertuig waarschuwingsvolume van het Blind- wordt gedetecteerd dat de auto Spot Safety-systeem (Veiligheid blinde van achteren nadert, verschijnt de...
Pagina 391
Bestuurdershulp De bestuurder en de passagiers zijn WAARSCHUWING verantwoordelijk voor ongevallen bij Neem de volgende het verlaten van de auto. Controleer voorzorgsmaatregelen bij gebruik van altijd de omgeving voordat u uit de de Safe Exit Warning: auto stapt. Wijzig voor uw veiligheid de Laat de Safe Exit Warning nooit instellingen pas nadat u de auto op opzettelijk activeren.
Pagina 392
Als dit gebeurt, verschijnt de uitgeschakeld of beperkt. We raden u waarschuwingsmelding 'Blind-Spot aan de waarschuwing door een officiële Safety system disabled. (Blindehoek HYUNDAI-dealer te laten controleren. veiligheidssysteem uitgeschakeld) Radar blocked. (Radar geblokkeerd)' op het instrumentenpaneel. Het systeem werkt normaal als dit vuil of de aanhanger, etc.
Pagina 393
Bestuurdershulp Beperkingen van de functie WAARSCHUWING Onder de volgende omstandigheden Zelfs als er geen waarschuwing op kan het zijn dat het Safe Exit Warning- het instrumentenpaneel verschijnt, is systeem niet naar behoren werkt of dat het mogelijk dat de Safe Exit Warning het systeem onverwachts in werking niet goed werkt.
Pagina 394
OTM070111L OOS070006K (1) Manual Speed Limit Assist (Hulp bij 2. Druk de schakelaar (+) omhoog of de handmatige snelheidsbegrenzing) schakelaar (-) omlaag en laat hem bij ingeschakeld controlelampje de gewenste snelheid los. (2) Ingestelde snelheid Druk de schakelaar (+) omhoog of de schakelaar (-) omlaag en houd hem in U kunt de snelheidslimiet instellen deze positie.
Pagina 395
Bestuurdershulp De functie hervatten Informatie Als het gaspedaal niet voorbij het drukpunt wordt ingetrapt, blijft de rijsnelheid onder de snelheidslimiet. Wanneer het gaspedaal voorbij het drukpunt wordt ingetrapt, kan het terugschakelmechanisme een klikgeluid voortbrengen. De functie tijdelijk pauzeren Type A OOS070006K Om Manual Speed Limit Assist (Hulp bij handmatige snelheidsbegrenzing) ter...
Pagina 396
De functie uitschakelen WAARSCHUWING Neem de volgende Type A voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de Handmatige snelheidslimietregeling: Stel de rijsnelheid altijd lager op de snelheidslimiet in uw land. Houd Manual Speed Limit Assist Type B uitgeschakeld wanneer u het systeem niet gebruikt. Zo voorkomt u dat u onbedoeld een snelheid instelt.
Pagina 397
Bestuurdershulp Intelligent Speed Limit Warning (Slimme Functie-instellingen waarschuwing snelheidsbegrenzing) Instellen gebruikt informatie van het gedetecteerde verkeersbord en het navigatiesysteem om de bestuurder in te lichten over de snelheidslimiet en extra informatie over de huidige weg te geven. OPGELET Intelligent Speed Limit Warning werkt mogelijk niet goed in andere landen.
Pagina 398
Werking van de functie Informatie Functieweergave Intelligent Speed Limit Warning (Slimme waarschuwing snelheidslimiet) "Driving Assist - Rijhulp" scherm geeft extra informatie van geselecteerd verkeersborden en de snelheidslimiet. De extra verkeersinformatie kan van land tot land verschillen. Extra bord weergegeven onder de snelheidslimiet of een bord ivm inhaalbeperkingen betekent de voorwaarden waaronder de borden...
Pagina 399
Bestuurdershulp Aanvullende verkeersborden Einde van een snelheidslimiet Geen betrouwbare informatie over snelheidslimieten - - - WUM-207 WUM-208 Nadat de auto een bord WTL-220 'einde van snelheidslimiet' is Het symbool wordt getoond Intelligent gepasseerd, informeert het ISLW- Speed Limit Warning (Slimme systeem de bestuurder over de snelheidslimietwaarschuwing) volgende snelheidslimiet op...
Pagina 400
'Speed limit system disabled - op het instrumentenpaneel. Als dat Snelheidslimietsysteem uitgeschakeld. gebeurt, raden we aan de functie te laten Camera obscured' ('Waarschuwing inspecteren door een officiële HYUNDAI- aandacht vooruit uitgeschakeld. dealer. Camera geblokkeerd') op het instrumentenpaneel. De functie werkt weer naar behoren wanneer deze sneeuw, regen of andere substantie wordt verwijderd.
Pagina 401
Bestuurdershulp Beperkingen van de functie Het gezichtsveld van de frontzichtcamera wordt belemmerd De functie Intelligent Speed Limit door schittering van de zon Warning (ISLW) werkt in de volgende U rijdt op een weg met scherpe of veel omstandigheden mogelijk niet of geeft bochten niet de juiste informatie: U rijdt over verkeersdrempels of...
Pagina 402
WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR DE AANDACHT VAN DE Basisfunctie Zie de alinea 'Forward Collision- Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning Het waarschuwingssysteem voor de botsingsvermijding voorzijde)' in aandacht van de bestuurder helpt het hoofdstuk 7 voor meer informatie over aandachtsniveau van de bestuurder te de voorzorgsmaatregelen voor de bepalen door het rijpatroon, de rijtijd frontzichtcamera.
Pagina 403
Bestuurdershulp Informatie Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, behoudt de Driver Attention Warning de laatste instelling. Werking van de functie Basisfunctie Weergave en waarschuwing van functie De basisfunctie van het Driver Attention Warning-systeem bestaat OTM070189L erin de bestuurder te informeren Leading Vehicle Departure alert over zijn aandachtsniveau en hem te (Waarschuwing vertrek voorliggend...
Pagina 404
- Wanneer 'Inattentive Driving WAARSCHUWING Warning' ('Waarschuwing Wijzig voor uw veiligheid de onoplettend rijden') wordt instellingen pas nadat u de auto op een geannuleerd in het menu Settings veilige plaats heeft geparkeerd. (Instellingen), wordt 'System Off' ('Systeem uit') weergegeven. - Het systeem werkt bij een OPGELET rijsnelheid van 0~210km/h.
Pagina 405
Als dat klinkt een waarschuwingssignaal. gebeurt, raden we aan de functie te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI- dealer. WAARSCHUWING Mogelijk verschijnt of klinkt Beperkingen van de functie...
Pagina 406
Wanneer de bestuurder van de Functie Leading Vehicle Departure Alert (Waarschuwing vertrek voorligger) voorligger het stuur omgooit Wanneer een voertuig invoegt OADAS034 [A] : Uw auto, [B] : Voorligger OADAS021 Als de voorligger een scherpe bocht maakt, zoals afslaan naar links of naar rechts, zich omkeren enz., is het mogelijk dat Leading Vehicle Departure Alert niet goed...
Pagina 407
Bestuurdershulp Wanneer er een voetganger tussen u Bij het rijden door een tolpoort of op en uw voorligger staat een kruispunt, enz. OADAS025 OADAS026 Als er zich een of meer voetgangers Als u voorbij een tolpoort of of fietsen tussen u en uw voorligger kruising met veel voertuigen rijdt bevinden, is het mogelijk dat Leading of als u ergens rijdt waar rijstroken...
Pagina 408
Werking van de functie Snelheid instellen 1. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 30 km/h. Type A OTM070111 Type B (1) Controlelampje cruise (2) Ingestelde snelheid Het Cruise Control-systeem stelt u in OOS070008E staat om meer dan 30 km/h te rijden 2.
Pagina 409
Bestuurdershulp Snelheid verhogen Snelheid verlagen OOS070010K OOS070009K Druk de schakelaar (-) omlaag en laat Druk de schakelaar (+) omhoog en laat hem onmiddellijk los. Telkens als u de hem onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar op deze manier bedient, schakelaar op deze manier bedient, wordt de kruissnelheid met 1 km/h wordt de kruissnelheid met 1 km/h...
Pagina 410
De functie tijdelijk pauzeren De functie hervatten OOS070011K OOS070012K De cruisecontrol wordt geannuleerd: Druk op de (+, -) schakelaar of ( knop. Het rempedaal wordt ingetrapt. Als u de (+) schakelaar omhoog of de Druk op de ( ) toets. (-) schakelaar omlaag drukt, wordt de De transmissie naar stand N (Neutraal) snelheid van de auto op de huidige...
Pagina 411
Bestuurdershulp De functie uitschakelen WAARSCHUWING Neem de volgende Type A voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de cruisecontrol: Stel de rijsnelheid altijd lager op de snelheidslimiet in uw land. Laat Cruise Control uitgeschakeld Type B wanneer u het systeem niet gebruikt. Zo voorkomt u dat u onbedoeld een snelheid instelt.
Pagina 412
Het Smart Cruise Control-systeem OPGELET is ontworpen om de voorligger te Houd de frontzichtcamera altijd en detecteren en de gewenste snelheid en de radar vóór in goede staat om de minimumafstand tot uw voorligger te optimale prestaties van het Smart helpen bewaren.
Pagina 413
Bestuurdershulp Functie-instellingen Instellen Type A Type B OOS070013K Tussenafstand instellen Elke keer als u op de toets drukt, OOS070008E verandert de tussenafstand als volgt: Om de functie aan te schakelen Druk op de knop Driving Assist om Afstand 4 Afstand 3 Afstand 2 het systeem in te schakelen.
Pagina 414
OOS070009K OOS070010K Snelheid verhogen Snelheid verlagen Druk de schakelaar (+) omhoog en laat Druk de schakelaar (-) omlaag en laat hem onmiddellijk los. Telkens als u de hem onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar op deze manier bedient, schakelaar op deze manier bedient, wordt de kruissnelheid met 1 km/h wordt de kruissnelheid met 1 km/h verhoogd.
Pagina 415
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Controleer de rijomstandigheid voordat u de schakelaar ( ) gebruikt. Als u de schakelaar ( ) indrukt, kan uw auto mogelijk snel accelereren. Type A OOS070011E De functie tijdelijk annuleren Type B Druk op de ( ) schakelaar of trap het rempedaal in om Smart Cruise Control tijdelijk te annuleren.
Pagina 416
Informatie Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, blijft de laatste instelling voor het waarschuwingsvolume behouden. Werking van de functie Voorwaarden voor gebruik Smart Cruise Control werkt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: OTM070142L Smart Cruise Reactie Basisfunctie Met de auto ingeschakeld, selecteert u De transmissie staat in stand D (Rijden) Smart Cruise response (Reactie Smart...
Pagina 417
Bestuurdershulp Functieweergave en -regeling Overtaking Acceleration Assist (Versnellingshulp voor inhalen) Basisfunctie Overtaking Acceleration Assist werkt U ziet de bedrijfsstatus van het Smart wanneer de richtingaanwijzer links Cruise Control-systeem in de Driving (stuur links) of rechts (stuur rechts) Assistmodus (Rijhulpprogramma) wordt ingeschakeld terwijl Smart Cruise op het instrumentenpaneel.
Pagina 418
Tijdelijk accelereren OTM070155 Indien tijdelijk geannuleerd OTM070246 (1) ( ) wordt de indicatie Trap het gaspedaal in om de rijsnelheid weergegeven. tijdelijk te verhogen als Smart Cruise (2) De vorige ingestelde snelheid wordt Control is ingeschakeld. Terwijl de gearceerd weergegeven. snelheid toeneemt, knipperen de snelheid, het afstandsniveau en de gewenste afstand die zijn ingesteld op...
Pagina 419
Bestuurdershulp Functie tijdelijk geannuleerd Functievoorwaarden niet vervuld OTM070113L OTM070112L Smart Cruise Control wordt tijdelijk Als u op de toets Driving Assist (Rijhulp), geannuleerd wanneer: (+) schakelaar, (-) schakelaar of ( schakelaar drukt als er niet voldaan is U sneller rijdt dan 190 km/h aan de werkingsvoorwaarden van het Het gaspedaal gedurende een systeem, verschijnt ‘Voorwaarden SCC...
Pagina 420
Filerijden Waarschuwing voor rijomstandigheden OTM070114L OTM070055L Als u in een file rijdt, stopt uw auto als In de volgende situatie verschijnt uw voorligger stopt. En als uw voorligger de waarschuwingsmelding 'Watch weer gaat rijden, gaat uw auto ook rijden. for surrounding vehicles' ('Let op Nadat de auto is gestopt en gedurende voor voertuigen in de buurt') op het een bepaalde tijd heeft stilgestaan,...
Pagina 421
Bestuurdershulp Botsingswaarschuwing WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij gebruik van het Smart Cruise Control-systeem: Het Smart Cruise Control-systeem is geen vervanging voor correct en veilig rijgedrag. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om altijd de rijsnelheid en de afstand tot de voorligger in de gaten te houden.
Pagina 422
) branden op het instrumentenpaneel. Smart Cruise Control niet als We raden u aan het systeem door een een waarschuwingsmelding of officiële HYUNDAI-dealer te laten waarschuwingssignaal van een controleren. andere functie wordt weergegeven of klinkt. Mogelijk hoort u het...
Pagina 423
Bestuurdershulp Functie uitgeschakeld Beperkingen van de functie Onder de volgende omstandigheden kan het zijn dat Smart Cruise Control niet naar behoren werkt of dat de functie onverwacht in werking treedt: De detectiesensor of het gebied eromheen is vuil of beschadigd De voorruit wordt constant met ruitensproeiervloeistof besproeid of de ruitenwisser is geactiveerd...
Pagina 424
Slechts een deel van een voertuig U rijdt op een ondergrond die glad is wordt gedetecteerd door sneeuw, waterplassen, ijs enz. De voorligger heeft geen U rijdt op een bochtige weg achterlichten, zijn achterlichten De voorligger wordt te laat bevinden zich op een ongewone gedetecteerd plaats enz.
Pagina 425
Bestuurdershulp Rijden in bochten Op een helling rijden OADAS014 OADAS012 Het is mogelijk dat Smart Cruise Het Smart cruisecontrol detecteert Control in een bocht een voertuig op bij bergop- of bergafwaarts rijden dezelfde rijstrook niet waarneemt en mogelijk geen rijdende auto in uw tot de ingestelde snelheid accelereert.
Pagina 426
Van rijbaan wisselen Voertuig detecteren OJX1079181 In de volgende gevallen kunnen bepaalde voertuigen in uw rijstrook niet worden gedetecteerd door de sensoren: - Voertuigen die aan de zijkant van de rijstrook rijden - Langzame voertuigen of plotseling afremmende voertuigen - Tegenliggers - Stilstaande voertuigen OADAS030 - Voertuigen waarvan de achterkant...
Pagina 427
Bestuurdershulp OOSEV050128L OTM058119 In de volgende gevallen kan de Wanneer een voertuig vóór u de voorligger niet worden gedetecteerd rijstrook verlaat, kan het zijn dat Smart door de sensoren: Cruise Control de nieuwe voorligger niet onmiddellijk detecteert. - Voertuigen met een grotere bodemvrijheid of met een lading die Let tijdens het rijden altijd op de weg uit de achterkant van het voertuig...
Pagina 428
Navigation-based Smart Cruise Functie-instellingen Control helpt de snelheid van de auto Instellen automatisch aan te passen wanneer u op een snelweg (of hoofdweg) rijdt. Dit gebeurt doordat Smart Cruise Control informatie over de weg van het navigatiesysteem gebruikt terwijl het geactiveerd is.
Pagina 429
Bestuurdershulp Werking van de functie Werking van de functie Voorwaarden voor gebruik Navigation-based Smart Cruise Control is bedrijfsklaar wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Smart Cruise Control is geactiveerd U rijd op een snelweg (of hoofdweg) Informatie Zie de paragraaf 'Smart Cruise Control (SCC)' in hoofdstuk 7 voor meer OTM070161 OTM070209L...
Pagina 430
Als de functie Highway Set Speed Informatie Auto Change in stand-by is gezet De functies Highway Auto Curve doordat de auto op een andere weg Slowdown (Automatisch vertragen in dan de hoofdrijbaan van een snelweg snelwegbochten) en Set Speed Auto (of hoofdweg) rijdt, wordt de functie Change (Ingestelde snelheid automatisch Highway Set Speed Auto Change...
Pagina 431
Bestuurdershulp Beperkingen van de functie De auto rijdt een benzinestation of verzorgingsplaats binnen Mogelijk functioneert Navigation-based De snelheidslimiet van sommige delen Smart Cruise Control niet normaal in de verandert in overeenstemming met de volgende situaties: toestand van de weg Het navigatiesysteem werkt niet goed. Android Auto of Car Play is actief De informatie over snelheidslimieten Het navigatiesysteem kan de actuele...
Pagina 432
OJX1070280L OJX1070281L [1] : Route instellen, [2] : Vertakking, [3] : Rijweg, [1] : Route instellen, [2] : Vertakking, [3] : Rijweg, [4] : Hoofdweg, [5] : Bochtig wegdeel [4] : Hoofdweg, [5] : Bochtig wegdeel Wanneer er een verschil is Wanneer er een verschil is tussen de ingestelde route in het tussen de ingestelde route in het...
Pagina 433
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Navigation-based Smart Cruise Control is geen vervanging voor een veilig rijgedrag, maar een comfortfunctie. Blijf altijd op de weg letten; het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te vermijden dat hij/zij de verkeersregels overtreedt. De informatie over snelheidslimieten waarover het navigatiesysteem OJX1070282L beschikt, verschilt mogelijk van...
Pagina 434
Nadat u voorbij een tolpoort op een Informatie snelweg bent gereden, werkt het Tussen de acties van het Smart Cruise Control-systeem op navigatiesysteem en het moment navigatiebasis op basis van de eerste waarop het Navigation-based Smart rijstrook. Als u op een van de andere Cruise Control-systeem een actie rijstroken rijdt, is het mogelijk dat het onderneemt of beëindigt, kan er een...
Pagina 435
Bestuurdershulp Lane Following Assist signaleert Functie-instellingen rijstrookmarkeringen en/of voertuigen op Instellen de weg en helpt de bestuurder de auto in het midden van de rijstrook te sturen. Detectiesensor (Frontzichtcamera) OOS070014K Het systeem in-/uitschakelen Met de auto ingeschakeld, drukt u kort op de toets Lane Driving Assist (Hulp op OOSEV050025L de rijstrook) op het stuurwiel om Lane...
Pagina 436
Werking van de functie Waarschuwing en regeling OTM070141N Waarschuwingsvolume Met de auto ingeschakeld, OTM070243 Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan Warning volume' ('Bestuurdershulp volgen) Als de voorligger en/of beide menu Settings (instellingen) om het rijstrookmarkeringen worden waarschuwingsvolume voor Hands-off gedetecteerd en uw rijsnelheid lager warning (Waarschuwing handen niet is dan 200 km/h, gaat het groene op het stuur) te wijzigen naar 'High',...
Pagina 437
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Lane Keeping Assist werkt niet de hele tijd. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig te sturen en de auto in zijn rijstrook te houden. Afhankelijk van de wegomstandigheden kan de waarschuwingsmelding hands-off mogelijk te laat verschijnen. Houd uw handen altijd aan het stuurwiel OTM070037L tijdens het rijden.
Pagina 438
(LFA)') op het instrumentenpaneel. Als dat gebeurt, raden we aan de functie te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI- dealer. WAARSCHUWING Zie de paragraaf 'Lane Keeping Assist (LKA) (Hulp bij rijbaan aanhouden)’ in hoofdstuk 7 voor meer informatie...
Pagina 439
Bestuurdershulp Het Highway Driving Assist-systeem is Detectiesensor (Frontzichtcamera, ontworpen om voertuigen en rijstroken Radar voorzijde) vóór uw auto te detecteren en te helpen de afstand tot uw voorligger te bewaren, de ingestelde snelheid aan te houden en de auto op de rijstrook te houden als u op de snelweg rijdt.
Pagina 440
Informatie Als er een probleem is met de functie(s), kunnen de instellingen niet worden gewijzigd. We raden u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, behouden de functies de laatste instelling.
Pagina 441
Bestuurdershulp Werking van de functie Werking van de functie Highway Driving Assist werkt als u op Functieweergave en -regeling de hoofdrijbaan van een snelweg (of U ziet de bedrijfsstatus van de Highway hoofdweg) rijdt of deze hoofdrijbaan Driving Assist (Hulp voor rijden op de oprijdt, en aan de volgende voorwaarden snelweg) in de Driving Assistmodus (Rij- voldoet:...
Pagina 442
Waarschuwing hands-off (Handen van het stuur) OTM070195L Indien de handen van de bestuurder nog steeds niet op het stuur zijn OTM070037L na de waarschuwing, verschijnt de Als de bestuurder het waarschuwing 'Highway Driving Assist stuurwiel gedurende meerdere (HDA) canceled’ ('Rijhulp autosnelweg seconden loslaat, verschijnt de geannuleerd') en worden Highway waarschuwingsmelding 'Keep hands...
Pagina 443
( ) branden op verkeersovertredingen of ongevallen het instrumentenpaneel. We raden u aan die worden veroorzaakt door de het systeem door een officiële HYUNDAI- bestuurder. dealer te laten controleren. Mogelijk kan het Highway Driving Assist-systeem niet alle verkeerssituaties herkennen.
Pagina 444
Afhankelijk van de Beperkingen van de functie wegomstandigheden (navigatie- Mogelijk werkt Highway Driving informatie) of de omgeving is het Assist niet (normaal) in de volgende mogelijk dat Highway Driving omstandigheden: Assist onbedoeld wordt in- of De kaartgegevens en de werkelijke uitgeschakeld.
Pagina 445
Bestuurdershulp Functie-instellingen Camera-instellingen U kunt de instellingen van de achteruitrijmonitor wijzigen door te drukken op het pictogram Instelling ) op het scherm terwijl het systeem actief is, of door 'Driver Assistance in het menu Settings (instellingen) als OOSEV040020L de auto in stand ON staat. In Display Contents (Inhoud weergeven) kunt u de instellingen voor 'Rear View Parking Guidance...
Pagina 446
Achteraanzicht Achteraanzicht tijdens het rijden (indien van toepassing) Voorwaarden voor gebruik Met de versnelling in R (Achteruit) zal het beeld op het scherm verschijnen. Druk op de Parking/View - weergave toets als de versnelling in P (Parkeren) staat, het beeld verschijnt op het scherm.
Pagina 447
Voorwaarden voor uitschakelen te laten controleren door een officiële Het achteruitrijbeeld wordt HYUNDAI-dealer. gedeactiveerd als er nogmaals op de toets Parking/View (Parkeren/ Beperkingen van de functie Weergave) wordt gedrukt.
Pagina 448
Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Detectiesensor (Hoekradar Assist detecteert voertuigen die achteraan) van links en van rechts naderen terwijl uw auto achteruitrijdt, en waarschuwt de bestuurder met een waarschuwingsmelding en een waarschuwingssignaal dat er een aanrijding dreigt. Ook wordt er geremd om een botsing te helpen vermijden. OOSEV050034L [2] : Hoekradar achteraan Zie bovenstaande afbeelding voor de...
Pagina 449
Bestuurdershulp Functie-instellingen Instellen OTM070140N Waarschuwingsmoment Met de auto ingeschakeld, selecteert OTM070194N Rear Cross-Traffic Safety (Veiligheid kruisend verkeer achteraan) Waarschuwingsmoment') in het menu Met de auto ingeschakeld, selecteert u Settings (instellingen) om de initiële activeringstijd voor de waarschuwing van Cross-Traffic Safety'' ('Bestuurdershulp het Rear Cross-Traffic Safety-systeem (Veiligheid kruisend verkeer achteraan) verkeer achteraan') in het menu Settings...
Pagina 450
Werking van de functie Waarschuwing en regeling Het Rear Cross-Traffic Safety systeem waarschuwt en controleert het voertuig naargelang het niveau van het botsingrisico: ‘Collision Warning - Waarschuwing voor een botsing’, ‘Emergency Braking - Noodrem’ en ‘Stopping vehicle and ending brake control - Voertuig stoppen en remcontrole beëindigen’.
Pagina 451
Bestuurdershulp Botsingswaarschuwing Links Om de bestuurder te waarschuwen voor een voertuig dat van links/ rechts de auto nadert, knippert het waarschuwingslampje op de buitenspiegel en verschijnt een waarschuwingsmelding op het Rechts instrumentenpaneel. Er is ook een waarschuwingssignaal te horen. Als de achteruitrijmonitor geactiveerd is, verschijnt er ook een OOS057024 waarschuwing op het scherm van het...
Pagina 452
De functie werkt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - Er wordt naar stand R (Achteruit) geschakeld. - De rijsnelheid is lager dan 8 km/h. - Het naderende voertuig bevindt zich op ca. 1,5 m links of rechts van uw auto.
Pagina 453
Bestuurdershulp De bestuurder is er verantwoordelijk WAARSCHUWING voor de auto onder controle te Neem de volgende houden. Vertrouw niet uitsluitend voorzorgsmaatregelen bij gebruik van op het Rear Cross-Traffic Safety- het Rear Cross-Traffic Safety-systeem: systeem. Houd een veilige remafstand en trap indien nodig Wijzig voor uw veiligheid de het rempedaal in om snelheid te instellingen pas nadat u de auto op...
Pagina 454
We raden Safety-systeem uitgeschakeld. Radar u aan het systeem door een officiële geblokkeerd') weergegeven op het HYUNDAI-dealer te laten controleren. instrumentenpaneel. De functie werkt normaal als dit vuil of de aanhanger, etc. is verwijderd. Als het functie niet normaal werkt na de verwijdering, adviseren we om de functie te laten nakijken door een officiële...
Pagina 455
Bestuurdershulp WAARSCHUWING OPGELET Het is mogelijk dat het Rear Cross- Zie de paragraaf 'Blind-Spot Traffic Safety-systeem niet goed Collision-Avoidance Assist (BCA) werkt, zonder dat daardoor het (Botsingsvermijding blinde hoek)' in waarschuwingsmelding verschijnt hoofdstuk 7 voor meer informatie over op het instrumentenpaneel. de beperkingen van de hoekradar achteraan.
Pagina 456
Wanneer het voertuig zich ergens Wanneer het voertuig schuin wordt bevindt waar het moeilijk parkeren is geparkeerd OJX1079112 OJX1079113 [A] : Voertuig Het Rear Cross-Traffic Safety- systeem detecteert mogelijk Mogelijk is de werking van Rear voertuigen die een parkeerplaats Cross-Traffic Safety beperkt wanneer nabij uw auto in- of uitrijden (bv.
Pagina 457
Bestuurdershulp Wanneer u auto op of nabij een Een parkeerplek inrijden waarbij zich helling staat een constructie bevindt OOS070018K OJX1079115 [A] : Constructie, [B] : Muur Mogelijk is de werking van Rear Cross-Traffic Safety beperkt Het Rear Cross-Traffic Safety- wanneer uw auto op of nabij een systeem detecteert mogelijk helling staat en kan het systeem voertuigen die vóór u voorbijrijden...
Pagina 458
Wanneer het voertuig achteruit WAARSCHUWING wordt geparkeerd Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan dat u Rear Cross-Traffic Safety om veiligheidsredenen uitschakelt. Mogelijk functioneert het Rear Cross-Traffic Safety-systeem niet normaal bij storing door sterke elektromagnetische golven. Mogelijk werkt Rear Cross-Traffic Safety niet gedurende 15 seconden na het starten van de auto of na...
Pagina 459
Bestuurdershulp De afstandswaarschuwing achteruit Werking van de functie waarschuwt de bestuurder als er een Bedieningstoets obstakel wordt gedetecteerd terwijl de auto traag achteruitrijdt Detectiesensor (Ultrasoonsensoren achter) OOSEV040480L Afstandswaarschuwing (indien van toepassing) Druk op de toets Parking Distance Warning OFF (Waarschuwing OOSEV040478L parkeerafstand uit) ( ) om...
Pagina 460
Als de functie nog steeds lampje Afstand tot Waarschu- niet correct werkt, raden we u aan de voorwerp wingsgeluid Achteruit functie door een officiële HYUNDAI- wordt dealer te laten controleren. gereden Het waarschuwingssignaal klinkt niet. Zoemer De zoemer klinkt met tussenpozen. 60~120 cm...
Pagina 461
- Richt de straal van de Als de afstandswaarschuwing hogedrukreiniger niet rechtstreeks achteruit gerepareerd moet worden, op de sensoren of omliggende raden we u aan het systeem te laten delen. nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer. 7-120...
Pagina 462
De afstandswaarschuwing vooruit/ Parking Distance Warning Auto achteruit waarschuwt de bestuurder On (Afstandswaarschuwing als er binnen een bepaalde afstand een automatisch aan) obstakel wordt gedetecteerd terwijl de Om de functie 'Parking Distance auto traag voor- of achteruitrijdt Warning Auto On - Waarschuwing parkeerafstand aan' te gebruiken, Detectiesensor On (Rijhulp, veilig parkeren)' van het...
Pagina 463
Bestuurdershulp Als de versnelling in R (Achteruit), Als ‚automatische waarschuwing schakelt Forward/Revers Parking parkeerafstand aan‘ wordt Distance Warning (Voor/achteruit uitgeschakeld, en de voorwaartse parkeerafstand waarschuwing) niet snelheid van het voertuig hoger ligt uit, ook niet als op de knop wordt dan 30 km/h, zal als het lampje op gedrukt.
Pagina 464
Als de functie nog steeds als achteraan voorwerpen detecteren. niet correct werkt, raden we u aan de De ultrasoonsensoren vooraan kunnen functie door een officiële HYUNDAI- echter een persoon, dier detecteren dealer te laten controleren. als het op een afstand van minder dan Het waarschuwingssignaal klinkt niet.
Pagina 465
Als de afstandswaarschuwing - Richt de straal van de vooruit/achteruit gerepareerd moet hogedrukreiniger niet rechtstreeks worden, raden we u aan het systeem op de sensoren of omliggende te laten nakijken door een officiële delen. HYUNDAI-dealer. 7-124...
Pagina 466
De met radiofrequenties werkende componenten voldoen aan: Radar voorzijde Voor Europa en landen met een EG- certificering OANATEL170 OANATEL169 OANATEL171 7-125...
Pagina 467
Bestuurdershulp OANATEL172 OANATEL174 OANATEL173 OANATEL175 7-126...
Pagina 468
OANATEL176 OANATEL178 OANATEL177 OANATEL180 7-127...
Pagina 469
Bestuurdershulp Voor Maleisië OANATEL181 Voor Taiwan OANATEL200 Voor Singapore OANATEL201 OANATEL191 7-128...
Pagina 470
Voor Brazilië Voor Japan OANATEL186 Voor Oekraïne OANATEL192 Voor Mexico OANATEL194 Voor Jordanië OANATEL198 OANATEL199 7-129...
Pagina 471
Bestuurdershulp Voor VAE Voor Zuid-Afrika OANATEL190 Voor Servië OANATEL189 Voor Paraguay OANATEL195 OANATEL207 Voor Hongkong OANATEL188 7-130...
Pagina 472
Voor Marokko Voor Moldavië OANATEL196 Voor de Filipijnen OANATEL193 Voor Thailand OANATEL197 OANATEL203 7-131...
Pagina 473
Bestuurdershulp Voor Argentinië Hoekradar achteraan Voor Europa en landen met een EG- certificering OANATEL204 Voor China OOS070034L OANATEL205 Voor Rusland OANATEL206 7-132...
Pagina 474
Voor Taiwan Voor Maleisië OANATEL007 Voor Singapore OANATEL008 Voor Vietnam OANATEL010 OANATEL005 Voor Brazilië Voor Indonesië OANATEL006 OANATEL011 7-133...
Pagina 475
Bestuurdershulp Voor Mexico Voor Jordanië OANATEL014 Voor Oman OANATEL012 Voor Japan OANATEL015 Voor VAE OANATEL016 Voor Botswana OANATEL041 Voor Oekraïne OANATEL017 Voor Ghana OANATEL018 OANATEL013 7-134...
Pagina 476
Voor Zambia Voor Oezbekistan OANATEL019 OANATEL022 Voor Jamaica Voor Mozambique OANATEL023 OANATEL020 Voor Paraguay OANATEL021 7-135...
Pagina 478
8. Noodsituaties Schakelaar van de alarmknipperlichten ............8-2 Wat te doen bij een noodgeval tijdens het rijden ........... 8-2 Als de auto afslaat tijdens het rijden ................8-2 Als de auto afslaat op een kruising of splitsing ............8-2 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt .............8-3 Als de auto niet wil starten ................
Pagina 479
Als de auto niet start, adviseren wij u OOSEV060001L contact op te nemen met een officiële De alarmknipperlichten dienen ervoor HYUNDAI-dealer. om de overige weggebruikers te waarschuwen om extra voorzichtig te zijn Als de auto afslaat op een bij het naderen, inhalen of passeren van kruising of splitsing uw auto.
Pagina 480
ALS DE AUTO NIET WIL STARTEN Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt Controleer op de laadmeter dat de EV-batterij niet bijna leeg is Als tijdens het rijden een band leegloopt: Haal uw voet van het gaspedaal Zorg dat de transmissie in stand P en laat de auto vertragen terwijl u (Parkeren) staat.
Pagina 481
Noodsituaties Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk Spoel uw ogen minstens 15 minuten zijn als dit niet op de juiste manier met schoon water als er zuur in komt en gebeurt. Volg de procedure voor roep onmiddellijk medische hulp in. Als het starten met een hulpaccu in dit het zuur in contact komt met uw huid, hoofdstuk om ernstig letsel of schade...
Pagina 482
Informatie Een onjuist afgevoerde batterij kan schadelijk zijn voor het milieu en voor uw gezondheid. Voer de accu af volgens uw lokale wetgeving of voorschriften. Startprocedure met behulp van een hulpaccu 1VQA4001 4. Sluit de startkabels aan in de volgorde 1.
Pagina 483
3. Maak de tweede startkabel los van de laten controleren door een officiële rode, positieve (+) pool van de accu/ HYUNDAI-dealer. hulpstartaansluiting van de andere auto (2). 4. Maak het andere uiteinde van de...
Pagina 484
Bandenspanning controleren (indien van toepassing) OOSEV060014L OOSEV048112L U kunt de bandenspanning controleren in de hulpmodus in het instrumentenpaneel. Zie 'Instellingen LCD-display' in hoofdstuk 4. De bandenspanning wordt na enkele minuten rijden na het opstarten van de auto weergegeven. OOSEV048110L Als de bandenspanning bij stilstaande (1) Waarschuwingslampje lage auto niet wordt weergegeven, bandenspanning / Controlelampje...
Pagina 485
In de volgende situaties raden we u lage bandenspanning gaat branden, aan het systeem door een officiële moet u zo snel mogelijk stoppen, de HYUNDAI-dealer na te laten kijken. banden controleren en deze op de juiste 1. Het waarschuwingslampje lage spanning brengen. Verder rijden met een...
Pagina 486
Waarschuwingslampje OPGELET lage bandenspanning Mogelijk gaat het waarschuwingslampje lage Waarschuwings- bandenspanning in de winter of bij lampje positie lage koud weer branden als de banden bandenspanning bij warm weer op de aanbevolen spanning zijn gebracht. Het betekent en waarschuwings- niet dat uw TPMS defect is, omdat lampje bandenspan- de lagere temperatuur een lagere ning...
Pagina 487
Wij adviseren gaat branden nadat het ongeveer 1 u de lekke band zo snel mogelijk te laten minuut heeft geknipperd wanneer repareren door een officiële HYUNDAI- er een probleem aanwezig is in het dealer of de lekke band te vervangen bandenspanningscontrolesysteem.
Pagina 488
TPMS- factoren, zoals spijkers en dergelijke. sensoren gebruiken die goedgekeurd Als de auto instabiel aanvoelt, haal zijn door een HYUNDAI-dealer. Als dan onmiddellijk uw voet van het uw auto niet voorzien is van TPMS- gaspedaal, trap het rempedaal...
Pagina 489
We raden u aan het systeem te laten Een te lage bandenspanning heeft een controleren door een officiële HYUNDAI- negatieve invloed op de prestaties van dealer. de band. Daarom moet u abrupte...
Pagina 490
Onderdelen van de bandenreparatieset ODE067044 1. Snelheidsbeperkingslabel 2. Fles met dichtmiddel en snelheidsbeperkingslabel 3. Vulslang 4. Voedingskabel voor directe aansluiting op de accu 5. Houder voor de fles met dichtmiddel 6. Compressor 7. AAN/UIT-schakelaar 8. Drukmeter voor de bandenspanning 9. Knop om de bandenspanning te verlagen De stekkers, voedingskabel en aansluitslang kunnen worden opgeborgen in de compressorbehuizing.
Pagina 491
Noodsituaties 1. Schud de fles met dichtmiddel (2). WAARSCHUWING Dichtmiddel Buiten bereik van kinderen houden. Contact met de ogen vermijden. Niet inslikken. De bandenreparatieset gebruiken bij een lekke band OPGELET OIGH067042 2. Sluit de vulslang (3) aan op de fles met dichtmiddel (2) in de richting van de pijl (A) en sluit de fles met dichtmiddel aan op de compressor (6) in de...
Pagina 492
7. Schakel de compressor uit. 8. Verwijder de vulslang van de fles dichtmiddel en het ventiel van de band. Berg de Tire Mobility Kit weer op zijn oorspronkelijke positie in de auto op. OOSEV060008L 5. Steek de voedingskabel van de compressor (4) in de 12 V-aansluiting van de auto.
Pagina 493
4 mm. OOSEV060007L We adviseren u contact op te nemen 10. Stop na ongeveer 7 ~ 10 km (ongeveer met een officiële HYUNDAI-dealer als 10 minuten) gereden te hebben op de band niet gerepareerd kan worden een veilige plaats.
Pagina 494
4. Stel de bandenspanning in op het Informatie aanbevolen niveau. Bij het terugplaatsen van de gerepareerde Zorg dat de auto is ingeschakeld of vervangen band en wiel op de auto, moet (controlelampje brandt) en ga als u de wielmoer aandraaien tot 11~13 kgf·m volgt te werk.
Pagina 495
Als de band niet gerepareerd kan worden met de Tire Mobility Kit adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Gebruik de Tire Mobility Kit niet wanneer de band ernstig beschadigd is doordat er te lang is gereden met een lekke band of met een te lage bandenspanning.
Pagina 496
Gebruik alleen een auto- ambulance of een bril. OOSEV068009 [A] : Dolly's Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële door HYUNDAI Erkende Reparateur of een erkend bergingsbedrijf. OOS067021 Correcte hef- en sleepprocedures zijn noodzakelijk om schade aan de auto te Slepen in noodgevallen zonder dolly's: voorkomen.
Pagina 497
Noodsituaties Afneembaar sleepoog Voor OOSEV060011L Achter OOSEV060010L 1. Open de achterklep en verwijder het sleepoog uit de gereedschapsset. De gereedschapsset bevindt zich onder de bagageruimte. OOSEV060012L 2. Verwijder het afdekkapje in de bumper door aan de onderzijde van het afdekkapje te drukken. 3.
Pagina 498
Houd het rempedaal ingetrapt, We raden u aan contact op te nemen schakel naar stand N (Neutraal) en met een officiële HYUNDAI-dealer of een schakel de auto uit. De toets Start/ deskundig bergingsbedrijf voor hulp. Stop staat in stand ACC.
Pagina 499
Noodsituaties OPMERKING Om schade aan uw auto en onderdelen ervan te voorkomen bij het slepen: Trek altijd in een rechte lijn bij het gebruik van de sleepogen. Trek niet van opzij of onder een verticale hoek. Gebruik de sleepogen niet om een andere auto weg te slepen die vastzit in de modder of iets dergelijks waar hij niet op eigen kracht kan...
Pagina 500
De auto is uitgerust met een apparaat* dat verbonden is met het pan-Europese eCall- systeem voor noodoproepen naar hulpdiensten. Het pan-Europese eCall-systeem doet automatisch een noodoproep bij een verkeersongeval of andere** calamiteiten op de Europese wegen. (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem) Het systeem maakt het mogelijk om verbinding te maken met een hulpverlener van de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) in geval van ongevallen in het verkeer in Europa.
Pagina 501
Noodsituaties Wanneer de gegevens die in het pan-Europese eCall-systeem opgeslagen zijn, worden doorgegeven aan het reddingsteam om de bestuurder en passagiers de juiste hulp te verlenen, worden de gegevens gewist zodra de reddingsoperatie voltooid is. Beschrijving van het eCall-systeem in het voertuig Antenne Toets SOS eCall-systeem...
Pagina 502
Informatie over (1) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober gegevensverwerking 1995 betreffende de bescherming van Elke verwerking van persoonsgegevens natuurlijke personen in verband met door het op de 112-dienst de verwerking van persoonsgegevens gebaseerde eCall-boordsysteem is in en betreffende het vrije verkeer van overeenstemming met de regels inzake die gegevens (OJ L 281, 23.11.1995, p.
Pagina 503
Noodsituaties Regelingen voor Modaliteiten voor uitoefening van gegevensverwerking de rechten van het gegevenssubject Het eCall-systeem voor noodnummer Het gegevenssubject (de 112 in het voertuig is zo ontworpen dat voertuigeigenaar) heeft recht op toegang de gegevens uit het geheugen van tot de gegevens en waar nodig op het systeem pas buiten het systeem rectificatie, verwijdering en blokkering beschikbaar zijn zodra er een eCall wordt...
Pagina 504
Pan-Europees eCall-systeem SOS-toets: Door het indrukken van de toets doet de Type A bestuurder/passagier een noodoproep naar de hulpcentrale. LED: Het rode en groene LED-lampje branden gedurende 3 seconden wanneer de toets Start/Stop in stand ON staat. Daarna gaan ze uit wanneer het systeem normaal werkt.
Pagina 505
Noodsituaties Automatische ongevalsmelding Verbinding met publieke Werking van het systeem bij Noodhulpdiensten noodoproepcentrale (PSAP, een verkeersongeval Public Safety Answering Point) OOSEV060017L Het Pan-Europese eCall-apparaat doet automatisch een noodoproep naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) om bij een verkeersongeval de juiste reddingsdiensten in te zetten.
Pagina 506
Handmatige ongevalsmelding OOSEV060017L De bestuurder of passagier kan handmatig een noodoproep doen naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) door op de SOS-toets te drukken om de noodhulpdiensten te waarschuwen. Een oproep naar de noodhulpdiensten via het pan-Europese eCall-systeem kan worden geannuleerd door binnen 3 seconden nogmaals op de SOS-toets te drukken.
Pagina 507
Laat het pan-Europese eCall- systeem onmiddellijk nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. Anders hebt u niet de garantie dat het apparaat met het pan-Europese eCall- systeem in uw auto goed functioneert.
Pagina 508
9. Onderhoud Motorruimte ...................... 9-3 Onderhoudswerkzaamheden ................9-4 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ..............9-4 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ....... 9-5 Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ...9-5 Uitleg bij onderhoudsschema ................9-7 Koelsysteem ......................... 9-7 Koelvloeistof .........................
Pagina 509
Banden en wielen ....................9-18 Onderhoud van de banden ..................9-18 Aanbevolen bandenspanning koud ................. 9-18 Bandenspanning controleren ..................9-19 Wielen verwisselen ....................9-20 Uitlijnen en balanceren van de wielen ..............9-20 Banden vervangen ..................... 9-21 Velgen vervangen .......................9-22 Grip ..........................9-22 Onderhoud van banden .....................9-22 Label op de wang van de band .................9-22 Zekeringen .......................
Pagina 511
Dit hoofdstuk bevat alleen officiële HYUNDAI-dealer. Een officiële instructies voor de onderhoudspunten HYUNDAI-dealer voldoet aan de hoge die eenvoudig kunnen worden kwaliteitseisen van HYUNDAI en krijgt uitgevoerd. technische ondersteuning van HYUNDAI...
Pagina 512
Als u stopt om op te laden: auto kan gevaarlijk zijn. Wij raden u aan het werk te laten uitvoeren Controleer het koelvloeistofpeil in het door een gekwalificeerde HYUNDAI- expansievat. dealer wanneer u niet over voldoende Controleer het peil van de kennis en ervaring of over het ruitensproeiervloeistof.
Pagina 513
Onderhoud Tijdens het rijden: Ten minste tweemaal per jaar: (d.w.z. elk voorjaar en najaar) Controleer op trillingen in het stuurwiel. Controleer of het sturen Controleer de radiateurslangen en niet zwaarder gaat, of het stuurwiel de slangen van de verwarming en geen speling vertoont en of de de airconditioning op lekkage en rechtuitstand niet is gewijzigd.
Pagina 514
(DOT 3 of DOT Remblokken, -klauwen en -schijven Controleer de remblokken op overmatige slijtage, de schijfremmen op slingering en slijtage en de remklauwen op vloeistoflekkage. Raadpleeg de HYUNDAI-website voor meer informatie over het controleren van de slijtagelimiet van de remblokken of remvoeringen. (http://service.hyundai-motor.com)
Pagina 515
Onderhoud KOELVLOEISTOF WAARSCHUWING De elektromotor van de koelventilator kan blijven draaien of opstarten wanneer de auto stilstaat en daardoor ernstig letsel veroorzaken. Houd handen, kleding en gereedschap uit de buurt van de draaiende ventilatorbladen van de OOSEV078002 koelventilator. Controleer de toestand en de aansluitingen van alle slangen van het De elektromotor voor de koelventilator koelsysteem en van de verwarming.
Pagina 516
Als het remsysteem vaak moet worden bijgevuld, kan dit duiden op een lek in het remsysteem. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING Let op dat er geen remvloeistof in contact komt met uw ogen. Als...
Pagina 517
Onderhoud RUITENSPROEIERVLOEISTOF Ruitensproeiervloeistofniveau WAARSCHUWING controleren Neem bij het gebruik van ruitensproeiervloeistof de volgende veiligheidsvoorzorgsmaatregelen in acht om de kans op ernstig letsel te beperken: Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir. Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit op de voorruit terechtkomt, waardoor u de controle over de auto kunt verliezen en een ongeval kunt veroorzaken.
Pagina 518
INTERIEURFILTER Filter controleren Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema. Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Reinig het interieurfilter volgens onderstaande procedure en let erop geen andere onderdelen te beschadigen.
Pagina 519
Onderhoud RUITENWISSERBLADEN Controle bladen Vervangen van bladen Verontreiniging van de voorruit of de Als de ruitenwissers de ruit niet langer ruitenwisserbladen door bepaalde goed schoonmaken, kan het zijn dat ze substanties kan het effect van de versleten of gescheurd zijn en dienen ze ruitenwissers verminderen.
Pagina 520
Type A Type B OLF074017 OGSR076067 1. Trek de ruitenwisserarm omhoog. OGSR076066 1. Til de wisserbladklem omhoog. Til het wisserblad omhoog. OLF074018 2. Til de wisserbladklem omhoog. Trek 2. Druk op de vergrendeling (1) en duw vervolgens het ruitenwisserblad het wisserblad naar beneden (2). omlaag en verwijder dit.
Pagina 521
3. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat de ruitenwisserbladen vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer om schade aan de ruitenwisserarmen en andere onderdelen te voorkomen. 9-14...
Pagina 522
Bij het optillen van een accu met WAARSCHUWING een kunststof behuizing kan door Om ERNSTIG of DODELIJK LETSEL van overmatige druk accuzuur naar uzelf of omstaanders te voorkomen, buiten komen, waardoor de accu volg altijd deze voorzorgsmaatregelen kan lekken. Houd bij het optillen uw als u in de buurt van de accu werkt of ze handen aan de zijkant van de accu.
Pagina 523
Onderhoud Voor een optimale werking van 1. AGM60L-DIN : De HYUNDAI- modelnaam van de accu de accu 2. 12V : De nominale spanning 3. 60Ah (20HR) : De nominale capaciteit (in ampère-uur) 4. 100RC : De nominale reservecapaciteit (in min.) 5.
Pagina 524
(2) Neem de klem los van de minpool. (3) Neem de klem los van de pluspool. Gebruik altijd een originele, door HYUNDAI goedgekeurde accu of het voor uw voertuig benoemde equivalent als u de accu gaat vervangen. 9-17...
Pagina 525
Onderhoud BANDEN EN WIELEN Onderhoud van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale Door een defecte band kunt u de levensduur van de banden en een zo controle over de auto verliezen en een laag mogelijk verbruik van elektrische ongeval veroorzaken.
Pagina 526
Schroef de ventieldopjes terug op de HYUNDAI-dealer. bandventielen. Zonder het ventieldopje Een te hoge bandenspanning kan er vuil of vocht in het ventiel komen, heeft een negatieve invloed op wat kan leiden tot luchtlekkage.
Pagina 527
Wielen verwisselen Informatie Om de banden zo gelijkmatig mogelijk De buiten- en binnenkant van een te laten slijten adviseert HYUNDAI de asymmetrische band is duidelijk wielen iedere 10.000 km of eerder, indien waarneembaar. Wanneer u een het slijtagepatroon daartoe aanleiding asymmetrische band installeert, moet u geeft, te verwisselen.
Pagina 528
Banden verouderen na verloop van tijd, zelfs wanneer ze niet worden OLMB073027 gebruikt. Ongeacht het resterende [A] : Slijtage-indicator loopvlak adviseert HYUNDAI de banden te vervangen wanneer ze zes Als de band gelijkmatig is afgesleten, (6) jaar zijn gebruikt. verschijnt een bandslijtage-indicator als een vaste balk over het loopvlak.
Pagina 529
Onderhoud Velgen vervangen Als u om de een of andere reden 5, 6 de velgen wilt vervangen, dient u erop te letten dat de nieuwe velgen gelijkwaardig zijn aan de originele velgen voor wat betreft diameter, velgbreedte en offset (wielbolling). Grip De grip kan afnemen als u met versleten banden, de verkeerde bandenspanning...
Pagina 530
3. Leeftijd van de banden Aanduiding velgmaat controleren Ook de wielen zijn voorzien van (TIN: Tire Identification Number, informatie die van belang kan zijn bij bandenidentificatienummer) eventuele vervanging. Hieronder wordt uitgelegd wat de letters en cijfers in de Banden die ouder dan zes jaar zijn, velgmaataanduiding betekenen.
Pagina 531
Onderhoud 5. Maximale bandenspanning Slijtage loopvlak De slijtage-index classificatie is een Dit getal geeft de hoogste vergelijkbare kwalificatie gebaseerd op bandenspanning aan die mag worden de slijtagegraad van de band tijdens toegepast. Overschrijd de maximaal het testen onder gecontroleerde toegestane bandspanning niet. Zie het omstandigheden op een officieel informatielabel voor de aanbevolen erkende testbaan.
Pagina 532
WAARSCHUWING De gripclassificatie voor deze band is gebaseerd op griptests waarbij rechtuitrijdend wordt geremd. Bij de classificatie is geen rekening gehouden met de acceleratie, het nemen van bochten, aquaplaning en maximum tractie. Temperatuur - A, B en C Er zijn drie temperatuurclassificaties mogelijk: A (de hoogste), B en C.
Pagina 533
Als de vervangende zekering ook Plat type doorbrandt, duidt dit op een elektrische storing. Probeer het betreffende systeem niet te gebruiken en neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer. Informatie Cartridge-type Er worden drie soorten zekeringen gebruikt: een plat type voor lagere...
Pagina 534
7. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer of de zekering goed vastzit. Bij loszitten adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Als u geen reservezekering hebt, kunt u in een noodgeval een zekering van een...
Pagina 535
Onderhoud Zekeringschakelaar Informatie OOSEV070012L OPDE046119 Zet de zekeringschakelaar altijd AAN. Als de zekeringschakelaar in stand OFF Als u de schakelaar in stand OFF zet, staat, verschijnt de melding 'Schakel de moeten sommige onderdelen, zoals het FUSE SWITCH in'. audiosysteem en de digitale klok, worden gereset en werkt de Smart Key mogelijk OPMERKING niet goed.
Pagina 536
Als de multizekering is doorgebrand, of de zekering goed vastzit. Bij adviseren we u contact op te nemen met loszitten adviseren we u contact op te een officiële HYUNDAI-dealer. nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. 9-29...
Pagina 537
Onderhoud Zekering-/Relaiskast Informatie Zekeringkast bestuurderszijde Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label van de zekeringkast wanneer u de zekeringkast van uw auto controleert. OOSEV070013L Aan de binnenzijde van het deksel van de zekering-/relaiskast vindt u een label met...
Pagina 538
Zekeringkast bestuurderszijde Stroom- Naam Symbool sterkte Beveiligd circuit zekering zekering Elektrochromatische spiegel, audio, AMP, koplamp links/rechts, A/V- en navigatiesysteem, MODULE5 7,5 A stuurkussenschakelaar, eCall-module, diagnosestekker, voorstoelventilatiemodule, regelmodule stoelverwarming voor/achter MODULE3 7,5 A Remlichtschakelaar, BCM S/ROOF 20 A Module schuif-/kanteldak T/GATE 10 A Relais achterklep Relais elektrisch bediende ruit links, module...
Pagina 539
Onderhoud Zekeringkast bestuurderszijde Stroom- Naam Symbool sterkte Beveiligd circuit zekering zekering RR S/HTR 20 A Stoelverwarmingsmodule achter 30 A MODULE6 7,5 A Smart Key-module, BCM MDPS 7,5 A MDPS-unit Active Air Flap, schakelaar alarmknipperlichten, MODULE1 7,5 A diagnosestekker, relaiskast ICM (relais buitenspiegel inklappen/uitklappen) Stoelventilatiemodule voor, MODULE7...
Pagina 540
Zekeringkast bestuurderszijde Stroom- Naam Symbool sterkte Beveiligd circuit zekering zekering A/BAG 15 A Airbagmodule 25 A PCB-blok (ZEKERING: F9, F11, F12) Draadloze oplader, Smart Key-module, BCM, audio, hoofdunit A/V- en navigatiesysteem, MODULE2 10 A eCall-module, AMP, schakelaar elektrisch verstelbare buitenspiegels, USB-lader achter, 12V-aansluiting nr.
Pagina 541
Onderhoud Zekeringkast motorruimte Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label van de zekeringkast wanneer u de zekeringkast van uw auto controleert. OOSEV070016L Aan de binnenzijde van het deksel van de zekering-/relaiskast vindt u een label met...
Pagina 542
Zekeringkast motorruimte Stroom- Naam Type Symbool sterkte Beveiligd circuit zekering zekering E/R-aftakblok (Zekering - F24, F25, F26, 150 A F28), EPCU (LDC) MULTIZE- KERING-3 MDPS 80 A MDPS-unit PCB-blok ((Zekering - F7, F14, F16), BATT5 60 A hoofdrelais IG3) BATT2 60 A IGPM ((Zekering - F30), IPS0, IPS1, IPS2) BATT3...
Pagina 543
Onderhoud Zekeringkast motorruimte Stroom- Naam Type Symbool sterkte Beveiligd circuit zekering zekering 10 A ICM-relaiskast (relais vergrendelen/ CHARGER2 10 A ontgrendelen laadstekker), CCM-eenheid IG3 2 20 A E/R-aftakblok (relais 5, relais 7) IGPM ((Zekering - F21, F24, F27, F28, F33) BATT1 40 A automatische lekstroomonderbreker)
Pagina 544
Zekeringkast motorruimte Stroom- Naam zekering Symbool sterkte Beveiligd circuit zekering E/R-aftakblok (relais 9, relais 10), IG3 3 10 A elektronische aircocompressor, 3-wegs afsluitklep koelvloeistof links BATTERY 10 A MANAGEMENT 2 EWP 2 15 A Elektronische waterpomp (ER) IG3 1 15 A E/R-aftakblok (relais 5, relais 7) EWP 1 15 A...
Pagina 545
Onderhoud Zekeringkast in de motorruimte Informatie (Accupoolkap) Niet alle beschrijvingen van de zekeringkasten in deze handleiding zijn mogelijk van toepassing op uw auto; de informatie is correct op het moment van drukken. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert.
Pagina 546
LAMPEN We bevelen aan dat u een officiële Informatie HYUNDAI-dealer raadpleegt voor het Het glas van de koplampen en vervangen van de meeste lampen van achterlichten kan bevroren lijken als de auto. Het is moeilijk om lampen van de auto na het rijden wordt gewassen...
Pagina 547
Onderhoud Lamp koplamp, parkeerlicht, Informatie richtingaanwijzer en Na een ongeval of het vervangen van de dagrijverlichting vervangen koplamp raden we aan om naar een offiële Type A dealer te gaan om de koplamp te laten richten. Informatie - Aanpassen aan links of rechts rijdend verkeer (Europa) De dimlichtbundel is asymmetrisch.
Pagina 548
Behandel ze altijd voorzichtig en vermijd krassen en schuurplekken. Vermijd contact met vloeistoffen als de lampen branden. Raak het glas nooit met blote handen aan. Sporen van olie kunnen ertoe leiden dat de lamp oververhit raakt en barst als deze brandt. De lamp mag alleen in gemonteerde toestand worden ingeschakeld.
Pagina 549
8. Plaats de afdekkap door de kap rechtsom te draaien. Dagrijverlichting en parkeerlicht We adviseren u, als de ledverlichting niet werkt, de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. OLMB073042L Behandel halogeenlampen voorzichtig. Halogeenlampen bevatten gas onder druk, zodat er...
Pagina 550
We adviseren u, als de ledverlichting niet reserveband en gereedschap. werkt, de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 2. Zet de auto op een vlakke vloer. 3. Trek verticale lijnen (Lijnen die door het hart gaan van de respectievelijke...
Pagina 551
Onderhoud Afstelpunt Halogeenlamp LED-lamp OOSEV070063L/OOSEV070064L H1: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (Dimlicht) H2: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (Grootlicht) W1: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (Dimlicht) W2: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (Grootlicht) Staat van de auto Type lamp Zonder bestuurder Halogeen...
Pagina 552
Dimlicht (auto's met linkse besturing) Gebaseerd op een scherm van 10 meter Hartlijn auto Verticale lijn door hart gloeilamp linker koplamp Verticale lijn door hart gloeilamp rechter koplamp Horizontale lijn door hart gloeilamp koplamp Begrenzingslijn (Dimlicht) (Dimlicht) GROND OPDE076082 1. Stel het dimlicht af zonder dat er iemand in de auto zit. 2.
Pagina 553
Type A (Standaard) OOSEV090018L Type B (LED) OOSEV078024 Als de gloeilamp niet werkt, adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OOSEV090018L OOSEV090036L (1) Remlicht/Achterlicht (2) Achterlicht (Type A), Remlicht/Achterlicht (Type B) (3) Richtingaanwijzer (Gloeilamp) (Type A),...
Pagina 554
OOS077066L OOS077068L 4. Verwijder de achterlichtunit uit de Remlicht/Achterlicht carrosserie. 1. Zet de auto uit. 5. Verwijder de fitting uit de lichtunit 2. Open de achterklep. door deze linksom te draaien tot de 3. Draai de bevestigingsschroeven nokjes van de fitting in lijn liggen met van de lichtunit los met een de uitsparingen van de lichtunit.
Pagina 555
HYUNDAI-dealer. Richtingaanwijzer / Achteruitrijlicht / Mistachterlicht We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer als deze lichten niet werken. OOS077069L Gloeilamp derde remlicht Achterlicht (Type A) vervangen 1.
Pagina 556
2. Trek de lamp recht naar buiten. 3. Plaats een nieuwe lamp. 4. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde. OOSEV078036 Bagageruimteverlichting OOSEV078038 We adviseren u, als de ledverlichting niet werkt, de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 9-49...
Pagina 557
Onderhoud Leeslampje, interieurverlichting, Lampje make-upspiegel make-up spiegelverlichting en bagageruimteverlichting (Gloeilamp) Leeslampje OOS077046 Bagageruimteverlichting OOSEV040047L Interieurverlichting OOSEV090039L 1. Wrik de lens met een platte schroevendraaier voorzichtig l os uit het huis van de interieurverlichting. 2. Trek de lamp recht naar buiten. OOS077054 3.
Pagina 558
ONDERHOUD EXTERIEUR OPMERKING Lakonderhoud Wassen Als u uw auto parkeert in de buurt van een roestvrijstalen bord of glazen Was uw auto minimaal eenmaal per gevel, kunnen de kunststof onderdelen maand grondig met lauw of koud water aan de buitenkant van de auto, zoals om de lak tegen roest en veroudering te een bumper, spoiler, sierlijst, lamp of beschermen.
Pagina 559
Onderhoud WAARSCHUWING Natte remmen Test na het wassen de remmen van uw auto bij lage snelheid om te controleren of de remwerking door binnengedrongen water beïnvloed is. Als de remprestaties verminderd zijn, droogt u de remmen door het rempedaal licht in te trappen terwijl u langzaam rijdt.
Pagina 560
Als het voertuig beschadigd is en herschilderd moet worden, raden wij u aan de auto te laten onderhouden en repareren door een officiële HYUNDAI- dealer. Wees erg voorzichtig, het is niet eenvoudig om dezelfde kwaliteit te behalen met een herstel.
Pagina 561
Onderhoud Onderhoud van verchroomde WAARSCHUWING onderdelen Test na het wassen de remmen van Gebruik een teerverwijderaar en geen uw auto bij lage snelheid om te schraper of ander scherp voorwerp controleren of de remwerking door voor het verwijderen van teer of binnengedrongen water beïnvloed insecten.
Pagina 562
Meest voorkomende oorzaken van roest Voorkomen van roest De meest voorkomende oorzaken van Houd uw auto schoon roest aan de auto zijn: De beste manier om roest tegen te gaan Zout, vuil en vocht op de weg dat zich is uw voertuig schoon te houden en vrij onder de auto ophoopt.
Pagina 563
Onderhoud Houd uw garage vochtvrij Onderhoud interieur Parkeer uw auto niet in een vochtige, Onderhoud interieur - Algemeen slecht geventileerde garage. Dit is de Voorkom dat chemicaliën als parfum, perfecte omgeving voor roestvorming. cosmetische oliën, zonnebrandcrème, Dit geldt met name als u uw auto in de handenreiniger en luchtverfrisser in garage wast of in de garage parkeert als aanraking komen met onderdelen van...
Pagina 564
Interieurbekleding reinigen Lederen bekleding (indien van toepassing) Kenmerken van stoelleder Kunststof bekleding (indien van toepassing) - Leer wordt gemaakt van de buitenhuid van een dier, dat een Verwijder stof en los vuil van de speciale behandeling ondergaat kunststof bekleding met een plumeau om geschikt te zijn voor gebruik.
Pagina 565
Onderhoud Leren stoelen verzorgen - Olie - Stofzuig de stoel regelmatig Verwijder olie direct met om stof en zand van de stoel te een absorberende doek en verwijderen. Dit voorkomt slijtage of veeg de vervuilde plek af met beschadiging van het leder en zorgt vlekkenverwijderaar die speciaal is bestemd voor natuurlijk leer.
Pagina 567
Index Achteruitrijmonitor (RVM) ................7-104 Functie-instellingen ..................7-104 Storingen en beperkingen van de functie ............7-106 Werking van de functie ................. 7-104 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ............. 2-11 Accu (12 Volt) ......................9-15 Accucapaciteitsticker ..................9-16 Accu laden ....................... 9-16 Te resetten onderdelen ..................9-17 Voor een optimale werking van de accu............
Pagina 568
Banden en wielen ....................2-9 Banden en wielen ....................9-18 Aanbevolen bandenspanning koud ..............9-18 Bandenspanning controleren ................9-19 Banden vervangen ................... 9-21 Grip ........................ 9-22 Label op de wang van de band ................ 9-22 Onderhoud van banden ................... 9-22 Onderhoud van de banden ................9-18 Uitlijnen en balanceren van de wielen ............
Pagina 569
Index Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) ............8-7 Bandenspanning controleren ................8-7 Controlelampje storing TPMS (Bandenspanningscontrolesysteem) ....8-10 Een wiel verwisselen met TPMS ..............8-10 TPMS (Controlesysteem lage bandenspanning) ..........8-8 Waarschuwingslampje lage bandenspanning ............ 8-9 Waarschuwingslampje positie lage bandenspanning en waarschuwingslampje bandenspanning ............8-9 Cruise Control (CC) ....................7-67 Werking van de functie ..................
Pagina 570
Filter controleren ....................9-11 Filter vervangen ....................9-11 Forward Collision-Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) (Alleen frontzichtcamera) ..................7-2 Functie-instellingen ................... 7-3 Storingen en beperkingen van de functie ............7-7 Werking van de functie ..................7-5 Forward Collision-Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) (Sensor Fusion) ....7-14 Functie-instellingen ..................
Pagina 571
Index Infotainmentsysteem ....................5-84 Antenne ......................5-84 Audio / Video / Navigatiesysteem (AVN) ............5-87 Bluetooth draadloze technologie handsfree ..........5-86 ® Spraakherkenning .................... 5-87 Stuurwielbediening audiosysteem ..............5-85 USB- en iPod -aansluiting ................5-84 ® Inhoud en gewicht....................2-10 Instrumentenpaneel ....................4-2 Meters en tellers ....................
Pagina 572
Draagbaar laden (Type B) ................1-45 Lampen ........................9-39 Afstellen koplamp (Voor Europa) ..............9-43 Gloeilamp derde remlicht vervangen .............. 9-48 Gloeilamp interieurverlichting vervangen ............9-49 Lamp achterlichtunit vervangen ..............9-46 Lamp koplamp, parkeerlicht, richtingaanwijzer en dagrijverlichting vervangen ................ 9-40 Lamp richtingaanwijzer opzij vervangen ............9-46 Vervangen van de gloeilamp van de kentekenplaatverlichting .......
Pagina 573
Index Onderhoud exterieur ....................9-51 Onderhoud exterieur..................9-51 Onderhoud interieur ..................9-56 Onderhoudswerkzaamheden ..................9-4 Verantwoordelijkheid van de eigenaar .............. 9-4 Ontwasemen en ontdooien voorruit ..............5-67 Automatisch ontwasemingssysteem..............5-69 Binnenzijde voorruit ontwasemen..............5-67 Buitenzijde voorruit ontdooien ............... 5-68 Ontdooien ......................5-70 Ontwasemfunctie .................... 5-68 Toets achterruitverwarming ................
Pagina 574
Pan-Europees eCall-systeem ................8-23 Informatie over gegevensverwerking .............. 8-25 Pan-Europees eCall-systeem ................8-27 Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist (RCCA) .........7-107 Functie-instellingen ..................7-108 Storingen en beperkingen van de functie ............7-113 Werking van de functie ................. 7-109 Rear Occupant Alert (Achterbank-passagier-alarm - ROA) .......5-12 Bediening van het Rear Occupant Alert ............
Pagina 575
Index Rijden met een aanhanger (Europa) ..............6-46 Onderhoud bij het rijden met een aanhanger ..........6-53 Rijden met een aanhanger ................6-51 Uitrusting voor het rijden met een aanhanger ..........6-50 Rijden met een elektrische auto ................1-58 Actieradius ...................... 1-59 Energiestroom ....................
Pagina 576
Safe Exit Warning (SEW, Waarschuwing bij veilig uitstappen) ......7-47 Storingen en beperkingen van de functie ............7-51 Systeemconfiguratie ..................7-48 Werking van de functie ................... 7-49 Schakelaar van de alarmknipperlichten ..............8-2 Schuif-/kanteldak ....................5-25 Open-/dichtschuiven van het schuif-/kanteldak ..........5-26 Schuif-/kanteldak kantelen ................5-27 Schuif-/kanteldak openen en sluiten ...............
Pagina 577
Index Smart Recuperation-systeem (Slimme terugwinning) uitschakelen ....6-18 Storing in het systeem ..................6-19 Systeeminstelling .................... 6-16 Specificaties elektrische auto .................2-7 Spiegels ........................5-17 Binnenspiegel ....................5-17 Buitenspiegels ....................5-18 Starten met een hulpaccu (12V-accu) ..............8-4 Stoelen ........................3-4 Achterstoelen....................3-11 Hoofdsteun ...................... 3-14 Stoelverwarming en stoelventilatiesysteem ............
Pagina 578
Uitleg bij onderhoudsschema ................9-7 Aandrijfassen en aandrijfashoezen ..............9-7 Bevestigingsbouten wielophanging ..............9-7 Koelmiddel airconditioning/aircocompressor ........... 9-7 Koelsysteem ...................... 9-7 Koelvloeistof ..................... 9-7 Reductieoverbrengingsvloeistof ................ 9-7 Remblokken, -klauwen en -schijven ..............9-7 Remleidingen en -slangen ................. 9-7 Remvloeistof ....................9-7 Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen/onderste fuseekogel ......
Pagina 579
Index Voorzorgsmaatregelen voor laden elektrische auto ..........1-23 Elektrische laadkabel ..................1-26 Het controleren van het symbool op het oplaadlabel (Voor Europa) ....1-25 Tabel met symbolen van elektrische laadkabels ..........1-27 Voorzorgsmaatregelen voor laden ..............1-23 Vóór het rijden .......................6-3 Voor het instappen ....................