Bestuurdershulpsysteem
• De Botsingsvermijding kruisend
verkeer achteraan werkt wanneer aan
al de volgende voorwaarden is voldaan:
- Er wordt naar stand R (Achteruit)
geschakeld
- De rijsnelheid is lager dan 8 km/h (5
mph)
- Het naderende voertuig bevindt zich
op ca. 1,5 m (5 ft.) links of rechts van
uw auto.
- De rijsnelheid van het voertuig dat
van links of rechts nadert, is hoger
dan 5 km/h (3 mph)
- De noodrem wordt geactiveerd om
een botsing met de voertuigen die
van links en rechts naderen te helpen
voorkomen.
WAARSCHUWING
Het aansturen van de remmen eindigt in
de volgende gevallen:
• Het naderende voertuig bevindt zich
buiten het sensorbereik
• Het naderende voertuig passeert
achter uw auto langs
• Het naderende voertuig rijdt niet naar
uw auto toe
• Het naderende voertuig mindert vaart
• De bestuurder trapt het rempedaal
krachtig genoeg in
7-132
De auto tot stilstand brengen en het
aansturen van de remmen
beëindigen
2C_RCCADriveCarefullyInfo
• Wanneer de auto tot stilstand is
gebracht door de noodrem, verschijnt
de waarschuwing "Rijd voorzichtig" op
het instrumentenpaneel.
• Voor de veiligheid dient de bestuurder
het rempedaal onmiddellijk in te
trappen en de omgeving te
controleren.
• Het aansturen van de remmen wordt
beëindigd nadat de auto door toedoen
van Emergency braking
(Noodremmen) gedurende ongeveer 2
seconden heeft stilgestaan.
• Tijdens een noodstop, wordt het
aansturen van de remmen door de Rear
Cross-Traffic Collision-Avoidance
Assist (ondersteuning
botsingsvermijding achterzijde)
automatisch geannuleerd wanneer de
bestuurder het rempedaal hard intrapt.