Pagina 3
Bediening Onderhoud Technische gegevens Alle informatie in dit instructieboekje was actueel ten tijde van publicatie. Door HYUNDAI's streven naar een doorlopende verbetering van haar producten behouden wij ons tussentijdse wijzigingen voor. Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit model en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de standaarduitrusting.
Pagina 4
We raden u daarom aan de instructies van de fabrikant van de radio nauwkeurig te volgen of uw HYUNDAI-dealer te raad- plegen over voorzorgsmaatregelen of speciale instructies met betrekking tot het inbouwen van dergelijke apparatuur.
Pagina 5
In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING. Deze koppen geven het volgende aan: GEVAAR GEVAAR verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ern- stig letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING WAARSCHUWING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet ver- meden, ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Pagina 7
Inhoudsopgave Voorwoord Uw auto in één oogopslag Veiligheidssysteem van uw auto Instrumentenpaneel Handige functies Rijden met uw auto Bestuurder hulpsysteem Noodsituaties Onderhoud Index...
Pagina 9
1. Voorwoord Voorwoord ....................... 1-2 Hyundai motor company ................1-2 Gebruik van dit instructieboekje ..............1-3 Veiligheidsberichten ..................1-3 Vereiste brandstof ...................1-5 Benzinemotor ......................1-5 Aanpassingen aan de auto ................1-8 Instructies voor het gebruik van de auto ............ 1-8 Inrijprocedure ....................1-8 Retourneren van gebruikte auto's ..............
Pagina 10
Voorwoord VOORWOORD Gefeliciteerd en hartelijk dank voor het kiezen van een HYUNDAI. We zijn erg trots op de geavanceerde techniek en hoogwaardige constructie van elke HYUNDAI die we maken. We zijn erg trots op de geavanceerde techniek en hoogwaardige constructie van elke HYUNDAI die we maken.
Pagina 11
GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructieboek- je kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met GEVAAR, WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructie- boekje lezen.
Pagina 12
Voorwoord In dit gehele instructieboekje zullen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING, AANWIJZING en het veiligheidswaarschuwingssymbool worden gebruikt Dit is het veiligheidswaarschuwingssymbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwij- zingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen. Het waarschuwingssymbool gaat vooraf aan de signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en OPMERKING.
Pagina 13
Ook kan er ernstige slijtage en barsten van zuigerveren, kleppen enz. optreden en kan er een kloppend geluid uit uw motor komen. Voeg nooit andere dan de voorgeschreven brandstofadditieven toe aan de brand- stoftank (We raden u aan een officiële HYUNDAI-dealer te raadplegen voor meer informatie.) WAARSCHUWING •...
Pagina 14
Loodhoudend (indien van toepassing) In sommige landen moet er loodhoudende benzine worden gebruikt. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer als u loodhoudende benzine gaat gebruiken. Het vereiste octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.
Pagina 15
(zie hoofdstuk 9 "Normaal onderhouds- schema"). Uw officiële HYUNDAI-dealer kan u de additieven leveren en kan tevens informatie ver- strekken over het gebruik daarvan. Gebruik nooit meerdere additieven tegelijk. Rijden in het buitenland Als u van plan bent om met uw auto naar het buitenland te gaan: •...
Pagina 16
Voorwoord AANPASSINGEN AAN DE AUTO • Er mogen geen aanpassingen aan deze auto worden gedaan. Door aanpassingen kunnen de prestaties, de veiligheid of de levensduur van uw auto beïnvloed worden. Aanpassingen kunnen zelfs in strijd zijn met overheidsbepalingen en milieuvoor- schriften.
Pagina 17
Hyundai promoot de milieuvriendelijke verwerking van afgedankte voertuigen. U kunt uw afgedankte voertuig overlaten aan uw Hyundaiverdeler, in overeenstemming met de Europese recyclagerichtlijn voor voertuigen. Gedetailleerde informatie vindt u op de homepage van de Nederlandse HYUNDAI- importeur. VOERTUIGGEGEVENSVERZAMELING EN EVENT DATA RECORDERS Dit voertuig is uitgerust met een event data recorder (EDR).
Pagina 19
2. Uw auto in één oogopslag Overzicht exterieur (Vooraanzicht) ............... 2-2 Overzicht exterieur (Achteraanzicht) ............2-5 Overzicht interieur ..................2-8 Overzicht middenconsole ................2-11 Overzicht motorruimte .................2-13 Afmetingen ....................2-16 Motor specificatie ..................2-16 Wattage gloeilampen ................... 2-17 Banden en wielen ..................2-20 Airconditioningssysteem ................
Pagina 20
Uw auto in één oogopslag 5 Portier 5 Portier De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3013001L OBC3013001L 1. Motorkap ............................5-36 2. Koplamp ............................9-59 3. Dagrijverlichting & Parkeerlichten ..................... 9-59 4. Banden en wielen ........................9-32 5. Buitenspiegel ..........................5-24 6.
Pagina 21
N-line N-line De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3TN013001L OBC3TN013001L 1. Motorkap ............................5-36 2. Koplamp ............................9-59 3. Dagrijverlichting & Parkeerlichten ..................... 9-59 4. Banden en wielen ........................9-32 5. Buitenspiegel ..........................5-24 6. Voorruitenwisserbladen ......................9-27 7. Ruiten ............................5-27 8.
Pagina 22
Uw auto in één oogopslag De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3V011001 OBC3V011001 1. Motorkap ............................5-36 2. Koplamp ............................9-59 3. Banden en wielen ........................9-32 4. Buitenspiegel ..........................5-24 5. Voorruitenwisserbladen ......................9-27 6. Ruiten ............................5-27 7. Frontradar ............................7-15 8.
Pagina 23
5 Portier 5 Portier De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3013002L OBC3013002L 1. Antenne ............................5-94 2. Portieren ............................5-13 3. Tankdopklep ..........................5-39 4. Ultrasoonsensoren achter ......................7-133 5. Derde remlicht ..........................9-77 6. Uitgebreide achteruitrijcamera ....................7-107 7. Achterruitenwisserblad ........................ 9-27 8.
Pagina 24
Uw auto in één oogopslag N-line N-line De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3TN013002L OBC3TN013002L 1. Antenne ............................5-94 2. Portieren ............................5-13 3. Tankdopklep ..........................5-39 4. Ultrasoonsensoren achter ......................7-133 5. Derde remlicht ..........................9-77 6. Uitgebreide achteruitrijcamera ....................7-107 7.
Pagina 25
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3V011002 OBC3V011002 1. Antenne ............................5-94 2. Portieren ............................5-13 3. Tankdopklep ..........................5-39 4. Ultrasoonsensoren achter ......................7-133 5. Derde remlicht ..........................9-77 6. Uitgebreide achteruitrijcamera ....................7-107 7. Achterruitenwisserblad ........................ 9-27 8. Achterklep ............................ 5-37...
Pagina 26
Uw auto in één oogopslag 5 Portier 5 Portier De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3013003L OBC3013003L 1. Portiergreep ...........................5-15 2. Schakelaar buitenspiegelbediening ................... 5-25 3. Toets inklapbare buitenspiegel ....................5-26 4. Schakelaar ruitbediening ......................5-27 5. Blokkeertoets ruitbediening .......................5-30 6.
Pagina 27
N-line N-line De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3TN013003L OBC3TN013003L 1. Portiergreep ...........................5-15 2. Schakelaar buitenspiegelbediening ................... 5-25 3. Toets inklapbare buitenspiegel ....................5-26 4. Schakelaar ruitbediening ......................5-27 5. Blokkeertoets ruitbediening .......................5-30 6. Hendel motorkapontgrendeling ....................5-36 7. Schakelaar Koplampverstelling ....................5-47 8.
Pagina 28
Uw auto in één oogopslag De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3013005L OBC3013005L 1. Portiergreep ...........................5-15 2. Schakelaar buitenspiegelbediening ................... 5-25 3. Toets inklapbare buitenspiegel ....................5-26 4. Schakelaar ruitbediening ......................5-27 5. Blokkeertoets ruitbediening .......................5-30 6. Hendel motorkapontgrendeling ....................5-36 7.
Pagina 29
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3013004L OBC3013004L 1. Bediening verlichting/ 13. Infotainmentsysteem ....4-50/ 5-94 Richtingaanwijzers schakelaar .....5-42 ......8-3 2. Audiobediening op stuurwiel ....5-95 15. Schakelaar centrale de 3. Instrumentenpaneel ....... 4-2 portiervergrendeling/- ontgrendeling 5-15 4. Claxon ............ 5-22 16.
Pagina 30
Uw auto in één oogopslag N-line N-line De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3TN013004L OBC3TN013004L 1. Bediening verlichting/ Richtingaanwijzers 12. USB-poort ..........5-95 schakelaar ..........5-42 13. Verwarmings- en 2. Audiobediening op stuurwiel ....5-95 ventilatiesysteem......5-57/ 5-66 3.
Pagina 31
OVERZICHT MOTORRUIMTE Smartstream G 1.0 T-GDi / Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV Smartstream G 1.0 T-GDi / Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OBC3090001 OBC3090001 1. Koelvloeistofreservoir ........................9-15 2. Vuldop motorolie ......................... 9-13 3.
Pagina 32
Uw auto in één oogopslag Smartstream G1.2 Smartstream G1.2 De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OBC3090003/OBC3090003R OBC3090003/OBC3090003R 1. Koelvloeistofreservoir ........................9-15 2. Vuldop motorolie ......................... 9-13 3. Rem- en koppelingsvloeistof (indien van toepassing) reservoir ..........9-19 4.
Pagina 33
Benzine 1,4 Benzine 1,4 De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OBC3090004/OBC3090004R OBC3090004/OBC3090004R 1. Koelvloeistofreservoir ........................9-15 2. Vuldop motorolie ......................... 9-13 3. Rem- en koppelingsvloeistof (indien van toepassing) reservoir ..........9-19 4. Luchtfilter .............................9-23 5. Zekeringkast ..........................9-41 6.
Pagina 34
Uw auto in één oogopslag 5 Portier N-line Onderwerpen 4,065 4,075 4,180 Totale lengte 1,775 1,775 1,775 Totale breedte Totale hoogte 1,450 1,455 1,490 / 1,500* 185/65R15 1,545 1,551 195/55R16 1,539 1,545 Spoorbreedte voor 215/45R17 1,531 1,531 205/55R17 1,546 185/65R15 1,549 1,557 195/55R16...
Pagina 35
5 Portier 5 Portier Gloeilamp Gloeilamptype Wattage Koplampen (dimlicht/groot- 60/55 licht) Type A Richtingaanwijzerlampen PY21W Parkeerlichten (indien van toepassing) Koplamp (grootlicht/dim- licht) Richtingaanwijzerlampen Type B Voor Dagrijverlichting & Parkeer- lichten Statisch buiglicht Dagrijverlichting (gloeilamp) P21W Dagrijverlichting (LED) Richtingaanwijzers opzij WY5W Mistlamp (indien van toepassing) Achterlicht Type A...
Pagina 36
Uw auto in één oogopslag N-line N-line Gloeilamp Gloeilamptype Wattage Koplampen (dimlicht/groot- 60/55 licht) Type A Richtingaanwijzerlampen PY21W Parkeerlichten (indien van toepassing) Koplamp (grootlicht/dim- licht) Richtingaanwijzerlampen Voor Type B Dagrijverlichting & Parkeer- lichten Statisch buiglicht Dagrijverlichting (LED) Richtingaanwijzers opzij WY5W Mistlamp (indien van toepassing) Achterlicht Stoplicht...
Pagina 37
Gloeilamp Gloeilamptype Wattage Koplampen (dimlicht/groot- licht) Type A Richtingaanwijzerlampen PY21W Koplamp (grootlicht/dim- licht) Type B Voor Statisch buiglicht Dagrijverlichting & Parkeerlichten Dagrijverlichting & Parkeerlichten & Richtingaanwijzerlampen Richtingaanwijzers opzij WY5W Achterlicht P21/5W Type A Parkeerverlichting/Stoplicht P21/5W 5/21 Richtingaanwijzerlampen PY21W Parkeerverlichting/Stoplicht Type B Achter Richtingaanwijzerlampen Achteruitrijlicht...
Pagina 38
Uw auto in één oogopslag Aanhaal Bandenspanning, bar (kPa, psi) moment Normale belas- Maximum belas- Banden- Onder- Velgmaat wielmoeren ting * ting maat werp kgm (Ib.ft, Voor Achter Voor Achter 185/65R15 2.35 2.15 6.0J X 15 (5DR/CUV) (34, 235) (31, 215) (35, 240) (36, 250) 195/55R16...
Pagina 39
470 ± 25 g (15.17 ± 0.8) R-1234yf 500 ± 25 g (16.07 ± 0.8) R-134a g (oz.) Compressorolie 100 (3.52) g (oz.) We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer voor meer informatie. Belastingsindex Snelheidsindex Bandenmaat Velgmaat Onderwerp km/h LI * kg (lbs.)
Pagina 40
Uw auto in één oogopslag - 5DR, N-line kg (lbs.) Smartstream G 1.0 Smartstream G 1.0 T-GDi Smartstream G 1.2 Benzine 1,4 T-GDi (48V) MHEV 6 M/T 7 DCT 6 M/T 7 DCT 5 M/T 6 A/T 1,600 1,630 1,620 1,650 1,550 1,590...
Pagina 41
VSS116 DOT-4, FMVSS116 kelde transmissie DOT-3 (iMT)-systeem SK ATF SP4M-1, MICHANG Automatische ATF SP4M-1, S-OIL ATF transmissievloei- Benzine 1,4 SP4M-1, Hyundai Genuine stof ATF SP4M-1 API GL-4, SAE 70W Double Smartstream G 1.0 HK D DCTF TGO-10 PLUS clutch-transmis- T-GDi/Smartstream...
Pagina 42
Uw auto in één oogopslag Smeermiddel Hoeveelheid Classificatie Rem-/koppelingsvloeistof (indien van FMVSS116 DOT-4 toepassing) Brandstof : Zie de SAE-viscositeitsindex op de volgende pagina. : Vereist <API SN PLUS (of hoger) Full synthetisch > kwaliteit motorolie. Als een motorolie van mindere kwaliteit (minerale olie inclusief semisynthetische) wordt gebruikt, moeten de motorolie en het motoroliefilter worden vervangen zoals aangegeven bij zware voorgeschreven onderhoud.
Pagina 43
Aanbevolen SAE-viscositeitsindex AANWIJZING • Zorg ervoor dat u de omgeving rond vuldoppen, aftappluggen en de peilstok altijd goed reinigt alvorens het peil te controleren of de vloeistof af te tappen. Dit is vooral van belang in gebieden met veel stof of zand en als er met de auto over onverharde wegen wordt gereden.
Pagina 44
Uw auto in één oogopslag Framenumber Framenumber OBC3010020 OBC3010020 OBC3010022 OBC3010022 Het voertuig-identificatienummer (VIN) Op het voertuigcertificatielabel op de is het nummer dat gebruikt wordt bij de middenstijl aan bestuurderszijde (of registratie van uw auto en bij alle zaken voorpassagierszijde) staat het voertuigi- die te maken hebben met eigendom, enz.
Pagina 45
Smartstream G 1.0 T-GDi/Smartstream G1.0 Smartstream G 1.0 T-GDi/Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV T-GDi (48V) MHEV OBC3010023 OBC3010023 OBC3010021 OBC3010021 Smartstream G1.2 Smartstream G1.2 De banden waarmee uw nieuwe auto is uitgerust zijn zorgvuldig geselecteerd voor de beste prestaties onder normale rijomstandigheden.
Pagina 46
HYUNDAI Motor Company zal op verzoek per e-mail aan opensource@hyundai. com binnen een periode van 3 jaar vanaf OHC081001 OHC081001 de datum van aankoop van het product,...
Pagina 47
Het brandstoflabel zit op de tankdopklep. OTM013030L OTM013030L A. Octaangetal van loodvrije benzine 1) RON/ROZ: Research Octane Number 2) (R+M)/2, AKI: Anti Klop Index B. Identificatie benzinesoorten Dit symbool staat voor bruikbare brandstof. Gebruik geen andere brandstof. C. Voor meer informatie, raadpleeg "Vereiste brandstof" in het hoofdstuk 1. 2-29...
Pagina 48
Uw auto in één oogopslag CE0678 CE0678 De componenten van het voertuig die aan de eisen en andere relevante bepa- lingen van richtlijn 1995/5/EG. Nadere informatie, inclusief de verklaring van de fabrikant over de conformiteit is beschikbaar op de volgende HYUNDAI website; http://service.hyundai-motor.com 2-30...
Pagina 49
3. Veiligheidssysteem van uw auto Belangrijke veiligheidsmaatregelen ............. 3-2 Draag altijd uw veiligheidsgordel ................3-2 Gesp ook alle kinderen vast ..................3-2 Gevaren airbag ......................3-2 Afleiding van de bestuurder ..................3-2 Beheers uw snelheid ....................3-3 Houd uw auto in een veilige toestand ..............3-3 Stoelen ......................
Pagina 50
Veiligheidssysteem van uw auto BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN U zult in dit hoofdstuk vele veiligheids- Afleiding van de bestuurder maatregelen en aanbevelingen vinden, Afleiding van de bestuurder omvat een alsook in de rest van dit instructieboekje. ernstig en potentieel dodelijk gevaar, voor- De veiligheidsmaatregelen in deze sectie al voor onervaren bestuurders.
Pagina 51
Beheers uw snelheid Te hoge snelheid is een belangrijke fac- tor bij ongevallen met verwondingen en dodelijke afloop. In het algemeen geldt, hoe hoger de snelheid, hoe groter het risi- co, maar ernstige verwondingen kunnen ook optreden bij lagere snelheden. Rijd nooit sneller dan veilig is voor de huidige omstandigheden, ongeacht de aangege- ven maximale snelheid.
Pagina 52
Veiligheidssysteem van uw auto STOELEN Bestuurderszijde Bestuurderszijde Passagierszijde Passagierszijde Achterstoel Achterstoel De aanwezige functie kan afwijken van de afbeelding. OBC3030001 OBC3030001 Voorstoelen Achterstoelen 1. Voorwaartse/achterwaartse richting 6. Hoofdsteun (Buitenzijde en/of midden*) 2. Rugleuning 7. Neerklappen rugleuning 3. Stoelhoogte* 8. Stoelverwarming * 4.
Pagina 53
Veiligheidsmaatregelen Airbags U kunt maatregelen nemen om het risico Het aanpassen van de stoelen, zodat u op letsel door een opgeblazen airbag te op een veilige, comfortabele positie zit, verminderen. Te dicht bij een airbag zitten speelt een belangrijke rol in de veiligheid verhoogt de kans op letsel wanneer de air- van de bestuurder en passagier bij een bag wordt opgeblazen.
Pagina 54
Veiligheidssysteem van uw auto Veiligheidsgordels Voorstoelen Gesp uw veiligheidsgordel altijd vast voor- De voorstoel kan worden afgesteld met dat u begint te rijden. de bedieningshendel (of knop) of -schake- De passagiers moeten te allen tijde recht- laars aan de buitenzijde van de zitkussen. op zitten en goed vastgegespt worden.
Pagina 55
Voor- en achterwaartse richting OPMERKING Om letsel te voorkomen: • Pas uw stoel niet aan tijdens het dra- gen van de veiligheidsgordel. Het naar voor verplaatsen van de zitkussen kan grote druk op uw buik veroorzaken. • Let op dat uw handen of vingers niet vast geraken in het stoelmechanisme terwijl de stoel in beweging is.
Pagina 56
Veiligheidssysteem van uw auto Verstellen van de rugleuning Rugleuning Gebruik NOOIT een teruggeklapte zit- ting terwijl het voertuig in beweging is, deze kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de veiligheidsgordels vast gegespt zijn, de bescherming die het veiligheidssysteem (veiligheidsgordels en airbags) bieden, neemt aanzienlijk af als de rugleuning te ver horizontaal staat.
Pagina 57
Stoelhoogte (voor de Rugleuningzak (indien van bestuurdersstoel, indien van toepassing) toepassing) OAI3039033 OAI3039033 In de rugleuningzak van beide voorstoelen OBC3030004 OBC3030004 bevindt zich een opbergvak. Om de stoelhoogte te wijzigen: • Duw de hendel een aantal maal omlaag OPMERKING om de zitkussen lager af te stellen. •...
Pagina 58
Veiligheidssysteem van uw auto Achterstoelen (indien van toepassing) De rugleuning achter kan worden opge- klapt om het vervoer van langere voorwer- pen mogelijk te maken of de bagageruim- te te vergroten. WAARSCHUWING • Laat nooit iemand op een neergeklapte rugleuning zitten als de auto rijdt. Dit is OAC3039006TU OAC3039006TU geen veilige positie en de veiligheids-...
Pagina 59
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Bij het terugzetten van de rugleuning Lading achter in zijn oorspronkelijke positie Lading moet altijd worden vastgezet om nadat de bank is neergeklapt: te voorkomen dat het bij een aanrijding Let erop dat het materialen van de veilig- door de auto wordt geslingerd, waardoor heidsgordel of de gesp niet beschadigd de inzittenden letsel kunnen oplopen.
Pagina 60
Veiligheidssysteem van uw auto Hoofdsteunen De voor en achterstoelen van de auto hebben verstelbare hoofdsteunen. De hoofdsteunen zorgen voor comfort voor de passagiers, maar belangrijker nog, ze zijn ontworpen om passagiers te bescher- men tegen een whiplash en andere nek- en ruggengraatletsels tijdens een ongeval, vooral in een aanrijding van achter.
Pagina 61
Hoofdsteunen op de voorstoelen OAC3039039TU OAC3039039TU OBC3030006 OBC3030006 Afstellen van de hoogte De bestuurdersstoel en de voorpassa- De hoofdsteun hoger afstellen: giersstoel zijn voorzien van een verstel- 1. Trek hem omhoog om hem in de bare hoofdsteun voor de veiligheid en het gewenste positie (1) te zetten.
Pagina 62
Veiligheidssysteem van uw auto OBC3030007 OBC3030007 OBC3030008 OBC3030008 Plaatsen van de hoofdsteun: Verwijderen/Plaatsen 1. Zet de rugleuning rechtop. Verwijderen van de hoofdsteun: 2. Stop de pennen van de hoofdsteun (2) 1. Stel de rugleuning (2) af met de aftel in de gaten terwijl u de ontgrendelknop hendel (1).
Pagina 63
Hoofdsteunen op de achterstoelen OBC3030036TU OBC3030036TU Verwijderen en plaatsen OBC3030009 OBC3030009 Verwijderen van de hoofdsteun: Elke achterstoel is voor de veiligheid en 1. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk het comfort van de passagier voorzien van omhoog. een hoofdsteun. 2. Druk de ontgrendelknop (1) in terwijl u omhoog (2) trekt.
Pagina 64
Veiligheidssysteem van uw auto Stoelverwarming (indien van WAARSCHUWING toepassing) Plaats NOOIT iets op de zitting dat iso- De stoelverwarming is toegepast om de leert tegen warmte wanneer de stoelver- stoelen te verwarmen tijdens koud weer. warming in gebruik is, zoals een dekentje of zitkussen.
Pagina 65
- Achterstoel Voor Voor • De temperatuur van de stoelverwarming wordt automatisch verlaagd en gaat na een bepaalde tijd uit om verbranding te voorkomen. Als opnieuw een hoge temperatuur wordt geselecteerd nadat de stoelverwarming is uitgeschakeld, wordt de temperatuur opnieuw automa- OBC3N030008 OBC3N030008 tisch geregeld.
Pagina 66
Veiligheidssysteem van uw auto VEILIGHEIDSGORDELS Dit gedeelte beschrijft hoe de veilig- • Gebruik de veiligheidsgordel niet als deze gedraaid is. Een gedraaide vei- heidsgordels correct te gebruiken. Het beschrijft ook een aantal handelingen die ligheidsgordel biedt in geval van een u niet mag doen bij het gebruik van veilig- ongeval onvoldoende bescherming.
Pagina 67
rende ongeveer 6 seconden, ongeacht of Waarschuwingslampje de gordels zijn vastgemaakt. veiligheidsgordel Als de veiligheidsgordel niet is vastge- Bestuurdersgordel maakt wanneer het contactslot wordt ingeschakeld of als deze wordt losgekop- Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel peld nadat het contactslot is ingeschakeld, gaat het waarschuwingslampje van de vei- ligheidsgordel branden totdat de gordel is vastgemaakt.
Pagina 68
Veiligheidssysteem van uw auto de ongeveer 35 seconden klinken en gaat Waarschuwingslampje het waarschuwingslampje van de desbe- veiligheidsgordel achter treffende veiligheidsgordel knipperen. (indien van toepassing) Achterbank links / rechts (indien gemonteerd) Als herinnering voor de achterpassagier gaat telkens als het contact in de stand ON wordt gezet het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de achter- passagier branden en klinkt de zoemer...
Pagina 69
Informatie • Ook als er niemand op de achterpassa- giersstoel zit, zal het waarschuwings- lampje van de veiligheidsgordel gedu- rende 6 seconden knipperen of branden. • Als er bagage, een laptop of een ander elektronisch apparaat op de achterpas- sagiersstoel geplaatst wordt, kan het waarschuwingslampje van de veilig- heidsgordel van de achterpassagier gaan knipperen.
Pagina 70
Veiligheidssysteem van uw auto WAARSCHUWING OHI038142 OHI038142 Om uw veiligheidsgordel los te OHI038182L OHI038182L maken: Onjuist geplaatste veiligheidsgordels Druk de ontgrendelknop (1) in van de ver- kunnen ernstige letsels veroorzaken tij- grendelingsgesp. dens een ongeval. Neem de volgende Als de gordel losgemaakt is, moet hij auto- voorzorgsmaatregelen bij het aanpassen matisch oprollen.
Pagina 71
Middelste veiligheidsgordel achter Veiligheidsgordel met (indien van toepassing) gordelspanners (indien van toepassing) OAC3039044TU OAC3039044TU Gebruik voor het bevestigen van de mid- OJX1039118 OJX1039118 delste veiligheidsgordel achter de gordel- [1]: Oprolmechanisme veiligheidsgordel met sluiting met de aanduiding “CENTER”. gordelspanners Uw auto is uitgerust met voorspanners Informatie voor de veiligheidsgordels (gordelspan- ner).
Pagina 72
Daarom adviseren we u het sys- losse of gedraaide veiligheidsgordel teem te laten repareren door een officië- biedt in geval van een ongeval onvol- le HYUNDAI-dealer. doende bescherming. • Plaats geen voorwerpen in de buurt van de gesp. Dit kan een negatieve invloed hebben op de gesp en leiden tot het niet goed functioneren.
Pagina 73
Als de gordelspanner niet goed werkt, gaat het waarschuwingslampje branden, zelfs als de SRS-airbag niet defect is. Indien de SRS airbag waarschuwings- lampje niet oplicht, of blijft tijdens het rijden, raden we u aan om het systeem te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-25...
Pagina 74
Veiligheidssysteem van uw auto AANWIJZING Extra veiligheidsmaatregelen veiligheidsgordel • Bij bepaalde frontale of zijdelingse aanrijdingen kunnen de gordels met Gebruik van veiligheidsgordels bij voorspanners worden geactiveerd. zwangerschap • Wanneer de veiligheidsgordels met De veiligheidsgordel moet ook altijd tij- gordelspanners geactiveerd worden, dens de zwangerschap gedragen worden.
Pagina 75
Gebruik van de veiligheidsgordel bij Grotere kinderen kinderen Alle kinderen onder 13 jaar die te groot zijn voor een zitverhoger moeten altijd de ach- Zuigelingen en kleine kinderen terstoelen gebruiken en de beschikbare In de meeste landen zijn regels over het driepuntsgordels dragen.
Pagina 76
We adviseren WAARSCHUWING u contact op te nemen met een officiële • Gebruik NOOIT een teruggeklapte rug- HYUNDAI-dealer. leuning terwijl het voertuig in bewe- ging is. • Als de rugleuning te ver horizontaal staat, neemt de kans op letsel bij een aanrijding of een noodstop aanzienlijk toe.
Pagina 77
Alle kinderen onder de 13 jaar die in de Onze aanbeveling: auto meerijden, moeten altijd op de ach- Vervoer kinderen altijd op de terstoelen zitten en moeten altijd een-cor- achterstoelen recte zit hebben om het risico op letsel te verminderen bij een-ongeval, een plot- selinge stop of een-manoeuvre.
Pagina 78
• Laat een HYUNDAI-dealer na een onge- gericht zit en zitverhoger. Ze worden inge- val het kinderzitje, de veiligheidsgor- deeld op basis van de leeftijd, de lengte en dels, de ISOFIX-bevestigingspunten het gewicht van het kind.
Pagina 79
CRS09 CRS09 OIB034017 OIB034017 Kinderzitje met het gezicht naar ach- Kinderzitje waarbij het kind met het teren gezicht naar voren Een kinderzitje met het gezicht naar achte- Een kinderzitje waarbij het kind met het ren zorgt ervoor dat het zittingoppervlakte gezicht naar voren gericht zit, houdt het tegen de rug van het kind vast zit.
Pagina 80
Veiligheidssysteem van uw auto • Zorg dat het kinderzitje goed vast zit. Het installeren van een Duw het kinderzitje na het plaatsen kinderzitje (CRS) naar voren en achteren en naar links en rechts om te controleren of het stevig is vastgezet op de stoel.
Pagina 82
Veiligheidssysteem van uw auto Stand Zitplaatsnummer Zitpositie in de auto Voor links Middelste Voor Voor rechts zitplaats links middelste zitplaats zitrij rechts Wanneer de hoofdsteun een juiste plaatsing van het kinderzitje hindert, verstel of verwijder dan de hoofdsteun van de desbetreffende stoel. Plaats nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de voorpassagiersstoel, tenzij de airbag is uitgeschakeld.
Pagina 83
ISOFIX-bevestigingspunt en Top Tether-bevestigingspunt (ISOFIX- bevestigingssysteem) voor kinderzitjes Het ISOFIX-systeem houdt een kinderzitje op zijn plaats tijdens het rijden en tijdens ongevallen. Dit systeem is ontworpen om het installeren van een kinderzitje te ver- eenvoudigen en om de kans op het onjuist installeren te verminderen.
Pagina 84
Veiligheidssysteem van uw auto Vastzetten van een kinderzitje met het ISOFIX-bevestigingssysteem Installeren van een ISOFIX compatibele CRS in een van de posities op de achter- bank: 1. Leg de gordelsluiting opzij, uit de buurt van de ISOFIX-bevestigingspunten. 2. Hall objecten weg van de bevestigin- gen indien deze een veilige aansluiting tussen het kinderzitje en de ISOFIX- bevestigingspunten voorkomen.
Pagina 85
• Zorg dat uw ISOFIX-systeem na een ongeval altijd door uw HYUNDAI dealer gecontroleerd wordt. Een ongeval kan het ISOFIX-systeem beschadigen en dit kan ertoe leiden dat het kinderzitje niet meer goed vastzit.
Pagina 86
Veiligheidssysteem van uw auto Vastzetten van een kinderzitje met WAARSCHUWING een driepuntsgordel Neem bij het aanbrengen van de Top Als het ISOFIX-systeem niet wordt Tether-riem altijd de volgende voor- gebruikt, moet een kinderzitje altijd met zorgsmaatregelen in acht: het heupgedeelte van een driepuntsgordel •...
Pagina 87
OHI038146 OHI038146 OHI038183L OHI038183L 2. Zet de gesp vast in de driepuntsgordel. 3. Verwijder zoveel mogelijk speling van Controleer of een klikkend geluid hoor- de gordel door het kinderzitje omlaag baar is. te duwen terwijl u de schoudergordel strak trekt. 4.
Pagina 88
Veiligheidssysteem van uw auto Het aantal daadwerkelijke airbags aanwezig in uw voertuig kan afwijken van de afbeelding. OAC3039013TU OAC3039013TU 1. Airbag bestuurder 2. Airbag voorpassagier* 3. Zijairbag* 4. Gordijn airbag* 5. ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier* *: indien van toepassing 3-40...
Pagina 89
Dit voertuig is uitgerust met een aanvul- WAARSCHUWING lend airbagsysteem voor de bestuurders- stoel en de voorpassagiersstoel. VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR De voorste airbags zijn ontworpen als aan- AIRBAGS vulling op de driepuntsveiligheidsgordels. Maak altijd gebruik van de veiligheids- Deze airbags geven alleen extra bescher- gordels en van kinderzitje -iedere keer, ming als de veiligheidsgordels altijd tij- bij iedere reis en voor iedereen! Zelfs bij...
Pagina 90
Veiligheidssysteem van uw auto Waar zijn de airbags geplaatst? WAARSCHUWING Bestuurdersairbag en Verminder het risico op ernstig letsel of passagiersairbag overlijden door opgeblazen airbags en (indien van toepassing) houdt u aan de volgende voorzorgsmaat- regelen: Airbag bestuurder Airbag bestuurder • Veiligheidsgordels moeten altijd gedragen worden.
Pagina 91
Type A Type A OAC3039014TU OAC3039014TU OBC3030021 OBC3030021 Type B Type B ON/OFF-schakelaar airbag voorpas- sagier (indien van toepassing) Het doel van de schakelaar is het uitscha- kelen van de airbag voorpassagier zodat mensen die vanwege hun leeftijd, grootte, of medische staat niet blootgesteld wor- den aan letsel gerelateerd aan airbags.
Pagina 92
Type B kant zelfs als de ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier is ingesteld op de OFF-stand. • Wij adviseren u in dit geval om een officiële HYUNDAI-dealer zo spoedig mogelijk de ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier en SRS-airbag systeem te laten inspecteren. OBC3030035 OBC3030035...
Pagina 93
De zij-airbags zijn niet ontworpen om bij opgeblazen worden. alle aanrijdingen van opzij te worden geac- • Als de stoel of de stoelbekleding zijn tiveerd. beschadigd, adviseren u het systeem te laten repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-45...
Pagina 94
Ze zijn ontworpen om bij bepaalde aan- de airbag zo nodig door een officiële rijdingen van opzij de hoofden van de HYUNDAI-dealer te laten nakijken. voorste inzittenden en de passagiers op de buitenste achterstoelen te beschermen. De curtain airbags zijn ontworpen om...
Pagina 95
ON staat, om te bepalen of een Wij adviseren u om een officiële aanrijding zwaar genoeg is om de airbags HYUNDAI-dealer zo spoedig mogelijk het of de veiligheidsgordel met gordelspan- SRS te laten inspecteren als het volgende ners te activeren.
Pagina 96
Veiligheidssysteem van uw auto Tijdens een frontale botsing zullen sen- • Om bescherming te bieden, moeten de airbags snel ontplooien. De snelheid soren vertraging van de auto detecteren. Als deze deceleratie groot genoeg is, zal waarmee de airbag opgeblazen wordt de regelmodule de airbags voor activeren is het gevolg van de extreem korte tijd op het juiste tijdstip en met de benodigde...
Pagina 97
Airbag bestuurder (3) Airbag bestuurder (3) Airbag bestuurder (1) Airbag bestuurder (1) ODN8039079L ODN8039079L ODN8039077L ODN8039077L Als de SRSCM oordeelt dat de kracht Airbag voorpassagier Airbag voorpassagier waaraan de voorzijde van de auto wordt blootgesteld een bepaalde drempelwaar- de overschrijdt, activeert hij automatisch de airbags voor.
Pagina 98
• Wij adviseren u het systeem onmiddel- lijk te laten vervangen door een offici- ele HYUNDAI-dealer nadat de airbag is afgegaan. Airbags kunnen maar een keer worden gebruikt. 3-50...
Pagina 99
INGESCHAKELDE een origineel HYUNDAI of gelijkwaar- AIRBAG voor zit, anders kan het kind dig (aan het origineel) onderdeel dat ERNSTIG LETSEL oplopen.
Pagina 100
Veiligheidssysteem van uw auto OBC3033024L/OAI3039024L/OBC3033025L/OBC3030037TU/OBI3030014L OBC3033024L/OAI3039024L/OBC3033025L/OBC3030037TU/OBI3030014L 1. Airbagmodule* 2. Airbagsensor voor 3. Druksensoren opzij* 4. Zijairbagsensoren* *: indien van toepassing 3-52...
Pagina 101
Voorwaarden voor activeren airbags OBC3033028L OBC3033028L OBC3030027 OBC3030027 Airbags voor De frontairbags zijn ontworpen om bij frontale aanrijdingen te worden opgebla- zen, afhankelijk van de ernst. OAC3039029TU OAC3039029TU Zijairbags en gordijn airbags De airbags opzij (zijairbags en gordijn air- bags) worden geactiveerd bij een aan- rijding van opzij, waarbij rekening wordt gehouden met de kracht van de botsing.
Pagina 102
Veiligheidssysteem van uw auto Voorwaarden voor met-activeren van de airbags OBC3033028L OBC3033028L De airbags voor worden bij zijdelingse aanrijdingen soms niet geactiveerd. De OBC3030029 OBC3030029 inzittenden bewegen altijd in de richting Bij bepaalde aanrijdingen met lage snelhe- van de aanrijding, waardoor het activeren den worden de airbags niet geactiveerd.
Pagina 103
OBC3033033L OBC3033033L OBC3030032 OBC3030032 Net voor een aanrijding remmen bestuur- De airbags worden soms niet geactiveerd ders vaak sterk af. Door zo sterk af te bij een aanrijding tegen een boom of paal, remmen, zakt de voorzijde van de auto in, waarbij de bot kracht zich concentreert op waardoor deze gemakkelijker onder een een gebied en de botsingsenergie is geab-...
Pagina 104
We adviseren u voor hulp contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen vergroot de kans op persoonlijk letsel.
Pagina 105
Extra veiligheidsmaatregelen Waarschuwingslabels airbag (indien van toepassing) De inzittenden dienen tijdens het rijden niet uit hun stoel te komen of van plaats te wisselen. Een inzittende die zijn vei- ligheidsgordel niet draagt kan tijdens een aanrijding of een noodstop door de auto geslingerd worden, tegen andere inzit- tenden aan, of zelfs uit de auto geslingerd worden.
Pagina 107
4. Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel ..................4-2 Bediening Instrumentenpaneel ................4-5 Meters en tellers ......................4-6 Transmissie schakelindicator...................4-10 Waarschuwings- en controlelampjes ..............4-12 Meldingen van het instrumentenpaneel .............. 4-22 Instrumentenpaneel (Type A, C) ..............4-27 Bediening van het instrumentenpaneel ..............4-27 Instrumentenpaneel modi ..................4-29 Modus Gebruikersinstellingen ................
Pagina 108
Instrumentenpaneel INSTRUMENTENPANEEL Type A Type A OBC3040001 OBC3040001 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. Instrumentenpaneel Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 109
Type B Type B OBC3040020 OBC3040020 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. Instrumentenpaneel Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 110
Instrumentenpaneel Type C Type C OBC3043001L OBC3043001L 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. Instrumentenpaneel Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 111
Bediening Instrumentenpaneel Type A OCN7040019L OCN7040019L • De helderheid van de verlichting van het dashboard wordt weergegeven. OBC3043002L OBC3043002L • Als de helderheid het maximale of mini- Wanneer de parkeerlichten of koplampen male niveau bereikt, klinkt er een alarm. van de auto branden, drukt u op de ver- lichtingsregelknop om de helderheid van WAARSCHUWING de verlichting van het dashboard aan te...
Pagina 112
Instrumentenpaneel Meters en tellers Toerenteller Snelheidsmeter Type A Type A Type B Type B Type A km/h km/h OAC3049004TU/OBC3040006 OAC3049004TU/OBC3040006 Type C Type C OAC3049002TU/OAC3049003TU OAC3049002TU/OAC3049003TU Type B km/h km/h OAC3043004TU OAC3043004TU De toerenteller geeft het aantal omwen- telingen per minuut (omw/min) bij bena- dering weer.
Pagina 113
Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Type A Type A Type B Type B Type A Type A Type B Type B OBC3040007/OCN7040011L OBC3040007/OCN7040011L OBC3040009/OBC3040008 OBC3040009/OBC3040008 Type C Type C Type C Type C OAC3043009TU OAC3043009TU OAC3043010TU OAC3043010TU Wanneer het contact in stand ON staat, De brandstofmeter geeft bij benadering de geeft deze meter de motorkoelvloei- hoeveelheid brandstof aan die nog in de...
Pagina 114
Instrumentenpaneel Buitentemperatuurmeter WAARSCHUWING Type A/C Type A/C Type B Type B Het is gevaarlijk als de auto zonder brandstof komt te staan. Vul de brandstoftank zo snel mogelijk als het waarschuwingslampje gaat branden of als de naald van de brandstofmeter de “0”...
Pagina 115
Kilometerteller Informatie Type A/C Type A/C Type B Type B • Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of nadat de accupolen losgenomen zijn geweest, kan het gebeuren dat de functie actieradius niet goed werkt. • De weergegeven actieradius is een schat- ting van de afstand die met de auto gere- den kan worden en kan dus afwijken van de werkelijke actieradius.
Pagina 116
Instrumentenpaneel Brandstofverbruik (voor Transmissie schakelindicator instrumentenpaneel type B) Handmatige transmissie schakelindicator (indien van toepassing) Type A/C Type A/C OTM040062L OTM040062L Het gemiddelde brandstofverbruik (1) en het actuele brandstofverbruik (2) wordt OPDE046142 OPDE046142 onderaan het instrumentenpaneel weer- Type B Type B gegeven.
Pagina 117
Versnellingsindicator automatische Versnellingsindicator Double transmissie (indien van toepassing) clutch-transmissie (indien van toepassing) Type A/C Type A/C Type A/C Type A/C OTL045132 OTL045132 OBC3040010 OBC3040010 Type B Type B Type B Type B OCN7040013 OCN7040013 OBC3040011 OBC3040011 Deze indicator geeft weer welke stand van Deze indicator geeft weer welke stand van de Automatische transmissie versnellings- de versnellingshendel is geselecteerd.
Pagina 118
System (SRS). plaats tot stilstand. Als dit gebeurt, raden wij u de auto te laten 2. Schakel de motor uit en controleer controleren door een officiële HYUNDAI- het remvloeistofpeil direct. Vul indien dealer. nodig remvloeistof bij (Zie voor meer informatie "Remvloeistof” in hoofd- stuk 9.) Controleer na het bijvullen van...
Pagina 119
Als dit gebeurt, raden wij u de auto remmen en breng de auto op een veilige te laten controleren door een officiële plaats tot stilstand. HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje Parkeerrem en EBD (Electronic Brake...
Pagina 120
Bovendien kan het waarschuwingslampje MDPS gaan branden en kan de benodigde stuurkracht toe- of afnemen. Als dit gebeurt, adviseren we u de auto te laten zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-14...
Pagina 121
(indien van toepassing) OPMERKING Wanneer het Controlelampje Motor- management (MIL) gaat branden, kan de katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan het motorvermogen teruglopen. In dat geval adviseren we u de auto te laten zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-15...
Pagina 122
Adviseren we u de auto te laten zo snel mogelijk controleren door een officië- le HYUNDAI-dealer als het waarschu- wingslampje na het bijvullen blijft bran- den of als er geen olie beschikbaar is. Doorrijden met het waarschuwings- lampje aan kan een motorstoring ver- oorzaken.
Pagina 123
In dat geval adviseren we u de auto te denspanning (TPMS) laten zo snel mogelijk controleren door Kijk op het instrumentenpaneel voor meer een officiële HYUNDAI-dealer. informatie over de waarschuwing. Zie voor meer informatie "Banden- span-ningscontrolesysteem (TPMS)” in hoofdstuk 8.
Pagina 124
Als dit gebeurt, raden wij u de auto versnelling dan de 3de met toerental te laten controleren door een officiële tussen de 1500 en 4000 rpm worden HYUNDAI-dealer. uitgeschakeld. Als dit waarschuwingslampje knippert Dit controlelampje knippert: ondanks de procedure (op dit ogenblik zal een waarschuwingsbericht op het •...
Pagina 125
In dat geval adviseren we u de auto Dit controlelampje gaat branden: te laten controleren door een officiële Wanneer de motor overgaat in de Idle HYUNDAI-dealer. Stop-modus van het ISG-systeem (Idle Stop & Go). Dit controlelampje knippert: Als de motor automatisch wordt gestart,...
Pagina 126
Als een van de volgende condities zich de een paar seconden: voordoen, wij raden u aan uw auto te laten • Wanneer de Smart Key zich niet in de nakijken door een officiële HYUNDAI- auto bevindt. dealer. - Op dat moment kunt u de motor niet starten.
Pagina 127
(FCA)-systeem. detecteert, zal het High Beam Assist het Als dit gebeurt, raden wij u de auto te laten grootlicht automatisch overschakelen controleren door een officiële HYUNDAI- naar dimlicht. dealer. Zie "High Beam Assist (HBA)" in hoofd- Zie "Forward Collision-Avoidance Assist stuk 5 voor meer informatie.
Pagina 128
Instrumentenpaneel Meldingen instrumentenpaneel Controlelampje Cruise (indien van toepassing) Smart Key niet in auto (auto's met Smart Key-systeem) Deze waarschuwingsbericht wordt weer- Dit controlelampje gaat branden: gegeven als u met het contact in stand • Als het Cruise control-systeem wordt ACC of ON het portier opent of sluit terwijl ingeschakeld.
Pagina 129
Probeer de motor in dat geval te starten door nogmaals op de startknop te druk- ken. Als het waarschuwingsbericht wordt gaat branden telkens wanneer u de Engine Start/Stop-knop indrukt, raden wij u aan de auto te laten controleren door een offi- ciële HYUNDAI-dealer. 4-23...
Pagina 130
Instrumentenpaneel Portier, motorkap, achterklep open Verlichtingsmodus OBC3040012 OBC3040012 OIK047163L OIK047163L Dit controlelampje geeft aan welke ver- Deze waarschuwing wordt weergegeven lichtingsmodus er is geselecteerd met de als een deur, motorkap of achterklep open lichtschakelaar. is gelaten. De waarschuwing geeft in het display aan welke deur open is.
Pagina 131
(indien van toepassing) men, raden we u aan het systeem na te Deze melding wordt weergegeven als de laten kijken door een officiële HYUNDAI- stuurwielverwarming ongeveer 30 minu- dealer. ten na het inschakelen automatisch zal worden uitgeschakeld.
Pagina 132
Instrumentenpaneel Motor is oververhit Check Actief luchtklepsysteem (indien van toepassing) (indien van toepassing) Deze waarschuwingsbericht wordt weer- Dit bericht wordt in de volgende situaties gegeven als de koelvloeistoftemperatuur weergegeven: hoger is dan 120°C. Dit betekent dat de - Er is een storing met de bediening van motor oververhit is en beschadigd kan de klep geraken.
Pagina 133
Bediening van het instrumentenpaneel OBC3043037L OBC3043037L 4-27...
Pagina 134
Instrumentenpaneel N line N line OBC3043051L OBC3043051L De instellingen van het instrumentenpaneel kunnen worden gewijzigd met de bedie- ningstoetsen. Schakelaar Functie Toets MODE voor het selecteren van modi VERPLAATS de schakelaar voor het wijzigen van items SELECT/RESET-knop voor het instellen of het opnieuw instellen van het geselecteerde item 4-28...
Pagina 135
Instrumentenpaneel modi Modi Symbool Toelichting Deze modus geeft rij-informatie weer zoals de tripmeter, het Tripcom- brandstofverbruik, enz. puter Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie. Turn By Deze modus toont de status van het navigatiesysteem. Turn (TBT) - Smart Cruise Control Rijassis- - Waarschuwing oplettendheid bestuurder tentie...
Pagina 136
Instrumentenpaneel Tripcomputergroep Turn by Turn (TBT)-groep OBC3043042L OBC3043042L OBC3043043L OBC3043043L De tripcomputergroep geeft de informatie Deze groep toont de status van het navi- weer met betrekking tot de rijparameters, gatiesysteem. waaronder brandstofverbruik, dagteller en rijsnelheid. Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 137
Rijassistentiemodus Master Waarschuwing OBC3043044L OBC3043044L OBC3053062L OBC3053062L Dit waarschuwingslampje informeert de SCC/ISLA bestuurder over de volgende situaties. Deze modus geeft de toestand van Smart - Storing in Forward Collision-Avoidance Cruise Control, Intelligent Speed Limit Assist (indien van toepassing) Assist (ISLA) weer. - Radar van Forward Collision-Avoidance Zie de desbetreffende systemen in Assist geblokkeerd (indien van toepas-...
Pagina 138
Instrumentenpaneel Modus Gebruikersinstellingen (indien van toepassing) Via deze modus kunt u de instellingen met betrekking tot het instrumentenpaneel, de portieren, de verlichting, enz. wijzigen. 1. Bestuurdershulp 2. Instrumentenpaneel 3. Verlichting 4. Portier 5. Handige functies OBC3043045L OBC3043045L 6. Eenheden Bandenspanning 7.
Pagina 139
1. Bestuurdershulp Toelichting Onderwerpen • Smart Cruise Control Instellen van de afstand, versnelling en reactiesnelheid van Smart Cruise Rijgemak Control. Zie voor meer informatie, "Smart Cruise Control (SCC)” in hoofdstuk 7. Instellen van de Speed Limit Assist • Speed Limit Assist / Speed Limit Warning / Uit Snelheidslimiet Zie voor meer details de "Intelligent Speed Limit Assist (ISLA)"...
Pagina 140
Instrumentenpaneel 2. Instrumentenpaneel Toelichting Onderwerpen Om de ruitenwisser/verlichtingsmodus te activeren of te deactiveren. Ruitenwissers-/ Indien geactiveerd toont het instrumentenpaneel de geselecteerde verlichtingdis- ruitenwisser/verlichtingsmodus telkens als u de modus wijzigt. play Om de weergegeven verkeersborden in te stellen. Verkeersborden Waarschuwing Om de waarschuwing voor glad wegdek door bevriezing te activeren of voor ijzige te deactiveren.
Pagina 141
4. Portier Toelichting Onderwerpen • Inschakelen op schakelen: Alle portieren worden automatisch vergrendeld als de schakelknop wordt verschoven van de P (Parkeren) naar de R (Achteruitrijden), N (Neutraal) of D (Rijden) positie (alleen als de motor Automatische draait) vergrendeling • Inschakelen op snelheid: Alle portieren worden automatisch vergrendeld als een snelheid van 15 km/h (9.3 mph) wordt bereikt.
Pagina 142
Instrumentenpaneel Toelichting Onderwerpen • Onderhoudsinterval In- en uitschakelen van de onderhoudsintervalfunctie. • Stel interval in Als het service-intervalmenu geactiveerd is kunt u het tijdstip en de Onderhoudsinterval afstand instellen. • Reset Om het service-interval te resetten. 6. Eenheden Toelichting Onderwerpen Om de snelheidseenheid te selecteren.
Pagina 143
Tripcomputer (Type A) (indien van toepassing) De boordcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde rij informatie die door de trip- computer is opgeslagen (bijvoorbeeld de gemiddelde rijsnelheid) wordt gereset als OBC3043039L OBC3043039L de accu wordt losgekoppeld. Druk de toets "...
Pagina 144
Instrumentenpaneel Handmatig resetten Display cumulatieve informatie Om het gemiddelde brandstofverbruik Type A Type A handmatig te wissen, druk langer dan 1 seconde op de [OK] knop op het stuurwiel wanneer het gemiddelde brandstofver- bruik wordt weergegeven. Automatisch resetten gemiddelde brandstofver- bruik na het tanken automatisch te resetten, selecteert u de modus "Fuel Econ.
Pagina 145
De informatie wordt vanaf de laatste reset Display Ritinformatie gecumuleerd. Type A Type A Houd om de informatie handmatig te resetten de knop OK ingedrukt terwijl u de cumulatieve ritinformatie bekijkt De gereden afstand, het gemiddelde brand- stofverbruik en de totale reisduur worden gelijktijdig gereset.
Pagina 146
Instrumentenpaneel De informatie wordt voor elke ontstekings- Digitale snelheidsmeter cyclus gecombineerd. Echter, als de motor echter ten minste 4 uur uitgeschakeld is geweest, wordt het scherm Ritinformatie gereset. Om de informatie handmatig te resetten, houdt u de knop OK ingedrukt tijdens het bekijken van de Ritinformatie.
Pagina 147
Tripcomputer (Type C) (indien van toepassing) De boordcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde rij informatie die door de trip- computer is opgeslagen (bijvoorbeeld de gemiddelde rijsnelheid) wordt gereset als de accu wordt losgekoppeld. OBC3043039L OBC3043039L Druk de toets "...
Pagina 148
Instrumentenpaneel Display Ritinformatie Display cumulatieve informatie Type A Type A Type A Type A OBC3043048L OBC3043048L OBC3043046L OBC3043046L Type B Type B Type B Type B OBC3043049L OBC3043049L OBC3043047L OBC3043047L Dit display toont de totale gereden afstand Dit display toont de totale gereden afstand (1), de totale reisduur (2) en het totale (1), de totale reisduur (2) en het totale gemiddelde brandstofverbruik (3).
Pagina 149
Auto Stop (indien van toepassing) OBC3043050L OBC3043050L Dit bericht toont de informatie van Auto Stop. 4-43...
Pagina 150
Instrumentenpaneel Bediening van het instrumentenpaneel OBC3043037L OBC3043037L 4-44...
Pagina 151
N line N line OBC3043051L OBC3043051L De weergavemodus van het instrumentenpaneel kan met de bedieningsschakelaars wor- den gewijzigd. Schake- Functie Bediening laar MODE-knop voor het wijzigen van de weergavemodi Druk op OMHOOG-, OMLAAG-schakelaar voor het wijzigen van items in Utility weergave en Druk op Optiemenu SELECT/RESET-knop voor het openen van het optiemenu...
Pagina 152
Instrumentenpaneel Bekijk modi Functie Bekijk modi Weergave Utility geeft rij-informatie weer zoals de ritafstand, het Utility brandstofverbruik en etc. De weergave rijassistentie geeft de status van de Rijassistentie- Rijassistentie systemen van de auto weer. Turn By Turn Turn By Turn-weergave geeft de status van de navigatie weer. (TBT) De gegeven informatie kan verschillen, afhankelijk van welke functies van toepas- sing zijn op uw auto.
Pagina 153
Utility-overzicht Type A Type A Type B Type B In de Utility-weergave kunt u met de scha- kelaar (OMHOOG, OMLAAG) de items in de volgende volgorde wijzigen. OJX1049011L/OJX1049065L OJX1049011L/OJX1049065L Ritinformatie Ritafstand (1), gemiddeld brandstofver- bruik (2) en totale rijtijd (3) worden weer- gegeven.
Pagina 154
Instrumentenpaneel Type A Type A Type B Type B OJX1049012L/OJX1049067L OJX1049012L/OJX1049067L OTM070191L OTM070191L Cumulatieve informatie Alertheidsniveau (indien van toepassing) De gecumuleerde ritafstand (1), het gemid- delde brandstofverbruik (2) en de totale Het alertheidsniveau van de bestuurder rijtijd (3) worden weergegeven. wordt getoond op basis van het rijgedrag van de bestuurder.
Pagina 155
Weergave van extra informatie Type A Type A Type B Type B OTMH040007 OTMH040007 Motortemperatuur (indien van toe- OJX1049042L/OJX1049069L OJX1049042L/OJX1049069L passing) Rij-info/ Rij-informatie Het display van de koelvloeistoftempe- De rij-informatie wordt gedurende 4 ratuurmeter geeft de temperatuur van seconden weergegeven nadat de motor is de motorkoelvloeistof weer als de motor uitgeschakeld.
Pagina 156
Instrumentenpaneel Weergave rijassistentie Voertuiginstellingen (infotainmentsysteem) Auto-instellingen in het infotainmentsys- teem biedt gebruikersopties voor ver- schillende instellingen, waaronder deur- vergrendeling, handige functies, bestuur- dersassistentie-instellingen, enz. Menu Vehicle Settings (Voertuiginstellingen) 1. Bestuurdershulp 2. Snelheidslimiet OBC3043044L OBC3043044L 3. Instrumentenpaneel De status van de Manual Speed Limit 4.
Pagina 157
Het instellen van uw auto OBC3043040L OBC3043040L 1. Druk op de toets SETUP op het toetsen- bord. OBC3043041L OBC3043041L 2. Selecteer 'Auto' en wijzig de instelling van de functies. Informatie Het infotainmentsysteem kan na soft- ware-updates veranderen. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij het infotainmentsysteem en de beknopte refe- rentiegids.
Pagina 159
5. Handige functies Toegang tot uw auto ..................5-4 Afstandsbediening ....................5-4 Smart Key ........................5-7 Startblokkeersysteem ..................... 5-12 Sloten ......................5-13 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ........5-13 Portiersloten van binnenuit ..................5-15 Automatische deurvergrendeling en -ontgrendeling ........... 5-16 Kindersloten achterportieren .................. 5-17 Het vergrendelen van de deur in geval van nood ..........
Pagina 160
Interieurverlichting ..................5-52 Ruitenwissers en ruitensproeiers ..............5-54 Ruitenwissers voor ....................5-54 Ruitensproeier voorruit ..................5-55 Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ............5-56 Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem ........5-57 Verwarming en airconditioning ................5-58 Werking van het systeem ..................5-62 Onderhoudssysteem ....................5-64 Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ........5-66 Automatische verwarming en airconditioning ............
Pagina 161
5. Handige functies Exterieur ......................5-93 Roof rack ........................5-93 Infotainmentsysteem ..................5-94 USB-poort ........................ 5-94 Antenne ........................5-94 Audiobediening op stuurwiel ................. 5-95 Spraakherkenning ....................5-97 ® Bluetooth Draadloze technologie handsfree ............5-97 Uitleg werking autoradio ..................5-98...
Pagina 162
Informatie OIB034040 OIB034040 Na het ontgrendelen van de portieren, Uw HYUNDAI maakt gebruik van een zal de portieren automatisch vergrendelen sleutel met afstandsbediening, die u kunt tenzij ze na 30 seconden wordt geopend. gebruiken om een portier (en de achter-...
Pagina 163
Starten Mechanische sleutel Zie voor meer informatie "Standen con- Type A Type A tactslot" in hoofdstuk 6. AANWIJZING Om beschadiging aan de sleutel met afstandsbediening te voorkomen: • Zorg ervoor dat de afstandsbediening niet nat wordt en brand. Als het bin- nenste van de sleutel met afstandsbe- diening vochtig wordt (door vloeistof OED036001A...
Pagina 164
Als u een probleem hebt met de afstandsbediening, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Wanneer de sleutel met afstandsbedie- ning zich erg dicht bij uw mobiele telefoon of smartphone bevindt, kan het signaal...
Pagina 165
OIB044179 OIB044179 3. Zet de achterklep van de afstandsbe- Uw HYUNDAI maakt gebruik van een diening terug op zijn plaats. sleutel met afstandsbediening, die u kunt gebruiken om een portier (en de achter- klep) te vergrendelen of ontgrendelen en Als u vermoedt dat uw sleutel met zelfs om de motor te starten.
Pagina 166
Handige functies Als u op de knop aan de buitenkant van de Vergrendelen portiergrepen drukt, zullen in de onder- staande gevallen de portieren niet worden vergrendeld en zal de waarschuwingszoe- mer drie seconden klinken: • De Smart Key bevindt zich in de auto. •...
Pagina 167
Ontgrendelen Ontgrendelen van de achterklep Om te ontgrendelen: 1. Neem de smart key mee. 2. Druk langer dan een seconde op de knop op de handgreep van de achter- klep of druk op de achterklep ontgren- delknop op de Smart Key. 3.
Pagina 168
Dit geldt met sleutel naar uw officiële HYUNDAI-dealer name tijdens het voeren van een telefoon- brengt of de auto sleept, indien nodig.
Pagina 169
3. Plaats het deksel aan de achterzijde van de Smart Key. Als u vermoedt dat uw Smart Key schade kan opgelopen hebben, of u voelt dat uw Smart Key niet goed werkt, is het raad- zaam contact op te nemen met een offici- ele HYUNDAI-dealer 5-11...
Pagina 170
Als het systeem nog steeds de code van de sleutel niet herkent, is het raadzaam contact op te nemen met uw HYUNDAI- dealer. Probeer niet om dit systeem te wijzigen of er andere apparaten aan toe te voegen. Dit kan elektrische problemen veroorzaken die uw auto onbruikbaar kunnen maken.
Pagina 171
PORTIERSLOTEN Druk de portier met de hand dicht om het Portiersloten van buitenaf te sluiten. Zorg ervoor dat de portieren vergrendelen/ontgrendelen goed dicht zitten. Mechanische sleutel Informatie Afstandsbediening Afstandsbediening • Wees voorzichtig bij het vergrendelen van de deur met een mechanische sleutel, alleen het bestuurdersportier kan wor- den vergrendeld of ontgrendeld.
Pagina 172
Handige functies Afstandsbediening Smart Key OBC3050001 OBC3050001 OIB034040 OIB034040 Om de portieren te vergrendelen, druk op de portiervergrendelingknop (1) op de sleutel met afstandsbediening. Om de portieren te openen, druk op de portierontgrendelingsknop (2) op de sleu- tel met afstandsbediening. Trek de portiergreep na het ontgrendelen omhoog om de portier te openen.
Pagina 173
Met de centrale de Informatie portiervergrendeling/- • In een koud en nat klimaat werken de ontgrendelingsschakelaar portiervergrendeling en portiermecha- nismen mogelijk niet door bevriezings- verschijnselen. • Als het portier een aantal keren snel achter elkaar wordt vergrendeld en weer ontgrendeld, ofwel met de sleutel ofwel met de schakelaar portiervergrendeling, zal de werking van het systeem tijdelijk worden onderbroken om beschadiging...
Pagina 174
Handige functies WAARSCHUWING WAARSCHUWING • De portieren moeten tijdens het rijden Als u gedurende langere tijd in de auto verblijft terwijl het buiten zeer heet of altijd volledig gesloten en vergren- koud is, kan een levensgevaarlijke situ- deld blijven. Als de portieren ontgren- atie ontstaan.
Pagina 175
Kindersloten achterportieren Het vergrendelen van de deur in geval van nood OBC3050012 OBC3050012 OBC3050006 OBC3050006 Het kinderslot zorgt ervoor dat kinderen de achterportieren niet per ongeluk van In geval van nood (lege batterij, enz.) kunt binnenuit kunnen openen. u de deur handmatig vergrendelen met behulp van de noodsleutel.
Pagina 176
Handige functies Waarschuwing voor de achterpassagier WAARSCHUWING voorkomt dat de bestuurder een passagier op de achterstoelen laat zitten. Waarschuwing voor de achterpassagier (ROA) geeft informatie aan de bestuur- der om de achterbank te controleren, Werking waarschuwing voor de maar het detecteert niet of er zich een achterpassagier (ROA) voorwerp of passagier op de achterbank bevindt.
Pagina 177
Wij adviseren u de service met betrek- te drukken op de knop op de buitenkant king tot het inbraakalarmsysteem door van de handgrepen met de Smart Key in een officiële HYUNDAI-dealer uit te laten uw bezit. voeren. Willekeurige wijziging of aanpas- De alarmknipperlichten knipperen twee-...
Pagina 178
• Wanneer u in koude weersomstandig Wij raden u aan om uw auto mee te heden het stuurwiel verdraait, kan een nemen naar een erkende Hyundai-dealer vreemd geluid te horen zijn. Wanneer om het systeem zo snel mogelijk te laten de temperatuur stijgt, zal het geluid ver- controleren.
Pagina 179
Kantelbesturing / Telescoopbesturing (indien van toepassing) WAARSCHUWING Stel het stuurwiel NOOIT af tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ongevallen en letsel kunnen worden ver- oorzaakt. OBC3053007L OBC3053007L De hoek en hoogte van het stuurwiel wij- zigen: Informatie 1.
Pagina 180
Handige functies Stuurwielverwarming Claxon (indien van toepassing) Type A Type A OBC3053051L OBC3053051L OBC3053013L OBC3053013L Type B Type B Wanneer het contactslot in de AAN-positie staat of wanneer de motor draait, drukt u op de verwarmingsstuurwielknop om het stuurwiel te verwarmen. Het controle- lampje in de schakelaar gaat branden.
Pagina 181
SPIEGELS Binnenspiegel Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing) Stel de binnenspiegel zo af dat u in het midden van de spiegel het midden van de achterruit ziet voordat u gaat rijden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de lijn van uw zicht niet wordt belemmerd.
Pagina 182
Handige functies Elektronische spiegel (ECM) Buitenspiegels (indien van toepassing) OAI3059018 OAI3059018 Stel de spiegels af voordat u gaat rijden. OBC3050014 OBC3050014 Uw auto is uitgerust met zowel een linker De elektrochromatische binnenspiegel als een rechter buitenspiegel. voorkomt automatisch verblinding door De spiegels kunnen worden ingeklapt om achteropkomend verkeer.
Pagina 183
AANWIJZING • Gebruik geen krabber om de spiegel ijsvrij te maken; hierdoor kan het spie- gelglas beschadigd raken. • Forceer de buitenspiegel niet als deze vastgevroren is. Gebruik een goedge- keurd ontdooiingsproduct (geen radi- ateur antivries), of een spons of een zachte doek met zeer warm water, of verplaats de wagen naar een warme plaats en laat het ijs te smelten.
Pagina 184
Handige functies Buitenspiegel inklappen • Als 'Convenience Welcome mirror On door unlock' is geselecteerd in de gebruikersinstellingen op het instru- mentenpaneel, zal de buitenspiegel als volgt automatisch inklappen of uitklap- pen: - De spiegel klapt in of uit wanneer het portier op slot gaat of ontgrendeld wordt door de smart key.
Pagina 185
RUITEN Elektrisch bedienbare ruiten (indien van toepassing) OBC3N050008 OBC3N050008 (1) Schakelaar ruitbediening bestuurdersportier (2) Schakelaar ruitbediening voorpassagiersportier (3) Schakelaar ruitbediening achterportier (Rechts)* (4) Schakelaar ruitbediening achterportier (Links)* (5) Ruiten openen en sluiten (indien van toepassing (6) Automatische ruitbediening* (7) Blokkeerschakelaar ruitbediening* *: indien van toepassing 5-27...
Pagina 186
Handige functies Om de ruiten te kunnen sluiten of openen, Ruiten openen en sluiten moet het contact in stand ON staan. Leder portier is voorzien van een schakelaar voor de bediening van de desbetreffende ruit. De bestuurder heeft een schakelaar voor de vergrendeling van de elektrische ruiten, die de bediening van de ramen van de ach- terpassagier kan blokkeren.
Pagina 187
1 seconde omhoog. Als de elektrisch bedienbare ruiten na het resetten niet goed werken, raden we u aan het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OIB024001 OIB024001 Als een obstakel gesignaleerd wordt tij- WAARSCHUWING...
Pagina 188
Handige functies AANWIJZING WAARSCHUWING Plaats geen accessoires op de ruiten. De • Laat kinderen NOOIT zonder toezicht klembeveiliging werkt dan mogelijk niet. achter met de contactsleutel in de auto als de motor draait. Blokkeertoets ruitbediening • Laat een kind NOOIT zonder toezicht achter in de auto.
Pagina 189
Raam openen/sluiten op afstand Informatie (indien van toepassing) • De functie voor het op afstand openen/ Type A Type A sluiten van de ruiten werkt alleen als de auto van elektrische veiligheidsruiten zijn voorzien. • De functie voor het op afstand openen/ sluiten van de ruiten kan abrupt stoppen wanneer u zich tijdens het gebruik van de auto verwijdert.
Pagina 190
Handige functies Indien uw auto is uitgerust met een Zonnescherm schuif-/kanteldak, kunt u dit met behulp van de schakelaar in de dakconsole open- schuiven of kantelen. OCN7050029 OCN7050029 Gebruik het zonnescherm om direct zon- licht dat door het schuifdakglas valt tegen te houden.
Pagina 191
Open/dicht kantelen Open/dicht schuiven OCN7051144 OCN7051144 OCN7N051031 OCN7N051031 [1]: Open kantelen • Duw de schuifdakschakelaar naar ach- [2]: Dicht kantelen teren, het zonnescherm en het schuif- dakglas schuiven open. • Duw de schuifdakschakelaar omhoog en het schuifdakglas kantelt open. • Duw de schuifdakschakelaar naar voren, alleen het schuifdakglas zal slui- •...
Pagina 192
Handige functies AANWIJZING Automatisch omkeren • Blijf niet op de schuifdakschakelaar drukken nadat het schuifdak volledig is geopend, gesloten of gekanteld. De motor van het schuifdak kan bescha- digd raken. • Voortdurende handelingen zoals open/dicht schuiven, open/dicht kan- telen, enz. kunnen een storing in de motor of het schuifdaksysteem ver- oorzaken.
Pagina 193
Resetten van het schuifdak Informatie Als het schuifdak niet wordt gereset wan- neer de accu losgenomen of ontladen is geweest, of wanneer de desbetreffende zekering doorgebrand is, werkt het schuif- dak mogelijk niet goed. Waarschuwing geopend schuif-/ kanteldak OBC3053072L OBC3053072L In sommige omstandigheden is het nodig om het schuif-/kanteldak te resetten.
Pagina 194
Handige functies MOTORKAP Motorkap Openen van motorkap OBC3N050012 OBC3N050012 4. Trek de Motorkapsteun uit de kap. 5. Ondersteun de motorkap met de OBC3N050010 OBC3N050010 Motorkapsteun. 1. Parkeer het voertuig en zet de parkeer- rem erop. WAARSCHUWING 2. Trek aan de ontgrendelknop om de motorkap te ontgrendelen.
Pagina 195
Sluiten van motorkap Achterklep 1. Controleer de volgende punten alvo- Open van de achterklep rens de motorkap te sluiten: • Of alle vuldoppen correct terugge- plaatst zijn. • Of er geen handschoenen, doeken of andere brandbare materialen in de motorruimte zijn achtergebleven. 2.
Pagina 196
Handige functies AANWIJZING WAARSCHUWING Controleer of de achterklep gesloten is Houd de achterklep tijdens het rijden voordat u met de auto gaat rijden. Er kan altijd volledig gesloten. Als met een schade ontstaan aan de gasveren van de (gedeeltelijk) geopende achterklep achterklep en de bevestigingsmateria- wordt gereden, kunnen schadelijke...
Pagina 197
Noodontgrendeling achterklep Tankdopklep Openen van de tankdopklep 5 Portier, N-line OIB047188 OIB047188 Uw auto is uitgerust met een ontgrendel- greep aan de onderzijde van de achterklep OBC3053027L OBC3053027L om de achterklep in geval van nood vanaf de binnenzijde van de auto te kunnen 1.
Pagina 198
Handige functies Sluiten van de tankdopklep 1. Plaats de tankdopklep, terug en draai hem rechtsom totdat deze klikt. 2. Sluit de tankdopklep en zorg ervoor dat hij goed dichtzit. WAARSCHUWING Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Als u deze richtlijnen niet opvolgt, kan dit leiden tot ERNSTIG LETSEL of DE DOOD: •...
Pagina 199
Brandstof kan de lak aantasten. • Als de tankdop moet worden vervan- gen, raden wij u aan een originele HYUNDAI-dop of het voor uw auto gespecificeerde equivalent te gebrui- ken. Een verkeerde tankdop kan een ernstige storing in het brandstofsys- teem of het emissieregelsysteem ver- oorzaken.
Pagina 200
Handige functies EXTERIEURVERLICHTING Bediening verlichting OBC3053029L OBC3053029L Automatische verlichting (indien van OBC3053081L OBC3053081L toepassing) Draai, om de verlichting te bedienen, de Als de lichtschakelaar in stand AUTO staat, knop op het uiteinde van de combischa- worden het parkeerlicht (positie) en de kelaar naar een van de volgende standen: koplampen automatisch in- of uitgescha- (1) OFF (O)
Pagina 201
Grootlicht OBC3053082L OBC3053082L Parkeerlicht ( OBC3053083L OBC3053083L Druk de combischakelaar van u af om het Het parkeerlicht, de kentekenplaatver- grootlicht in te schakelen. lichting en instrumentenpaneelverlichting Het controlelampje voor het grootlicht gaan aan. gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld. Trek de hendel naar u toe om het groot- licht uit te schakelen.
Pagina 202
Handige functies Richtingaanwijzers OBC3053085L OBC3053085L Om met de grootlicht koplampen te knip- OBC3053086L OBC3053086L peren, trek de hendel naar u toe, en laat vervolgens de hendel weer los. Het groot- Als u richting wilt aangeven, beweeg de licht blijft branden zolang u de hendel naar hendel dan omlaag als u links afslaat en u toe getrokken houdt.
Pagina 203
Mistlampen voor (indien van Mistachterlicht toepassing) OBC3053074L OBC3053074L OBC3053073L OBC3053073L Om de mistlampen achteraan aan te zet- ten: De mistlampen dienen voor een beter zicht en ter voorkoming van ongevallen Plaats de lichtschakelaar in de parkeerlicht onder omstandigheden waarbij het zicht (1) stand, draai de lichtschakelaar naar de sterk verminderd wordt door mist, regen, mistlamp voor stand, en draai vervolgens...
Pagina 204
Handige functies Energiebesparingsfunctie Deze functie voorkomt dat de accu ont- laden raakt. Het systeem schakelt auto- matisch de parkeerlichten uit wanneer de bestuurder de motor uitschakelt en het bestuurdersportier opent. De parkeerlichten worden automatisch uitgeschakeld als de auto in het donker langs de kant van de weg geparkeerd wordt.
Pagina 205
AANWIJZING Koplampverstelling Als de bestuurder de auto verlaat via een ander portier dan het bestuurdersportier, werkt de energiebesparingsfunctie niet en worden de follow me home-functie niet automatisch uitgeschakeld. Hierdoor zal de accu ontladen raken. Schakel om ontlading van de accu te voorkomen voordat u de auto verlaat de koplampen handmatig uit met de kop- lampschakelaar.
Pagina 206
Handige functies WAARSCHUWING We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. Probeer de bedrading niet zelf te controleren of vervangen. Statische verlichting Low Beam Assist Wanneer u door een bocht rijdt, wordt de statische verlichting van de Low Beam...
Pagina 207
Instellingen voor High Beam Assist (grootlichtassistentie) Met het contactslot in de stand AAN selec- menu Instellingen om High Beam Assist in te schakelen en deselecteert u deze optie om de functie uit te schakelen. WAARSCHUWING Wijzig voor uw veiligheid de instellingen OBC3053087L OBC3053087L nadat u het voertuig op een veilige plaats...
Pagina 208
Wij raden u aan zich tot een - Wanneer de koplampschakelaar van erkende HYUNDAI-dealer te wenden om AUTO in een andere stand wordt gezet het systeem te laten controleren. (koplamp/positie/uit), wordt High Beam Assist uitgeschakeld en gaat de bijbehorende verlichting branden.
Pagina 209
Beperkingen van het HBA (High Informatie Beam Assist) Zie voor meer details over de beperkin- High Beam Assist werkt in de volgende gen van de frontcamera, het hoofdstuk situaties mogelijk niet goed: "Forward Collision-Avoidance Assist • Het licht van een voertuig wordt niet (FCA)"...
Pagina 210
Handige functies INTERIEURVERLICHTING AANWIJZING Leeslampje vóór: Druk op een van deze lenzen om het Laat de interieurverlichting niet te lang kaartlampje in of uit te schakelen. Deze branden als de motor niet draait of zal de lamp geeft een straal die handig is als het accu ontladen raken.
Pagina 211
Achterlichten Verlichting dashboardkastje (indien van toepassing) OCN7050057 OCN7050057 Schakelaar voor de achterste interi- OBC3N050018 OBC3N050018 eurlamp ( De verlichting in het dashboardkastje gaat branden als het dashboardkastje wordt Druk op deze knop om de interieurlamp in geopend. en uit te schakelen. Lamp bagageruimte OBC3050032 OBC3050032...
Pagina 212
Handige functies RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Ruitenwissers voor Ruitenwisser/-sproeier voorruit Ruitenwisser/-sproeier voorruit De werking is als volgt als het contact in stand ON staat. MIST ( ): Voor een enkele wiscyclus, duw de hendel omhoog en laat los. De ruitenwissers zullen blij- ven werken zolang de com- bischakelaar in deze stand wordt gehouden.
Pagina 213
AUTO (automatische) bediening Ruitensproeier voorruit (indien van toepassing) De regensensor bovenaan op de voorruit registreert de hoeveelheid neerslag en regelt de wiscyclus voor het juiste interval. De tijd dat de ruitenwisser in werking is, wordt automatisch geregeld, afhankelijk van de regenval. Als het ophoudt met regenen, wordt de ruitenwisser automatisch uitgeschakeld.
Pagina 214
Handige functies OPMERKING • Gebruik de ruitensproeiers niet wan- neer het reservoir leeg is, om bescha- diging van de ruiten-sproeierpomp te voorkomen. • Schakel de ruitenwissers niet in als de ruit droog is om beschadiging van de wissers en de voorruit te voorkomen. •...
Pagina 215
OBC3050100 OBC3050100 1. Temperatuurregelknop 2. Aanjagerknop 3. Luchtcirculatietoets 4. Toets A/C (stand recirculatie of stand buitenlucht) 5. Toets A/C (Airco) (indien van toepassing) 6. Toets achterruitverwarming (indien van toepassing) 5-57...
Pagina 216
Handige functies Verwarming en airconditioning 1. Start de motor. 2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand. Voor een effectieve verwarming en koeling: - Verwarmen: - Koelen: 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Stel de luchttoevoerbediening in op koud. 5.
Pagina 217
Stand Floor (A, C, D, E) De meeste lucht stroomt naar de vloer en een klein gedeelte stroomt door de voorruit, de zijruitontwaseming en de uit- stroomopeningen opzij. OBC3050103TU OBC3050103TU Stand Floor/Defrost (A, C, D, E) De luchtcirculatietoets regelt de circulatie van de lucht door het ventilatiesysteem.
Pagina 218
Handige functies Luchttoevoertoets OBC3053010L OBC3053010L Uitstroomopeningen dashboard OBC3050105TU OBC3050105TU De luchtstroom uit de uitstroomopening De luchtinlaatregelknop wordt gebruikt van het dashboard kan naar boven/bene- om de koude lucht- (buitenlucht) of de den gericht worden of naar links/rechts recirculatiemodus (cabinelucht) te selec- door de hendel te gebruiken.
Pagina 219
Aanjagerschakelaar Informatie Het wordt geadviseerd het systeem voorna- melijk in de koude buitenlucht te gebrui- ken. Gebruik recirculatie alleen tijdelijk wanneer dat nodig is. Door langdurig gebruik van de verwar- ming in de recirculatiemodus en zonder de airco aan, kan de voorruit beslaan. Bovendien kan langdurig gebruik van de airconditioning tijdens gebruik van de recirculatiemodus leiden tot te droge, ont-...
Pagina 220
Handige functies Werking systeem Airconditioning HYUNDAI-airconditioningssystemen Ventilatie zijn gevuld met koudemiddel R-134a of 1. Selecteer de gezichtsniveau R-1234yf. modus. 1. Start de motor. 2. Stel de luchttoevoerbediening in op 2. Druk op toets A/C. koud. 3. Selecteer de gezichtsniveau 3. Stel de temperatuur in op de gewenste modus.
Pagina 221
Aanwijzingen voor gebruik aircondi- Informatie tioning • Houd de temperatuurmeter nauwlettend • Open de ruiten een tijdje wanneer de in de gaten wanneer de airconditioning auto tijdens warm weer in de volle zon wordt gebruikt als u lange hellingen geparkeerd is geweest, zodat de war- oprijdt of als u in druk verkeer rijdt me lucht naar buiten kan.
Pagina 222
Een teveel aan koude- middel heeft ook nadelige effecten op de werking van de airconditioning. Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als het systeem niet nor- maal werkt. AANWIJZING OIK047401L OIK047401L...
Pagina 223
Voorbeeld Voorbeeld WAARSCHUWING • Type A • Type A Auto's uitgerust met R-1234yf Omdat het koudemiddel licht ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, mag onder- houd aan het airconditio- ningssysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde en gecertificeerde technici. Het is belangrijk dat het juis- te type en de juiste hoeveel- OHYK059004...
Pagina 225
- Regeling ventilatorsnelheid Automatische verwarming en airconditioning De geselecteerde functie wordt handmatig bediend terwijl de andere functies automatisch wer- ken. • Voor uw gemak kunt u de toets AUTO gebruiken en de temperatuur instel- len op 22°C. OBC3050110 OBC3050110 1. Druk op toets AUTO. De te gebruiken uitstroomopeningen de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de air- conditioning worden automatisch gere-...
Pagina 226
Handige functies Handmatig bediende verwarming en airconditioning Het verwarmings- en ventilatiesysteem kan ook handmatig geregeld worden met druk- knoppen dan de toets AUTO. In deze stand werkt het systeem sequentieel, afhankelijk van de gekozen knoppen. Wanneer u een willekeurige knop indrukt, behalve de AUTO-knop tijdens het gebruik van de automatische werking, zullen de niet geselecteerde functies automatisch gecontroleerd worden.
Pagina 227
OBC3050112 OBC3050112 OBC3050113 OBC3050113 Stand Defrost (A, D) De luchtcirculatietoets regelt de circulatie van de lucht door het ventilatiesysteem. De meeste lucht stroomt naar de voorruit en een klein gedeelte stroomt door de zijruitontwaseming. Stand Face (B, D) De lucht stroomt naar het bovenlichaam en het gezicht.
Pagina 228
Handige functies Temperatuurregelknop Luchttoevoertoets OBC3050111 OBC3050111 OBC3050114 OBC3050114 De temperatuur zal stijgen door de scha- Hiermee kan de stand BUITENLUCHT of kelaar naar boven te duwen. de stand RECIRCULATIE worden gekozen. De temperatuur zal dalen door de schake- Druk op de desbetreffende toets om de laar naar beneden te drukken.
Pagina 229
Aanjagerschakelaar Informatie Het wordt geadviseerd het systeem voorna- melijk in de koude buitenlucht te gebrui- ken. Gebruik recirculatie alleen tijdelijk wanneer dat nodig is. Door langdurig gebruik van de verwar- ming in de recirculatiemodus en zonder de airco aan, kan de voorruit beslaan. Bovendien kan langdurig gebruik van de airconditioning tijdens gebruik van de recirculatiemodus leiden tot te droge, ont-...
Pagina 230
Handige functies Airconditioning Werking systeem Ventilatie 1. Selecteer gezichtsniveau modus. 2. Stel de luchttoevoerbediening in op koud. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snel- heid. OBC3050116 OBC3050116 Verwarmen Druk op de toets A/C handmatig om de 1.
Pagina 231
Airconditioning Tips voor het gebruik • Om te voorkomen dat stof of onaan- HYUNDAI-airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R-134a of gename geuren in het interieur van R-1234yf. de auto terechtkomen, kan de scha- kelaar voor de luchttoevoer tijdelijk in 1. Start de motor.
Pagina 232
Handige functies AANWIJZING Aanwijzingen voor gebruik aircondi- tioning • Houd de temperatuurmeter nauwlet- • Open de ruiten een tijdje wanneer de tend in de gaten wanneer de aircondi- auto tijdens warm weer in de volle zon tioning wordt gebruikt als u lange hel- geparkeerd is geweest, zodat de war- lingen oprijdt of als u in druk verkeer me lucht naar buiten kan.
Pagina 233
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als het systeem niet nor- maal werkt. AANWIJZING Het is belangrijk dat het juiste type en de...
Pagina 234
Handige functies Voorbeeld Voorbeeld WAARSCHUWING • Type A • Type A Auto's uitgerust met R-1234yf Omdat het koudemiddel licht ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, mag onder- houd aan het airconditio- ningssysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde en gecertificeerde technici. Het is belangrijk dat het juis- te type en de juiste hoeveel- OHYK059004...
Pagina 235
VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN Verwarmings- en WAARSCHUWING ventilatiesysteem, handbediend Voorruitverwarming Binnenzijde voorruit ontwasemen Gebruik de standen niet in combinatie met koelen bij een extreem hoge luchtvochtigheid. Door het tempe- ratuurverschil tussen de buitenlucht en de voorruit, kan de voorruit plotseling beslaan, waardoor het zicht wegvalt.
Pagina 236
Handige functies Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem Binnenzijde voorruit ontwasemen OBC3050119 OBC3050119 1. Stel de ventilatorsnelheid in op de hoogste (uiterst rechtse) stand. OBC3050120 OBC3050120 2. Stel de temperatuur in op maximaal. 1. Selecteer de gewenste ventilatorsnel- 3. Kies stand heid.
Pagina 237
Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch ontwasemingssysteem (alleen voor automatisch klimaatregelsysteem, indien van toepassing) OBC3050121 OBC3050121 1. Zet de aanjager in de hoogste stand. 2. Stel de temperatuur in op maximaal (HI). 3. Druk op de toets voorruitontwaseming OBC3050124 OBC3050124 De automatische ontwaseming helpt het 4.
Pagina 238
Handige functies Ontwaseming Om het automatische ontwasemings- systeem te annuleren of opnieuw in te stellen AANWIJZING Druk de ontdooiknop van de voorruit 3 seconden in wanneer het contactslot in de Gebruik om beschadiging van de ver- stand ON staat. warmingsdraden te voorkomen nooit scherpe voorwerpen of reinigingsmidde- Wanneer het automatische ontwase- len met schurende bestanddelen om de...
Pagina 239
Achterruitverwarming Informatie Verwarmings- en ventilatiesysteem, Verwarmings- en ventilatiesysteem, • Verwijder eerst eventueel aanwezi- handbediend handbediend ge sneeuw van de achterruit voordat de achterruitverwarming ingeschakeld wordt. • De achterruitverwarming schakelt na ongeveer 20 minuten automatisch uit of wanneer het contact in stand LOCK/ OFF staat.
Pagina 240
Handige functies OPBERGVAK Opbergvak middenconsole WAARSCHUWING Bewaar geen aanstekers of andere brandbare of explosieve materialen in de auto. Deze kunnen ontploffen of vlam vatten wanneer de auto gedurende lange tijd blootgesteld staat aan hoge tempe- raturen. WAARSCHUWING Houd ALTIJD de deksels van de opberg- vakken tijdens het rijden gesloten veilig.
Pagina 241
Dashboardkastje OBC3N050025 OBC3N050025 Het dashboardkastje gaat automatisch als er aan de hendel getrokken wordt. Sluit het dashboardkastje na gebruik. WAARSCHUWING Sluit ALTIJD het dashboardkastje na gebruik. Een open dashboardkastje kan bij een ongeval ernstig letsel aan de passagier veroorzaken, zelfs wanneer de passagier een veiligheidsgordel draagt.
Pagina 242
Handige functies OVERIGE VOORZIENINGEN Asbak (indien van toepassing) Bekerhouder OGB044045 OGB044045 OGB044046 OGB044046 Open het deksel om de asbak te gebrui- In de bekerhouders kunnen bekers en blik- ken. jes frisdrank worden geplaatst. Om de asbak schoon te maken: Het plastic bakje moet worden verwijderd WAARSCHUWING door deze naar boven te tillen nadat het deksel tegen de klok in is gedraaid en eruit...
Pagina 243
AANWIJZING Zonneklep • Houd uw drankjes gesloten tijdens het rijden om zo het morsen van uw drankje te voorkomen. Als er vloeistof gemorst is, kan deze in de elektrische/ elektronische systemen van de auto terechtkomen en de elektrische/elek- tronische onderdelen beschadigen. •...
Pagina 244
Handige functies AANWIJZING Aansluiting (indien van toepassing) Om schade aan de aansluiting te voor- komen: • Gebruik de 12 V-aansluiting alleen als de motor draait en verwijder de plug van het apparaat na gebruik uit de aansluiting. Het gebruik van de 12 V-aansluiting gedurende langere tijd als de motor niet draait, kan ertoe lei- den dat de accu te ver ontladen raakt.
Pagina 245
USB-lader Draadloos laadsysteem mobiele telefoon (indien van toepassing) OBC3053065L OBC3053065L OBC3053066L OBC3053066L De USB-lader bevindt zich in de Opbergvak middenconsole tussen de bestuurders- [A]: Oplaadvlak stoel en de voorpassagiersstoel. Steek de Er bevindt zich een draadloos laadsysteem USB-lader in de USB-poort om een smart- voor de mobiele telefoon in de voorcon- phone of tablet op te laden.
Pagina 246
Handige functies Als uw mobiele telefoon niet wordt gela- Opladen van een mobiele telefoon den: Het draadloze laadsysteem voor mobiele - Verander de positie van de mobiele telefoons kan alleen mobiele telefoons die telefoon op de laadunit iets. compatibel zijn met de Qi-standaard ( opladen.
Pagina 247
AANWIJZING • Bij bepaalde mobiele telefoon met een eigen beveiliging neemt de • Het draadloze laadsysteem voor draadloze-laadsnelheid mogelijk af mobiele telefoons ondersteunt en wordt het draadloze laden moge- bepaalde mobiele telefoons die niet lijk onderbroken. compatibel zijn met de Qistandaard ( •...
Pagina 248
Handige functies Klok WAARSCHUWING WAARSCHUWING Probeer nooit de klok tijdens het rijden te verstellen. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen waardoor ongevallen en letsel veroorzaakt kunnen worden. Het infotainmentsysteem kan na soft- ware-updates veranderen. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij het infotainmentsysteem en de beknop- OGSB047265L...
Pagina 249
Om te voorkomen dat de vloer- mat de bediening van de pedalen belem- mert, adviseert HYUNDAI vloermatten van HYUNDAI te plaatsen die ontworpen zijn voor gebruik in uw auto. OAC3059049TU OAC3059049TU Gebruik ALTIJD de vloermatankers om de voorste vloermatten aan de auto te beves- tigen.
Pagina 250
Maak de band (1) los van de houder als u Indien nodig adviseren we u contact op te de afdekking in de oorspronkelijke posi- nemen met een officiële HYUNDAI- dealer tie wilt terugbrengen. Om de afdekking om een bagagenet. van de laadruimte volledig te verwijderen, moet u de afdekking in een hoek van 50 graden optillen en eruit trekken (2).
Pagina 251
EXTERIEUR Roof rack WAARSCHUWING • Hieronder wordt aangegeven wat het maximale gewicht is dat kan worden geladen op het roof rack. Verdeel de lading gelijkmatig over het roof rack en zet de lading goed vast. ROOF 70 kg (154 lbs) RACK GELIJKMATIG VERDEELD Er kan schade aan uw auto ontstaan,...
Pagina 252
Handige functies INFOTAINMENTSYSTEEM Antenne Informatie Staafantenne (indien van • Als u achteraf een HID-koplamp mon- toepassing) teert, treden er mogelijk storingen op in het audiosysteem en de elektronische onderdelen van uw auto. • Algemeen Voorkom dat chemicaliën als parfum, cosmetische oliën, zonnebrand- crème en luchtverfrisser in aanraking komen met onderdelen van het interieur, omdat deze beschadiging of verkleuring...
Pagina 253
Als u dus tijd. een originele of andere radio wilt aanslui- ten voor het beluisteren van radiostations, raden wij u aan om de voedingskabel te gebruiken die verkrijgbaar is bij een offi- ciële HYUNDAI-dealer. 5-95...
Pagina 254
Handige functies VOLUME (VOL + / VOL -) (1) MODE ( ) SCHAKELAAR (3) • Beweeg de VOLUME-schakelaar naar Druk op de toets MODE om radio/media/ boven om het volume te verhogen. Bluetooth Audio, enz. te selecteren. • Beweeg VOLUME-schakelaar omlaag om het volume te verlagen.
Pagina 255
® Spraakherkenning (indien van Bluetooth Wireless Technology toepassing) hands-free (indien van toepassing) OBC3053043L OBC3053043L OBC3053044L OBC3053044L Er is een breed scala aan infotainment- functies dat met spraakherkenning kan worden bediend (1). Raadpleeg voor meer informatie de hand- leiding bij het infotainmentsysteem en de beknopte referentiegids.
Pagina 256
Handige functies De werking van een autoradio AM (MW, LW)-ontvangst FM-ontvangst OJF045309L OJF045309L In het algemeen is de ontvangst van AM OJF045308L OJF045308L signalen beter dan van FM signalen. Dit AM en FM radiosignalen worden door het komt doordat AM radiogolven met een radiostation uitgezonden.
Pagina 257
FM radiostation JBM004 JBM004 • Vervorming - Tijdens het rijden kan de OJF045310L OJF045310L afstand ten opzichte van het radiostati- FM signalen worden met een hoge fre- on gewijzigd worden, het signaal wordt quentie uitgezonden en volgen hierbij zwakker en er treedt vervorming op. In niet het aardoppervlak.
Pagina 258
Handige functies Gebruik van een mobiele telefoon of radiozender Bij gebruik van een mobiele telefoon in de auto kan de audio apparatuur storende geluiden voortbrengen. Dit betekent niet dat er iets verkeerd is met de audioap- paratuur. In dat geval moet de mobiele telefoon op een zo groot mogelijke afstand van de audioapparatuur worden gebruikt.
Pagina 259
6. Rijden met uw auto Vóór het rijden ....................6-4 Vóór het instappen ....................6-4 Vóór het starten ......................6-4 Contactslot ...................... 6-5 Contactsleutel ......................6-5 Engine Start/Stop-knop .................... 6-8 Handgeschakelde transmissie ..............6-13 Werking van de handmatige transmissie ...............6-13 Goed rijgedrag ......................6-15 Intelligente Handgeschakelde Transmissie (IMT) ........6-16 Intelligente Handgeschakelde Transmissie (iMT) - bediening ......6-16 Automatische transmissie ................6-19...
Pagina 260
Start Stop Coasting (SSC) (Voor 48 V MHEV) ..........6-53 SSC-bedrijfscondities ..................... 6-53 Voorwaarden voor het opnieuw starten van de motor ......... 6-53 Geïntegreerd regelsysteem voor de aandrijfmodus ........6-54 Actief luchtklep ..................... 6-57 Storing ISG-systeem ....................6-57 Rijden onder speciale rijomstandigheden ..........6-58 Rijden onder moeilijke omstandigheden ..............
Pagina 261
We adviseren u het uitlaatsysteem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer zo snel mogelijk als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Pagina 262
Rijden met uw auto VOOR HET RIJDEN Vóór het instappen WAARSCHUWING • Zorg ervoor dat alle ruiten, buitenspie- Om verminder het risico op ERNSTIG gel(s) en lampen schoon zijn en onbe- LETSEL of OVERLIJDEN door, houdt u lemmerd. aan de volgende voorzorgsmaatregelen: •...
Pagina 263
CONTACTSLOT Sleutel contactslot (indien van WAARSCHUWING toepassing) Om verminder het risico op ERNSTIG LETSEL of OVERLIJDEN door, houdt u aan de volgende voorzorgsmaatregelen: • Laat kinderen of anderen die niet ver- trouwd zijn met de auto nooit het con- tactslot of aanverwante onderdelen aanraken.
Pagina 264
Rijden met uw auto Standen contactsleutel Schakelaar Actie Aanwijzing Stand De contactsleutel kan uit het Het stuurslot beschermt tegen contact worden verwijderd als het diefstal. LOCK contact in stand LOCK staat. (indien van toepassing) Het stuurwiel wordt ontgrendeld. Draai het stuurwiel iets naar links Elektrische accessoires zijn en naar rechts om het contact bruikbaar.
Pagina 265
Motor starten Informatie • Breng de motor niet op bedrijfstempera- WAARSCHUWING tuur door hem stationair te laten draai- en. Ga rijden met gematigde motortoe- • Draag altijd geschikte schoenen tijdens rentallen. (Vermijd krachtig accelereren het rijden. Ongeschikt schoeisel, zoals en vertragen.) hoge hakken, skibotten, sandalen, •...
Pagina 266
Rijden met uw auto Engine Start/Stop-knop WAARSCHUWING (indien van toepassing) Om zet de motor uit in een noodgeval: Houd de Motor Start/Stop knop langer dan twee seconden ingedrukt OF druk snel drie keer achter elkaar op de Motor Start/Stop knop (binnen 3 seconden). Als de auto nog rijdt, kunt u opnieuw starten zonder dat u het rempedaal (bij automatische transmissie/Double...
Pagina 267
Positie van de Engine Start/Stop knop - Auto met handgeschakelde transmissie/intelligente handgeschakelde transmissie Actie Aanwijzing Positie van de knop • Om de motor uit te schakelen, Als het stuurwiel niet correct brengt u de auto tot stilstand vergrendeld is wanneer u het en drukt u op de Engine Start/ bestuurdersportier opent, zal Stop knop.
Pagina 268
Rijden met uw auto Positie van de Engine Start/Stop knop - Auto met automatische transmissie / Double clutch-transmissie: Actie Aanwijzing Positie van de knop • Om de motor uit te schakelen, Als het stuurwiel niet correct drukt u op de Engine Start/Stop vergrendeld is wanneer u het knop in met de versnellingshendel bestuurdersportier opent, zal er een...
Pagina 269
Auto met handmatige transmissie: Motor starten 1. Zorg dat u altijd de Smart Key bij u dra- gen. WAARSCHUWING 2. Controleer of de parkeerrem is geacti- veerd. • Draag altijd geschikte schoenen tij- dens het rijden. Ongeschikt schoei- 3. Zorg ervoor dat de versnellingshendel in N (neutraal) staat.
Pagina 270
Rijden met uw auto AANWIJZING Om beschadigingen aan uw auto te voor- komen: Druk de Engine Start/Stop knop nooit lan- ger dan 10 seconden in, behalve wanneer de stoplichtzekering is doorgebrand. Wanneer de remlichtzekering is door- gebrand, kunt u de motor niet normaal starten.
Pagina 271
Werking van de handmatige Type A Type A transmissie De handgeschakelde transmissie heeft 5 (of 6) versnellingen vooruit. Alle vooruit- versnellingen zijn volledig gesynchroni- seerd zodat het schakelen naar een hogere of lagere versnelling soepel verloopt. WAARSCHUWING Zorg dat u, voordat u de bestuurdersstoel OIB054009 OIB054009 verlaat, zet de versnellingshendel in de...
Pagina 272
Rijden met uw auto Bedienen van de koppeling (indien Terugschakelen van toepassing) U moet terug schakelen als u bij veel verkeer moet vertragen of als u een steile Het koppelingspedaal moet geheel wor- helling op rijdt zodat u voorkomt dat u de den ingetrapt alvorens: motor belast.
Pagina 273
Op een glad wegdek terug de weg op stuurt. kan een abrupte snelheidsverandering • HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle leiden tot verlies van grip van de aan- aanwezige snelheidslimieten opvolgt. gedreven velgen, waardoor u de con- trole over uw auto kunt verliezen.
Pagina 274
Rijden met uw auto Het Intelligente handgeschakelde trans- Type C Type C missie (IMT)-systeem maakt gebruik van E-Clutch (Electronic Clutch) en SSC (Start Stop Coasting)-technologie. Wanneer het voertuig in de vrijloop rijdt, wordt het motorvermogen automatisch uitgescha- keld om het brandstofverbruik te vermin- deren.
Pagina 275
OPMERKING WAARSCHUWING • Bij het terugschakelen van de vijfde • Voordat u de bestuurdersstoel verlaat, naar de vierde versnelling moet ervoor dient u de parkeerrem altijd volledig worden gezorgd dat de versnelling- in te stellen en de motor uit te scha- shendel niet per ongeluk zijdelings kelen.
Pagina 276
Rijden met uw auto Terugschakelen WAARSCHUWING Wanneer u in druk verkeer of tijdens het • Altijd de gordels vast! Bij een aanrijding rijden op steile hellingen moet vertragen, lopen inzittenden die hun veiligheids- schakel dan terug voordat de motor begint gordel niet dragen een veel grotere te werken.
Pagina 277
Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de versnellingshendel. versnellingshendel. Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingshendel. Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingshendel. De versnellingshendel kan ongehinderd bewegen.
Pagina 278
• Als het waarschuwingsbericht blijft • Als het waarschuwingsbericht blijft verschijnen, raden wij u aan contact op verschijnen, raden wij u aan contact op te nemen met een erkende HYUNDAI- te nemen met een erkende HYUNDAI- dealer. dealer. 6-20...
Pagina 279
• Controleer altijd of stand P is ingescha- keld, trek de parkeerrem volledig aan en zet de motor uit voordat u de auto verlaat. • Wanneer u op een helling parkeert, plaatst u de versnellingshendel in P (Parkeren) en trekt u de parkeerrem aan om te voorkomen dat het voertuig naar beneden rolt.
Pagina 280
Rijden met uw auto Stand D (Rijden) Informatie Dit is de normale stand voor het rijden in • In de handmatige schakelfunctie kunnen richting. De transmissie schakelt automa- alleen de zes voorwaartse versnellingen tisch tussen de 6 versnellingen vooruit worden geselecteerd. Zet de versnel- voor een zo laag mogelijk brandstofver- lingshendel in stand R (Achteruit) of P bruik bij optimale prestaties.
Pagina 281
Als u de schakelblokkering moet gebrui- Rijd niet, parkeer niet of laat de motor ken, adviseren we u het systeem te laten niet stationair draaien boven ontvlamba- controleren door een officiële HYUNDAI- re materialen, zoals gras, droge planten, dealer. papier, bladeren enz. Deze kunnen ont- branden en brand veroorzaken.
Pagina 282
• In de modus handmatig schakelen, ver- terug de weg op stuurt. traag de snelheid voordat u terugscha- • HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle kelt. Ook kan de lagere versnelling niet aanwezige snelheidslimieten opvolgt. gekoppeld zijn als het toerental van de motor buiten het toegestane bereik valt.
Pagina 283
Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de versnellingshendel. versnellingshendel. Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingshendel. Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingshendel. De versnellingshendel kan ongehinderd bewegen.
Pagina 284
Rijden met uw auto • De Double clutch-transmissie maakt • Als u het contact aan en uit zet, kunt gebruik van een droge dubbele koppe- u een klikkend geluid horen. Dit wordt ling. Deze zorgt tijdens het rijden voor veroorzaakt door de zelftest die het een betere acceleratie en een lager systeem uitvoert.
Pagina 285
(D, P) in het instrumen- tenpaneel gaan knipperen. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer te wenden om het sys- teem te laten controleren. OBC3070112TU OBC3070112TU Steep grade! Press brake pedal (Steile helling.
Pagina 286
• Zet de auto op een veilige locatie en met een erkende HYUNDAI-dealer. zet de versnelling in P (Parkeren) met draaiende motor. Wacht tot de trans- missie voldoende is afgekoeld.
Pagina 287
Standen versnellingshendel De schakelstandindicator in het instru- mentenpaneel geeft, als het contact in stand ON staat, aan in welke stand de versnellingshendel staat. P (Parkeren) Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat stand P (Parkeren) wordt ingeschakeld. Om van P (Parkeren) te wisselen, moet u OBC3070108TU OBC3070108TU...
Pagina 288
Rijden met uw auto R (Achteruit) Gebruik deze stand om de auto achteruit te rijden. AANWIJZING Breng de auto altijd helemaal tot stil- + (OPSCHAKELEN) + (OPSCHAKELEN) stand alvorens de selectiehendel in of uit stand R (Achteruit) te zetten; de transmissie kan beschadigd raken als u tijdens het rijden stand R (Achteruit) - (TERUGSCHAKELEN)
Pagina 289
Schakelflippers (indien van Informatie toepassing) • Kunnen alleen de zeven (7) versnellingen vooruit gekozen worden. Zet de versnel- lingshendel in stand R (Achteruit) of P (Parkeren) om de auto respectievelijk achteruit te rijden of te blokkeren bij het parkeren. • In de sportstand wordt automatisch teruggeschakeld wanneer de auto snel- heid mindert.
Pagina 290
3. Druk op toets Schakelblokkeersysteem. 4. Druk en houd de ontgrendelknop op de versnellingshendel in. 5. Verzet de versnellingshendel. Als u de schakelblokkering moet gebrui- ken, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. 6-32...
Pagina 291
Ook kan de lagere versnelling • HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle niet gekoppeld zijn als het toerental aanwezige snelheidslimieten opvolgt. van de motor buiten het toegestane bereik valt.
Pagina 292
Rijden met uw auto REMSYSTEEM • Schakel bij het afdalen van een lange Rembekrachtiging of steile helling terug naar een lagere Uw auto is voorzien van bekrachtigde rem- versnelling om uw snelheid onder con- men die bij normaal gebruik automatisch trole te houden zonder het rempedaal afgesteld worden.
Pagina 293
Laat de parkeerrem (2) zakken terwijl u op de ontgrendelknop (1) drukt. Als de parkeerrem niet of niet helemaal in de vrijstaand terugkeert, raden we u aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten controleren. OGB054006 OGB054006 Trek de parkeerrem van het voertuig altijd...
Pagina 294
Rijden met uw auto Waarschuwingslampje Antiblokkeersysteem (ABS) ingeschakelde parkeerrem Controleer de werking van de WAARSCHUWING W a a r s c h u w i n g s l a m p j e Parkeerrem door het contact- Antiblokkeersysteem (ABS) of Elektro- slot in de ON positie te zetten nische Stabiliteitsregelingsysteem (ESC) (start de motor niet).
Pagina 295
ABS. We adviseren u contact op te nemen voertuig op de verkeerde baan terecht met een officiële HYUNDAI-dealer zo snel komt of van de weg raakt. mogelijk. Op wegen met los grind of wegen die niet...
Pagina 296
Rijden met uw auto Elektronische Bediening stabiliteitsregeleing (ESC) Stabiliteitsregeling (ESC) Voertuigstabiliteitsregeling (ESC) ingeschakeld Als het contact in stand ON wordt gezet, gaan de controlelampjes ESC en ESC OFF gedurende ongeveer 3 seconden branden. Na beide lampjes uitgaan is de ESC inge- schakeld.
Pagina 297
(Tractie- & Stab. controle uitgeschakeld) te laten controleren door een officiële wordt weergegeven en er klinkt een waar- HYUNDAI-dealer zo snel mogelijk. schuwingszoemer. In deze status wordt zowel de antidoorslipregelingsfunctie van Het controlelampje ESC OFF gaat branden...
Pagina 298
Rijden met uw auto Elektronische Stabiliteitsregeling Vehicle Stability Management (ESC) uitschakelen (VSM) Tijdens het rijden Het Vehicle Stability Management (VSM) De ESC OFT stand mag alleen kort gebruikt is een functie van het ESC- systeem worden als het voertuig vast zit in sneeuw (Elektronische Stabiliteitsregeling).
Pagina 299
Dit is normaal en het bete- aanbevolen het voertuig wordt gecontro- kent dat het VSM actief is. leerd door een officiële HYUNDAI-dealer. Informatie AANWIJZING Als er banden en wielen met een verschil- Het VSM werkt niet wanneer: lende maat onder de auto gemonteerd •...
Pagina 300
Rijden met uw auto Hill-start Assist Control (HAC) Noodstopsignaal (ESS - Emergency stop signal) De HAC (Hill-Start Assist Control) helpt voorkomen dat het voertuig terug rolt als Het Noodstopsignaal systeem waarschuwt het voertuig gestart wordt vanuit een stop de bestuurder door het remlicht te laten op een helling.
Pagina 301
Multi-Collision Brake (MCB) Systeem uit (indien van toepassing) Multi-Collision Brake wordt geannuleerd in de volgende situaties: Multi-Collision Brake bedient de rem auto- - Het gaspedaal wordt dieper dan een matisch bij een ongeval waarbij de airbag bepaald niveau ingedrukt. uitklapt om het risico op extra ongelukken - Het voertuig stopt.
Pagina 302
Wanneer de auto wordt geparkeerd en en neem voor hulp contact op met een de parkeerrem niet of niet goed wordt officiële HYUNDAI-dealer. geactiveerd, kan de auto onbedoeld in Laat tijdens het rijden uw voet NIET op het beweging komen, waardoor de bestuur- rempedaal rusten.
Pagina 303
Uw auto kan met het ISG-systeem zijn Deactiveren van de ISG uitgerust, dat het brandstofverbruik ver- Type A Type A mindert door de motor automatisch te stoppen en opnieuw te starten. De motor start automatisch zodra aan de startvoorwaarden is voldaan. AANWIJZING Als de motor automatisch wordt gestart door het ISG-systeem, gaan een aantal...
Pagina 304
Rijden met uw auto Automatisch uitzetten Om de motor te stoppen in de onbe- laste modus (voor 48V MHEV) Handgeschakelde transmissie/ Intelligente handgeschakelde transmissie Er zijn drie versies van de stationaire stop beschikbaar voor MHEV die is uitgerust met een handgeschakelde transmissie of een intelligente handgeschakelde trans- missie.
Pagina 305
Automatische transmissie/double Automatisch starten clutch-transmissie Om de motor te herstarten vanuit de sta- - Conventionele stationaire STOP tionaire stopmodus (met uitzondering van 48V MHEV) • Verlaag de snelheid tot 0 km/h. Handgeschakelde transmissie/ • Trap het rempedaal in. Intelligente handgeschakelde - Verlengde stationaire STOP transmissie •...
Pagina 306
Rijden met uw auto AANWIJZING Automatische transmissie/double clutch-transmissie 1. Late herstartfunctie wordt alleen - Laat het rempedaal los. gebruikt als het voertuig op een vlak- De motor zal starten en de groene AUTO ke ondergrond staat en stabiel is. STOP-indicator ( ) op het instrumenten- 2.
Pagina 307
Toestand van het ISG-systeem De motor zal ook automatisch her- starten zonder dat de bestuurder Het ISG-systeem werkt onder de volgende iets hoeft te doen als het volgende voorwaarde: gebeurt: • De veiligheidsgordel van de bestuurder • De remdruk is te laag. is vastgemaakt.
Pagina 308
Rijden met uw auto ISG-aanduiding Type A Type A Het ISG-systeem wordt aangegeven met een lampje op het instrumentenpaneel. Als uw voertuig is uitgerust met een controle- paneel, zal het bericht op het instrumen- tenpaneel oplichten. OBC3063019L OBC3063019L Type B Type B OBC3060009 OBC3060009...
Pagina 309
2de positie hebt gezet. Laat uw voertuig zo snel mogelijk door een professionele gara- ge controleren als het ISG OFF-lampje ondanks de procedure blijft branden. Wij adviseren u contact op te nemen met een officiële Hyundai-dealer. 6-51...
Pagina 310
Rijden met uw auto AANWIJZING Als u de ISG-functie wilt gebruiken, moet de accusensor ongeveer 4 uur worden gekalibreerd met het contact uit en zet dan de motor 2 of 3 keer aan en uit. WAARSCHUWING Wanneer de motor in de ruststand staat, is het mogelijk om de motor te herstarten zonder dat de bestuurder enige actie onderneemt.
Pagina 311
Start Stop Coasting helpt het brandstof- Voorwaarden voor het opnieuw verbruik te verminderen door de motor starten van de motor automatisch te stoppen terwijl het voer- tuig in beweging is. De motor wordt • De motor zal handmatig herstarten gestopt wanneer de snelheid van het voer- wanneer: tuig kan worden gehandhaafd zonder dat - Het gaspedaal wordt ingedrukt...
Pagina 312
Rijden met uw auto GEÏNTEGREERD REGELSYSTEEM VOOR DE RIJFMODUS Wanneer de NORMAL-modus is geselec- teerd, wordt deze niet weergegeven op het instrumentenpaneel. ECO-modus: De ECO-modus helpt de brandstofefficiëntie te verbeteren voor milieuvriendelijk rijden. NORMAL-modus: De NORMAL-modus zorgt voor soepel en comfortabel rijden. SPORT-modus: De SPORT-modus zorgt voor sportief maar stevig rijden OBC3063021L...
Pagina 313
Wanneer de ECO-modus is geactiveerd: ECO-modus (indien van toepassing) • De acceleratierespons kan enigszins Wanneer de rijmodus op de worden verminderd doordat het gas- ECO-modus is ingesteld, wor- pedaal matig wordt ingedrukt. den de regellogica van de motor en de transmissie gewij- •...
Pagina 314
Rijden met uw auto SPORT-modus (Sportief Rijden) De SPORT-modus beheert de rijdynamiek door stuurinspanning, de motor- en transmissieregelingslogica automatisch aan te passen voor betere rijprestaties. • Wanneer de modus SPORT wordt gese- lecteerd door op de knop DRIVE MODE te drukken, zal de SPORT-indicator oplichten.
Pagina 315
10 minuten. Als de pop-up blijft verschijnen, raden wij u aan contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-dealer. OPMERKING • Als de luchtkleppen niet in dezelfde positie staan, stop dan de auto en...
Pagina 316
Rijden met uw auto RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Probeer het draaien van de wielen te voor- Rijden onder moeilijke komen, en voer het toerental van de motor omstandigheden niet te hoog op. Neem onderstaande voorzorgsmaatrege- Om te voorkomen dat de transas slijt, len als er sprake is van gevaarlijke omstan- wacht u totdat de wielen niet meer draaien digheden, zoals water, sneeuw, ijs, mod-...
Pagina 317
AANWIJZING Rijden in de regen Als de auto na enkele pogingen nog vast- Regen en natte wegen kunnen het rijden zit, dient u de auto los te laten trekken om gevaarlijk maken. Hier volgen een aantal oververhitting van de motor en bescha- aandachtspunten voor het rijden in de diging van de transmissie en banden te regen en natte wegen:...
Pagina 318
Rijden met uw auto Aquaplanning Rijden op de snelweg Uw voertuig maakt nog maar weinig con- Banden tact met de weg, en rijdt eigenlijk op het Verhoog de bandenspanning aan zoals water, als er veel water op de weg is en aangegeven.
Pagina 319
Het risico op omslaan WAARSCHUWING verminderen (indien uitgerust) Bij een ongeval met koprol heeft een Uw multifunctionele personenauto is persoon zonder gordel een aanzien- gedefinieerd als een Sporten Utilist Vehicle lijk grotere kans om te overlijden dan (SUV) of Crossover Utilist Vehicle (CUV). een persoon die een veiligheidsgordel Deze auto's hebben een grotere bodem- draagt.
Pagina 320
Rijden met uw auto RIJDEN IN DE WINTER De slechtere weersomstandigheden in de Winterbanden winter leiden tot meer slijtage van de ban- den en andere problemen. Om problemen bij het rijden in de winter tot een minimum WAARSCHUWING te beperken adviseren we u het volgende: De maat en het type van de winterban- den moeten gelijk zijn aan die van de Sneeuw of ijs...
Pagina 321
Als er sneeuwkettingen moeten worden maar kan niet voorkomen dat de auto in gebruikt, gebruik dan originele HYUNDAI- een slip raakt. onderdelen of het equivalent daarvan • Monteer geen banden met spikes zonder...
Pagina 322
• Als u lawaai hoort veroorzaakt door contact op te nemen met een officiële contact van de kettingen met de HYUNDAI-dealer als u niet weet welk type behuizing, zet dan de ketting verder winterolie u moet gebruiken. vast zodat contact met de carrosserie van de auto voorkomen wordt.
Pagina 323
Ruitensproeierantivries is Het plaatsen van voorwerpen of mate- verkrijgbaar bij een officiële HYUNDAI- rialen in de motorruimte die koeling van dealer en de meeste automaterialenzaken. de motor verhinderen kan een storing of brand veroorzaken. De schade die...
Pagina 324
Rijden met uw auto MASSA VAN DE AUTO Twee labels op de deur van de bestuurder GVW (Maximaal toelaatbaar totaalge- wicht) tonen hoeveel gewicht uw voertuig mag trekken: het band en lading informatiela- Dit is het rijklaar gewicht plus het gewicht bel en het certificaatlabel.
Pagina 326
• Als de detectiesensor is vervangen of gerepareerd, raden wij u aan uw voer- tuig te laten inspecteren door een offi- ciële HYUNDAI-dealer. • Plaats geen accessoires of stickers op de voorruit of breng getinte coating aan op de voorruit.
Pagina 327
De bestuurder kan de AAN/UIT-status van Forward Collision-Avoidance Assist controleren via het menu Instellingen. Als waarschuwingslampje blijft bran- den wanneer Forward Collision-Avoidance Assist is ingeschakeld, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren.
Pagina 328
Bestuurder hulpsysteem Waarschuwingstijdsip Forward Waarschuwingsmethoden Safety OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met OBC3073206L OBC3073206L de motor aan worden ingesteld. Selec- • Als de motor is ingeschakeld, selec- teer teer Warning Methods in het instellingenme- nu in het instrumentenpaneel of Settings Warning Timing in het instellingen- menu op het instrumentenpaneel of Methods in het instellingenmenu van het...
Pagina 329
Werking Forward Collision- Emergency braking (noodrem) Avoidance Assist Waarschuwing en bediening basisfunctie Forward Colli- sion-Avoidance Assist is het waarschuwen en helpen controleren van het voertuig afhankelijk van het risico op een botsing: • Collision warning • Emergency braking (noodrem) • Stoppen van het voertuig en rembedie- ning OBC3073003L OBC3073003L...
Pagina 330
Bestuurder hulpsysteem Stoppen van het voertuig en rembe- WAARSCHUWING diening Neem bij het gebruik van de Forward Collision-Avoidance Assist altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: • Wijzig voor uw veiligheid de instellin- gen nadat u het voertuig op een veilige plaats hebt geparkeerd.
Pagina 331
We adviseren u • Forward Collision-Avoidance Assist de auto te laten controleren door een werkt onder bepaalde omstandighe- officiële HYUNDAI-dealer. den door het risiconiveau te beoorde- len aan de hand van de toestand van het tegemoetkomende voertuig, de rij- richting, de snelheid en de omgeving.
Pagina 332
(sticker, insect, enz.) op de voorruit HYUNDAI-dealer te laten controleren. • Vocht wordt niet verwijderd of is op de voorruit bevroren • Ruitensproeiervloeistof wordt continu gesproeid, of de ruitenwisser staat aan •...
Pagina 333
• De helderheid van het omgevingslicht • U verlaat of keert terug naar de rijstrook verandert plotseling, bijvoorbeeld • Onstabiel rijden wanneer u een tunnel in- of uitrijdt. • U bent op een rotonde en het voertuig • Het licht buiten is schemerig en de voor u wordt niet gedetecteerd koplampen branden niet aan of zijn niet •...
Pagina 334
Bestuurder hulpsysteem • U rijdt langs een voetganger, fietser, WAARSCHUWING verkeersbord, structuur, enz. in de buurt van het kruispunt • Rijden op een bochtige weg • Wanneer u op de volgende plaatsen rijdt - Rijdend door stoom, rook of schaduw - Rijden door een tunnel of op een ijze- ren brug - Rijden in grote gebieden waar weinig...
Pagina 335
• Rijden op een hellende weg OADAS006SD OADAS006SD OADAS063SD OADAS063SD OADAS005SD OADAS005SD OCN7073245L OCN7073245L Forward Collision-Avoidance Assist OADAS007SD OADAS007SD OCN7073246L OCN7073246L kan een voertuig, een voetganger of Forward Collision-Avoidance Assist een fietser op de volgende rijstrook of detecteert mogelijk geen ander voer- buiten de rijstrook detecteren bij het tuig, een voetganger of een fietser rijden op een bochtige weg.
Pagina 336
Bestuurder hulpsysteem • Wisselen van rijstrook OADAS033SD OADAS033SD [A]: Uw voertuig, OADAS032SD OADAS032SD [B]: Voertuig wisselt van rijstrook, [A]: Uw voertuig, [C]: Voertuig in dezelfde rijstrook [B]: Voertuig wisselt van rijstrook Wanneer een voertuig voor u de Wanneer een voertuig vanaf een rijstrook verlaat, is het mogelijk dat aangrenzende rijstrook op uw rijs- Forward Collision-Avoidance Assist...
Pagina 337
• Signaleren van voertuigen WAARSCHUWING • Schakel om veiligheidsredenen de Forward Collision-Avoidance Assist uit wanneer u een aanhangwagen of een ander voertuig trekt. • Forward Collision-Avoidance Assist kan werken als er objecten worden gedetecteerd die qua vorm of eigen- schappen vergelijkbaar zijn met voer- tuig, een voetgangers of een fietsers.
Pagina 338
Bestuurder hulpsysteem Basisfunctie Junction Turning-functie OCN7060112L OCN7060112L OCN7060111 OCN7060111 Forward Collision-Avoidance Assist De Junction Turning-functie kan helpen detecteert een voertuig, een gemotori- bij het voorkomen van een aanrijding seerde tweewieler, een voetganger of met een tegenligger op een aangrenzen- een fietser voor u op de weg en kan u de rijstrook bij het links afslaan op een waarschuwen voor een mogelijke aan- kruispunt waar de richtingaanwijzer is...
Pagina 339
• Als de detectiesensoren zijn vervangen Detectiesensor of gerepareerd, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. • Als de radar of de omgeving van de radar beschadigd is, werkt de Forward Collision-Avoidance Assist mogelijk niet goed, ook al verschijnt er geen waarschuwing op het instrumenten- paneel.
Pagina 340
Bestuurder hulpsysteem Instellingen voor Forward WAARSCHUWING Collision-Avoidance Assist- Wanneer de motor opnieuw wordt ges- systeem (FCA) tart, handhaaft de Forward Collision- Forward safety (Veiligheid Avoidance Assist de laatste instelling. voorwaarts) Als Forward Safety niet is geselecteerd, moet de bestuurder zich altijd van de omgeving bewust zijn en veilig rijden.
Pagina 341
Waarschuwingstijdsip Forward Waarschuwingsmethoden Safety OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met OBC3073206L OBC3073206L de motor aan worden ingesteld. Selecteer Als de motor is ingeschakeld, selec- teer Warning Methods in het instellingenme- nu in het instrumentenpaneel of Settings Warning Timing in het instellingenmenu op het instrumentenpaneel of Settings Methods in het instellingenmenu van het infotainmentsysteem om de volgende...
Pagina 342
Bestuurder hulpsysteem • Het waarschuwingsvolume en de hap- Emergency braking (noodrem) tische waarschuwing niet tegelijkertijd uitgeschakeld zijn. Wanneer een van de waarschuwingen wordt uitgeschakeld, wordt de andere geactiveerd. Werking Forward Collision- Avoidance Assist Basisfunctie De basisfunctie van Forward Collision- Avoidance Assist is het waarschuwen OBC3073003L OBC3073003L en helpen controleren van het voertuig...
Pagina 343
Stoppen van het voertuig en Junction Turning-functie rembediening De Junction Turning-functie waarschuwt en helpt de auto onder controle te hou- den, afhankelijk van het botsingsrisico: • Collision warning • Emergency braking (noodrem) • Stoppen van het voertuig en rembe- diening Collision warning Linkse Besturing Linkse Besturing...
Pagina 344
Bestuurder hulpsysteem Emergency braking (noodrem) Stoppen van het voertuig en rembediening Linkse Besturing Linkse Besturing Rechtse Besturing Rechtse Besturing OBC3073010L OBC3073010L OBC3073009L OBC3073009L Om de bestuurder te waarschuwen dat er OBC3073004L OBC3073004L een noodstop wordt gemaakt, knippert het • Wanneer het voertuig vanwege een Forward Safety-waarschuwingslampje noodremmen tot stilstand komt, ver- , verschijnt het waarschuwingsbericht...
Pagina 345
Functie Direct Oncoming Emergency braking (noodrem) De functie Direct Oncoming waarschuwt en regelt de auto afhankelijk van het bot- singsrisico: • Collision warning • Emergency braking (noodrem) • Stoppen van het voertuig en rembe- diening Collision warning OBC3073003L OBC3073003L Om de bestuurder te waarschuwen dat er een noodstop wordt gemaakt, knippert het Forward Safety-waarschuwingslampje , verschijnt het waarschuwingsbericht...
Pagina 346
Bestuurder hulpsysteem Stoppen van het voertuig en rembedie- WAARSCHUWING ning Neem bij het gebruik van de Forward Collision-Avoidance Assist altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: • Wijzig voor uw veiligheid de instellin- gen nadat u het voertuig op een veilige plaats hebt geparkeerd.
Pagina 347
We adviseren u bestuurder, of werkt niet. de auto te laten controleren door een • Forward Collision-Avoidance Assist officiële HYUNDAI-dealer. werkt onder bepaalde omstandighe- den door het risiconiveau te beoorde- len op basis van de toestand van de...
Pagina 348
Forward Collision-Avoidance Assist werkt normaal wanneer dergelijke sneeuw, regen of vreemd materiaal wordt ver- wijderd. Als de functie niet goed werkt nadat deze is verwijderd, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 7-24...
Pagina 349
• De helderheid van het omgevings- Beperkingen van de Forward licht verandert plotseling, bijvoorbeeld collision-avoidance assist wanneer u een tunnel in- of uitrijdt. Forward Collision-Avoidance Assist werkt • Het licht buiten is schemerig en de mogelijk niet goed functioneert of onver- koplampen branden niet aan of zijn niet wachts onder de volgende omstandig- goed zichtbaar...
Pagina 350
Bestuurder hulpsysteem • Rijden in grote gebieden waar weinig • De voetganger of fietser voor hem auto's of structuren zijn (bijv. woestijn, wordt niet goed gesignaleerd door weiland, voorstad, etc.) het cameraherkenningssysteem als de voetganger bijvoorbeeld voorover • Rijden in de buurt van gebieden met buigt of niet volledig rechtop loopt metaalhoudende stoffen, zoals een bouwzone, een spoorlijn, enz.
Pagina 351
• U rijdt langs een voetganger, fietser, WAARSCHUWING verkeersbord, structuur, enz. in de buurt van het kruispunt • Rijden op een bochtige weg • Wanneer u op de volgende plaatsen rijdt - Rijdend door stoom, rook of schaduw - Rijden door een tunnel of op een ijze- ren brug - Rijden in grote gebieden waar weinig auto's of structuren zijn (bijv.
Pagina 352
Bestuurder hulpsysteem • Rijden op een hellende weg OADAS015SD OADAS015SD OCN7073203 OCN7073203 OADAS012SD OADAS012SD OCN7073204 OCN7073204 OADAS017SD OADAS017SD OADAS019SD OADAS019SD Forward Collision-Avoidance Assist kan OADAS010SD OADAS010SD OADAS011SD OADAS011SD een voertuig, gemotoriseerde twee- Forward Collision-Avoidance Assist wieler, voetganger of fietser op de vol- detecteert mogelijk geen andere gende rijstrook of buiten de rijstrook voertuigen, gemotoriseerde tweewie-...
Pagina 353
• Wisselen van rijstrook OADAS031SD OADAS031SD [A]: Uw voertuig, [B]: Voertuig wisselt van rijstrook OADAS030SD OADAS030SD [C]: Voertuig in dezelfde rijstrook [A]: Uw voertuig, [B]: Voertuig wisselt van rijstrook Wanneer een voertuig voor u de Wanneer een voertuig vanaf een rijstrook verlaat, is het mogelijk dat aangrenzende rijstrook op uw rijs- Forward Collision-Avoidance Assist...
Pagina 354
Bestuurder hulpsysteem • Signaleren van voertuigen WAARSCHUWING • Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden wij u om veilig- heidsredenen aan Forward Collision- Avoidance Assist uit te schakelen. • Forward Collision-Avoidance Assist kan werken als er objecten worden gedetecteerd die qua vorm of eigen- schappen vergelijkbaar zijn met voer- tuigen, gemotoriseerde tweewielers,...
Pagina 355
Bij het rijden boven een bepaalde snel- Instellingen voor Lane Keeping heid detecteert de Lane Keeping Assist Assist rijstrookmarkeringen (of wegranden) en Rijbaanveiligheid (Lane safety) kan hij u waarschuwen als uw voertuig de rijstrook verlaat zonder de richting- aanwijzer te gebruiken, en kan hij helpen bij het sturen om te voorkomen dat uw voertuig van zijn rijstrook afwijkt.
Pagina 356
Bestuurder hulpsysteem • Het waarschuwingsvolume en de hap- Waarschuwingsmethoden tische waarschuwing niet tegelijkertijd uitgeschakeld zijn. Wanneer een van de waarschuwingen wordt uitgeschakeld, wordt de andere geactiveerd. Werking van de Lane Keeping Assist Lane Keeping Assist in-/ uitschakelen OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met de motor aan worden ingesteld.
Pagina 357
Waarschuwing en bediening WAARSCHUWING Lane Keeping Assist waarschuwt en helpt • Het stuurwiel wordt mogelijk niet de auto met Lane Keeping Assist onder ondersteund als het stuurwiel zeer controle te houden. strak wordt vastgehouden of als het stuurwiel onder een bepaalde hoek Lane Keeping Assist-systeem (LKA) wordt gestuurd.
Pagina 358
Safety system' en gaat het gele controlelampje op het instrumenten- paneel branden. Als dit zich voordoet, OBC3073017L OBC3073017L raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. Lijnen rijstrook gedetecteerd Lijnen rijstrook gedetecteerd OBC3073016L OBC3073016L • De afbeeldingen en kleuren van in...
Pagina 359
• De rijstrookmarkeringen (of wegran- werkt nadat deze is verwijderd, raden wij den) gecompliceerd zijn of een struc- aan de auto door een officiële HYUNDAI- tuur in de plaats komt van de rijstroken dealer te laten controleren. zoals een constructiezone.
Pagina 360
Bestuurder hulpsysteem • Het is mogelijk dat u het waarschu- Informatie wingsgeluid van het Lane Keeping Assist niet hoort als de omgeving Zie voor meer informatie over de beper- lawaaierig is. kingen van de frontcamera, het hoofds- tuk "Forward Collision-Avoidance Assist •...
Pagina 361
Blind-Spot Collision Warning detecteert naderende voertuigen in de dode hoek van de bestuurder en waarschuwt u voor een mogelijke aanrijding met een waarschuwingslampje en een waarschu- wingssignaal. OJX1079026 OJX1079026 Blind-Spot Collision Warning helpt bij het detecteren en informeert de bestuurder dat een voertuig met hoge snelheid van- uit de dode hoek nadert.
Pagina 362
HYUNDAI-dealer. • Als de achterste hoekradars zijn ver- vangen of gerepareerd, adviseren wij het voertuig te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. • Gebruik alleen originele onderdelen om de achterbumper te repareren op de plaats waar de achterste hoekradar zich bevindt.
Pagina 363
Instellingen voor Blind-Spot Collision Warning Blind-spot safety OTM070097L OTM070097L Wanneer de motor opnieuw wordt gestart terwijl de Blind-Spot Collision Warning is uitgeschakeld, verschijnt de melding 'Blind-Spot Safety System is Off' op het OBC3073211L OBC3073211L instrumentenpaneel. Als de motor is ingeschakeld, selec- Als u Blind-spot safety selecteert, knip- teer pert het waarschuwingslampje op de...
Pagina 364
Bestuurder hulpsysteem Waarschuwingsmethoden Werking van Blind-Spot Collision Warning Blind-Spot Collision Warning waarschuwt u door de volgende acties: • Waarschuwing voertuig in dodehoek • Collision warning Waarschuwing voertuig in dodehoek OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met de motor aan worden ingesteld. Selecteer Warning Methods in het instellingenme- nu in het instrumentenpaneel of Settings Methods in het instellingenmenu van het...
Pagina 365
Collision warning Informatie De Collision warning werkt wanneer de • Als de bestuurdersstoel zich aan de lin- richtingaanwijzer wordt ingeschakeld in kerkant bevindt, kan de botsingswaar- de richting van het gedetecteerde voer- schuwing optreden wanneer u linksaf tuig in de dodehoekzone. slaat.
Pagina 366
Als dit zich wingsbericht 'Blind-spot safety system voordoet, raden wij aan de auto door disabled. Radar blocked' op het instru- een officiële HYUNDAI-dealer te laten mentenpaneel weergegeven. controleren. De Blind-Spot Collision Warning werkt naar behoren wanneer dergelijk vreemd materiaal of een aanhanger enz.
Pagina 367
Beperkingen van Blind-Spot WAARSCHUWING Collision Warning • Hoewel het waarschuwingsbericht niet Blind-Spot Collision Warning werkt op het instrumentenpaneel verschijnt, mogelijk niet goed functioneert of onver- is het mogelijk dat het Blind-Spot wachts onder de volgende omstandig- Collision Warning niet goed werkt. heden: •...
Pagina 368
Bestuurder hulpsysteem • Uw voertuig verandert van rijstrook WAARSCHUWING • Uw voertuig is op hetzelfde moment • Rijden op een bochtige weg gestart als het voertuig naast u en is geaccelereerd • Het voertuig in de volgende rijstrook verplaatst zich twee rijstroken van u vandaan, of wanneer het voertuig twee rijstroken van u vandaan naar de rij- strook naast u gaat...
Pagina 369
• Rijden waar de weg samenkomt/splitst • Rijden waar de hoogtes van de rijstro- ken verschillend zijn OJX1079059 OJX1079059 OBC3073020L OBC3073020L Het Blind-Spot Collision Warning werkt mogelijk niet goed bij het rijden Het is mogelijk dat het Blind-Spot Collision Warning niet goed werkt bij op plaatsen waar de weg samenkomt het rijden op plaatsen waar de hoogte of zich splitst.
Pagina 370
Bestuurder hulpsysteem Blind-Spot Collision-Avoidance Assist detecteert naderende voertuigen in de dode hoek van de bestuurder en waar- schuwt u voor een mogelijke aanrijding met een waarschuwingslampje en een waarschuwingssignaal. Als er een risico op een aanrijding bestaat bij het verlaten van een parallelle ruimte, kan de Blind-Spot Collision Avoidance Assist helpen bij het afremmen van uw auto om een aanrijding te voorkomen.
Pagina 371
Blind-Spot Collision- Avoidance Assist mogelijk niet goed. Ook al wordt het waarschuwingsbe- richt niet op het instrumentenpaneel weergegeven. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-47...
Pagina 372
• Als de achterste hoekradars zijn ver- Instellingen voor Blind-Spot vangen of gerepareerd, adviseren wij Collision-Avoidance Assist het voertuig te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. Blind-spot safety • Blind-Spot Collision-Avoidance Assist werkt mogelijk niet goed als de bum- per vervangen is of als de omgeving van de dodehoekradar beschadigd of gespoten is.
Pagina 373
Waarschuwingsmethoden OTM070097L OTM070097L Wanneer de motor opnieuw wordt gestart OBC3073205L OBC3073205L terwijl Blind-Spot Collision-Avoidance De waarschuwingsmethoden kunnen met Assist uitgeschakeld is, verschijnt de mel- de motor aan worden ingesteld. Selecteer ding 'Blind spot safety system is Off' op het instrumentenpaneel. Warning Methods in het instellingenme- Als u Blind-spot safety selecteert, knip- nu in het instrumentenpaneel of Settings...
Pagina 374
Bestuurder hulpsysteem De botswaarschuwing kan u onder de Werking van Blind-Spot volgende omstandigheden gegeven wor- Collision-Avoidance Assist den: Blind-Spot Collision-Avoidance Assist • De voertuigsnelheid boven 40 km /u waarschuwt en controleert u door de (25 mph) is. volgende acties uit te voeren: •...
Pagina 375
Collision-Avoidance Assist (tijdens het vertrek) OBC3073004L OBC3073004L • Wanneer het voertuig vanwege een noodremmen tot stilstand komt, ver- OBC3073297L OBC3073297L schijnt waarschuwingsbericht • Om de bestuurder te waarschuwen 'Drive carefully' (voorzichtig rijden) op voor een aanrijding knippert het waar- het instrumentenpaneel. schuwingslampje op de buitenspiegel Voor uw veiligheid moet de bestuurder en verschijnt er een waarschuwings-...
Pagina 376
Bestuurder hulpsysteem • Blind-Spot Collision-Avoidance Assist WAARSCHUWING werkt niet in alle situaties en kan niet alle aanrijdingen voorkomen. Neem de volgende voorzorgsmaatre- gelen bij het gebruik van Blind-Spot • Blind-Spot Collision-Avoidance Assist Collision-Avoidance Assist: waarschuwt de bestuurder mogelijk te laat of niet, afhankelijk van de weg- en •...
Pagina 377
Als dit Assist niet goed werkt, verschijnt geduren- zich voordoet, raden wij aan de auto door de enkele seconden het waarschuwings- een officiële HYUNDAI-dealer te laten bericht 'Check blind-spot safety systems' controleren. op het instrumentenpaneel, en gaan het...
Pagina 378
Als Blind-Spot Collision-Avoidance Assist niet goed werkt nadat deze is verwijderd, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 7-54...
Pagina 379
• De snelheid van het andere voertuig Beperkingen van Blind-Spot is zo hoog dat het in korte tijd aan uw Collision-Avoidance Assist voertuig voorbij gaat Blind-Spot Collision-Avoidance Assist • Uw voertuig passeert het andere voer- werkt mogelijk niet goed functioneert of tuig onverwachts onder de volgende omstan- digheden:...
Pagina 380
Bestuurder hulpsysteem Het is mogelijk dat de rembediening niet WAARSCHUWING werkt, de aandacht van de bestuurder is vereist onder de volgende omstandig- • Rijden op een bochtige weg heden: • Het voertuig trilt hevig tijdens het rij- den over een hobbelige weg, een onef- fen weg of een betonnen wegdek •...
Pagina 381
• Rijden op een hellende weg • Rijden waar de hoogtes van de rijstro- ken verschillend zijn OBC3073019L OBC3073019L OBC3073020L OBC3073020L Het is mogelijk dat Blind-Spot Collision-Avoidance Assist niet goed Het is mogelijk dat Blind-Spot Collision-Avoidance Assist niet goed werkt bij het rijden op een bochtige werkt bij het rijden op plaatsen waar weg.
Pagina 382
Bestuurder hulpsysteem Instellingen Manual Speed Limit Assist Waarschuwingsmethoden OBC3073217L OBC3073217L (1) Indicator voor Manual Speed Limit Assist ingeschakeld (2) Ingestelde snelheid OBC3073205L OBC3073205L U kunt de snelheidslimiet instellen als u De waarschuwingsmethoden kunnen met niet hoger dan een specifieke snelheid de motor aan worden ingesteld.
Pagina 383
De snelheid zal eerst stijgen of dalen Werking van de Manual Speed naar het dichtstbijzijnde veelvoud van Limit Assist (Handmatige tien en daarna stijgen of dalen met 10 snelheidslimiet) km/u. Snelheidslimiet instellen OBC3073220L OBC3073220L OBC3073022L OBC3073022L 3. De ingestelde snelheidslimiet wordt op 1.
Pagina 384
Bestuurder hulpsysteem Handmatige Speed Limit Assist Uitschakelen van de handmatige tijdelijk pauzeren Speed Limit Assist OBC3073297L OBC3073297L OBC3073022L OBC3073022L Druk op de -schakelaar om de inge- Druk op de Driving Assist-knop ( ) om de Manual Speed Limit Assist uit te schakelen. stelde snelheidslimiet tijdelijk te pauze- Het lampje van de Manual Speed Limit As- ren.
Pagina 385
Intelligent Speed Limit Assist gebruikt Detectiesensor informatie van de gedetecteerde ver- keersborden en gebruikt de gegevens van het navigatiesysteem om u te infor- meren over de snelheidslimiet en u te helpen om zich aan de snelheidslimiet op de weg te houden. OPMERKING •...
Pagina 386
Bestuurder hulpsysteem • Als Speed limit warning is geselec- Instellingen voor Intelligent teerd, informeert de Intelligent Speed Speed Limit Assist Limit Assist de bestuurder over de snel- Snelheidslimiet heidslimiet. Bovendien waarschuwt het Intelligent Speed Limit Assist-systeem de bestuurder wanneer het voertuig sneller rijdt dan de snelheidslimiet.
Pagina 387
Waarschuwingsmethoden Werking van de Intelligent Speed Limit Assist Waarschuwing en bediening De Intelligent Speed Limit Assist waar- schuwt en controleert het voertuig door de 'Weergave van de snelheidslimiet', 'Waarschuwing voor te hoge snelheid' en 'Veranderen van de ingestelde snelheid'. OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met de motor aan worden ingesteld.
Pagina 388
Bestuurder hulpsysteem Informatie • Als de informatie over de maximum snel- heid van de weg niet kan worden her- kend, wordt het teken "---" weergegeven. Raadpleeg "Beperkingen van de Intelli- gent Speed Limit Assist" als de verkeers- borden moeilijk te herkennen zijn. •...
Pagina 389
WAARSCHUWING • Zelfs na het wijzigen van de ingestel- de snelheid volgens de snelheidsli- miet van de weg, kan het voertuig nog steeds harder dan de snelheidslimiet worden gereden. Bedien indien nodig het rempedaal om uw rijsnelheid te verminderen. • Als de maximumsnelheid op de weg lager is dan 30 km/u, werkt de functie Changing set speed niet.
Pagina 390
De Intelligent Speed Limit Assist werkt raden wij u de auto te laten controleren goed wanneer sneeuw, regen of vreemd door een officiële HYUNDAI-dealer. materiaal is verwijderd. Als de Intelligent Speed Limit Assist niet goed werkt nadat deze is verwijderd, raden wij aan de auto door een officiële...
Pagina 391
• Een verkeersbord in de buurt van de Beperkingen van Intelligent Speed weg waar u rijdt wordt gedetecteerd Limit Assist • De andere verkeersborden of informa- Intelligent Speed Limit Assist werkt tieborden staan naast het verkeersbord mogelijk niet goed functioneert of onver- wachts onder de volgende omstandig- •...
Pagina 392
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING • Intelligent Speed Limit Assist is een aanvullende functie dat de bestuurder helpt om de snelheidslimiet op de weg te respecteren en dat mogelijk niet de juiste snelheidslimiet weergeeft of de rijsnelheid niet goed controleert. • Stel de snelheid van de auto altijd in op de snelheidslimiet in uw land.
Pagina 393
Basisfunctie Instellingen voor Driver Attention Warning Driver Attention Warning controleert uw rijpatroon tijdens het rijden. Wanneer (Bestuurderalertheid- het aandachtsniveau van de bestuurder waarschuwingssysteem) onder een bepaald niveau komt, beveelt Driver Attention Warning een pauze aan Leading Vehicle Departure Alert- om veiliger te kunnen rijden. systeem De functie Leading Vehicle Departure Alert voor het onbedoeld verlaten van de...
Pagina 394
Bestuurder hulpsysteem Werking Driver Attention WAARSCHUWING Warning (Bestuurderalertheid- Wijzig voor uw veiligheid de instellingen waarschuwingssysteem) nadat u het voertuig op een veilige plaats Basisfunctie hebt geparkeerd. De basisfunctie van Driver Attention Warning is de bestuurder te waarschu- OPMERKING wen en een pauze te overwegen. •...
Pagina 395
Als dit zich voordoet, ander systeem wordt weergegeven of raden wij aan de auto door een officiële als er een geluidssignaal wordt gege- HYUNDAI-dealer te laten controleren. nereerd, wordt het waarschuwingsbe- Alert mogelijk niet weergegeven en wordt er mogelijk geen geluidssignaal gegenereerd.
Pagina 396
Attention Warning werkt goed wanneer dergelijke sneeuw, regen of vreemd mate- riaal wordt verwijderd. Als de Driver Attention Warning niet goed werkt nadat deze is verwijderd, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI- dealer te laten controleren. 7-72...
Pagina 397
• Wanneer het voertuig scherp stuurt Leading Vehicle Departure Alert- functie • Wanneer het voertuig een OADAS034SD OADAS034SD [A]: Uw voertuig, [B]: Ervoor rijdend voertuig afsnijdt Als het ervoor rijdende voertuig een OADAS021SD OADAS021SD scherpe bocht maakt, bijvoorbeeld om naar links of rechts te draaien of een U-bocht te maken, etc., is het mogelijk dat de Leading Vehicle Departure Alert niet goed werkt.
Pagina 398
Bestuurder hulpsysteem • Als er een voetganger of fietser tussen • Bij het rijden door een tolpoort of op u en het voorliggende voertuig staat een kruispunt, enz. OADAS025SD OADAS025SD OADAS026SD OADAS026SD Als er een voetganger(s) of fietser(s) Als u een tolpoort of een kruispunt tussen u en het voertuig voor u staat/ met veel auto's passeert of als de rij- staan, is het mogelijk dat de Leading...
Pagina 399
Werking van de Cruise Control Instellen van de ingestelde snelheid 1. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 30 km/u. OBC3073226L OBC3073226L (1) Controlelampje CRUISE (2) Ingestelde snelheid Cruise Control stelt u in staat om harder te rijden dan 30 km/h zonder dat u het rem- OBC3073022L OBC3073022L...
Pagina 400
Bestuurder hulpsysteem Verhogen van de ingestelde Verlagen van de ingestelde snelheid snelheid OBC3073242L OBC3073242L • Duw de schakelaar naar beneden (SET-) OBC3073241L OBC3073241L en laat hem onmiddellijk los. De inge- • Duw de schakelaar naar boven + en laat stelde snelheid zal 1 km/h afnemen tel- hem los direct.
Pagina 401
( ) zal blijven bran- sterk toenemen of afnemen wanneer u den. op de -knop drukt. AANWIJZING Als de Cruise Control tijdens een niet genoemde situatie pauzeert, raden wij aan het voertuig door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 7-77...
Pagina 402
Bestuurder hulpsysteem Cruise Control uitschakelen WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatrege- len bij het gebruik van het Cruise Control: • Stel de snelheid van de auto altijd in op de snelheidslimiet in uw land. • Houd de Cruise Control uit wanneer de functie niet wordt gebruikt, om te voorkomen dat u per ongeluk een snel- heid instelt.
Pagina 403
Basisfunctie De frontcamera en de frontradar wor- den gebruikt als detectiesensor om de Smart Cruise Control detecteert een voorliggers te helpen detecteren. Zie de voorligger en helpt de afstand tot de bovenstaande illustratie voor de gede- voorligger en de ingestelde snelheid te tailleerde locatie van de detectiesensor.
Pagina 404
Bestuurder hulpsysteem Smart Cruise Control- Waarschuwingsmethoden instellingen Smart Cruise Control OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met de motor aan worden ingesteld. Selecteer OBC3073274L OBC3073274L Selecteer met ingeschakelde motor User Warning Methods in het instellingenme- nu in het instrumentenpaneel of Settings het instellingenmenu in het instrumen- Methods in het instellingenmenu van het tenpaneel of...
Pagina 405
• Het waarschuwingsvolume en de hap- Bedrijfsomstandigheden voor tische waarschuwing niet tegelijkertijd Acceleration Assist uitgeschakeld zijn. Wanneer een van de De inhaalacceleratiehulp Overtaking waarschuwingen wordt uitgeschakeld, Acceleration Assist werkt wanneer de wordt de andere geactiveerd. richtingaanwijzer rechts wordt ingescha- keld terwijl Smart Cruise Control werkt Werking van Smart Cruise en aan de volgende voorwaarden wordt Control...
Pagina 406
Bestuurder hulpsysteem Smart Cruise Control inschakelen Voertuigafstand instellen OBC3073022L OBC3073022L OBC3073031L OBC3073031L • Druk op de knop Driving Assist ( Telkens wanneer op de Vehicle Distance- om Smart Cruise Control in te schake- knop wordt gedrukt, verandert de volgaf- len. De snelheid wordt ingesteld op de stand als volgt: huidige snelheid op het instrumenten- Afstand 4...
Pagina 407
Verhogen van de ingestelde Verlagen van de ingestelde snelheid snelheid OBC3073219L OBC3073219L • Duw de schakelaar naar beneden (SET-) OBC3073218L OBC3073218L en laat hem onmiddellijk los. De inge- • Duw de schakelaar naar boven + en laat stelde snelheid zal 1 km/h afnemen tel- hem los direct.
Pagina 408
Bestuurder hulpsysteem Smart Cruise Control tijdelijk Smart Cruise Control uitschakelen uitschakelen OBC3073022L OBC3073022L Druk op de Driving Assist-knop ( ) om OBC3073029L OBC3073029L het Smart Cruise Control-systeem in te Druk op de -schakelaar of trap het schakelen. rempedaal in om de Smart Cruise Control tijdelijk te annuleren.
Pagina 409
• In werking Weergave en controle (1) Of er een voorligger is en het geselec- U kunt de status van de Smart Cruise teerde afstandsniveau. Control-bediening bekijken in de Driving Assist-weergave op het instrumentenpa- (2) Ingestelde snelheid. neel. Zie "Instrumentenpaneel modi" in (3) Of er een voertuig voor u rijdt en de hoofdstuk 4 voor meer informatie.
Pagina 410
Bestuurder hulpsysteem Tijdelijk versnellen Smart Cruise Control tijdelijk uitschakelen OBC3073033L OBC3073033L Als u tijdelijk wilt versnellen als de Smart OBC3073228L OBC3073228L Cruise Control is ingeschakeld, drukt u Smart Cruise Control wordt automatisch het gaspedaal in. Terwijl de snelheid toe- tijdelijk geannuleerd wanneer: neemt, knipperen de ingestelde snelheid, •...
Pagina 411
Niet voldaan aan voorwaarden In verkeerssituatie Smart Cruise Control OBC3073269L OBC3073269L In het verkeer stopt uw auto als de auto OBC3073229L OBC3073229L voor u stopt. Als de auto voor u begint te Als de Driving Assist-knop ( ), (+) scha- kelaar, (-) schakelaar of -schakelaar rijden, start uw auto ook.
Pagina 412
Bestuurder hulpsysteem Waarschuwing wegcondities Collision warning verderop OBC3073002L OBC3073002L OBC3073036L OBC3073036L Wanneer de Smart Cruise Control actief In de volgende situatie verschijnt het is en het aanrijdingsrisico met de voor- waarschuwingsbericht 'Watch for sur- ligger hoog is, verschijnt het waarschu- rounding vehicles' op het instrumenten- wingsbericht 'Collision warning!' op het paneel en klinkt er een geluidssignaal om...
Pagina 413
• Smart Cruise Control werkt mogelijk WAARSCHUWING niet correct als het wordt gehinderd door sterke elektromagnetische gol- Neem de volgende voorzorgsmaatrege- ven. len bij het gebruik van het Smart Cruise Control: • Het kan voorkomen dat Smart Cruise Control een obstakel aan de voorkant •...
Pagina 414
We adviseren u de auto frontradar is geïnitialiseerd. te laten controleren door een officiële • U hoort mogelijk een geluid wanneer de HYUNDAI-dealer. rem door Smart Cruise Control wordt be- diend. 7-90...
Pagina 415
Smart Cruise Control uitschakelen Beperkingen van Smart Cruise Control Smart Cruise Control werkt mogelijk niet goed functioneert of onverwachts onder de volgende omstandigheden: • De detectiesensor of zijn omgeving is vervuild of beschadigd • Ruitensproeiervloeistof wordt continu gesproeid, of de ruitenwisser staat aan •...
Pagina 416
Bestuurder hulpsysteem • Slechts een deel van het voertuig wordt • Het ervoor rijdende voertuig is bedekt gedetecteerd met sneeuw • Het ervoor rijdende voertuig heeft • Onstabiel rijden geen achterlichten, de achterlichten • U bent op een rotonde en het voertuig bevinden zich op een ongebruikelijke voor u wordt niet gedetecteerd plaats, enz.
Pagina 417
• Rijden op een bochtige weg • Rijden op een hellende weg OADAS014SD OADAS014SD OADAS012SD OADAS012SD In bochten detecteert Smart Cruise Tijdens het hellingen op of af rijden Control mogelijk een voertuig in dezelf- is het mogelijk dat de Smart Cruise de rijstrook niet en kan het systeem Control een bewegend voertuig op uw versnellen tot de ingestelde snelheid.
Pagina 418
Bestuurder hulpsysteem • Wisselen van rijstrook • Situaties waarin detectie beperkt is OCN7071130L OCN7071130L OBC3073011L OBC3073011L OADAS030SD OADAS030SD In de volgende gevallen kunnen som- [A]: Uw voertuig, [B]: Voertuig wisselt van rijstrook mige voertuigen, voetgangers of die- Wanneer een voertuig vanaf een aan- ren op uw rijstrook niet door de sensor grenzende rijstrook op uw rijstrook worden gedetecteerd:...
Pagina 419
- Smalle voertuigen, zoals motorfietsen of fietsen - Speciale voertuigen - Dieren en voetgangers Pas uw voertuigsnelheid aan door het rempedaal te bedienen, afhankelijk van de weg en de rijomstandigheden. In de volgende gevallen wordt het ervoor rijdende voertuig mogelijk niet door de sensor gedetecteerd: OBC3073250L OBC3073250L...
Pagina 420
Bestuurder hulpsysteem OHI058308L OHI058308L OHI058323L OHI058323L • Wanneer een voertuig voor u de rij- • Kijk altijd uit voor voetgangers als uw strook verlaat, is het mogelijk dat Smart voertuig afstand houdt tot het voertuig Cruise Control het nieuwe voertuig dat dat voor u rijdt.
Pagina 421
Smart Cruise Control op basis van navi- Op navigatie gebaseerde Smart gatie helpt om een veilige snelheid aan Cruise Control-instellingen te houden, afhankelijk van de wegom- Motorway way Auto Speed Change standigheden, door informatie van het navigatiesysteem te gebruiken bij het rijden op snelwegen terwijl Smart Cruise Control actief is.
Pagina 422
Bestuurder hulpsysteem Op navigatie gebaseerde Smart Weergave en controle van navigatie gebaseerde Smart Cruise Control Cruise Control-bediening Wanneer de op navigatie gebaseerde Bedrijfsomstandigheden Smart Cruise Control werkt, wordt deze De op navigatie gebaseerde Smart Cruise als volgt op het instrumentenpaneel Control is klaar voor gebruik als aan alle weergegeven: onderstaande voorwaarden is voldaan:...
Pagina 423
Informatie De afbeeldingen en kleuren van in het ins- trumentenpaneel kunnen verschillen afhan- kelijk van het type instrumentenpaneel of het geselecteerde instellingenmenu. Informatie Highway Curve Zone Auto Slowdown en Highway Set Speed Auto Change-functie maakt gebruik van hetzelfde -sym- OBC3073039L OBC3073039L bool.
Pagina 424
Bestuurder hulpsysteem Beperkingen van op navigatie gebaseerde Smart Cruise Control De op navigatie gebaseerde Smart Cruise Control werkt mogelijk niet normaal onder de volgende omstandigheden: • De navigatie werkt niet goed • De kaartinformatie wordt niet doorge- geven vanwege de abnormale werking van het infotainmentsysteem OJX1070280L OJX1070280L...
Pagina 425
OJX1070281L OJX1070281L OJX1070282L OJX1070282L [1]: Ingestelde route, [2]: Afsplitsing, [3]: Rijroute, [1]: Rijroute, [2]: Afsplitsing [4]: Hoofdweg, [5]: Bochtige weg gedeelte [3]: Bochtige weg gedeelte, [4]: Hoofdweg • Wanneer er een verschil is tussen de • Als er geen bestemming op de naviga- navigatieroute (hoofdweg) en de rijrou- tie is ingesteld, zal de Highway Curve te (afsplitsing), zal de Highway Curve...
Pagina 426
Bestuurder hulpsysteem • Het voertuig zal versnellen als de WAARSCHUWING bestuurder het gaspedaal intrapt ter- wijl de op navigatie gebaseerde Smart • De op navigatie gebaseerde Smart Cruise Control in werking is en de func- Cruise Control is geen vervanging voor tie zal het voertuig niet vertragen.
Pagina 427
Lane Following Assist detecteert rij- Instellingen Lane Following strookmarkeringen en/of een voorligger Assist op de weg en centreert uw voertuig in Waarschuwingsmethoden de rijstrook. Detectiesensor OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met de motor aan worden ingesteld. Selecteer OBC3073001L OBC3073001L [1]: Frontcamera Warning Methods in het instellingenme- De frontcamera wordt als detectiesen- nu in het instrumentenpaneel of Settings...
Pagina 428
Bestuurder hulpsysteem Werking Lane Following Assist Lane Following Assist Lane Following Assist in-/ uitschakelen OBC3073041L OBC3073041L Als het voorliggende voertuig en/of beide rijstrookmarkeringen worden gedetec- OBC3073012L OBC3073012L teerd en uw voertuigsnelheid lager is dan Druk met draaiende motor kort op de 180 km/u, brandt het groene -con- knop Lane Driving Assist op het stuurwiel...
Pagina 429
Hands-off-waarschuwing WAARSCHUWING • Het stuurwiel wordt mogelijk niet ondersteund als het stuurwiel zeer strak wordt vastgehouden of als het stuurwiel onder een bepaalde hoek wordt gestuurd. • Lane Following Assist werkt niet altijd. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om het voertuig veilig te besturen en in zijn rijstrook te houden.
Pagina 430
Als dit instrumentenpaneel kunnen verschil- zich voordoet, raden wij aan de auto door len afhankelijk van het type instrumen- een officiële HYUNDAI-dealer te laten tenpaneel of het geselecteerde instel- controleren. lingenmenu. • Als er geen rijstrookmarkeringen wor-...
Pagina 431
Achteruitkijkmonitor toont het gebied Instellingen achter uw voertuig om u te helpen veilig achteruitkijkmonitor te parkeren of te rijden. Waarschuwingsmethoden Detectiesensor OBC3073276L OBC3073276L De waarschuwingsmethoden kunnen met OBC3073043L OBC3073043L de motor aan worden ingesteld. Selecteer [1]: Uitgebreide achteruitrijcamera Zie de bovenstaande illustratie voor de Warning Methods in het instellingenme- gedetailleerde locatie van de detectie- nu van het infotainmentsysteem om de...
Pagina 432
Bestuurder hulpsysteem Camera-instellingen (indien van Informatie toepassing) • De horizontale richtlijn van de Rear View Parking Guidance toont de afstand van 0,5 m, 1 m en 2,3 m tot het voertuig. • De horizontale richtlijn van de Rear Top View Parking Guidance toont de afstand van 0,5 m en 1,5 m tot het voertuig.
Pagina 433
Achteruitrijcamera Bovenaanzicht achter (indien van toepassing) OBC3073246L OBC3073246L Bedrijfsomstandigheden OBC3073245L OBC3073245L Wanneer u het -pictogram aanraakt, • Zet de versnelling in R (Achteruit), het wordt het bovenaanzicht op het scherm achteruitrijcamera verschijnt op het weergegeven en wordt de afstand tot het scherm.
Pagina 434
Als de achteruitkijkmonitor niet goed werkt, het scherm knippert of het came- rabeeld niet normaal wordt weergege- ven, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten con- troleren. Beperkingen van de achteruitkijkmonitor Wanneer het voertuig in de winter lang...
Pagina 435
Rear Cross-Traffic Collision Warning Detectiesensor Assist is ontworpen om te helpen bij het detecteren van auto's die van links en rechts achteraan naderen terwijl uw auto achteruit rijdt en om de bestuurder te waarschuwen dat er een aanrijding op handen is met een waarschuwingsbe- richt en een geluidssignaal.
Pagina 436
Bestuurder hulpsysteem Rear Cross-Traffic Collision Waarschuwingsmethoden Warning (RCCW) Veiligheid bij achterlangs kruisend verkeer OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met de motor aan worden ingesteld. Selecteer OBC3073235L OBC3073235L Warning Methods in het instellingenme- Selecteer met ingeschakelde motor User nu in het instrumentenpaneel of Settings Methods in het instellingenmenu van het in het instellingenmenu in het instru- infotainmentsysteem om de volgende...
Pagina 437
• Rear Cross-Traffic Collision Warning Werking van Rear Cross-Traffic werkt wanneer aan alle volgende voor- Collision Warning waarden is voldaan: Rear Cross-Traffic Collision Warning - De versnelling wordt in R geschakeld waarschuwt de bestuurder wanneer er (Achteruit) een aanrijding dreigt. - De voertuigsnelheid is lager dan 8 km/h.
Pagina 438
'Check outside mir- ror warning icon' (buitenspiegel controle- ren) op het instrumentenpaneel en gaat het hoofdwaarschuwingslampje ( ) op het instrumentenpaneel branden. Als dit zich voordoet, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 7-114...
Pagina 439
Assist niet goed werkt nadat deze is • Snelheid van het naderende voertuig is verwijderd, raden wij aan de auto door hoog of laag een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. Informatie Blind-Spot Collision-Avoidance Assist Voor meer details over de beperkingen van de achterste hoekradar, zie de sectie "Blind-Spot Collision-Avoidance Assist...
Pagina 440
Bestuurder hulpsysteem • Wanneer het voertuig zich in een com- WAARSCHUWING plexe parkeeromgeving bevindt • Rijden in de buurt van een voertuig of bouwwerk OJX1079112 OJX1079112 Rear Cross-Traffic Collision Warning kan auto's detecteren die in de buurt OJX1079111 OJX1079111 van uw voertuig een parkeerplaats [A]: Structuur oprijden of verlaten (bijvoorbeeld: Rear Cross-Traffic Collision Warning...
Pagina 441
• Wanneer het voertuig diagonaal is • De parkeerplaats oprijden waar zich geparkeerd een structuur bevindt OJX1079113 OJX1079113 OJX1079115 OJX1079115 [A]: Voertuig [A]: Structuur, [B]: Muur Rear Cross-Traffic Collision Warning Rear Cross-Traffic Collision Warning kan beperkt zijn wanneer er diagonaal kan auto's detecteren die voor u voor- achteruit wordt gereden en kan moge- bijrijden wanneer u achteruit parkeert...
Pagina 442
Bestuurder hulpsysteem • Wanneer het voertuig achterwaarts wordt geparkeerd OJX1079116 OJX1079116 Rear Cross-Traffic Collision Warning kan auto's detecteren die achter u voorbijrijden wanneer u achteruit in een parkeerplaats parkeert. Als dit gebeurt, kan de functie de bestuurder onnodig waarschuwen. Controleer altijd uw omgeving terwijl u achteruit rijdt.
Pagina 443
Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Detectiesensor Assist detecteert voertuigen die links of rechts van achteren naderen terwijl uw auto achteruitrijdt en waarschuwt u voor een mogelijke aanrijding met een waarschuwingsbericht en een waar- schuwingssignaal. De Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist kan ook hel- pen bij het afremmen van uw auto om een aanrijding te voorkomen.
Pagina 444
Bestuurder hulpsysteem Instellingen voor Rear Cross- Waarschuwingsmethoden Traffic Collision-Avoidance Assist Veiligheid bij achterlangs kruisend verkeer OBC3073205L OBC3073205L De waarschuwingsmethoden kunnen met de motor aan worden ingesteld. Selecteer Warning Methods in het instellingenme- OBC3073235L OBC3073235L nu in het instrumentenpaneel of Settings Selecteer met ingeschakelde motor User Methods in het instellingenmenu van het in het...
Pagina 445
Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Werking Rear Cross-Traffic Assist werkt wanneer aan alle volgende Collision-Avoidance Assist voorwaarden is voldaan: Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance • De versnelling staat in R (achteruit) en Assist waarschuwt en bedient het voer- uw rijsnelheid is lager dan 8 km/u. tuig afhankelijk van het botsingsniveau: •...
Pagina 446
Bestuurder hulpsysteem Noodremmen zal worden ondersteund Emergency braking (noodrem) om een aanrijding met naderende voer- tuigen van links en rechts te helpen voor- komen. Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist werkt wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan: • De versnelling staat in R (achteruit) en uw rijsnelheid is lager dan 8 km/u.
Pagina 447
Stoppen van het voertuig en WAARSCHUWING rembediening Neem de volgende voorzorgsmaatrege- len in acht bij het gebruik van de Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist: • Wijzig voor uw veiligheid de instellin- gen pas nadat u het voertuig op een veilige plaats hebt geparkeerd. •...
Pagina 448
Als dit zich voordoet, - Het waarschuwingslampje ESC (Elek- raden wij aan de auto door een officiële tronische Stabiliteitsregeling) brandt HYUNDAI-dealer te laten controleren. - ESC (Elektronische Stabiliteitsrege- ling) in een andere functie actief is Informatie • Als het remmen wordt ondersteund door...
Pagina 449
Avoidance Assist niet goed werkt nadat of gras zijn overwoekerd deze is verwijderd, raden wij aan de auto • Vertrekken vanaf natte wegen door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. • Snelheid van het naderende voertuig is hoog of laag...
Pagina 450
Bestuurder hulpsysteem • Wanneer het voertuig zich in een com- Informatie plexe parkeeromgeving bevindt Zie voor meer details over de beperkin- gen van de achterste hoekradar de sectie "Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA)" in dit hoofdstuk. WAARSCHUWING • Rijden in de buurt van een voertuig of bouwwerk OHY059018 OHY059018...
Pagina 451
• Wanneer het voertuig diagonaal is • Wanneer het voertuig op of nabij een geparkeerd helling staat OHY059019 OHY059019 OBC3073047L OBC3073047L Rear Cross-Traffic Collision-Avoidan- [A]: Voertuig ce Assist kan beperkt zijn wanneer Rear Cross-Traffic Collision-Avoidan- het voertuig zich op een opwaartse ce Assist kan beperkt zijn wanneer of dalende helling of in de buurt daar- er diagonaal achteruit wordt gereden...
Pagina 452
Bestuurder hulpsysteem • De parkeerplaats oprijden waar zich • Wanneer het voertuig achterwaarts een structuur bevindt wordt geparkeerd OHY059022 OHY059022 OHY059020 OHY059020 Rear Cross-Traffic Collision-Avoidan- [A]: Structuur, [B]: Muur ce Assist kan auto's detecteren die Rear Cross-Traffic Collision-Avoidan- achter u voorbijrijden wanneer u ach- ce Assist kan auto's detecteren die teruit in een parkeerplaats parkeert.
Pagina 453
Reverse Parking Distance Warning Instellingen voor Reverse gebruikt de ultrasone sensoren achteraan Parking Distance Warning om een persoon, dier of object binnen Waarschuwingsmethoden een bepaalde afstand te detecteren en te waarschuwen wanneer uw auto stilstaat of met lage snelheid rijdt. Detectiesensor OBC3073205L OBC3073205L...
Pagina 454
Als het nog steeds niet goed werkt, Waarschu- raden wij aan de auto door een officiële Afstand tot wingsin- HYUNDAI-dealer te laten controleren. Waarschu- het voor- dicatie bij wingsgeluid • Het geluidssignaal klinkt niet.
Pagina 455
(inclusief aanhanger, fiet- werkt mogelijk niet goed als: sendrager, enz.), raden wij aan het voer- tuig door een officiële HYUNDAI-dealer - Bij zware regenval of opspattend wa- te laten controleren. - Er water op het oppervlak van de sen- sor stroomt - Het wordt beïnvloed door de sensoren...
Pagina 456
• Als de parkeerafstandswaarschuwing - Voetgangers, dieren of voorwerpen niet goed werkt, adviseren wij het die zeer dicht bij de ultrasoonsenso- voertuig door een officiële HYUNDAI- ren staan dealer te laten controleren. WAARSCHUWING • Parking Distance Warning (parkeer- afstandswaarschuwing) is een extra functie.
Pagina 457
Forward/Reverse Parking Distance Instellingen voor Forward/ Warning gebruikt de ultrasone sensoren Reverse Parking Distance voor en achter om een persoon, dier of Warning object binnen een bepaalde afstand te detecteren en te waarschuwen wanneer Waarschuwingsmethoden uw auto stilstaat of met lage snelheid rijdt.
Pagina 458
Bestuurder hulpsysteem Waarschuwing parkeerafstand Werking Forward/Reverse automatisch aan (Parking Distance Parking Distance Warning Warning Auto On) Parking Safety-knop Om de functie Waarschuwing parkeer- afstand automatisch aan te gebruiken, selecteert u Distance Warning Auto on in het menu Instellingen in het instrumentenpaneel on in het instellingenmenu van het info- tainmentsysteem.
Pagina 459
Forward Parking Distance Warning Waarschu- Afstand tot wingsin- • Forward Parking Distance Warning Waarschu- het voor- dicator bij werkt wanneer aan een van de volgen- wingsgeluid werp vooruit de voorwaarden is voldaan. rijden - De versnelling wordt van R (Achteruit) naar D (Rijden) met Reverse Parking Zoemer Distance Warning aan...
Pagina 460
Als het nog steeds niet goed werkt, werp achteruit- raden wij aan de auto door een officiële rijden HYUNDAI-dealer te laten controleren. Zoemer • Het geluidssignaal klinkt niet. 60~120 cm klinkt met tussenpozen • Zoemer klinkt met tussenpozen.
Pagina 461
• Forward/Reverse Parking Distance sendrager, enz.), raden wij aan het voer- Warning werkt mogelijk niet goed: tuig door een officiële HYUNDAI-dealer - Bij zware regenval of opspattend wa- te laten controleren. - Er water op het oppervlak van de sen- sor stroomt - Het wordt beïnvloed door de sensoren...
Pagina 462
Het varieert afhankelijk van de snelheid van het voertuig of de vorm van een persoon, dier of voorwerp. • Als de parkeerafstandswaarschuwing niet goed werkt, adviseren wij het voertuig door een officiële HYUNDAI- dealer te laten controleren. 7-138...
Pagina 463
Reverse Parking Collision-Avoidance Instellingen voor Reverse Park- Assist detecteert voetgangers of objec- ing Collision-Avoidance Assist ten achter de auto en kan u waarschuwen Waarschuwingsmethoden of assisteren bij het remmen om een aanrijding te voorkomen terwijl uw auto achteruit rijdt. Detectiesensor OBC3073278L OBC3073278L De waarschuwingsmethoden kunnen met...
Pagina 464
Bestuurder hulpsysteem Parking Safety Werking van Reverse Parking Collision-Avoidance Assist Selecteer met ingeschakelde motor Reverse Parking Collision- in het instellingenme- Avoidance Assist aan/uit zetten nu van het infotainmentsysteem om in te stellen of elke functie moet worden gebruikt. • Als Rear Safety geselecteerd is, waar- schuwt de Reverse Parking Collision- Avoidance Assist de bestuurder en remt wanneer een aanrijding met een...
Pagina 465
Bedrijfsomstandigheden Voorwaarden voor uitschakelen Selecteer Als er een aanrijding dreigt, helpt Reverse in het instellingenmenu van het infotain- Parking Collision-Avoidance Assist u bij mentsysteem. Reverse Parking Collision- het remmen. De remassistentie wordt na Avoidance Assist wordt ingeschakeld 2 seconden uitgeschakeld. Trap onmid- wanneer aan de volgende voorwaarden dellijk het rempedaal in en controleer de is voldaan:...
Pagina 466
Reverse Parking Collision-Avoidance Assist auto- matisch uitgeschakeld. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OBC3073060L OBC3073060L De ultrasoonsensoren aan de achterzijde bevinden zich in de achterbumper om objecten in het gedeelte achter de auto te detecteren.
Pagina 467
Beperkingen van Reverse Parking Uitgebreide Uitgebreide Ultrasoonsensoren Ultrasoonsensoren achteruitrijcamera achteruitrijcamera achter achter Collision-Avoidance Assist Reverse Parking Collision-Avoidance Assist zal onder de volgende omstan- digheden mogelijk niet helpen bij het remmen en de bestuurder niet waar- schuwen, zelfs niet als er voetgangers of voorwerpen zijn: •...
Pagina 468
Bestuurder hulpsysteem • Problemen met voetganger of object Reverse Parking Collision-Avoidance Assist kan de bestuurder onder de vol- - De voetgangers zijn moeilijk te detec- gende omstandigheden onnodig waar- teren schuwen of bij het remmen assisteren, - Als er een hoogteverschil tussen het zelfs als er geen voetgangers of voorwer- voertuig en de voetganger is pen zijn:...
Pagina 469
• Problemen met voetganger of object OPMERKING - Er bevinden zich voetgangers of ob- • Als er plotseling wordt geremd om een jecten rond het traject van het voer- aanrijding te voorkomen, kunnen er tuig geluiden optreden. - Als de voetganger of het object be- weegt •...
Pagina 470
Reverse Parking Collision-Avoidance Assist werkt mogelijk niet goed als de uitgebreide achteruitrijcamera of de ultrasoonsensor(en) aan de achterzijde geforceerd uit de juiste richting wordt bewogen. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-146...
Pagina 471
Parking Assist maakt gebruik van ultraso- • De Parking Assist helpt de bestuur- ne sensoren aan de voor-, zij- en achter- der bij het haaks en parallel achteruit kant om parkeervakken te detecteren, de parkeren en bij het verlaten van de besturing van de auto te regelen en van parkeerplaats wordt parallel uitrijden buitenaf te helpen bij het in- en uitrijden...
Pagina 472
• Als de detectiesensor is vervangen of gerepareerd, raden wij u aan uw voer- tuig te laten inspecteren door een offi- ciële HYUNDAI-dealer. • De correcte werking van het Parking Assist kan verstoord raken als de bum- OBC3073278L...
Pagina 474
Bestuurder hulpsysteem • Als de motor wordt aangezet wanneer Volgorde van bediening de versnelling in N (Neutraal) staat, De parkeermodus werkt in de volgende wordt de uitrijmodus geselecteerd. volgorde: De parkeermodus wordt automatisch 1. Klaarmaken voor parkeren geselecteerd nadat het voertuig heeft 2.
Pagina 475
Haaks achteruit parkeren Haaks achteruit parkeren Haaks achteruit parkeren Haaks achteruit parkeren OBC3073095L OBC3073095L OBC3073280L OBC3073280L Parallel achteruit parkeren Parallel achteruit parkeren Parallel achteruit parkeren Parallel achteruit parkeren OBC3073096L OBC3073096L OBC3073279L OBC3073279L 3. Zoeken naar een parkeerplaats 4. Herkennen van parkeerplaats (1) Rijd langzaam vooruit en houd de (1) Wanneer er een parkeerplaats wordt afstand van ongeveer 100 cm tot de...
Pagina 476
Bestuurder hulpsysteem Haaks achteruit parkeren Haaks achteruit parkeren ORG3070089 ORG3070089 OBC3073097L OBC3073097L Parallel achteruit parkeren Parallel achteruit parkeren • Als de afstand minder dan 50 cm of meer dan 150 cm is, kan de Parking Assist mogelijk niet naar een parkeerplaats zoeken.
Pagina 477
OBC3073099L OBC3073099L 6. Bediening van het stuurwiel OBC3073100L/OBC3073101L OBC3073100L/OBC3073101L (1) Zet de versnelling in R (Achteruit). (2) Parking Assist geeft instructies over het instrumentenpaneel en het stuur- wiel wordt bediend. - Als het stuurwiel strak wordt vast- gehouden, wordt de Parking Assist geannuleerd.
Pagina 478
Bestuurder hulpsysteem De parkeermodus wordt onder de volgende omstandigheden gean- nuleerd: • Bij het zoeken naar een parkeerplaats - Het schakelen van de versnelling naar R (Achteruit) - De voertuigsnelheid boven 30 km/u - De parkeerplaats is smal - Het stuurwiel, de versnellingspook, OBC3073103L OBC3073103L de remmen en de bedieningselemen-...
Pagina 479
Uitrijmodus (Exit mode) Parallel uitrijden Parallel uitrijden • Linkerzijde • Linkerzijde • Rechterzijde • Rechterzijde OTM048445L OTM048445L OBC3073104L/OBC3073105L OBC3073104L/OBC3073105L Gebruik de uitrijmodus als aan de volgen- Aanvullende instructies (berichten) de voorwaarden is voldaan. Wanneer de Parking Assist in werking is •...
Pagina 480
Bestuurder hulpsysteem OBC3073044L OBC3073044L OBC3073281L/OBC3073106L OBC3073281L/OBC3073106L 1. Klaar maken voor vertrek 2. Selecteren van uitrijmodus en type (1) Druk bij ingeschakelde motor het rem- (1) Selecteer de uitrijmodus door kort op de pedaal in en schakel de versnelling in Parkeer-/weergaveknop ( ) te druk- P (Parkeren) of N (Neutraal).
Pagina 481
OBC3073118L OBC3073118L OBC3073099L/OBC3073100L OBC3073099L/OBC3073100L 3. Controle van de ruimte (1) Wanneer het voertuig parallel wordt geparkeerd, zullen de voertuigsenso- ren de afstand tot nabijgelegen objec- ten detecteren en controleren of er ruimte is om uit te rijden. • Als het voorste of achterste voertuig (of object) te dichtbij is, kan de functie geen ruimte meer zoeken en schakelt het uit.
Pagina 482
Bestuurder hulpsysteem 4-1. Aanvraag voor schakelen tijdens de Uitschakelen van de uitrijmodus bediening van het stuurwiel tijdens het gebruik (1) Afhankelijk van de parkeeromgevin- Druk op de Parkeer-/weergaveknop ( gen verschijnen er op het instrumen- of op de Parking Safety-knop ( tenpaneel berichten met een pieptoon (schakelen naar 1e versnelling, scha- De uitrijmodus wordt in de volgende...
Pagina 483
Remote Smart Parking Assist en wij raden u aan de auto door een officiële WAARSCHUWING HYUNDAI-dealer te laten nakijken. • Controleer de omgeving altijd op voet- gangers, dieren of voorwerpen voordat Beperkingen van Parking Assist u uw voet van het rempedaal haalt.
Pagina 484
Bestuurder hulpsysteem • Er bevindt zich een persoon, dier of - Voorwerpen die kleiner zijn dan 100 voorwerp boven of onder de ultrasoon- cm in lengte en smaller dan 14 cm in sensor wanneer Parking Assist wordt doorsnede. geactiveerd - Voorwerpen die de hoogfrequente •...
Pagina 485
• Parkeren op een oneffen weg • Parkeren bij een zuil OBC3073084L OBC3073084L OBC3073086L OBC3073086L De Parking Assist kan worden gean- De prestaties van de Parking Assist nuleerd wanneer het voertuig slipt, of kunnen afnemen wanneer er een pilaar wanneer het voertuig niet kan bewe- of een zuil in de buurt van de par- gen vanwege de toestand van de weg, keerplaats omringd is door voorwerpen...
Pagina 486
één kant overhelt. We adviseren u de auto te laten con- troleren door een officiële HYUNDAI- dealer. • Gebruik Remote Smart Parking Assist alleen in een parkeervak dat groot genoeg is om de auto veilig te laten rijden.
Pagina 487
De radiofrequentiecomponenten omvat: - Voor Oekraïne Frontradar - Voor Europa en CE-gecertificeerde lan- - Voor Europa en CE-gecertificeerde lan- OBC3073282L OBC3073282L OBC3073283L OBC3073283L 7-163...
Pagina 488
Bestuurder hulpsysteem - Voor Maleisië - Voor Israël OBC3073284L OBC3073284L - Voor Marokko OBC3073285L OBC3073285L - Voor Paraguay OBC3073287L OBC3073287L - Voor Verenigd Koninkrijk OBC3073286L OBC3073286L OBC3073288L OBC3073288L 7-164...
Pagina 489
- Voor Servië Achterste hoekradar - Voor Oekraïne OANATEL121 OANATEL121 - Voor Paraguay OANATEL118 OANATEL118 - Voor Ghana OANATEL122 OANATEL122 OANATEL119 OANATEL119 - Voor Republiek Zuid-Afrika OANATEL120 OANATEL120 7-165...
Pagina 490
Bestuurder hulpsysteem - Voor Maleisië - Voor Europa en CE-gecertificeerde lan- OANATEL057 OANATEL057 - Voor Singapore OANATEL116 OANATEL116 OANATEL058 OANATEL058 7-166...
Pagina 491
8. Noodsituaties Alarmknipperlichten ..................8-3 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden ..........8-4 Als de motor afslaat tijdens het rijden ..............8-4 Als de motor afslaat op een kruispunt of splitsing ..........8-4 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt............8-4 Als de motor niet gestart kan worden ............8-5 Als de motor niet of langzaam ronddraait ...............
Pagina 493
ALARMKNIPPERLICHTEN OBC3083002L OBC3083002L De alarmknipperlichten dienen ervoor om de overige weggebruikers te waarschu- wen om extra voorzichtigheid in acht te nemen bij het naderen, inhalen of passe- ren van uw auto. Ze dienen te worden gebruikt in noodsitu- aties of als de auto aan de kant van de weg tot stilstand is gekomen.
Pagina 494
We adviseren u contact op te nemen een ongeval zou kunnen veroorzaken. met een officiële HYUNDAI-dealer als de Rem voorzichtig zodra de snelheid zo motor niet start. laag is dat u dat veilig kunt doen en zet de auto aan de kant van de weg.
Pagina 495
Als de motor nog steeds niet start, neem missie/Double clutch-transmissie. De dan telefonisch contact op met een offici- motor start alleen als de selectiehendel ele HYUNDAI-dealer voor hulp. in stand N (neutraal) of stand P (parke- ren) staat. • Controleer of de accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten.
Pagina 496
Noodsituaties STARTEN MET EEN HULPACCU Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk Spoel uw ogen gedurende ten minste 15 zijn als dit niet op de juiste manier gebeurt. minuten en roep onmiddellijk medische Volg de procedures voor het starten met hulp in wanneer u zuur in uw ogen krijgt. een hulpaccu in dit hoofdstuk om te voor- Was uw huid grondig wanneer deze in komen dat u ernstig letsel oploopt of de...
Pagina 497
Informatie Een onjuist afgevoerde batte- rij kan schadelijk zijn voor het milieu en voor uw gezond- heid. Zorg ervoor dat de accu volgens de wettelijke voor- schriften wordt afgevoerd. Startprocedure met behulp van een hulpaccu 1VQA4001 1VQA4001 1. Plaats de auto's zo dicht bij elkaar dat 4.
Pagina 498
1. Neem de startkabel los van de zwarte, in. Laat uw auto controleren door een offi- negatieve (-) pool van de massa van uw ciële HYUNDAI-dealer als de oorzaak van auto (4). de lege accu niet duidelijk is. 2. Neem het andere uiteinde van de start-...
Pagina 499
5. Zet de motor onmiddellijk uit als er koelvloeistof lekt en neem contact op 2. Zet de selectiehendel in stand P met een officiële HYUNDAI- dealer. (Parkeren, bij een auto met automati- sche transmissie/Double clutch-trans- missie) of de neutraal (bij een auto met...
Pagina 500
• Als er veel koelvloeistof verdwenen is, duidt dit op een lekkage in het koel- systeem en adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. • Wanneer de motor oververhit raakt door te weinig koelvloeistof kan het plotseling bijvullen van koelvloeistof barsten in de motor veroorzaken.
Pagina 501
TPMS resetten Om TPMS te resetten: 1. Breng alle banden op de aanbevolen bandenspanning. OBC3083003L OBC3083003L OBC3083033L OBC3083033L 2. Druk gedurende 3 seconden op de knop voor het resetten van het TPMS- systeem op het buitenste paneel van de middenstijl aan de bestuurderszijde ter- wijl de auto geparkeerd is en de motor draait.
Pagina 502
Noodsituaties Informatie OPMERKING • Als het bericht 'Tire pressures stored' • Zorg ervoor dat alle vier de banden op niet op het instrumentenpaneel ver- de aanbevolen bandenspanning staan. schijnt of het waarschuwingslampje niet Als u een reset uitvoert zonder de ban- knippert, probeer het dan opnieuw van- denspanning aan te passen, wordt het waarschuwingssignaal mogelijk niet of...
Pagina 503
Controleer de ren of vervangen van de banden. bandenspanning en zet de banden op de Als er geen officiële HYUNDAI-dealer in aanbevolen bandenspanning. de buurt is, stop dan op een veilige plaats en controleer de conditie en de banden- spanning van alle vier de banden en stel vervolgens het TPMS opnieuw in.
Pagina 504
AANWIJZING die leiden tot verlies van controle over de auto. We raden u aan uw auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten Voorwaarde indicatorstatus nakijken en de aanbevolen banden- spanning aan te houden.
Pagina 505
LEKKE BAND WAARSCHUWING Verwisselen van een band kan gevaarlijk zijn. Volg de instructies in dit gedeelte bij het wisselen van een band om het risico van ernstig letsel of de dood te vermijden OPMERKING Pak de krikslinger niet vast bij het vlak- ke gedeelte.
Pagina 506
Noodsituaties Banden verwisselen WAARSCHUWING De auto kan van de krik afglijden of rol- len, waardoor u of omstanders ernstig letsel zouden kunnen oplopen. Neem de volgende veiligheidsvoorzorgsmaatre- gelen: • Ga niet onder een auto liggen die wordt ondersteund door een krik. OBC3083005L OBC3083005L •...
Pagina 507
Controleer nogmaals of alle wielmoeren vastgedraaid zijn. Laat na het verwisselen van een band zo snel mogelijk een officiële HYUNDAI-dealer OBC3083008L OBC3083008L de wielmoeren met het juiste aanhaal- 8. Steek de krikslinger in de krik en draai moment vastzetten.
Pagina 508
We adviseren u voor hulp contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Bel de wegenwacht en probeer niet zelf de band te verwisselen als de krik, de wiel- moeren, de tapeinden of andere uitrusting beschadigd of in slechte conditie zijn.
Pagina 509
Bij het rijden met een op de auto gemon- OPMERKING teerd compact reservewiel: • Controleer de bandenspanning nadat Om beschadiging aan de compact reser- het compact reservewiel gemonteerd vewiel en uw auto te voorkomen: is. De compact reservewiel moet een •...
Pagina 510
Noodsituaties Kriklabel Type A Type A Type B Type B OHYK065011/OAC3N070038TU OHYK065011/OAC3N070038TU Het werkelijkelabel op de krik in de auto kan afwijken van de afbeelding. Meer informatie vindt u op het label op de krik. 1. Modelnaam 2. Maximaal toegestane belasting 3.
Pagina 511
EU conformiteitsverklaring voor krik Type A OBC3080031TU OBC3080031TU 8-21...
Pagina 512
Noodsituaties OBC3080032TU OBC3080032TU 8-22...
Pagina 514
Noodsituaties OBC3080030 OBC3080030 8-24...
Pagina 515
We niet afdoende gedicht kan worden. raden u aan het band te laten controleren Een te lage bandenspanning heeft een door een officiële HYUNDAI-dealer. negatieve invloed op de prestaties van de band. AANWIJZING U dient daarom abrupte stuurbewegingen of andere manoeuvres te mijden, vooral - Eén afdichtingsmiddel voor één...
Pagina 516
• Spoel uw ogen minimaal 15 minuten als • We adviseren u contact op te nemen er bandenreparatievloeistof in uw ogen met een officiële HYUNDAI-dealer als de is terechtgekomen. Roep medische hulp band niet gerepareerd kan worden met in als de irritatie aanblijft.
Pagina 517
Onderdelen van de bandenreparatieset OIA0630007/Q OIA0630007/Q 1. Snelheidsbeperkingslabel 2. Fles met dichtmiddel en snelheidsbeperkingslabel 3. Vulslang naar band 4. Stekkers en kabel voor directe aansluiting op de aansluiting 5. Houder voor de fles met dichtmiddel 6. Compressor 7. AAN/UIT-schakelaar 8. Drukmeter voor de bandenspanning 9.
Pagina 518
Noodsituaties WAARSCHUWING Afdichtingsmiddel • Buiten het bereik van kinderen hou- den. • Contact met de ogen vermijden. • Niet inslikken. Gebruik van de bandenmobiliteitsset bij een OBC3083041L OBC3083041L lekke band 1. Schud de fles met afdichtingsmiddel. OPMERKING ODN8079019 ODN8079019 2. Schroef slang (10) op de aansluiting van de fles met afdichtingsmiddel.
Pagina 519
OBC3083025L OBC3083025L ODN8079020 ODN8079020 5. Plaats de fles afdichtingsmiddel recht- 7. Sluit de compressor met behulp van de op in de behuizing (5) van de compres- kabel en stekkers aan op de accessoire- sor. aansluiting van de auto (4). 6. Zorg ervoor dat de compressor is uitge- 8.
Pagina 520
HYUNDAI-dealer te gebruiken. Het afdichtingsmiddel op het autobandven- tiel en de velg moet worden verwijderd wanneer u de band door een nieuwe vervangt en wij raden aan het drukven- tiel door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 8-30...
Pagina 521
We niet afdoende gedicht kan worden. raden u aan het band te laten controleren Een te lage bandenspanning heeft een door een officiële HYUNDAI-dealer. negatieve invloed op de prestaties van de band. AANWIJZING U dient daarom abrupte stuurbewegingen of andere manoeuvres te mijden, vooral - Eén afdichtingsmiddel voor één...
Pagina 522
• Spoel uw ogen minimaal 15 minuten als • We adviseren u contact op te nemen er bandenreparatievloeistof in uw ogen met een officiële HYUNDAI-dealer als de is terechtgekomen. Roep medische hulp band niet gerepareerd kan worden met in als de irritatie aanblijft.
Pagina 523
Onderdelen van de bandenreparatieset OBC3083052L OBC3083052L 1. Stekkers en kabel voor directe aanslui- 6. Sticker snelheidslimiet ting op de aansluiting 7. Aansluiting slang op fles 2. AAN/U IT-schakelaar 8. Fles met afdichtingsmiddel 3. Manometer voor voering 9. Aansluiting slang naar band 4.
Pagina 524
Noodsituaties WAARSCHUWING Afdichtingsmiddel • Buiten het bereik van kinderen hou- den. • Contact met de ogen vermijden. • Niet inslikken. Gebruik van de bandenmobiliteitsset bij een OBC3083053L OBC3083053L lekke band 1. Schroef de fles afdichtmiddel (8) op de fleshouder van de compressor door deze rechtsom te draaien, zodat de fles OPMERKING rechtop staat.
Pagina 525
AANWIJZING - Bandenspanning Rijd niet met de auto wanneer de ban- denspanning lager is dan 200 kpa (29 psi). Hierdoor kan de bandenspanning plotseling wegvallen, waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan. 7. Schakel de compressor uit. 8. Verwijder de vulslang van de fles met dichtmiddel en van het ventiel van de OBC3083011L OBC3083011L...
Pagina 526
HYUNDAI-dealer te gebruiken. Het afdichtingsmiddel op het autobandven- tiel en de velg moet worden verwijderd wanneer u de band door een nieuwe vervangt en wij raden aan het drukven- tiel door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 8-36...
Pagina 527
Uw auto is uitgerust met een nooduitrus- Bandenspanningsmeter ting waarmee u kunt inspelen op noodsi- Het is normaal dat banden wat lucht ver- tuaties. liezen tijdens dagelijks gebruik en het is mogelijk dat u regelmatig wat lucht moet Brandblusser toevoegen. Controleer de bandenspan- ning altijd bij koude banden, omdat de Als er sprake is van een kleine brand en u bandenspanning bij een hogere tempera-...
Pagina 528
Noodsituaties De auto is uitgerust met een apparaat* dat is verbonden met het Pan-Europees eCall-sys- teem voor het maken van een noodoproep naar de hulpdiensten. Het Pan-Europees eCall-systeem is een automatische noodoproepdienst bij een verkeersongeval of ande- re** ongevallen op de Europese wegen. (alleen in landen met regelgeving voor dit sys- teem) Het systeem maakt het mogelijk om bij ongevallen op de Europese wegen contact op te nemen met een medewerker van de hulpdienst.
Pagina 529
De gegevens die in het Pan-Europees eCall-systeem zijn opgeslagen worden aan de meld- kamer doorgegeven om de bestuurder en passagiers de juiste hulpverlening te bieden en deze gegevens zullen worden gewist nadat de reddingsoperatie is voltooid. Beschrijving van het eCall-systeem in de auto Antenne Toets SOS Noodgeval...
Pagina 530
Noodsituaties Informatie over Soorten gegevens en zijn ontvangers gegevensverwerking Het 112 gebaseerde eCall-systeem in het Elke verwerking van persoonsgegevens voertuig mag alleen de volgende gege- via het 112 gebaseerde eCall-systeem vens verzamelen en verwerken: moet voldoen aan de voorschriften inzake - Voertuigidentificatienummer de bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in de Richtlijnen 95/46/EG...
Pagina 531
(1) Richtlijn 95/46/EG van het Europese Regelgeving voor Parlement en de Raad van 24 oktober gegevensverwerking 1995 betreffende de bescherming van Het 112 gebaseerde eCall-systeem is zo personen met betrekking tot de verwer- ontworpen dat de in het systeemgeheu- king van persoonsgegevens en het vrije gen opgeslagen gegevens niet buiten het verkeer van die gegevens (OJ L 281 van systeem beschikbaar zijn voordat een...
Pagina 532
Noodsituaties Modaliteiten voor de uitoefening Pan-Europees eCall-systeem van de rechten van de betrokkene De betrokkene (de eigenaar van de auto) heeft recht op toegang tot de gegevens en op het verzoek om rectificatie, verwij- dering of afscherming van de gegevens die hem of haar betreffen en waarvan de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van Richtlijn 95/46/...
Pagina 533
Automatische ongevalsmelding Werking van het systeem Werking van het systeem Verbinding met de Verbinding met de Hulpdiensten Hulpdiensten bij een verkeersongeval bij een verkeersongeval meldkamer (PSAP) meldkamer (PSAP) OBC3083024L OBC3083024L Het Pan-Europees eCall genereert bij een verkeersongeval automatisch een noodoproep naar de meldkamer voor de juiste hulpverlening.
Pagina 534
Noodsituaties Handmatige ongevalsmelding OBC3083026L OBC3083026L De bestuurder of passagier kan handmatig een noodoproep naar de meldkamer doen door op de SOS-toets te drukken om de nodige hulpdiensten te bellen. Een oproep naar de hulpdiensten via het Pan-Europees eCall-systeem kan alleen worden geannuleerd door nogmaals op de SOS-toets te drukken voordat de oproepverbinding tot stand komt.
Pagina 535
Pan-Europees eCall-sys- teem. Wij raden aan om het pan-euro- pees eCall-systeem onmiddellijk door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. Anders kan de correcte werking van het Pan-Europees eCall-systeem dat in uw voertuig is geïnstalleerd niet worden...
Pagina 537
9. Onderhoud Overzicht motorruimte ................... 9-3 Onderhoudswerkzaamheden ................9-6 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ..............9-6 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het onderhoud uitgevoerd door eigenaar ......................9-6 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerk zaamheden ....9-7 Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ..9-7 Uitleg bij onderhoudsschema ................9-9 Motorolie ......................9-12 Motoroliepeil controleren ..................
Pagina 538
Banden en wielen ..................9-32 Verzorging van de banden ..................9-32 Aanbevolen bandenspanning (koude banden) ............ 9-33 Controleer bandenspanning .................. 9-33 Banden verwisselen ....................9-34 Wielen uitlijnen en balanceren ................9-35 Banden vervangen ....................9-35 Wielen vervangen ....................9-37 Grip ..........................9-37 Onderhoud van banden ..................9-37 Informatie op de wang van de band ...............9-37 Banden met een lage hoogte-/breedteverhouding ..........9-40...
Pagina 539
OVERZICHT MOTORRUIMTE Smartstream G 1.0 T-GDi/Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV Smartstream G 1.0 T-GDi/Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090001 OBC3090001 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 5. Zekeringkast 6. Accu 7.
Pagina 540
Onderhoud Smartstream G1.2 Smartstream G1.2 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090003 OBC3090003 1. Koelvloeistofreservoir 2.
Pagina 541
Benzine 1.4 Benzine 1.4 De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090004 OBC3090004 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing...
Pagina 542
In dit hoofdstuk worden dealer voldoet aan de hoge kwaliteitsei- alleen aanwijzingen gegeven voor werk- sen van HYUNDAI en krijgt technische ondersteuning van HYUNDAI om ervoor te zaamheden die eenvoudig uit te voeren zorgen dat u tevreden bent met de service.
Pagina 543
DOOR DE EIGENAAR UITTE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN De eigenaar of officiële HYUNDAI-dealer WAARSCHUWING moet onderstaande controles volgens het aangegeven interval uitvoeren om een vei- Het uitvoeren van onderhoudswerk- lige en betrouwbare werking van de auto zaamheden aan een auto kan gevaarlijk te garanderen.
Pagina 544
Onderhoud Tijdens het rijden: Minstens twee keer per jaar: (bijvoorbeeld elk voor- en najaar) • Let op veranderingen in het uitlaatgeluid en let erop dat u in het interieur geen • Controleer de radiateurslangen en de uitlaatgassen ruikt. slangen van de verwarming en de air- conditioning op lekkage en beschadi- •...
Pagina 545
We adviseren u tage of verzadiging met olie en vervang het brandstoffilter te laten inspecteren of indien nodig. De spanning van de aandrijf- vervangen door een officiële HYUNDAI- riemen moet periodiek worden gecontro- dealer. leerd en indien nodig worden afgesteld.
Pagina 546
Automatische Luchtfilter transmissievloeistof We adviseren u het luchtfilter te laten (indien van toepassing) vervangen door een officiële HYUNDAI- Automatische transmissievloeistof moet dealer. niet onder normale gebruiksomstandighe- den worden gecontroleerd. Bougies Wij raden u aan de automatische transmis- (benzinemotor) sievloeistof door een officiële HYUNDAI-...
Pagina 547
Schijfremmen, remblokken, remklauwen en remschijven Controleer de remblokken op overmatige slijtage, de schijfremmen op slingering en slijtage en de remklauwen op vloeistof- lekkage. Zie de website van Hyundai voor meer informatie over het controleren van de remblokken en remvoeringen. (http://service.hyundai-motor.com) 9-11...
Pagina 548
Onderhoud MOTOROLIE Motorolie wordt gebruikt voor de sme- 1. Volg alle voorzorgsmaatregelen van de ring, koeling en werking van diverse oliefabrikant op. hydraulische componenten in de motor. 2. Zorg ervoor dat het voertuig zich op Motorolieverbruik tijdens het rijden is de vlakke ondergrond in P (Parkeren) normaal en het is noodzakelijk om de bevindt met de parkeerrem ingesteld...
Pagina 549
AANWIJZING Smartstream G 1.0 T-GDi/ Smartstream G 1.0 T-GDi/ Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV Om schade aan uw motor te voorkomen: • Mors geen motorolie wanneer u olie bijvult of ververst. Veeg gemorste olie onmiddellijk af. •...
Pagina 550
• We adviseren u de motorolie en het oliefilter te laten vervangen door een OPMERKING officiële HYUNDAI-dealer. De motorolie is onmiddellijk nadat met • Als u zich niet houdt aan het onder- de auto is gereden zeer heet en kan tij-...
Pagina 551
Vul als het niveau laag is voldoende gede- stilleerd of gedemineraliseerd water bij. Vul bij tot de F (Full), maar vul niet te veel bij. Als frequent bijvullen van koelvloeistof noodzakelijk is, adviseren we u het sys- teem te laten controleren door een officië- le HYUNDAI-dealer. 9-15...
Pagina 552
Onderhoud • Pas als u zeker weet dat er geen over- Type A Type A druk meer is, drukt u de dop met de doek in en draait u hem verder linksom om hem te verwijderen. • Zelfs als de motor niet draait, mag u de dop van de radiateur/koelvloeistofre- servoir of de aftapplug niet verwijde- ren terwijl de motor en de radiateur...
Pagina 553
Aanbevolen koelvloeistof WAARSCHUWING • Vul het koelsysteem alleen bij met gede- stilleerd (gedemineraliseerd) water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon kraanwater. Een onjuist koelvloeistof- mengsel kan storingen en schade aan de motor veroorzaken. • De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen.
Pagina 554
Onderhoud Vervangen van de koelvloeistof Wij raden aan om de koelvloeistof door een geautoriseerde HYUNDAI-dealer volgens het onderhoudsschema aan het begin van dit hoofdstuk te laten vervangen. AANWIJZING Leg een flinke doek rond de radiateurdop om te voorkomen dat als er gemorst...
Pagina 555
HYUNDAI-dealer. remvoeringen. Als het vloeistofniveau extreem laag is, we raden u aan het systeem door een offi- ciële HYUNDAI-dealer na te laten kijken. 9-19...
Pagina 556
Onderhoud WAARSCHUWING Zorg ervoor dat rem- en koppelingsvloei- stof niet in contact komt met uw ogen. Spoel uw ogen gedurende ten minste 15 minuten met schoon water en roep onmiddellijk medische hulp in wanneer u rem- en koppelingsvloeistof in uw ogen krijgt.
Pagina 557
We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 9-21...
Pagina 558
Gebruik in koude klimaten echter speciale HYUNDAI-dealer. ruitensproeiervloeistof om bevriezing te voorkomen. Slag: 5~7 klikjes bij een kracht van 20 kg (44 Ibs, 196 N).
Pagina 559
LUCHTFILTER Filter vervangen OBC3090019 OBC3090019 OBC3090018 OBC3090018 Het luchtfilter kan voor controle worden gereinigd met perslucht. Was het niet uit en spoel het niet af, want water veroorzaakt schade aan het filter. Vervang het luchtfilter als het vervuild is. OBC3090020 OBC3090020 1.
Pagina 560
• Gebruik originele HYUNDAI- onderdelen of het equivalent daar- van voor uw voertuig. Het gebruik van niet-originele onderdelen kan de luchtstroomsensor beschadigen.
Pagina 561
INTERIEURFILTER Filter controleren Het interieurfilter moeten worden vervan- gen door volgens het onderhoudsschema. Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Als u het interieurfilter zelf wilt vervangen, volg dan onderstaande proce- dure en let erop geen andere onderdelen te beschadigen.
Pagina 562
Onderhoud RUITENWISSERBLADEN Bladen controleren Bladen vervangen Verontreiniging van de voorruit of de rui- Wanneer de ruitenwissers de voorruit niet tenwisserbladen door bepaalde substan- meer voldoende reinigen, kunnen de bla- ties kan het effect van de ruitenwissers den versleten of gebarsten zijn en moeten verminderen.
Pagina 563
4. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat de ruitenwisserbladen vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer om schade aan de ruitenwisserarmen en andere onderdelen te voorkomen. 9-27...
Pagina 564
Onderhoud ACCU • Voorkom dat de startkabel (+) en (-) WAARSCHUWING elkaar raken. Anders kunnen vonken ontstaan. Volg altijd onderstaande voorzorgsmaat- regelen bij het werken in de buurt van of • De accu kan scheuren of exploderen aan de accu om ERNSTIG LETSEL of DE wanneer u een ontladen of bevroren DOOD te voorkomen: accu start met behulp van een hul-...
Pagina 565
Bovendien, voeg nooit te veel vloeistof bij. Dat kan corrosie van de accu of van andere onderdelen veroorzaken. Zet tot slot de doppen van de cellen stevig vast. We advi- seren u echter voor optimaal accuonder- houd contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 9-29...
Pagina 566
• Houd de accu tijdens het laden in de gaten; beëindig het laden of wijzig de laadstroom wanneer het elektrolyt in 1. AGM50L-DIN: door HYUNDAI de accucellen begint te borrelen of de gebruikte naam van de accu temperatuur van het elektrolyt hoger 2. 12V: Het Nominale spanning dan 49°C wordt.
Pagina 567
• We adviseren u voor het vervan- gen van de AGM-accu vervangende onderdelen te gebruiken die gele- Informatie verd zijn door een officiële HYUNDAI- Een onjuist afgevoerde batte- dealer. rij kan schadelijk zijn voor • Open of verwijder de afdekkap boven- het milieu en voor uw gezond- op de accu niet.
Pagina 568
Onderhoud BANDEN EN WIELEN Verzorging van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale levens- Klapband kan leiden u de controle over duur van de banden en een zo laag moge- de auto verliezen waardoor een ongeluk lijk brandstofverbruik, dient u de ban- met ernstig letsel of schade het gevolg den steeds op de aanbevolen spanning kan zijn.
Pagina 569
Wanneer banden warm zijn, zal de ban- te laten controleren door een officiële denspanning normaal gesproken 28 tot 41 HYUNDAI-dealer. kPa (4 tot 6 psi) hoger zijn dan wanneer • Een te hoge bandenspanning heeft ze koud zijn. Laat om de banden op de...
Pagina 570
Banden met een specifieke draairichting (indien van toepassing) draairichting (indien van toepassing) Om de loopvlakslijtage te egaliseren raadt HYUNDAI aan de banden te rouleren vol- gens het onderhoudsschema of eerder als er onregelmatige slijtage optreedt. Controleer bij het verwisselen van de ban- den tevens de balans.
Pagina 571
Banden vervangen Informatie De binnenzijde en de buitenzijde van een Slijtage-indicatoren Slijtage-indicatoren asymmetrische band zijn verschillend. Bij het monteren van een asymmetrische band moet erop worden gelet dat de zijde met de tekst "outside" zich aan de buitenzijde bevindt. Als het merkteken "inside" zich aan de buitenzijde bevindt, heeft dat een negatieve invloed op het rijgedrag van de auto.
Pagina 572
• Banden verouderen na verloop van tijd, zelfs wanneer ze niet worden gebruikt. HYUNDAI wordt aanbevolen om ban- den bij normaal gebruik over het alge- meen na zes (6) jaar te vervangen, ongeacht de resterende profieldiepte.
Pagina 573
Vraag uw Erkend ben de volgende betekenis. HYUNDAI Reparateur advies als u ziet dat Voorbeeld aanduiding bandenmaat: een band onregelmatig is versleten. (Deze maat dient slechts ter illustratie; de...
Pagina 574
Onderhoud 3. Controleren van de leeftijd Aanduiding velgmaat van de banden (TIN: Band Ook wielen zijn voorzien van informatie die Identificatienummer) van belang kan zijn bij eventuele vervan- ging. De letters en cijfers in de aanduiding Alle banden die ouder zijn dan zes jaar, van de velgmaat hebben de volgende gebaseerd of de fabricagedatum, (inclu- betekenis.
Pagina 575
De levensduur van de banden zal in 5. Maximale bandenspanning belangrijke mate afhankelijk zijn van de Dit getal geeft aan hoe hoog de banden- gebruiksomstandigheden. De levensduur spanning maximaal mag zijn. Overschrijd kan echter van de norm afwijken door de deze maximale bandenspanning niet.
Pagina 576
De temperatuurclassificatie van deze de band en het wiel te laten inspec- band geldt voor een band die de juis- teren door een officiële HYUNDAI- te spanning heeft en niet overbelast is. dealer. Extreem hoge rijsnelheden, een te lage •...
Pagina 577
Cartridge type Cartridge type Als de vervangende zekering ook door- brandt, duidt dit op een elektrische sto- ring. Vermijd het gebruik van het betrok- ken systeem en wij adviseren om een officiële HYUNDAI-dealer te raadplegen. Normaal Normaal Doorgebrand Doorgebrand Informatie...
Pagina 578
Bij loszitten, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Als u geen reservezekering hebt, kunt u in een noodgeval een zekering van een ander circuit gebruiken dat niet nodig is...
Pagina 579
Als het niet goed past, raden wij u aan een officiële Als de multizekering is doorgebrand, advi- HYUNDAI-dealer te raadplegen. seren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING Plaats het deksel op de juiste manier nadat de zekeringkast in de motorruimte gecontroleerd is.
Pagina 580
Onderhoud Zekering-/relaiskast Informatie Zekeringkast zijpaneel Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van bestuurderszijde de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekering- kast als u de zekeringkast controleert. OBC3093030L OBC3093030L Aan de binnenzijde van de deksels vindt...
Pagina 583
Zekeringkast motorruimte Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekering- kast als u de zekeringkast controleert. OBC3090026 OBC3090026 Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en classificaties.
Pagina 594
Onderhoud Wij adviseren u om een officiële HYUNDAI- Informatie dealer te raadplegen om de autolampen te vervangen. Kan het zelf vervangen van De koplamp en de achterlichten kunnen lampen problemen opleveren vanwege bevroren lijken als de auto na het rijden...
Pagina 595
Vervangen van koplampen, Type C – CUV parkeerlichten, richtingaanwijzerlampen Type A OBC3V091001 OBC3V091001 (1) Koplampen (dimlicht/grootlicht) (2) Richtingaanwijzerlampen (3) Dagrijverlichting & Parkeerlichten OBC3093064L OBC3093064L (1) Koplampen (dimlicht/grootlicht) : MFR (Multi Focus Reflector)-koplamp (2) Richtingaanwijzerlampen (3) Parkeerlicht (indien van toepassing) (4) Dagrijverlichting Type B - N line OLMB073042L OLMB073042L...
Pagina 596
Onderhoud • Behandel halogeenlampen altijd voor- Koplampen (grootlicht/dimlicht) zichtig om krassen te voorkomen. 1. Draai het voorwiel naar binnen. Voorkom contact met vloeistoffen wan- neer de lampen branden. • Raak het glas nooit met de vingers aan. Door achtergebleven vet kan de lamp te heet worden en knappen wanneer deze brandt.
Pagina 597
5 Portier, N-line 5 Portier, N-line 5 Portier, N-line 5 Portier, N-line OBC3090038 OBC3090038 OBC3090039 OBC3090039 OBC3TN091006 OBC3TN091006 OBC3TN091005 OBC3TN091005 Richtingaanwijzerlampen 4. Neem de stekker los van de koplamp. 1. Open de motorkap. 5. Maak de klem van de koplamp los 2.
Pagina 598
Parkeerlichten, Dagrijverlichting (LED Type) Als de ledlamp niet werkt, raden wij aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten controleren. De ledlampen kunnen niet als een enkele unit worden vervangen, omdat het een geïntegreerde unit is. De ledlamp moet met het apparaat worden vervangen.
Pagina 599
5. Plaats een nieuwe fitting in het huis Als de ledlamp niet werkt, raden wij aan door de nokjes van de fitting in lijn te het systeem door een officiële HYUNDAI- leggen met de uitsparingen van het dealer te laten controleren. De ledlampen huis.
Pagina 600
Onderhoud 3. Trek verticale lijnen (lijnen die door het Afstellen koplampen (voor hart gaan van de respectievelijke kop- Europa, indien van toepassing) lamp) en een horizontale lijn (die door Afstellen koplampen het hart gaat van de koplamp) op het scherm. Type A Type A 4.
Pagina 601
Richtpunt <Hoogte vanaf de grond> <Hoogte vanaf de grond> <Afstand tussen lampen> <Afstand tussen lampen> Scherm H1: Bodemvrijheid van koplampen dim- en grootlicht H1: Bodemvrijheid van koplampen dim- en grootlicht H3: Bodemvrijheid van mistlamp voorzijde H3: Bodemvrijheid van mistlamp voorzijde W1: Afstand tussen koplampen dim- en grootlicht W1: Afstand tussen koplampen dim- en grootlicht W3: Afstand tussen mistlamp voorzijde...
Pagina 602
Onderhoud Dimlicht (auto's met linkse besturing) Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter WAGENAS (O/L) Links/OPTISCH CENTRUM LAMP verticale lijn Rechts/OPTISCH CENTRUM LAMP verticale lijn H/OPTISCH CENTRUM LAMP horizontale lijn BEGRENZINGSLIJN (CRITERIA) (DIMLICHT) (DIMLICHT) GROND OBC3090058...
Pagina 603
Dimlicht (auto's met linkse besturing) Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter WAGENAS (O/L) Links/OPTISCH CENTRUM LAMP verticale lijn Rechts/OPTISCH CENTRUM LAMP verticale lijn H/OPTISCH CENTRUM LAMP horizontale lijn BEGRENZINGSLIJN (CRITERIA) (DIMLICHT) (DIMLICHT) GROND OBC3090059 OBC3090059...
Pagina 604
Onderhoud Mistlamp voor Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter VERTICALE LIJN DOOR HART WAGENAS (O/L) GLOEILAMP RECHTER VERTICALE LIJN DOOR HART BOVENSTE MISTLAMPEN VÓÓR GLOEILAMP LINKER MISTLAMP LIMIET 200 mm HORIZONTALE LIJN DOOR HART GLOEILAMP MISTLAMP BEGRENZINGSLIJN (CRITERIA)
Pagina 605
We adviseren u, als de ledlamp niet werkt, 2. Koppel de elektrische aansluiting van de auto te laten controleren door een offi- de gloeilamp los. ciële HYUNDAI-dealer. 3. Verwijder de lamphouder en de lens delen door de lamphouder linksom te draaien, totdat de nokken op de houder in lijn staan met de openingen in de lens delen.
Pagina 606
Onderhoud Lamp achterlichtunit vervangen Type A OIB074037 OIB074037 OBC3093045L OBC3093045L (1) Richtingaanwijzerlampen (2) Achterlicht/Stoplicht (3) Achterlicht (4) Mistachterlicht /Reflectielicht achter (5) Achteruitrijlicht /Reflectielicht achter OIB074038A OIB074038A 1. Open de achterklep 2. Draai de bevestigingsschroeven van de lichtunit los met een kruiskopschroe- vendraaier.
Pagina 607
OBC3090047 OBC3090047 OBC3093050L OBC3093050L [1]: Richtingaanwijzerlampen, [2]: Achterlicht/ [1]: Mistachterlicht, [2]: Achteruitrijlicht Stoplicht, Mistachterlicht, Achteruitrijlicht [3]: Achterlicht 1. Verwijder de achterste band en de Richtingaanwijzerlampen, wieldop. Achterlicht/Stoplicht 2. Verwijder de fitting uit de lichtunit door 4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de uit-...
Pagina 608
Onderhoud Type B OIB074037 OIB074037 OBC3093046L OBC3093046L (1) Achterlicht (2) Stoplicht (3) Richtingaanwijzerlampen (4) Achterlicht (5) Mistachterlicht /Reflectielicht achter (6) Achteruitrijlicht OIB074038 OIB074038 1. Open de achterklep 2. Draai de bevestigingsschroeven van de lichtunit los met een kruiskopschroe- vendraaier. 3. Verwijder de achterlichtunit uit de car- rosserie.
Pagina 609
Achterlicht en Stoplicht deksel. Als de ledlamp niet werkt, raden wij aan 3. Maak de connector los en verwijder het systeem door een officiële HYUNDAI- vervolgens de moeren door deze tegen dealer te laten controleren. De ledlampen de klok in te draaien.
Pagina 610
Onderhoud Type C OIB074037 OIB074037 OBC3V093002L OBC3V093002L (1) Richtingaanwijzerlampen (2) Achterlicht/Stoplicht (3) Achterlicht (4) Mistachterlicht /Reflectielicht achter (5) Achteruitrijlicht /Reflectielicht achter OIB074038 OIB074038 1. Open de achterklep 2. Draai de bevestigingsschroeven van de lichtunit los met een kruiskopschroe- vendraaier. 3. Verwijder de achterlichtunit uit de car- rosserie.
Pagina 611
OBC3V091003 OBC3V091003 OBC3V091004 OBC3V091004 [1]: Richtingaanwijzerlampen, [2]: Achterlicht/ [1]: Mistachterlicht Stoplicht, Mistachterlicht, Reflectielicht achter [3]: Achterlicht 1. Verwijder de achterste band en de Richtingaanwijzerlampen, wieldop. Achterlicht/Stoplicht, Achterlicht 2. Verwijder de fitting uit de lichtunit door 4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de uit-...
Pagina 612
3. Verwijder de lamp uit de fitting door Als de ledlamp niet werkt, raden wij aan de lamp in te drukken en deze een het systeem door een officiële HYUNDAI- willekeurige kant op te draaien tot de dealer te laten controleren. De ledlampen...
Pagina 613
Derde remlicht vervangen Kentekenplaatverlichting vervangen OBC3093051L OBC3093051L OAI3089029 OAI3089029 1. Open de achterklep. 2. Verwijder de stekkerdoos door deze 1. Wrik deksel van de lens met een platte schroevendraaier voorzichtig los uit het tegen de wijzers van de klok in te draai- huis van de verlichting.
Pagina 614
Onderhoud 1. Wrik de lens met een platte schroeven- Lamp interieurverlichting draaier voorzichtig los uit het huis van vervangen de interieurverlichting. 2. Trek de lamp naar buiten. Leeslampje Leeslampje 3. Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de inte- rieurverlichting en klik de lens vast.
Pagina 615
ONDERHOUD EXTERIEUR AANWIJZING AANWIJZING Als u uw auto in de buurt van een roest- • Gebruik geen agressieve reinigings- vrijstalen uithangbord of een gebouw middelen, oplosmiddelen of te heet met een glazen gevel parkeert, kunnen water en was de auto niet in de volle de kunststof onderdelen aan de bui- zon of wanneer de carrosserie warm tenkant van de auto, zoals een bumper,...
Pagina 616
Onderhoud In de was zetten Zet de auto in de was wanneer het water niet langer druppels op de lak vormt. Was en droog de auto altijd eerst voordat u hem in de was zet. Gebruik een goede kwaliteit vaste of vloeibare was en volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Pagina 617
HYUNDAI-dealer. Wees uiterst voorzich- onderdelen tegen corrosie beschermd. tig, omdat het moeilijk is de kwaliteit na reparatie te herstellen.
Pagina 618
Onderhoud Bescherming tegen roest WAARSCHUWING Bescherming van uw auto tegen roest Test na het wassen de remmen van uw Met behulp van de meest geavanceerde auto bij lage snelheid om te controleren technologie in ontwerp en constructie om of de remwerking door binnengedrongen roestvorming tegen te gaan, produceren water beïnvloed is.
Pagina 619
Houd uw auto schoon. Vocht werkt roest in de hand De beste manier om roest tegen te gaan Vocht creëert omstandigheden waaron- is uw auto schoon te houden en vrij van der roestvorming gemakkelijk optreedt. agressieve stoffen. Aandacht voor de Roestvorming wordt bijvoorbeeld bevor- onderkant van de auto is zeer belangrijk.
Pagina 620
Onderhoud Houd uw garage vochtvrij Verzorging interieur Parkeer uw auto niet in een vochtige, Algemene voorzorgsmaatregelen slecht geventileerde garage. Dit is de per- interieur fecte omgeving voor roestvorming. Dit geldt met name als u uw auto in de garage Algemeen Voorkom dat chemicaliën als wast of in de garage parkeert als deze nog parfum, cosmetische oliën, zonnebrand- nat is of bedekt met sneeuw, ijs of mod-...
Pagina 621
Interieurbekleding reinigen Leder (indien van toepassing) • Kenmerken van leder Oppervlakken in het interieur van het voertuig (indien uitgerust) - Leder wordt vervaardigd van de opperhuid van een dier, die via Verwijder stof en los vuil van het interieur een speciaal proces geschikt voor met een bezem of een stofzuiger.
Pagina 622
Onderhoud • Verzorgen van lederen stoelbekleding Veiligheidsgordels reinigen - Reinig de stoel regelmatig met een Reinig de gordels met een zachte zeepo- stofzuiger om stof en zand van de plossing die speciaal geschikt is voor het stoel te verwijderen. Hiermee voor- reinigen van bekleding en tapijt.
Pagina 623
Reservoir regelsystemen te garanderen, is het aan te raden uw auto door een officiële De brandstofdampen die vrijkomen in de HYUNDAI-dealer te laten controleren en brandstoftank worden geabsorbeerd en onderhouden volgens het onderhouds- opgeslagen in een reservoir. Als de motor schema in dit boekje.
Pagina 624
• Voer zelf geen aanpassingen of wijzi- en er teveel startpogingen onderno- gingen uit aan de motor of het emis- men worden, kan het emissieregelsys- sieregelsysteem. We adviseren u om teem beschadigd raken. alle inspecties en afstellingen door een officiële HYUNDAI-dealer uit te laten voeren. 9-88...
Pagina 625
Wanneer bovenstaande voorzorgsmaat filtersysteem te laten nakijken door een regelen niet in acht worden genomen, officiële HYUNDAI-dealer. kan schade aan de katalysator en aan uw Als het benzineroetfilterlampje gedurende auto ontstaan. Bovendien kan hierdoor de een langere periode knippert, kan er scha- garantie vervallen.
Pagina 628
Index Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ............. 2-23 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ..............2-25 Aanpassingen aan de auto ..................1-8 Accu ........................9-28 Accucapaciteitsticker ..................9-30 Accu opladen ....................9-30 Optimale werking van de accu ................. 9-29 Te resetten onderdelen ..................9-31 Achteruitkijkmonitor (RVM) ................7-107 Storing en beperkingen van de achteruitkijkmonitor ........
Pagina 629
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ..........5-66 Automatische verwarming en airconditioning ..........5-67 Handmatig bediende verwarming en airconditioning ........5-68 Onderhoudssysteem ..................5-75 Werking van het systeem .................. 5-72 Automatische transmissie ................... 6-19 Bediening automatische transmissie ............... 6-19 Goed rijgedrag ....................6-24 Banden en wielen ....................
Pagina 630
Index Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA) ..........7-46 Storing en beperkingen van Blind-Spot collision-avoidance assist-systeem ... 7-53 Werking van Blind-Spot Collision-Avoidance Assist ........7-50 Instellingen voor Blind-Spot Collision-Avoidance Assist........ 7-48 Brandstoflabel ..................... 2-29 Contactslot ......................6-5 Engine Start/Stop-knop ..................6-8 Sleutel contactslot ..................... 6-5 Controlesysteem voor Lage Bandenspanning (TPMS) ........
Pagina 631
Werking van de handmatige transmissie ............6-13 High Beam Assist (HBA) ..................5-49 Storing en beperkingen in HBA (High Beam Assist) ........5-50 Werking van High Beam Assist................ 5-50 Instellingen voor High Beam Assist (grootlichtassistentie) ......5-49 Hyundai Motor Company ..................1-2...
Pagina 632
Index Infotainmentsysteem .................... 5-94 Antenne ......................5-94 Bluetooth® Wireless Technology handsfree ........... 5-97 Uitleg werking autoradio .................. 5-98 Audiobediening op stuurwiel ................5-95 USB-poort ......................5-94 Spraakherkenning .................... 5-97 Inhoud bagageruimte ................... 2-22 Inrijprocedure ......................1-8 Instructies voor het gebruik van de auto ............... 1-8 Instrumentenpaneel (Type A, C) ................
Pagina 633
ISG-systeem (Idle Stop & Go) ................6-45 Activeren van de ISG ..................6-45 Toestand van het ISG-systeem ................. 6-49 Deactiveren van de ISG ..................6-45 ISG-aanduiding ....................6-50 Storing ISG-systeem ..................6-51 Kennisgeving open source software ..............2-28 Kinderzitjes (CRS) ..................... 3-30 Plaatsen van een kinderzitje (CRS) ..............
Pagina 634
Index Lekke band (met reservewiel) ................8-15 Krik en gereedschap ..................8-15 Banden verwisselen ..................8-16 Kriklabel ......................8-20 EU conformiteitsverklaring voor krik .............. 8-21 Luchtfilter ......................9-23 Filter vervangen ....................9-23 Manual Speed Limit Assist (MSLA) ..............7-58 Werking van Manual Speed Limit Assist (Handmatige snelheidslimiet) ..7-59 Instellingen voor Manual Speed Limit Assist ..........
Pagina 635
Onderhoud exterieur .................... 9-79 Verzorging exterieur ..................9-79 Verzorging interieur ..................9-84 Onderhoudswerkzaamheden .................. 9-6 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het onderhoud uitgevoerd door eigenaar ................. 9-6 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ............... 9-6 Opbergvak ......................5-82 Opbergvak middenconsole ................5-82 Dashboardkastje ....................5-83 Overige voorzieningen ..................
Pagina 636
Index Parking Assist (PA) ................... 7-147 Storing en beperkingen van Parking assist ............. 7-159 Werking van Parking Assist ................7-149 Instellingen voor Parking Assist ..............7-148 Rear Cross-Traffic Collision Warning (RCCW) ..........7-111 Rear Cross-Traffic Collision Warning ............7-112 Storing en beperkingen van Rear Cross-Traffic Collision Warning Assist ..7-114 Werking van Rear Cross-Traffic Collision Warning ........
Pagina 637
Rijden in de winter....................6-62 Sneeuw of ijs ....................6-62 Voorzorgsmaatregelen voor de winter .............. 6-64 Rijden onder speciale rijomstandigheden ............6-58 Vloeiend nemen van bochten ................6-59 Doorwaden van water ..................6-60 Rijden in de regen .................... 6-59 Rijden onder moeilijke omstandigheden ............6-58 Rijden op de snelweg ..................
Pagina 638
Index Start Stop Coasting (SSC) (voor 48V MHEV) ........... 6-53 Voorwaarden voor het opnieuw starten van de motor ........6-53 SSC-bedrijfscondities ..................6-53 Starten met een hulpaccu ..................8-6 Stoelen ........................3-4 Voorstoelen ......................3-6 Hoofdsteun ...................... 3-12 Achterstoelen ....................3-10 Veiligheidsmaatregelen ..................
Pagina 639
Voertuigcertificatielabel ..................2-26 Voertuiggegevensverzameling en event data recorders ......... 1-9 Voertuig-identificatienummer (VIN) ..............2-26 Vóór het rijden ...................... 6-4 Vóór het instappen .................... 6-4 Vóór het starten ....................6-4 Voorruit ontdooien en ontwasemen ..............5-77 Automatisch ontwasemingssysteem (alleen voor automatisch klimaatregelsysteem) ..........5-79 Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ..........