Pagina 1
Technische gegevens De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. HYUNDAI streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Pagina 2
OPMERKING: WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben. Het is niet toegestaan uw HYUNDAI op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van uw HYUNDAI.
Pagina 3
WAARSCHUWINGEN In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING. Hiermee wordt het volgende bedoeld. GEVAAR OPMERKING GEVAAR verwijst naar een gevaarlijke OPMERKING verwijst naar situatie die, indien niet vermeden, gevaarlijke situatie die, indien niet ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
Pagina 4
EEN WOORD VOORAF Hartelijk dank voor het kiezen van een Hyundai. We zijn blij om u te verwelkomen bij het groeiende aantal vooraanstaande mensen die HYUNDAI rijden. Wij zijn erg trots op de geavanceerde techniek en hoogwaardige constructie van elk Hyundai die we maken.
Pagina 5
Introductie GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om het meeste Uw veiligheid en de veiligheid van veiligheids- rijplezier van uw auto te krijgen. Het anderen is zeer belangrijk. In dit waarschuwingssymbool. Het instructieboekje kan daar op vele instructieboekje vindt veel wordt gebruikt om u te...
Pagina 6
(We adviseren u contact op te vermeden, kan leiden tot schade kunnen de prestaties van de auto nemen officiële iets minder worden. aan de auto. HYUNDAI-dealer.) gebruik LOODVRIJE BENZINE zijn prestaties WAARSCHUWING maximaal en de uitlaatgassen het schoonst en wordt vervuiling van de •...
Pagina 7
Neem contact op met een bevat veroorzaakt worden door het gebruik officiële HYUNDAI-dealer om te - brandstof die ferroceen (Fe) bevat van: informeren of uw auto geschikt is voor het gebruik van loodhoudende - brandstoffen met andere 1.
Pagina 8
Geadviseerd wordt geen brandstof in Uw auto is niet geschikt voor het uw auto te gebruiken die meer dan gebruik methanol (methyl- HYUNDAI raadt u aan loodvrije 15,0 volumeprocent MBTE (Methyl alcohol). Dit type brandstof heeft een benzine tanken Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa...
Pagina 9
Introductie Rijden in het buitenland Dieselmotor Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door Als u van plan bent om met uw auto Dieselbrandstof brandstoftekort afslaat, moeten de naar het buitenland te gaan: Gebruik voor de dieselmotor alleen brandstofcircuits volledig worden •...
Pagina 10
Introductie Biodiesel OPMERKING OPMERKING Indien uw auto aan de EN 14214- norm of vergelijkbaar voldoet, mag • Het is raadzaam de aanbevolen Gebruik nooit brandstof, bij het benzinestation verkrijgbare diesel voor dieselauto's ongeacht diesel, dieselmengsels met niet meer dan uitgerust met een DPF-systeem biodiesel of anderszins, dat 7% biodiesel, algemeen bekend als te gebruiken.
Pagina 11
GEBRUIKTE AUTO'S (EUROPA) U hoeft de auto niet gedurende een bepaalde periode in te rijden. U kunt Een onjuiste bediening van de auto HYUNDAI stimuleert echter door het opvolgen van een kan ertoe leiden dat u de macht over milieuvriendelijke afvoer voor auto's...
Pagina 12
Uw auto in één oogopslag Veiligheidssysteem van uw auto Kenmerken van uw auto Multimediasysteem INHOUDSOPGAVE Rijden met uw auto Wat te doen in een noodgeval Onderhoud Specificaties & Consumenteninformatie Introductie...
Pagina 13
Uw auto in één oogopslag Overzicht exterieur (I) ..........1-2 Overzicht exterieur (II) .........1-3 Interieur, overzicht ..........1-4 Dashboard, oversicht (I) ........1-5 Dashboard, oversicht (II) ........1-6 Motorruimte............1-7...
Pagina 14
Uw auto in één oogopslag OVERZICHT EXTERIEUR (I) ■ Vooraanzicht 1. Panoramadak .........3-40 2. Voorruitenwisserbladen......7-30 3. Buitenspiegel ..........3-31 4. Portiersloten ...........3-15 5. Koplamp ........3-118, 7-65 6. Dagrijverlichting ........3-122 7. Mistlamp vóór ........3-120 8. Motorkap..........3-46 9. Banden en wielen........7-36 10. Hulpsysteem bestuurder.....3-135 De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Pagina 15
OVERZICHT EXTERIEUR (II) ■ Achteraanzicht 1. Antenne ............4-3 2. Ontwaseming........3-164 3. Tankdopklep..........3-48 4. Sleepoog ..........6-43 5. Achterlichtunit .........7-76 6. Achterruitenwisserblad ......7-31 7. Derde remlicht ........7-79 8. Achterklep..........3-51 De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OTL015002...
Pagina 16
Uw auto in één oogopslag INTERIEUR, OVERZICHT 1. Knop vergrendelen/ ontgrendelen portier ......3-17 2. Schakelaars ruitbediening ....3-35 3. Schakelaar centrale portiervergrendeling ......3-18 4. Blokkeerschakelaar ruitbediening..3-38 5. Schakelaar spiegelbediening ....3-32 6. Toets inklapbare buitenspiegel ..3-33 7. Koplampverstelling ......3-122 8. Bedieningstoets dashboardverlichting ......3-67 9.
Pagina 18
Uw auto in één oogopslag DASHBOARD, OVERSICHT (II) 1. 12V-aansluiting ......3-204 ® 2. Aux, USB en iPod -aansluiting ..4-2 3. Aansteker ........3-206 4. Schakelaar elektronische ■ ■ parkeerrem (EPB) ......5-43 5. Toets rijmodus ........5-81 6. Toets AUTO HOLD......5-49 7. Toets parkeerhulpsysteem achter/ parkeerhulpsysteem ..3-140/3-136 ■...
Pagina 19
MOTORRUIMTE ■ Benzine (Gamma 1,6L GDI) 1. Koelvloeistofreservoir/radiateurdop ..7-18 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir..7-22 3. Luchtfilter ..........7-26 4. Peilstok motorolie.........7-14 ■ 5. Vuldop motorolie ........7-15 Benzine (Gamma 1,6L T-GDI) 6. Sproeierreservoir .........7-24 7. Zekeringkast ........7-49 8. Accu .............7-32 De werkelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. OTLE075001/OTLE075002...
Pagina 20
Uw auto in één oogopslag ■ Benzine (Nu 2,0 MPI) 1. Koelvloeistofreservoir/radiateurdop ..7-18 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir..7-22 3. Luchtfilter ..........7-26 4. Peilstok motorolie.........7-14 5. Vuldop motorolie ........7-15 6. Sproeierreservoir .........7-24 7. Zekeringkast ........7-49 8. Accu .............7-32 De werkelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. OTLE075003...
Pagina 21
■ Diesel (U2 1,7 TCI) 1. Koelvloeistofreservoir/radiateurdop ..7-18 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir..7-22 3. Luchtfilter ..........7-26 4. Peilstok motorolie.........7-15 5. Vuldop motorolie ........7-17 ■ Diesel (R 2,0 TCI) 6. Sproeierreservoir .........7-24 7. Zekeringkast ........7-49 8. Accu .............7-32 9. Brandstoffilter........7-25 De werkelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. OTL075002/OTL075001...
Pagina 22
Veiligheidssysteem van uw auto In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie over hoe u uzelf en uw passagiers kunt beschermen. U krijgt uitleg over het correcte gebruik van de stoelen en veiligheidsgordels en over de werking van de airbags. Bovendien geeft dit hoofdstuk informatie over het op de juiste wijze vervoeren van baby's en kinderen in de auto.
Pagina 23
Veiligheidssysteem van uw auto BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN hoofdstuk deze Gebruik voor alle kinderen de Gevaren airbag handleiding vindt u talrijke veiligheids- juiste veiligheidssystemen Hoewel airbags levens kunnen voorzorgsmaatregelen redden, kunnen ze ook ernstig letsel Alle kinderen onder de 13 jaar aanbevelingen. veiligheids- moeten in uw auto worden vervoerd veroorzaken...
Pagina 24
Afleiding van de bestuurder • Uw mobiele apparatuur ALLEEN Pas uw snelheid aan te gebruiken als dit wettelijk is Afleiding van de bestuurder vormt Een te hoge snelheid speelt een toegestaan en de omstandigheden een ernstige bedreiging voor de belangrijke aanrijdingen veilig gebruik mogelijk maken.
Pagina 25
Veiligheidssysteem van uw auto STOELEN ■ Type A ■ Type B Voorstoel (1) Voorwaartse/achterwaartse richting (2) Rugleuningverstelling (3) Zittinghoogte (bestuurdersstoel) (4) Lendesteun (bestuurdersstoel)* (5) Stoelverwarming* (6) Stoelventilatiesysteemt* (7) Hoofdsteun 2e zitrij (8) Rugleuning verstellen en neerklappen (9) Hoofdsteun (10) Armsteun (11) Stoelverwarming* * : indien van toepassing OTLE035001...
Pagina 26
Veiligheids- Airbags (Vervolg) voorzorgsmaatregelen kunt voorzorgsmaatregelen • Zet de voorpassagiersstoel zo nemen om de kans op letsel door Het zo afstellen van de stoelen dat ver mogelijk naar achteren. een zich opblazende airbag te de bestuurder en de passagiers in •...
Pagina 27
Veiligheidssysteem van uw auto Veiligheidsgordels Voorstoel (Vervolg) Doe bij elke rit voor het wegrijden De voorstoel kan worden afgesteld • Zet de rugleuning altijd zo eerst de veiligheidsgordel om. met de bedieningsschakelaar aan de veel mogelijk rechtop en buitenzijde van de zitting. Stel voor het De inzittenden moeten altijd rechtop draag het heupgedeelte van rijden de stoel af in de juiste stand...
Pagina 28
Handmatige verstelling (Vervolg) OPMERKING • Zorg ervoor dat de rugleuning Om letsel te voorkomen: altijd in de normale positie kan worden gezet en niets de • Verstel uw stoel niet als u de juiste vergrendeling van de veiligheidsgordel omgedaan rugleuning hindert. hebt.
Pagina 29
Veiligheidssysteem van uw auto Verstellen van de rugleuning De veiligheidsgordel moet strak over uw heupen en borst lopen voor een Het tijdens het rijden zitten op een maximale effectiviteit. stoel naar achteren rugleuning te ver achterover staat, geklapte rugleuning kan gevaarlijk kan de schoudergordel zijn werk niet zijn.
Pagina 30
Elektrische verstelling De voorstoel kan worden afgesteld met de bedieningsschakelaar aan de buitenzijde van de zitting. Stel voor het rijden de stoel af in de juiste stand zodat het stuurwiel, de pedalen en de bedieningsorganen op het dashboard gemakkelijk bediend kunnen worden. WAARSCHUWING OTLE035004 OTLE035077...
Pagina 31
Veiligheidssysteem van uw auto AANWIJZING Om beschadiging van de stoelen te voorkomen: • Laat de schakelaar los zodra de stoel in de voorste of achterste stand staat. • Verstel de stoel niet langer dan nodig is als de motor niet draait. Als u dat wel doet, kan de accu te ver ontladen raken.
Pagina 32
Verstellen van de rugleuning De veiligheidsgordel moet strak over uw heupen en borst lopen voor een Het tijdens het rijden zitten op een maximale effectiviteit. stoel naar achteren rugleuning te ver achterover staat, geklapte rugleuning kan gevaarlijk kan de schoudergordel zijn werk niet zijn.
Pagina 33
Veiligheidssysteem van uw auto Opbergvak in rugleuning OPMERKING Plaats geen zware of scherpe voorwerpen opbergvakken. Bij een ongeval kunnen ze uit de opbergvakken geslingerd worden inzittenden verwonden. OTL035008 Lendensteun (Bestuurdersstoel, OTL035017 indien van toepassing) rugleuning beide • De lendensteun worden voorstoelen bevindt zich...
Pagina 34
Achterstoelen Neerklapbare achterbank De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten. WAARSCHUWING OTL035029 • Laat nooit iemand op een OTLE035060 neergeklapte rugleuning Neerklappen van de rugleuning zitten als de auto rijdt omdat achter: geen veilige...
Pagina 35
Veiligheidssysteem van uw auto WAARSCHUWING Zorg ervoor, indien rugleuning weer rechtop zet, dat u deze vasthoudt en rustig omhoog klapt. Controleer of de rugleuning goed vergrendeld is door tegen de bovenzijde van rugleuning drukken. Anders kan bij een aanrijding of noodstop de rugleuning naar OTLE035024 OTLE035025...
Pagina 36
Armsteun WAARSCHUWING motor uit, selectiehendel stand (parkeren) activeer parkeerrem alvorens bagage in of uit te laden. Het niet opvolgen van deze stappen kan ertoe leiden auto zich onbedoeld in beweging zet als de selectiehendel per ongeluk in OTLE045096 een andere stand gezet wordt. Bekerhouder OTLE035021 Trek de armsteun omlaag om de...
Pagina 37
Veiligheidssysteem van uw auto Hoofdsteun AANWIJZING (Vervolg) De hoofdsteunen voor en achter • Sla, beschadiging zijn verstelbaar. De hoofdsteunen voorkomen, NOOIT tegen vergroten het comfort voor de hoofdsteun en trek er niet aan. inzittenden, maar belangrijker is dat ze speciaal ontworpen zijn om de OPMERKING inzittenden beter te beschermen tegen een whiplash en ander nek- en...
Pagina 38
Hoofdsteunen voorstoelen OTL035014 OTL035009 Verstellen in voor-/achterwaartse Afstellen van de hoogte OLMB033009 richting De hoofdsteun hoger afstellen: bestuurdersstoel De hoofdsteun kan in drie standen 1. Trek hem omhoog om hem in de voorpassagiersstoel zijn voorzien naar wens naar voren worden gewenste positie (1) te zetten.
Pagina 39
Veiligheidssysteem van uw auto ■ Type A 3. Druk de ontgrendelknop op de hoofdsteun (3) in terwijl u de hoofdsteun naar boven (4) trekt. WAARSCHUWING Laat tijdens het rijden NOOIT iemand zitten in een stoel waarvan hoofdsteun verwijderd is. OTLE035010 ■...
Pagina 40
■ Type A 4. Zet de rugleuning (4) rechtop met Hoofdsteunen achterstoelen de knop of de schakelaar voor de rugleuningverstelling (3). WAARSCHUWING Controleer of de hoofdsteunen goed vergrendeld zijn nadat ze opnieuw geplaatst zijn en of ze goed zijn afgesteld. OTLE035012 ■...
Pagina 41
Veiligheidssysteem van uw auto Stoelverwarming en (Vervolg) stoelventilatiesysteem • Baby's, kinderen, ouderen, Stoelverwarming voor gehandicapten (indien van toepassing) ziekenhuispatiënten. Met de stoelverwarming kunnen de • Mensen met een gevoelige stoelen bij lage buitentemperaturen huid gemakkelijk worden verwarmd. verbranden. • Vermoeide personen. WAARSCHUWING •...
Pagina 42
■ Type A Laat de toetsen in stand UIT staan als AANWIJZING de stoelverwarming niet gebruikt beschadiging hoeft te worden. stoelverwarming en stoelen te voorkomen: • Iedere keer als u op de toets drukt, • Gebruik voor het reinigen van de verandert de termperatuurinstelling stoelen geen oplosmiddel, zoals voor de stoel als volgt:...
Pagina 43
Veiligheidssysteem van uw auto Stoelventilatiesysteem voor Het stoelventilatiesysteem zorgt voor AANWIJZING het koelen van de stoelen door (indien van toepassing) beschadiging lucht blazen door kleine ■ Type A stoelventilatiesysteem uitstroomopeningen in het oppervlak voorkomen: van de zittingen en de rugleuningen. •...
Pagina 44
• Zet de motor uit en start hem hoeft te worden. weer als de uitstroomopeningen niet werken. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als dat geen verbetering brengt. 2-23...
Pagina 45
Veiligheidssysteem van uw auto VEILIGHEIDSGORDELS In dit hoofdstuk wordt beschreven WAARSCHUWING (Vervolg) hoe de veiligheidsgordels op de • Vervoer nooit meerdere juiste manier gebruikt worden. ALLE inzittenden moeten de kinderen op één stoel of Verder worden er zaken behandeld veiligheidsgordel dragen als de vastgezet met één veiligheids- die achterwege moeten worden...
Pagina 46
Waarschuwingslampje (Vervolg) WAARSCHUWING veiligheidsgordel • gesp Waarschuwingssysteem Beschadigde veiligheids- veiligheidsgordel niet vast in veiligheidsgordels gordels en gordelmechanismen de gordelsluiting van een zullen niet goed werken. andere stoel. ■ Voor de bestuurder in het instrumentenpaneel Vervang een veiligheidsgordel • Maak de veiligheidsgordel altijd: tijdens het rijden NOOIT los.
Pagina 47
Veiligheidssysteem van uw auto Als de veiligheidsgordel van de Als u de veiligheidsgordel vervolgens bestuurder wordt losgemaakt nadat niet vastmaakt en u gaat sneller het contact in stand ON is gezet, rijden dan 9 km/h, gaat het reeds brandt het waarschuwingslampje brandende waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel totdat de...
Pagina 48
- U start de motor wanneer de Informatie veiligheidsgordel achter niet is • Het waarschuwingslampje voor de vastgemaakt. gordel voor voorpassagier - U gaat sneller dan 9 km/h rijden bevindt zich in de middenconsole. wanneer veiligheidsgordel • Ook als er geen passagier op de stoel achter niet is vastgemaakt.
Pagina 49
Veiligheidssysteem van uw auto Veiligheidsgordels AANWIJZING Driepuntsgordel Als u de gordel niet gemakkelijk uit de blokkeerautomaat kunt trekken, trekt u de gordel eerst aan en laat u hem daarna oprollen. Na het loslaten kunt u de gordel gemakkelijk uittrekken. ODH033053 U moet het (1) heupgedeelte over uw heup dragen en het schoudergedeelte ODH033055...
Pagina 50
■ Voorstoel (Vervolg) • Plaats het heupgedeelte van de veiligheidsgordel zo laag mogelijk over uw heupen en niet over uw middel, zodat de gordel strak aanligt. Hierdoor vangen de sterke heupbeen- deren kracht aanrijding op en wordt de kans op inwendig letsel gereduceerd. •...
Pagina 51
Veiligheidssysteem van uw auto Middelste veiligheidsgordel achter (driepuntsgordel middelste zitplaats achter) OTLE035080 OTLE035027 2. Steek gesp 3. Haal de gesp (B) uit de houder (C). gordelsluiting (A') totdat een klik hoorbaar is. De klik geeft aan dat de OTLE035079 gordel goed vergrendeld is. Zorg ervoor dat de gordel niet verdraaid Vastmaken van uw gordel: zit.
Pagina 52
OTLE035032 OTL035028 4. Trek aan de gesp (B) en steek OTL035031 deze in de gordelsluiting (B') totdat Losmaken van de veiligheidsgordel een klik hoorbaar is. De klik geeft 1. Druk de ontgrendelknop in op de gordel goed gordelsluiting (B') en haal de gesp vergrendeld is.
Pagina 53
Veiligheidssysteem van uw auto Gordelspanner Wanneer plotseling wordt afgeremd of wanneer de inzittende te snel voorover veiligheidsgordel probeert te buigen, wordt de gordel door de blokkeerautomaat vergrendeld. Bij bepaalde frontale aanrijdingen zal de gordelspanner echter geactiveerd worden en zal deze de gordel strakker om het lichaam van de inzittende trekken.
Pagina 54
(3) Airbagmodule onderhouden, repareren repareren door een officiële (4) Emergency Fastening Device vervangen. Laat dit over aan HYUNDAI-dealer. (EFD) (indien van toepassing) een officiële HYUNDAI-dealer. • Stel de veiligheidsgordels niet bloot aan schokken. 2-33...
Pagina 55
Dat zijn controleren door een officiële normale verschijnselen en het stof is HYUNDAI-dealer. niet schadelijk. (Vervolg) 2-34...
Pagina 56
Extra voorzorgsmaatregelen Kinderen en het gebruik van WAARSCHUWING veiligheidsgordel veiligheidsgordels Baby's en kleine kinderen Gebruik van veiligheidsgordels Zet een baby of kind ALTIJD op bij zwangerschap In de meeste landen zijn regels over de juiste wijze vast in een het vervoer van kinderen opgesteld kinderzitje dat geschikt is voor de Ook bij zwangerschap moet de gebruik...
Pagina 57
Veiligheidssysteem van uw auto Kleine kinderen zijn bij een aanrijding Probeer het kind verder naar het Grotere kinderen het best beschermd als ze goed midden plaats te laten nemen Kinderen jonger dan 13 jaar en vastgezet op de achterbank vervoerd wanneer het schoudergedeelte over kinderen die te groot zijn voor een worden in een wettelijk goedgekeurd...
Pagina 58
Gehandicapten en het gebruik Zet de rugleuning niet Hoe verder de rugleuning naar achteren staat, hoe groter de kans is van veiligheidsgordels horizontaal dat de inzittende bij een aanrijding gehandicapten Het tijdens het rijden zitten op een onder het heupgedeelte van de auto vervoerd worden, moeten stoel naar...
Pagina 59
De veiligheidsgordels moeten in hun geheel worden vervangen als de auto bij een aanrijding betrokken is. Dat is ook het geval als de veiligheidsgordels niet zichtbaar beschadigd zijn. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 2-38...
Pagina 60
KINDERZITJES Dit raden wij aan: Vervoer Volgens ongevallenstatistieken lopen Kinderzitjes (CRS) kinderen minder risico in een kinderen altijd op de Baby's en jonge kinderen moeten met kinderzitje op een achterstoel dan in achterzitplaatsen de rug of met het gezicht in de een kinderzitje op de voorstoel.
Pagina 61
U vindt deze informatie normaal gesproken op het verplichte label • Laat de Hyundai-dealer na een of in de gebruiksaanwijzing. ongeval het kinderzitje, de • Kies een kinderzitje dat past op de veiligheidsgordels, de ISOFIX-...
Pagina 62
Kinderen jonger dan 1 jaar moeten altijd worden vervoerd kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit. Er bestaan verschillende soorten kinderzitjes waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit: zitjes voor baby's kunnen alleen worden gebruikt kinderzitje...
Pagina 63
Veiligheidssysteem van uw auto Plaatsen van een kinderzitje Nadat u een goede kinderzitje heb Zittingverhogingen gekozen voor kind (CRS) Een zittingverhoging is een zitje dat gecontroleerd hebt dat het kinderzitje ervoor zorgt dat de veiligheidsgordel goed past goed op de zitplaats, van de auto beter aansluit.
Pagina 64
Verstel de hellingshoek van de ISOFIX-bevestigingspunten en Om het ISOFIX-systeem van uw rugleuning en/of schuif de stoel auto te kunnen gebruiken moet u Top Tether-bevestigingspunt naar voren of achteren om ervoor over een kinderzitje met ISOFIX- (ISOFIX-bevestigingssysteem) te zorgen dat het kinderzitje zo bevestigingspunten beschikken.
Pagina 65
Veiligheidssysteem van uw auto Positie-indicator ISOFIX- WAARSCHUWING bevestigingspunt Probeer geen ISOFIX-kinderzitje te plaatsen op de middelste zitplaats achter. Deze zitplaats is niet voorzien van de ISOFIX- ISOFIX- bevestigingspunten. Als u de bevestigingspunt bevestigingspunten buitenste zitplaatsen gebruikt om een kinderzitje op de middelste zitplaats te monteren, kunnen OLM039035 OTLE035036...
Pagina 66
Vastzetten van een kinderzitje WAARSCHUWING (Vervolg) met het ISOFIX-systeem • Bevestig NOOIT meer dan één Plaats i-Size ISOFIX- Neem bij het gebruik van het kinderzitje één paar kinderzitje op de volgende wijze op ISOFIX-systeem altijd bevestigingspunten. Hierdoor een van de buitenste zitplaatsen volgende voorzorgsmaatregelen zouden bevestigings-...
Pagina 67
Veiligheidssysteem van uw auto Vastzetten van een kinderzitje WAARSCHUWING met behulp van het Top Tether- bevestigingssysteem Neem bij het aanbrengen van de Top Tether-riem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: • Lees alle aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje betrekking plaatsen volg...
Pagina 68
(Vervolg) • De bevestigingspunten zijn alleen berekend belasting erop wordt uitgeoefend door een juist gemonteerd kinderzitje. Ze mogen in geen geval worden gebruikt voor bevestiging van veiligheids- gordels voor volwassenen of voor bevestiging andere componenten in de auto. 2-47...
Pagina 69
Veiligheidssysteem van uw auto Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de ISOFIX-kinderzitjes overeenkomstig de ECE-voorschriften ISOFIX-posities in auto Gewichtsgroep Lengteklasse Bevestiging Middelste Buitenste achter Buitenste achter Voorpassagier (bestuurderszijde) (passagierszijde) achter ISO/L1 Reiswieg ISO/L2 0 : TOT 10 KG ISO/R1 ISO/R1 0 + : TOT 13 KG ISO/R2 ISO/R3 ISO/R2...
Pagina 70
Vastzetten van een kinderzitje Informatie met een driepuntsgordel Raadpleeg paragraaf Als het ISOFIX-bevestigingssysteem “Middelste driepuntsgordel achter” niet wordt gebruikt, moet een van dit hoofdstuk als de middelste kinderzitje altijd gordel achter wordt gebruikt. heupgedeelte van een driepunts- gordel worden vastgezet op een achterstoel.
Pagina 71
Veiligheidssysteem van uw auto Druk de ontgrendelknop op de gordelsluiting haal driepuntsgordel uit het kinderzitje en laat de gordel volledig oprollen als u het kinderzitje wilt verwijderen. OLMB033045 OLMB033046 2. Zet gesp vast 3. Beperk zo veel mogelijk de speling van de gordel door tegen het gordelsluiting.
Pagina 72
Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de "universele" categorie kinderzitjes die vastgezet worden met gordels overeenkomstig de ECE-voorschriften Zitpositie Tweede rij Gewichtsgroep Buitenzijde Midden voorpassagier Buitenzijde links Buitenzijde rechts (DRIEPUNTSGORDEL) Groep. 0 Tot 10kg (0-9 maanden) Groep. 0 + Tot 13kg (0-2 jaar) Groep.
Pagina 73
Veiligheidssysteem van uw auto i-Size kinderzitjes bevestigingssystemen voor kinderen overeenkomstig de ECE-voorschriften Zitpositie Tweede rij Gewichtsgroep Buitenzijde voorpassagier Buitenzijde links Midden Buitenzijde rechts i-Size kinderzitjes i-U : Geschikt voor i-Size “universele” kinderzitjes waarin het kind met het gezicht naar voren of naar achteren zit i-UF : Alleen geschikt voor i-Size “universele”...
Pagina 74
AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM 1. Airbag bestuurder 2. Airbag voorpassagier* 3. Zijairbag* 4. Curtain airbag* 5. ON/OFF-schakelaar voorpassagiersairbag* * : indien van toepassing Het aantal daadwerkelijke airbags kan afwijken van de afbeelding. OTLE035037/OTLE035081 2-53...
Pagina 75
Veiligheidssysteem van uw auto Auto's zijn voorzien WAARSCHUWING airbagsysteem voor de bestuurders- stoel en de voorpassagiersstoel. VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN M.B.T. AIRBAGS De frontairbags zijn ontworpen Maak ALTIJD gebruik van de veiligheidsgordels en van kinderzitjes – aanvulling iedere keer, bij iedere reis en voor iedereen! Zelfs als de auto is driepuntsveiligheidsgordels.
Pagina 76
Waar zitten de airbags? Uw auto is uitgerust met een WAARSCHUWING aanvullend veiligheidssysteem Bestuurdersairbag en (SRS) en driepuntsgordels voor de voorpassagiersairbag Om de kans op ernstig letsel bestuurder en de voorpassagier. (indien van toepassing) door zich opblazende Het aanvullend veiligheidssysteem airbag voor beperken,...
Pagina 77
Veiligheidssysteem van uw auto (Vervolg) • Er mogen geen voorwerpen (zoals een beschermhoes, een houder voor een mobiele telefoon, een bekerhouder, luchtverfrisser stickers) op of in de buurt van de airbagmodules op het stuurwiel, op het dashboard, op de voorruit of op het dashboardpaneel boven het OTLE035081 OTLE035086...
Pagina 78
Informatie • Laat in dat geval de ON/OFF- schakelaar voor Het controlelampje voorpassagiers- voorpassagiersairbag en het airbag ON/OFF brandt gedurende airbagsysteem spoedig ongeveer 4 seconden nadat het contact mogelijk controleren door een in stand ON is gezet. officiële HYUNDAI-dealer. 2-57...
Pagina 79
Veiligheidssysteem van uw auto Zijairbags Het doel van de airbag is om de (Vervolg) bestuurder en de voorpassagier een (indien van toepassing) • Alle inzittenden moeten altijd aanvullende bescherming te bieden hun veiligheidsgordel dragen: naast de bescherming die wordt de gordel houdt de inzittende geboden door de veiligheidsgordel.
Pagina 81
Veiligheidssysteem van uw auto Hoe werkt het airbagsysteem? (Vervolg) (Vervolg) • • Alle inzittenden moeten altijd Laat passagiers niet met het hun veiligheidsgordel dragen: hoofd of andere delen van het de gordel houdt de inzittende lichaam tegen portier zo goed mogelijk op zijn plaats. leunen, hun armen uit het raam steken of voorwerpen tussen •...
Pagina 82
We adviseren u het aanvullend sensor). veiligheidssysteem snel mogelijk door een officiële WAARSCHUWING HYUNDAI-dealer laten controleren als een van deze Bij een storing in het aanvullend omstandigheden zich voordoet. veiligheidssysteem wordt de airbag bij een ongeval mogelijk...
Pagina 83
Veiligheidssysteem van uw auto Tijdens een gemiddelde of zware • Er is geen bepaalde snelheid • Naast het opblazen tijdens een frontale aanrijding detecteren de waarbij airbags worden ernstige aanrijding opzij sensoren auto snel geactiveerd. worden bij auto's met een rollover- decelereert.
Pagina 84
Het snel opblazen van een airbag ■ ■ Airbag bestuurder (1) Airbag bestuurder (2) echter letsel zoals schaafwonden in het gezicht, blauwe plekken en botbreuken veroorzaken, omdat de snelheid waarmee airbags worden opgeblazen tot gevolg heeft dat de airbags met veel kracht uitzetten. •...
Pagina 85
Veiligheidssysteem van uw auto Wat gebeurt er als een airbag ■ Airbag bestuurder (3) WAARSCHUWING geactiveerd wordt? Nadat een airbag vóór of een Voorkom voorwerpen zijairbag is opgeblazen, loopt hij zeer gevaarlijke projectielen worden snel leeg. Het activeren van een wanneer de passagiersairbag airbag verhindert de bestuurder niet wordt opgeblazen:...
Pagina 86
HYUNDAI-dealer. airbag geactiveerd wordt. Nadat de dat u te lang aan de rook en Airbags zijn ontworpen voor airbags opgeblazen zijn, kunt u het poeder wordt blootgesteld eenmalig gebruik.
Pagina 87
Veiligheidssysteem van uw auto Plaats geen kinderzitje op de Waarom werd de airbag bij een WAARSCHUWING voorpassagiersstoel aanrijding niet opgeblazen? Er zijn bepaalde soorten ongevallen ■ Type A Plaats NOOIT een kinderzitje waarbij de airbag geen aanvullende dat tegen de rijrichting in moet bescherming biedt.
Pagina 88
-hoek van • Laat alle reparaties airbagsensoren wordt airbags door een officiële gewijzigd, kan dit ertoe leiden HYUNDAI-dealer uitvoeren. airbags worden geactiveerd situaties waarin dit niet nodig is, of dat airbags niet worden geactiveerd in situaties waar het wel nodig is.
Pagina 89
Veiligheidssysteem van uw auto 1. Airbagmodule 2. Airbagsensor vóór 3. Druksensor opzij (voor) 4. Zijairbagsensor (achter) OTLE035044/OTL035045/OTLE035046/OTL035047/OTL035048 2-68...
Pagina 90
Voorwaarden voor activeren De bestuurders- en voorpassagiers- airbag zijn weliswaar ontworpen om airbags bij frontale aanrijdingen te worden opgeblazen, ze kunnen ook bij andere aanrijdingen, waarbij een bepaalde vertraging lengterichting wordt waargenomen door de sensoren voor, worden opgeblazen. De zijairbags en curtain airbags zijn ontworpen...
Pagina 91
Veiligheidssysteem van uw auto Voorwaarden voor niet-activeren van de airbags OTL035065 OTL035067 De frontairbags zijn niet ontworpen frontairbags worden om te worden geactiveerd bij zijdelingse aanrijdingen soms niet OTL035066 aanrijdingen van achter, omdat de geactiveerd. De inzittenden bewegen Bij bepaalde aanrijdingen met lage inzittenden dan door de botskracht altijd in de richting van de aanrijding, snelheden worden de airbags niet...
Pagina 92
OTL035069 OTL035064 OTL035068 Bij een aanrijding op een helling of Net voor een aanrijding remmen Als de auto over de kop slaat, bieden onder een hoek kan de kracht van de bestuurders vaak sterk af. Door zo airbags vóór geen extra aanrijding de inzittenden in een sterk af te remmen, zakt de voorzijde...
Pagina 93
HYUNDAI-dealer. Een onjuiste behandeling aanvullend veiligheidssysteem kan leiden tot ernstig letsel. 2-72...
Pagina 94
Neem voor de benodigde een aanrijding vergroten. informatie contact op met (Vervolg) Modificeer de voorstoelen niet. een officiële HYUNDAI-dealer. Modificatie van de voorstoelen kan Het niet opvolgen van deze de werking van de sensoren van het voorzorgsmaatregelen ver- aanvullend veiligheidssysteem of groot de kans op letsel.
Pagina 95
Veiligheidssysteem van uw auto Plaats niets onder de voorstoelen. Monteren van accessoires of Waarschuwingslabel airbag Het plaatsen van voorwerpen onder modificaties aan uw met een de voorstoelen kan de werking van airbag uitgeruste auto de sensoren van het aanvullend Als u modificaties aan het chassis, de veiligheidssysteem bumper, de voorzijde, het plaatwerk bedrading...
Pagina 96
• Als u de voorbumper laat vervangen • De auto raakt betrokken bij of repareren adviseren we u het bepaalde aanrijdingen met een systeem te laten controleren door hoge snelheid/onder een hoek, een officiële HYUNDAI-dealer. botst tegen een ander voertuig of tegen vangrails. 2-75...
Pagina 97
Veiligheidssysteem van uw auto • De auto is betrokken bij een Situaties voor niet-activering aanrijding van opzij/van achteren of slaat over de kop. Het actieve motorkapsysteem wordt alleen geactiveerd frontale aanrijding. OTLE035093 OTLE035096 • De auto is betrokken bij een frontale aanrijding onder een hoek, waarbij voetganger...
Pagina 98
Als u een andere banden- of voetgangers te beschermen. velgmaat gebruikt, werkt de In dat geval adviseren we u het actieve motorkap mogelijk niet systeem onmiddellijk laten goed. controleren door officiële HYUNDAI-dealer. 2-77...
Pagina 99
Kenmerken van uw auto Toegang tot uw auto ..........3-4 Panoramisch schuif-/kanteldak ......3-40 Afstandsbediening.............3-4 Zonnescherm..............3-41 Smart key ................3-8 Open-/dichtschuiven van Vervangen van batterij ..........3-12 het schuif-/kanteldak..........3-41 Startblokkeersysteem ............3-13 Kantelen van het schuif-/kanteldak......3-42 Het schuif-/kanteldak sluiten ........3-42 Sloten ..............3-15 Resetten van het schuif-/kanteldak......3-44 Portiersloten van binnenuit Waarschuwing geopend schuif-/kanteldak .....3-45 vergrendelen/ontgrendelen........3-17...
Pagina 100
LCD-Display ............3-75 Parkeerhulp achter............3-136 Waarschuwingen parkeerhulp ........3-140 Bediening LCD-display...........3-75 Parkeerhulp ..............3-140 LCD-modi................3-75 Waarschuwingen parkeerhulp ........3-144 Tripcomputer-modus ............3-76 Smart parking assist-systeem (SPAS) .....3-145 Turn By Turn modus............3-77 LKAS modus..............3-77 Ontwaseming ............3-164 A/V modus ................3-77 Achterruitverwarming ..........3-164 Informatiemodus..............3-78 Handbediend verwarmings- Modus Gebruikersinstell..........3-80 en ventilatiesysteem..........3-166 Waarschuwingsmeldingen ..........3-85 Verwarming en airconditioning........3-167...
Pagina 102
OTLE045001 4. Controleer portieren afstandsbediening vergrendeld zijn door de stand van HYUNDAI kunt u gebruiken om de de vergrendelknoppen voor de portieren (en de achterklep) te portieren in de auto te controleren. vergrendelen of ontgrendelen en zelfs om de motor te starten.
Pagina 103
Ontgrendelen Ontgrendelen van de achterklep Starten Ontgrendelen: Ontgrendelen : voor meer informatie “Contactslot” in hoofdstuk 5. 1. Druk op de ontgrendeltoets voor 1. Houd de ontgrendeltoets voor de portieren achterklep (3) op de afstands- afstandsbediening. bediening langer dan 1 seconde AANWIJZING ingedrukt.
Pagina 104
Kenmerken van uw auto Mechanische sleutel Voorzorgsmaatregelen met Type B betrekking tot de Druk de ontgrendelknop in om de ■ Type A afstandsbediening sleutel open te klappen. De sleutel klapt dan automatisch open. In de volgende gevallen werkt de afstandsbediening niet: Houd om de sleutel in te klappen de ontgrendelknop ingedrukt en klap •...
Pagina 105
HYUNDAI-dealer. rechten van de gebruiker komen te Wanneer de afstandsbediening zich vervallen. Als de portiervergrendeling in de buurt van uw mobiele telefoon met afstandsbediening door...
Pagina 106
OTL045003 wettelijke voorschriften wordt Vergrendelen: OIB044179 afgevoerd. De Smart Key van uw HYUNDAI 1. Sluit alle portieren, de motorkap kunt u gebruiken om de portieren (en en de achterklep. de achterklep) te vergrendelen of 2. Druk...
Pagina 107
4. Controleer portieren Als u op de toets op de buitenportier- Ontgrendelen vergrendeld zijn door de stand van greep drukt, zullen de vergrendelknoppen voor de onderstaande gevallen de portieren portieren in de auto te controleren. niet worden vergrendeld en zal waarschuwingszoemer drie seconden klinken:...
Pagina 108
Kenmerken van uw auto Ontgrendelen van de achterklep Starten Informatie Ontgrendelen: U kunt de motor starten zonder de • De toets op de portiergreep werkt sleutel in het contactslot te steken. 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij alleen als de Smart Key zich binnen voor meer...
Pagina 109
• De Smart Key bevindt zich in de resterende sleutel onmiddellijk naar buurt van een andere zender een officiële HYUNDAI-dealer te (bijvoorbeeld van een radiostation brengen of, indien nodig, de auto te of een luchthaven), waardoor laten wegslepen.
Pagina 110
Kenmerken van uw auto Wanneer afstandsbediening Vervangen van batterij Informatie zich in de buurt van uw mobiele Door het aanbrengen van wijzingen telefoon bevindt, kan het signaal en aanpassingen waarvoor geen van de afstandsbediening worden toestemming is verleend, kunnen de geblokkeerd door normale...
Pagina 111
Het startblokkeersysteem beschermt adviseren we u contact op te nemen met een HYUNDAI-dealer. uw auto tegen diefstal. Als een met een officiële HYUNDAI-dealer. Probeer geen wijzigingen aan te onjuist gecodeerde sleutel (of ander brengen aan het systeem of het uit te apparaat) wordt gebruikt, wordt het breiden met andere apparaten.
Pagina 112
Kenmerken van uw auto AANWIJZING De transponder in uw sleutel is een belangrijk onderdeel van het startblokkeersysteem. ontworpen voor jarenlang probleemloos gebruik. Let op voor vocht, statische elektriciteit en een ruwe behandeling. Hierdoor kan de startblokkering defect raken. 3-14...
Pagina 113
SLOTEN Portiersloten van buitenaf Druk het portier met de hand dicht Afstandsbediening om het te sluiten. Zorg ervoor dat de vergrendelen/ontgrendelen portieren goed dicht zitten. Mechanische sleutel ■ Type A ■ Type B OTLE045001 Druk, portieren vergrendelen, op de vergrendeltoets OTL045005 voor portieren...
Pagina 114
Kenmerken van uw auto Smart key Druk, portieren Informatie vergrendelen, op de toets op de • In een koud en nat klimaat buitenportiergreep terwijl u de Smart werken de portiervergrendeling en Key bij u draagt of druk op de portiermechanismen mogelijk niet vergrendeltoets voor de portieren op door bevriezingsverschijnselen.
Pagina 115
Portiersloten van binnenuit • De voorportieren kunnen niet Informatie worden vergrendeld als de sleutel vergrendelen/ontgrendelen • In een koud en nat klimaat contact Met de vergrendelknop werken de portiervergrendeling en voorportier geopend is. portiermechanismen mogelijk niet • Als de Smart Key zich in de auto door bevriezingsverschijnselen.
Pagina 116
Kenmerken van uw auto Met de vergrendelknop Met schakelaar • Als sleutel zich contactslot bevindt en een portier portiervergrendeling Voorportier wordt geopend, kunnen Als er aan de binnenportiergreep portieren niet worden vergrendeld, wordt getrokken terwijl het portier is ook al wordt de vergrendel- vergrendeld, zal het portier worden schakelaar (1) van de schakelaar...
Pagina 117
WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Als u de auto niet vergrendeld Het openen van een portier als De portieren moeten tijdens het achterlaat, kan iemand zich in iemand of iets de auto nadert, rijden altijd volledig gesloten uw auto verstoppen en u of schade letsel en vergrendeld zijn.
Pagina 118
Kenmerken van uw auto Supervergrendeling Kenmerken van de WAARSCHUWING (indien van toepassing) automatische portiervergrendeling/- Bepaalde uitvoeringen zijn uitgerust Vergrendel de portieren niet ontgrendeling met supervergrendeling. Superver- met de afstandsbediening of de grendeling voorkomt dat een portier Portierontgrendelsysteem Smart Key als zich nog iemand vanaf de binnen- of buitenkant (indien van toepassing) in de auto bevindt.
Pagina 119
Kinderslot op portierslot Steek sleutel schroevendraaier) in de opening en achter draai het kinderslot in de stand vergrendeld slot vergrendelen. Ontgrendel het kinderslot om ervoor te zorgen dat een achterportier van binnenuit kan worden geopend. WAARSCHUWING Als kinderen tijdens het rijden per ongeluk de achterportieren openen, kunnen ze uit de auto OTL045009...
Pagina 120
Kenmerken van uw auto ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Dit systeem helpt uw auto en De alarmknipperlichten knipperen en Informatie waardevolle spullen te beschermen. de zoemer klinkt eenmaal om aan • Vergrendel de portieren pas als alle De claxon klinkt en de alarm- te geven dat het systeem is inzittenden de auto hebben verlaten.
Pagina 121
OJC040170 Informatie Op auto's die zijn uitgerust met een antidiefstalsysteem is een sticker aangebracht met de volgende tekst: 1. WARNING (WAARSCHUWING) 2. SECURITY SYSTEM (VEILIGHEIDSSYSTEEM) 3-23...
Pagina 122
Zo wordt het sturen zwaarder snel mogelijk door wanneer de rijsnelheid toeneemt en officiële HYUNDAI-dealer te laten • Het geluid van de elektromotor is lichter wanneer de snelheid afneemt. controleren. mogelijk hoorbaar als de auto Hierdoor hebt u een betere controle stilstaat of met lage snelheid rijdt.
Pagina 123
Verstelbare stuurkolom Duw na het afstellen van het stuurwiel de ontgrendelhendel (1) omhoog stuurwiel WAARSCHUWING blokkeren. Controleer afstellen of het stuurwiel goed vastzit Stel het stuurwiel nooit af door het omhoog en omlaag te tijdens het rijden. Als u dat wel drukken.
Pagina 124
Kenmerken van uw auto Stuurwielverwarming Het controlelampje in de schakelaar Claxon gaat branden. (indien van toepassing) Druk nogmaals op de toets om ■ Type A stuurwielverwarming schakelen. Het controlelampje in de schakelaar dooft. Informatie De stuurwielverwarming zal ongeveer 30 minuten na het inschakelen automatisch uitschakelen.
Pagina 125
SPIEGELS Binnenspiegel Binnenspiegel met WAARSCHUWING dag-/nachtstand Stel voor het rijden de binnenspiegel (indien van toepassing) zo af dat u in het midden van de Verstel spiegel NOOIT spiegel het midden van de achterruit tijdens het rijden. Hierdoor kunt ziet. u de controle over de auto verliezen, waardoor er een WAARSCHUWING ongeval kan ontstaan.
Pagina 126
Kenmerken van uw auto Elektrochromatische Elektrochromatische binnenspiegel binnenspiegel (ECM - Electric (ECM - Electric chromic mirror) chromic mirror) met kompas (indien van toepassing) (indien van toepassing) elektrochromatische binnen- spiegel voorkomt automatisch verblinding door achteropkomend verkeer. De sensor in de spiegel registreert lichtinval absorbeert de weerspiegelingen van...
Pagina 127
spiegelglas wordt 1. Bediening van het kompas 2. Kalibratieprocedure automatisch verduisterd, afhankelijk Druk de toets van het kompas kort Houd de toets 6 tot max. 8 s van de hoeveelheid licht die op het in, de rijrichting van de auto wordt ingedrukt.
Pagina 128
2. Als het kompas snel na het AFRIKA herhaaldelijk afstellen afwijkt juiste weergave, adviseren wij u het te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. (Vervolg) B520C04JM 2. Houd de toets 3 tot max. 5 s ingedrukt. Het actuele zone- nummer verschijnt op het display.
Pagina 129
Buitenspiegel (Vervolg) WAARSCHUWING 3. In tunnels steile • hellingen kan het zijn dat het De rechter buitenspiegel is convergerend. Bij uitvoerin- kompas niet de juiste richting gen voor sommige landen is aangeeft. (Het kompas geeft weer de juiste richting aan ook de linker buitenspiegel als de auto op een plaats rijdt convergerend.
Pagina 130
Kenmerken van uw auto AANWIJZING OPMERKING • De spiegels stoppen • Gebruik geen krabber om de beweging maximale spiegel ijsvrij maken; stelhoek bereikt is. De stelmotor hierdoor kan het spiegelglas blijft echter draaien zolang de beschadigd raken. schakelaar ingedrukt blijft. Houd de schakelaar niet langer •...
Pagina 131
Buitenspiegel inklappen • Met Smart Key-systeem - De spiegel wordt in- of uitgeklapt wanneer de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld met de Smart Key. - De spiegel wordt in- of uitgeklapt wanneer de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld met de knop op de portiergreep aan de buitenzijde.
Pagina 132
Kenmerken van uw auto AANWIJZING De elektrisch bedienbare buiten- spiegel werkt ondanks het feit dat het contact in stand LOCK/OFF staat. Stel om te voorkomen dat de accu leegraakt, de spiegels niet langer dan noodzakelijk af als de motor niet loopt. AANWIJZING Klap de elektrisch bedienbare buitenspiegels niet met de hand...
Pagina 134
Kenmerken van uw auto Om de ruiten te kunnen sluiten of Ruiten openen en sluiten Informatie openen, moet het contact in stand • In een koud en nat klimaat werken ON staan. Ieder portier is voorzien de elektrisch bedienbare ruiten schakelaar voor mogelijk niet door...
Pagina 135
OLF044032 controleren door officiële HYUNDAI-dealer. Vervolgens zal de ruit ongeveer 30 cm zakken, zodat het voorwerp kan worden verwijderd. WAARSCHUWING Als een obstakel gesignaleerd wordt De klembeveiliging werkt niet...
Pagina 136
Kenmerken van uw auto Blokkeertoets ruitbediening Als de blokkeerschakelaar van de Informatie ruitbediening is ingedrukt: klembeveiliging voor • Kunnen alle elektrisch bedienbare portierruit werkt alleen als de ruiten worden bediend met de automatische sluitfunctie wordt hoofdschakelaar in het bestuur- gebruikt door de schakelaar omhoog dersportier.
Pagina 137
AANWIJZING (Vervolg) WAARSCHUWING • Laat kinderen niet met de • Open of sluit telkens maar • één ruit tegelijk. Anders kan Laat kinderen NOOIT zonder ruitbediening spelen. Laat de toezicht achter elektrische ruitbediening blokkeerschakelaar voor de sleutels in de auto terwijl de beschadigd raken.
Pagina 138
Kenmerken van uw auto PANORAMISCH SCHUIF-/KANTELDAK (INDIEN VAN TOEPASSING) Informatie (vervolg) • Laat kinderen nooit zonder • In een koud en nat klimaat werkt toezicht achter terwijl de het schuif-/kanteldak mogelijk niet sleutel zich in de auto bevindt. door bevriezingsverschijnselen. Kinderen die zonder toezicht •...
Pagina 139
Zonnescherm Open-/dichtschuiven van het AANWIJZING schuif-/kanteldak • Beweeg de hendel niet langer Als het zonnescherm gesloten is schuif-/kanteldak volledig is geopend, gesloten of gekanteld. Hierdoor kunnen de motor en andere onderdelen beschadigd raken. • Zorg er bij het verlaten van uw auto voor schuif-...
Pagina 140
Kenmerken van uw auto Als het zonnescherm geopend is Kantelen van het schuif-/kanteldak Het schuif-/kanteldak sluiten Als u de bedieningshendel van het Als het zonnescherm gesloten is Alleen het glaspaneel sluiten schuif-/kanteldak naar achteren trekt, wordt het glaspaneel geheel open geschoven.
Pagina 141
Het schuifdak met het Klembeveiliging WAARSCHUWING zonnescherm sluiten Duw de hendel van het schuifdak Kleine voorwerpen die klem naar voren in de tweede stand. Het kunnen komen te zitten tussen glaspaneel en het zonnescherm het glaspaneel van het schuifdak worden automatisch gesloten. en de sponning worden mogelijk Beweeg de hendel kort omhoog of niet...
Pagina 142
1. Start de motor en sluit het is, werkt het schuifdak mogelijk niet glaspaneel en het zonnescherm goed. volledig. • Voor meer informatie adviseren we 2. Laat de hendel los. u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 3-44...
Pagina 143
Waarschuwing geopend Sluit het schuif-/kanteldak goed wanneer u de auto verlaat. schuif- /kanteldak (indien van toepassing) OGB044103TU • Als de bestuurder de motor uitschakelt wanneer het schuifdak niet volledig is gesloten, klinkt er gedurende ongeveer 3 seconden een waarschuwingszoemer en verschijnt er een waarschuwing geopend schuifdak op het LCD- display.
Pagina 144
Kenmerken van uw auto EXTERIEUR Motorkap Motorkap; openen van OTLE045033 OTL045245 3. Ga naar de voorzijde van de auto 4. Maak de motorkapsteun los uit de en til de motorkap iets op. Druk de clip. OTL045032 veiligheidshaak in het midden van 5.
Pagina 145
3. Laat de motorkap zakken (tot WAARSCHUWING WAARSCHUWING ongeveer 30 cm. boven zijn gesloten positie) en druk deze stevig in het • Pak de steun altijd vast bij het • Controleer voor het sluiten slot. Controleer altijd nogmaals of de deel dat omwikkeld is met van de motorkap of er geen motorkap goed is vergrendeld.
Pagina 146
Kenmerken van uw auto Tankdopklep Informatie Openen van de tankdopklep Tik zachtjes op de tankdopklep of druk er voorzichtig tegenaan als deze is vastgevroren om het ijs te breken en open daarna de tankdopklep. Wrik de tankdopklep niet los. Spuit de omgeving tankdopklep indien nodig in met goedgekeurde...
Pagina 147
Sluiten van de tankdopklep (Vervolg) (Vervolg) 1. Plaats de dop terug en draai hem • Raak, voordat u het vulpistool Een ontlading van statische rechtsom totdat hij eenmaal klikt. aanraakt, met de blote hand elektriciteit brandstof- 2. Druk tegen de rand van de altijd even een metalen deel dampen doen ontbranden en tankdopklep om de klep te sluiten.
Pagina 148
HYUNDAI dop of een andere, Zodra u begint te tanken, huid terechtkomen en kan voor uw auto geschikte dop. brandgevaar ontstaan. dient u met de blote hand...
Pagina 149
ACHTERKLEP Handmatig bedienbare • Indien de achterklep ontgrendeld WAARSCHUWING is, kunt u hem openen door de achterklep hendel in te drukken en de klep (indien van toepassing) De achterklep klapt naar boven omhoog te trekken. Open van de achterklep open. Zorg dat er niemand bij de •...
Pagina 150
Om bij een schade aan het voertuig en kan adviseren we u om uw auto te aanrijding of plotseling remmen de veiligheid in gevaar brengen. laten nakijken door een officiële letsel te voorkomen, dienen Hyundai-dealer. inzittenden altijd veiligheidsgordel te dragen. 3-52...
Pagina 151
Noodontgrendeling achterklep Elektrisch bedienbare achterklep WAARSCHUWING (indien van toepassing) Toets elektrisch bedienbare • Zorg ervoor dat u weet waar achterklep deze ontgrendelknop zich bevindt, zodat u zich in noodgevallen kunt bevrijden uit de bagageruimte. • Vervoer nooit personen in de bagageruimte van de auto.
Pagina 152
Kenmerken van uw auto • De toets elektrisch WAARSCHUWING OPMERKING bedienbare achterklep wordt ingedrukt wanneer het contact in Laat kinderen en huisdieren Sluit of open de elektrisch stand staat nooit zonder toezicht achter bedienbare achterklep niet met selectiehendel stand auto. kunnen de hand.
Pagina 153
Achterklep openen OTL045039 OTL045040 • Druk gedurende ongeveer • Druk toets OTLE045030 seconde op de toets elektrisch achterklepgreep terwijl u de Smart De elektrisch bedienbare achterklep bedienbare achterklep openen. Key bij u draagt. zal automatisch openen door een Druk kort op de toets elektrisch van de volgende handelingen uit te bedienbare achterklep openen om voeren:...
Pagina 154
Kenmerken van uw auto Achterklep sluiten Omstandigheden waaronder de elektrisch bedienbare achterklep niet opengaat De achterklep kan niet worden geopend wanneer auto beweging is. WAARSCHUWING De zoemer zal klinken als u met geopende achterklep rijdt. OTL045041 Breng uw auto zo snel mogelijk •...
Pagina 155
1 minuut elektrisch bedienbare achterklep de reparaties aan uit. We adviseren u niet. weerstand registreren. contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. • Als weerstand wordt geregistreerd tijdens het openen • Bedien de achterklep niet als de...
Pagina 156
3 seconden gelijktijdig in (de zoemer klinkt). 3.Sluit de achterklep handmatig. elektrisch bedienbare achterklep niet goed werkt na het uitvoeren bovenstaande procedure, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 3-58...
Pagina 157
Voorkeursinstelling hoogte Informatie WAARSCHUWING geopende elektrisch bedienbare elektrisch bedienbare achterklep Houd de achterklep tijdens het achterklep niet normaal werkt, rijden altijd volledig gesloten. Als controleer dan eerst of de versnelling (half) geopende in de juiste stand staat. achterklep wordt gereden, kunnen schadelijke uitlaat-...
Pagina 158
Kenmerken van uw auto Noodontgrendeling achterklep Smart Tailgate WAARSCHUWING (intelligente achterklep) (indien van toepassing) • Zorg ervoor dat u weet waar deze ontgrendelknop zich bevindt, zodat u zich in noodgevallen kunt bevrijden uit de bagageruimte. • Vervoer nooit personen in de bagageruimte van de auto.
Pagina 159
Gebruik van de Smart Tailgate- 1. Instelling functie Ga, om de Smart Tailgate te activeren, naar Modus De achterklep kan worden geopend gebruikersinstellingen en selecteer zonder hem aan te raken als aan Smart Tailgate op het LCD-display. alle onderstaande voorwaarden is voldaan.
Pagina 160
Kenmerken van uw auto Informatie WAARSCHUWING Kom niet in de detectiezone als u niet • Controleer of de achterklep wilt dat de achterklep opengaat. Als u gesloten is voordat u met de onbedoeld in de detectiezone komt en auto gaat rijden. de alarmknipperlichten en de zoemer in werking treden, verlaat dan de •...
Pagina 161
Uitschakelen van de Smart Detectiezone Informatie Tailgatefunctie met de Smart • Als u op ontgrendelknop (2) drukt, wordt de Smart Tailgate-functie tijdelijk gedeactiveerd. vervolgens binnen 30 seconden geen enkel portier opent, wordt de Smart Tailgate-functie weer geactiveerd. • Als u de knop voor het openen van de achterklep (3) langer dan 1 seconde ingedrukt houdt, wordt de achterklep geopend.
Pagina 162
Kenmerken van uw auto Informatie • Onder de volgende omstandigheden werkt de Smart Tailgate-functie niet: - De Smart Key bevindt zich in de buurt van een andere zender (bijvoorbeeld van een radiostation of een luchthaven), waardoor de normale werking van de afstandsbediening verstoord kan worden.
Pagina 163
INSTRUMENTENPANEEL ■ Type A • Benzinemotor 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes ■ Type B 6. LCD-display (inclusief tripcomputer) • Benzinemotor Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" op de volgende bladzijden voor meer informatie.
Pagina 164
Kenmerken van uw auto ■ Type A • Dieselmotor 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes ■ Type B 6. LCD-display (inclusief tripcomputer) • Dieselmotor Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" op de volgende bladzijden voor meer informatie.
Pagina 165
Bediening instrumentenpaneel ■ Type A ■ Type B WAARSCHUWING Dashboardverlichting Stel het instrumentenpaneel nooit af tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn. OTL045150L/OTL045151L •...
Pagina 166
Kenmerken van uw auto Meters Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Snelheidsmeter ■ Benzinemotor ■ Behalve Europa ■ Voor Europa ■ Dieselmotor ■ km/h ■ MPH, km/h OTLE045105 OTLE045107/OTLE045104 OTLE045102/OTLE045103 De toerenteller geeft het aantal Wanneer het contact in stand ON omwentelingen minuut snelheidsmeter geeft staat, geeft...
Pagina 167
Brandstofmeter AANWIJZING Informatie ■ Behalve Europa ■ Voor Europa Als de naald van de meter buiten • De inhoud van de brandstoftank het normale bereik komt en in staat in hoofdstuk 8. de richting van stand 130 of H • De brandstofmeter is daarnaast beweegt, duidt over- uitgerust met een...
Pagina 168
Kenmerken van uw auto Buitentemperatuurmeter - Modus Gebruikersinstellingen in WAARSCHUWING het instrumentenpaneel: u kunt de ■ Type A ■ Type B eenheid temperatuur Het is gevaarlijk als de auto wijzigen bij “Overige functies - zonder brandstof komt te staan. eenheid temperatuur”. Vul de brandstoftank zo snel - Automatisch verwarmings-...
Pagina 169
Waarschuwingslampje Schakelstandindicator Informatie gladheid Schakelstandindicator Als het waarschuwingslampje voor (indien van toepassing) automatische transmissie een glad wegdek gaat branden tijdens (indien van toepassing) ■ Type A ■ Type B het rijden, moet u met meer aandacht en veiliger rijden en te hoge snel- ■...
Pagina 170
Kenmerken van uw auto Schakelindicator Schakelstandindicator • Schakelstandindicator automatische transmissie Double clutch-transmissie automatische transmissie / - Opschakelen : ▲ 2, ▲ 3, ▲ 4, ▲ 5, (indien van toepassing) Schakelindicator Double clutch- ▲ 6 transmissie (Europa, indien van ■ Type A ■...
Pagina 171
Schakelstandindicator Bijvoorbeeld ■ Type A ■ Type B handgeschakelde transmissie : Geeft aan dat opschakelen (indien van toepassing) naar versnelling wenselijk is (de selectiehendel ■ Type A ■ Type B staat in de 2e of 1e versnelling). : Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijk is (de selectiehendel staat in de 4e, 5e of 6e versnelling).
Pagina 172
Kenmerken van uw auto Kilometerteller ■ Type A ■ Type B OTL045136/OTL045137 De kilometerteller geeft de totale afstand aan die met de auto is gereden en dient ook te worden gebruikt om te bepalen wanneer periodiek onderhoud nodig is. 3-74...
Pagina 173
LCD-DISPLAY Bediening LCD-display LCD-modi Modi Symbool Toelichting ■ Type A Deze modus geeft rij-informatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer. Tripcomputer Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie. ■ Type B Turn By Turn (TBT) In deze modus wordt de status van het (indien van navigatiesysteem weergegeven.
Pagina 174
Kenmerken van uw auto Instellingen aanpassen na het - Handgeschakelde transmissie Tripcomputer-modus activeren van de parkeerrem/ Wijzig om veiligheidsredenen de ■ Type A ■ Type B Instellingen aanpassen na het gebruikersinstellingen nadat u de selecteren van stand P parkeerrem hebt geactiveerd. ■...
Pagina 175
Turn By Turn modus LKAS modus A/V modus (indien van toepassing) (indien van toepassing) (indien van toepassing) ■ Type A ■ Type B ■ Type A ■ Type B ■ Type A ■ Type B OTL045173/OTL045174 OTL045175L/OTL045176L OTL045177/OTL045178 In deze modus wordt de status van In deze modus wordt de status van In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
Pagina 176
Kenmerken van uw auto Informatiemodus ■ Type A ■ Type B Resetten ingestelde onderhoudsinterval in kilometers of Deze modus geeft dagen: onderhoudsinterval weer (in km of in - Activeer de resetmodus door de dagen). toets OK langer dan 5 seconden ■...
Pagina 177
■ Type A ■ Type B Waarschuwingsmeldingen Informatie Als een van de onderstaande situaties Onder de volgende omstandigheden zich voordoet, worden er in de is het mogelijk dat het aantal km informatiemodus gedurende enkele dagen niet correct wordt seconden waarschuwingsmeldingen weergegeven.
Pagina 178
Kenmerken van uw auto Modus Gebruikersinstell Via deze modus kunt u de instellingen met betrekking tot het instrumentenpaneel, de portieren, de verlichting, enz. wijzigen. Driving Assist (indien van toepassing) Items Toelichting • Lane Departure Warning: inschakelen van de Lane Departure Warning-functie. Lane Keeping Assist- •...
Pagina 179
Portier Items Toelichting • Disable (uitschakelen): De automatische portiervergrendeling wordt uitgeschakeld. • Enable on Speed (inschakelen bij snelheid): Alle portieren worden automatisch vergrendeld als de rijsnelheid hoger wordt dan 15 km/h. Automatisch vergrendelen • Enable on Shift (inschakelen bij schakelen): alle portieren worden automatisch vergrendeld wanneer de selectiehendel van de automatische transmissie vanuit stand P (parkeren) in stand R (achteruit), N (neutraal) of D (rijden) wordt gezet.
Pagina 180
Kenmerken van uw auto Verlichting Items Toelichting • Uit: De functie one-touch passeerknipperlicht wordt uitgeschakeld. • 3, 5, 7 keer knipperen: De richtingaanwijzers knipperen 3, 5 of 7 keer wanneer de Opties autom. Knipperen combischakelaar iets omhoog of omlaag wordt bewogen. Zie "Verlichting"...
Pagina 181
Onderhoudsinterval Items Toelichting • Off (uit): de onderhoudsintervalfunctie wordt uitgeschakeld. Onderhoudsinterval • On (aan): u kunt het onderhoudsinterval instellen (in kilometers of dagen). (Behalve Europa) Zie “Informatiemodus” in dit hoofdstuk voor meer informatie. 3-83...
Pagina 182
Kenmerken van uw auto Overige Functies Items Toelichting • Off (uit): het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet na elke tankbeurt automatisch gereset. • After Ignition (na starten): het gemiddelde brandstofverbruik wordt na het starten automatisch gereset als er 4 uur verstreken zijn nadat de motor UIT gezet is. Automatische reset brandstofverbruik •...
Pagina 183
Waarschuwingsmeldingen Batterij Smart Key bijna leeg Druk op startknop tijdens (auto's met Smart Key-systeem) draaien stuurwiel Schakel naar "P" (auto's met Smart Key-systeem) (auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie/ Double clutch-transmissie) OTL045141L OTL045300L Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als bij het in de stand Deze waarschuwingsmelding wordt OFF zetten van het contact de weergegeven als het stuurwiel niet...
Pagina 184
Kenmerken van uw auto Stuur niet vergrendeld Controleer vergrendeling stuur Druk rem in voor starten motor (auto's met Smart Key-systeem) (auto's met Smart Key-systeem) (auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie) OTL045301L OTL045302L OTL045142L Deze waarschuwingsmelding wordt Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als het stuurwiel niet weergegeven als het stuurwiel niet Deze waarschuwingsmelding wordt...
Pagina 185
Druk koppeling in voor starten Smart Key niet in auto Smart Key niet gevonden (auto's met Smart Key-systeem (auto's met Smart Key-systeem) (auto's met Smart Key-systeem) en handgeschakelde transmissie) OTL045138L OTL045139L Deze waarschuwingsmelding wordt Deze waarschuwingsmelding wordt OTL045143L weergegeven als u de toets ENGINE weergegeven als u de toets ENGINE Deze waarschuwingsmelding wordt START/STOP indrukt terwijl de...
Pagina 186
Als het waarschuwingslampje gaat door de startknop 10 seconden branden telkens wanneer u de toets ingedrukt te houden in stand ACC. ENGINE START/STOP indrukt, raden wij u aan de auto te laten controleren door officiële HYUNDAI-dealer. 3-88...
Pagina 187
Kies "P" of "N" voor starten Portier, motorkap, achterklep Schuifdak open (auto's met Smart Key-systeem open (indien van toepassing) en automatische transmissie/ Double clutch-transmissie) OTL045148 OTL045149 Deze waarschuwing wordt Deze waarschuwing wordt OTL045146L weergegeven motor weergegeven wanneer een portier, Deze waarschuwingsmelding wordt de motorkap of de achterklep is uitschakelt terwijl het schuifdak is weergegeven als u probeert de...
Pagina 188
Kenmerken van uw auto Stuurwielverwarming aan Stuurwielverwarming uit Lage Bandenspanning (indien van toepassing) (indien van toepassing) (indien van toepassing) OTL045166L OTL045167L OTL045504L Deze waarschuwingsmelding wordt Deze waarschuwingsmelding wordt Deze waarschuwingsmelding weergegeven wanneer weergegeven wanneer wordt weergegeven stuurwielverwarming inschakelt. stuurwielverwarming uitschakelt. bandenspanning laag is terwijl het contact in stand ON staat.
Pagina 189
Schakelaar zekering aan Zet stuur recht Uitlijnen stuurwiel is voltooid (indien van toepassing) (indien van toepassing) OTL045155L OTL045156L/OTL045157L OTL045158L Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven Deze waarschuwingsmelding wordt Als het uitlijnen van het stuurwiel zekeringschakelaar weergegeven als u de motor start voltooid nadat waar- zekeringkast onder het stuurwiel in...
Pagina 190
Kenmerken van uw auto Ruitenvloeistof bijna op Laag brandstofniveau Motor is oververhit (indien van toepassing) OTL045160L OTL045161L OTL045159L Deze waarschuwingsmelding wordt Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de brandstoftank weergegeven en een waarschuwings- Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven in de onderhoudsher- bijna leeg is. zoemer klinkt wanneer...
Pagina 191
(AEB). Laat in dit geval uw auto lamp) of storing in het circuit). Laat in controleren door officiële dat geval uw auto nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. HYUNDAI-dealer. Zie “Automatische noodstopas- sistent (AEB)” in hoofdstuk 5 voor meer informatie. 3-93...
Pagina 192
OTL045165L Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer zich een storing voordoet in het roetfilter- systeem. Het DPF-waarschuwings- lampje gaat dan ook knipperen. Laat in dit geval het roetfiltersysteem controleren door officiële HYUNDAI dealer. Zie “Waarschuwingslampjes” in hoofdstuk voor meer informatie. 3-94...
Pagina 193
TRIPCOMPUTER boordcomputer voorziet Modi tripcomputer Trip A/B bestuurder via een display van Draai de toets“▲, ▼” op het stuurwiel ■ Type A ■ Type B informatie over de rit. om de modus van de tripcomputer te wijzigen. Informatie BRANDSTOFVERBRUIK Bepaalde rijinformatie die door de •...
Pagina 194
Kenmerken van uw auto Dagteller (1) Gemiddelde rijsnelheid (2) Verstreken tijd (3) • De dagteller geeft de totale afstand • De gemiddelde rijsnelheid wordt • De verstreken tijd is de totale weer die is gereden sinds de berekend op basis van de totale reisduur sinds de verstreken tijd dagteller voor het laatst gereset gereden afstand en reisduur sinds...
Pagina 195
Brandstofverbruik Actieradius (1) Gemiddeld brandstofverbruik (2) • De actieradius is de geschatte • Het gemiddelde brandstofverbruik ■ Type A ■ Type B afstand die de auto kan afleggen wordt berekend op basis van de met de resterende brandstof. totale gereden afstand en het totale brandstofverbruik sinds het - Bereik: 1 ~ 9999 km of 1 ~ 9999 gemiddelde brandstofverbruik voor...
Pagina 196
Kenmerken van uw auto Automatisch resetten Tijd dat de motor automatisch Actueel brandstofverbruik (3) is afgezet geweest Selecteer de modus “Auto Reset” in • Deze modus geeft (indien van toepassing) het menu “Gebruikersinstell.” op rijsnelheid van ten minste 10 km/h het LCD-display (raadpleeg “LCD- het brandstofverbruik over de display”...
Pagina 197
Digitale snelheidsmeter Modus eenmalige ritinformatie Informatie ■ Type A ■ Type B Wanneer de waarschuwing geopend schuifdak in het instrumentenpaneel wordt weergegeven, wordt deze melding niet in het instrumenten- paneel weergegeven. OTL045193/OTL045194 OTL045192L Deze melding geeft de rijsnelheid In de rij-informatiemodus worden van de auto aan (km/h, mph).
Pagina 198
- Het lampje blijft ongeveer 6 seconden branden en gaat dan uit. voor meer informatie • In het geval van een storing in het "Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2. airbagsysteem. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-100...
Pagina 199
HYUNDAI-dealer en daar auto op een veilige plaats tot parkeerrem niet aangetrokken is, te laten controleren. stilstand. kan dit duiden op een te laag remvloeistofniveau reservoir.
Pagina 200
In dat geval adviseren we u de In dat geval adviseren we u de officiële HYUNDAI-dealer. auto te laten controleren door auto te laten controleren door een een officiële HYUNDAI-dealer. officiële HYUNDAI-dealer. 3-102...
Pagina 201
In dat geval adviseren we u de Wij adviseren u uw auto zo snel auto te laten controleren door een mogelijk te laten controleren officiële HYUNDAI-dealer. door een officiële HYUNDAI- dealer. Informatie Het waarschuwingslampje elektrische parkeerrem kan ook in combinatie...
Pagina 202
(MIL) knippert, elektronische stuurbekrachtiging. auto te laten controleren door een duidt dit op een storing in de In dat geval adviseren we u de officiële HYUNDAI-dealer. regeling van de inspuithoeveel- auto te laten controleren door een heid, hetgeen kan resulteren in officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 203
Als de dynamoriem goed is Neem zo snel mogelijk contact op HYUNDAI-dealer. afgesteld, bevindt het probleem met een officiële HYUNDAI-dealer zich in het laadsysteem. en laat uw auto daar controleren als In dat geval adviseren we u de het waarschuwingslampje na het...
Pagina 204
F (vol) op de peilstok HYUNDAI-dealer. komt. Zelfs als het lampje niet gaat Informatie branden als de motor is gestart, moet de motorolie regelmatig •...
Pagina 205
Waarschuwingslampje Hoofdwaarschuwings- Waarschuwingslampje te hoge snelheid lampje lage bandenspanning km/h (indien van toepassing) (indien van toepassing) Dit lampje gaat knipperen: Dit controlelampje gaat branden: Dit lampje gaat branden: • Wanneer u sneller rijdt dan 120 • In geval van een storing in een van •...
Pagina 206
• te laten controleren door een officiële Als de auto instabiel aanvoelt, controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. haal dan onmiddellijk uw voet HYUNDA-Idealer. van het gaspedaal, trap het rempedaal licht in en breng voor...
Pagina 207
4WD-systeem. brandstoffilter zit. laten controleren door In dat geval adviseren we u de Als dat het geval is, moet het water officiële HYUNDAI-dealer. auto te laten controleren door een brandstoffilter worden officiële HYUNDAI-dealer. afgetapt. voor meer informatie "Brandstoffilter"...
Pagina 208
(op dat moment wordt op het schuwingsmelding niet weergegeven. display een waarschuwingsmelding Dit lampje knippert: weergegeven), raden we u aan het • Terwijl het ESC in werking is. roetfiltersysteem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. voor meer informatie AANWIJZING "Elektronisch stabiliteits- programma (ESC)"...
Pagina 209
In dat geval adviseren we u de Informatie auto te laten controleren door een Als de motor automatisch wordt officiële HYUNDAI-dealer. gestart door het ISG-systeem, gaat een aantal waarschuwingslampjes (ABS, ESC, ESC OFF, EPS of parkeerrem) mogelijk een paar seconden branden.
Pagina 210
In dat geval adviseren we u de • Als de auto de Smart Key in de auto te laten controleren door een auto detecteert als de toets officiële HYUNDAI-dealer. In de volgende gevallen zit er ENGINE START/STOP in de stand mogelijk een storing in het richting- ACC of ON wordt gezet.
Pagina 211
Dit lampje gaat branden: het voorgloeisysteem. • Als mistachterlicht wordt In dat geval adviseren we u de auto ingeschakeld. te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-113...
Pagina 212
Kenmerken van uw auto Controlelampje Controle- ■ ■ Type B Type A Informatie 4WD LOCK lampje Als de motor niet binnen 10 seconden CRUISE (indien van toepassing) aanslaat nadat het voorgloeien is (indien van voltooid, zet het contact of de toepassing) toets ENGINE START/STOP dan Dit lampje gaat branden:...
Pagina 213
In dat geval adviseren we u de • Als het DBC-systeem in werking is. auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Dit lampje gaat geel branden: • In het geval van een storing in het Zie voor meer informatie "AUTO DBC-systeem.
Pagina 214
Lane Departure Warning- In dat geval adviseren we u uw systeem. auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een Zie “Lane Keeping Assist-systeem officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 215
VERLICHTING Verlichting buitenzijde AANWIJZING Bediening verlichting • Dek de sensor (1) op het dashboard niet af en mors er ook niets op. • Reinig de sensor niet met een ruitenreiniger. Deze laat een dunne laag achter op de sensor, waardoor deze niet meer goed werkt.
Pagina 216
Kenmerken van uw auto Werking grootlicht OTLE045280 OTLE045283 Stand koplampen ( ) Stand parkeerlicht ( OTL045255L Druk de hendel van u af om het De koplampen, de parkeerlichten, De parkeerlichten, de kenteken- grootlicht in te schakelen. De hendel plaatverlichting en de dashboard- de kentekenplaatverlichting en de keert terug in zijn oorspronkelijke...
Pagina 217
Richtingaanwijzers Functie one-touch passeerknipperlicht Beweeg de hendel iets en laat hem dan weer los om de functie one- touch passeerknipperlicht in te schakelen. De richtingaanwijzers knipperen 3, 5 of 7 keer. kunt functie one-touch passeerknipperlicht in-/uitschakelen of het aantal keren knipperen selecteren (3, 5 of 7) met de OTLE045281 modus Gebruikersinstellingen op het...
Pagina 218
Kenmerken van uw auto Mistlampen voor 3. Zet om de mistlampen voor uit Mistachterlicht te schakelen de lichtschakelaar (indien van toepassing) nogmaals in de stand mistlampen voor of schakel de parkeerlichten uit. AANWIJZING De mistlampen gebruiken zeer veel stroom. Gebruik mistlampen alleen bij slecht zicht.
Pagina 219
Energiebesparingsfunctie Follow me home-functie (indien van toepassing) Deze functie voorkomt dat de accu ontladen raakt. Het systeem schakelt Als u het contact in stand ACC of automatisch de parkeerlichten uit ingeschakelde wanneer de bestuurder de motor koplampen, blijven de koplampen uitschakelt en het bestuurdersportier (en/of parkeerlichten) gedurende opent.
Pagina 220
Kenmerken van uw auto Dagrijverlichting (DRL) Koplampverstelling AANWIJZING (indien van toepassing) (indien van toepassing) Wanneer bestuurder De dagrijverlichting (DRL) zorgt voertuig via een ander portier dan ervoor dat medeweggebruikers uw het bestuurdersportier verlaat, auto overdag beter zien, werkt de energiebesparingsfunctie name na zonsopgang en voor niet en wordt de Follow me zonsondergang.
Pagina 221
Maximaal toelaatbare voorruit bedient, wordt systeem te laten controleren belading ruitensproeiervloeistof door een officiële HYUNDAI- koplampen gesproeid wanneer: Bestuurder + Maximaal dealer. toelaatbare belading 1. Het contact in stand ON staat. Probeer de bedrading niet zelf 2. De lichtschakelaar in de stand te controleren of vervangen.
Pagina 222
Kenmerken van uw auto Welcome-systeem (indien van • Wanneer toets Informatie portiergreep aan de buitenzijde toepassing) • Controleer regelmatig wordt ingedrukt. Welkomstlicht ruitensproeiervloeistof nog correct • Wanneer u de auto nadert en de (indien van toepassing) op de koplampen wordt gesproeid. Smart Key bij u draagt.
Pagina 223
Interieurverlichting Interieurverlichting Koplampen en parkeerlichten Wanneer de koplampen (lichtscha- Wanneer de schakelaar interieur- AANWIJZING kelaar in stand koplampen of AUTO) verlichting in stand DOOR staat en Laat de interieurverlichting niet te zijn ingeschakeld en alle portieren alle portieren (en de achterklep) zijn lang branden als de motor niet (en de achterklep) zijn gesloten en gesloten en vergrendeld, gaat de...
Pagina 224
Kenmerken van uw auto Interior lamp AUTO cut Verlichting voor Kaartleeslampje voor interieurverlichting wordt Druk toets ■ Type A automatisch na ongeveer 20 minuten interieurverlichting voor de zitplaatsen voor/achter in te schakelen. uitgeschakeld nadat het contact is uitgeschakeld en de portieren zijn gesloten.
Pagina 225
Interieurverlichting achter AANWIJZING Verlichting voorportier ( ■ Type A Laat de verlichting niet gedurende interieurverlichting voor langere tijd aan staan als de motor zitplaatsen voor/achter wordt is uitgeschakeld. automatisch gedurende ongeveer 30 seconden ingeschakeld wanneer een portier wordt geopend. Het leeslampje voor de zitplaatsen voor/achter wordt automatisch...
Pagina 226
Kenmerken van uw auto Bagageruimteverlichting Verlichting dashboardkastje Verlichting make-upspiegel OTL045083 OTL045084 OTL045085 De bagageruimteverlichting gaat De verlichting in het dashboardkastje Druk op de toets om het lampje in of branden zodra de achterklep wordt gaat branden als het dashboard- uit te schakelen. geopend.
Pagina 227
Instapverlichting Begeleidingsverlichting AANWIJZING (indien van toepassing) Wanneer het contact in stand OFF Zet de schakelaar altijd in stand staat en het bestuurdersportier wordt uit als de verlichting van de geopend, gaat de instapverlichting makeupspiegel niet wordt gedurende 30 seconden branden. gebruikt.
Pagina 228
Kenmerken van uw auto RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS A : Snelheidsregelknop ■ Ruitenwissers/-sproeiers voor ■ Ruitenwisser/-sproeier achter ruitenwissers (voor) • Type A • Type A · /MIST – Eénmaal wissen · O / OFF – Uit · --- / INT – Intervalstand wissen AUTO* –...
Pagina 229
Ruitenwissers voor Automatische regeling (AUTO) Informatie (indien van toepassing) De werking is als volgt als het Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs contact in stand ON staat. ■ Type A alvorens de ruitenwissers te gebruiken /MIST : Druk voor een enkele of ontdooi de voorruit gedurende 10 wisbeweging de bedie-...
Pagina 230
Kenmerken van uw auto Als de wisserschakelaar in de stand Ruitensproeier voorruit AANWIJZING AUTO is gezet terwijl het contact ON ■ Type A • Zet de schakelaar tijdens het is, zal de wisser eenmaal werken om wassen van de auto in stand O een controle van het systeem uit te (OFF) om te voorkomen dat de voeren.
Pagina 231
Als de ruitensproeiers niet werken, WAARSCHUWING OPMERKING moet mogelijk ruitensproei- ervloeistof bijvullen. Wanneer de buitentemperatuur • Gebruik de ruitensproeiers Indien uw auto is uitgerust met beneden vriespunt niet wanneer het reservoir koplampsproeiers wordt er, terwijl u de verwarm de voorruit dan ALTIJD leeg is, om beschadiging van ruitensproeiers voor de voorruit door...
Pagina 232
Kenmerken van uw auto Schakelaar achterruitenwisser Zet de schakelaar in de gewenste ■ Type A stand om de achterruitenwisser en - en -sproeier sproeier te bedienen. (indien van toepassing) 2 / HI – Hoge wissersnelheid ■ Type A 1 / LO – Lage wissersnelheid O / OFF –...
Pagina 233
RIJHULPSYSTEEM ■ Type A Achteruitrijcamera (indien van toepassing) Wanneer de achteruitrijcamera is ingeschakeld, kan deze worden ■ Type A uitgeschakeld door op de toets ON/OFF te drukken. Druk nogmaals toets ON/OFF achteruitrijcamera in te schakelen terwijl de motor draait en de selectiehendel in stand R (achteruit) staat.
Pagina 234
Kenmerken van uw auto Parkeerhulp achter AANWIJZING WAARSCHUWING (indien van toepassing) Spuit niet hoge- • drukreiniger direct Vertrouw bij het achteruitrij- den nooit alleen op het beeld sensoren of de omgeving ervan. van de achteruitrijcamera. Schokken door waterstralen uit de hogedrukreiniger kunnen ervoor •...
Pagina 235
Werking van de parkeerhulp WAARSCHUWING Werking • Het systeem wordt ingeschakeld • Kijk voordat u achteruitrijdt als de achteruitversnelling wordt ALTIJD om u heen om te ingeschakeld en het contact in controleren of de omgeving vrij stand ON staat. Maar als de is van objecten en obstakels, rijsnelheid hoger is dan 5 km/h, aanrijding...
Pagina 236
Als het controlelampje knippert, adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. • Als u geen waarschuwingsgeluid hoort of als de zoemer met tussenpozen klinkt wanneer u de selectiehendel in stand R (achteruit) zet, zit er mogelijk een storing in het parkeerhulpsysteem.
Pagina 237
Gevallen waarin de parkeerhulp • Als de auto is voorzien van WAARSCHUWING achteraf gemonteerde uitrusting niet werkt accessoires De parkeerhulp werkt in de volgende Schade auto bumperhoogte of de inbouwpositie gevallen mogelijk niet goed: persoonlijk letsel, ontstaan van de sensoren is gewijzigd. •...
Pagina 238
Kenmerken van uw auto Waarschuwingen parkeerhulp • Druk, kras of stoot niet met harde Parkeerhulp voorwerpen tegen de sensor. Anders (indien van toepassing) • Het waarschuwingssignaal klinkt kan het oppervlak van de sensor mogelijk niet regelmatig als het ■ Sensor voor beschadigd raken.
Pagina 239
Dit systeem is een aanvullend Werking van de parkeerhulp Werking systeem, dat alleen werkt in het • Dit systeem wordt ingeschakeld ■ Type A gebied dat door de parkeersensoren door de toets voor het parkeer- wordt gedekt. hulpsysteem in te drukken terwijl de motor draait.
Pagina 240
Zoemer klinkt met 100cm~61cm Voor adviseren we u het systeem te tussenpozen laten controleren door officiële HYUNDAI-dealer. Zoemer klinkt met 120cm~61cm Achter • Als geen waarschu- tussenpozen wingsgeluid hoort of als de Zoemer klinkt met zoemer met tussenpozen klinkt...
Pagina 241
Gevallen waarin de parkeerhulp • Als de auto is voorzien van WAARSCHUWING achteraf gemonteerde uitrusting niet werkt accessoires De parkeerhulp werkt in de volgende Schade auto bumperhoogte of de inbouwpositie gevallen mogelijk niet goed: persoonlijk letsel, ontstaan van de sensoren is gewijzigd. •...
Pagina 242
Kenmerken van uw auto Waarschuwingen parkeerhulp • Spuit niet hogedrukreiniger direct op de • Het waarschuwingssignaal klinkt sensoren of de omgeving ervan. mogelijk niet regelmatig als het Schokken door waterstralen uit de voorwerp de auto beweegt of een hogedrukreiniger kunnen ervoor grillige vorm heeft.
Pagina 243
De slimme parkeerhulp helpt de Smart parking assist-systeem AANWIJZING bestuurder bij het parkeren met (SPAS) (indien van toepassing) • De auto stopt niet voor behulp sensoren ■ Fileparkeren voetgangers of objecten die hij parkeerplaatsen meet, bediening tegenkomt, de bestuurder moet stuurwiel voor dus zelf goed opletten bij het...
Pagina 244
Assist- velgmaat gebruikt parkeerhulp treden systeem biedt slechts de door de HYUNDAI-dealer werking wanneer het Smart aanvullende informatie. De aanbevolen maat, werkt het Parking Assistsysteem wordt bestuurder dient altijd zelf het systeem mogelijk niet goed. ingeschakeld. gebied voor en achter de auto Gebruik altijd dezelfde banden- •...
Pagina 245
Werking Het systeem helpt de auto tussen of Gevallen waarbij het systeem achter geparkeerde auto's niet werkt ■ Fileparkeren parkeren. Gebruik het systeem Gebruik Smart Parking wanneer aan alle onderstaande Assistsysteem nooit onder voorwaarden wordt voldaan. onderstaande omstandigheden. • Wanneer de parkeerplaats recht is. •...
Pagina 246
Kenmerken van uw auto • Als er een obstakel, zoals een • Als het signaal van het systeem WAARSCHUWING vuilnisbak, fiets, winkelwagentje wordt verstoord door geluid van enzovoort, bij de parkeerplaats andere voertuigen, zoals claxons, Gebruik het Smart Parking staat motorfietsen, luchtremmen van Assistsysteem onder...
Pagina 247
(Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) 2. Parkeren in de sneeuw 3. Parkeren smalle 4. Bij schuin inparkeren parkeerplaats OTL045063 OTL045061 OSL040144 Sneeuw kan de werking van de Mogelijk zoekt het systeem niet Het systeem dient als hulpmiddel sensor negatief beïnvloeden of naar een parkeerplaats als de bij fileparkeren of achteruit het systeem wordt mogelijk plaats te smal is.
Pagina 248
Kenmerken van uw auto (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) 5. Parkeren op een oneffen weg 6. Parkeren achter een 7. Als er zich een object op de vrachtwagen parkeerplaats bevindt OTL045064 OTL045065 OTL045066 Wanneer auto oneffen weg wordt geparkeerd, Bij parkeren achter een voertuig Obstakels zoals een pilaar moet de bestuurder de pedalen dat hoger is dan uw auto (bus,...
Pagina 249
Hoe het systeem werkt Als het systeem al een parkeerplaats (Vervolg) detecteerde voordat de slimme (Parkeermodus) 8. Verlaten van een parkeer- parkeerhulp werd geactiveerd, kunt 1. Activeer Smart Parking plaats naast een muur u verder gaan met stap 4 (Zoeken Assistsysteem voltooid) De selectiehendel moet in stand D...
Pagina 250
Kenmerken van uw auto • Druk gedurende ten minste 2 seconden nogmaals op de toets van het Smart Parking Assist- systeem om het systeem uit te schakelen. • De standaardinstelling voor het Smart Parking Assist-systeem is UIT als het contact in stand ON wordt gezet.
Pagina 251
• Als systeem • Als de rijsnelheid hoger is dan 20 parkeerplaats detecteerde voordat km/h, wordt er een melding slimme parkeerhulp werd weergegeven om u erop te wijzen geactiveerd, verschijnt de melding snelheid te minderen. "Parking search" (Parkeerplaats • Het systeem wordt uitgeschakeld zoeken) "Space found"...
Pagina 252
Kenmerken van uw auto AANWIJZING OPMERKING • Wanneer u naar een parkeer- Blijf het systeem gebruiken plaats zoekt, wordt er door het nadat u een parkeerplaats hebt systeem mogelijk geen parkeer- gevonden en de omgeving hebt plaats gevonden als er geen gecontroleerd.
Pagina 253
OPMERKING • Rijd altijd langzaam en bedien het rempedaal. • Als de parkeerplaats te klein is, wordt het systeem mogelijk uitgeschakeld tijdens ondersteuning bij het sturen. OTLE045123 OTLE045122 OTLE045127 OTLE045126 Parkeer de auto niet als de plaats te klein is. OTLE045125 OTLE045124 OTLE045121...
Pagina 254
Kenmerken van uw auto AANWIJZING WAARSCHUWING • Als u de gegeven instructies Houd uw handen niet binnen niet opvolgt, wordt de auto stuurwiel wanneer mogelijk niet geparkeerd. automatisch wordt bediend. Als de parkeerhulp echter een waarschuwingssignaal geeft (afstand tot object is minder OPMERKING onafgebroken piepsignaal), controleer...
Pagina 255
OPMERKING Controleer altijd de omgeving voordat u het rempedaal loslaat WAARSCHUWING Let bij het parkeren altijd op andere voertuigen voetgangers. OTLE045130 OTLE045131 OTLE045200 Schakelen tijdens het bedienen van 7. Smart Parking Assist-systeem het stuurwiel voltooid Wanneer bovenstaande melding Voltooi het parkeren van uw auto verschijnt en een piepsignaal klinkt, volgens de instructies op het LCD- zet dan de selectiehendel in een...
Pagina 256
Kenmerken van uw auto Extra aanwijzingen (meldingen) Werking van het systeem AANWIJZING (wegrijmodus) • Het systeem wordt De modus wegrijden werkt in volgende gevallen uitgescha- onderstaande situatie: keld. Parkeer auto • Zolang na het voor de eerste keer handmatig. starten van de motor de rijsnelheid - Als het antiblokkeersysteem lager is dan 5 km/h.
Pagina 257
AANWIJZING • Controleer voordat systeem inschakelt omstandigheden geschikt zijn voor gebruik van het systeem. • Trap voor uw veiligheid altijd het rempedaal in, behalve tijdens het rijden. OTLE045206 OTL045068 OTLE045205 1. Schakel de slimme parkeerhulp in 2. Selecteer modus wegrijden na fileparkeren •...
Pagina 258
Kenmerken van uw auto AANWIJZING OPMERKING • Als tijdens het controleren van • de omgeving de auto (of object) Als “Check Surroundings” (controleer omgeving) wordt voor of achter de auto te dichtbij weergegeven, kunt staat, werkt systeem verdergaan met het gebruiken mogelijk niet goed.
Pagina 259
• Het systeem wordt geannuleerd Het systeem tijdens het parkeren als u tijdens de automatische uitschakelen bediening het stuurwiel stevig Druk op de toets van de parkeerhulp vasthoudt. of de slimme parkeerhulp. • Het systeem wordt uitgeschakeld bij een rijsnelheid van meer dan OPMERKING 7 km/h.
Pagina 260
Kenmerken van uw auto Extra aanwijzingen (meldingen) AANWIJZING • Draai tijdens het verlaten van de parkeerplaats het stuurwiel zo veel mogelijk in de richting van het wegrijden en rijd langzaam door rempedaal trappen. • Controleer altijd de omgeving voordat u met uw auto rijdt als de parkeerhulp een waar- schuwingssignaal geeft (afstand...
Pagina 261
Ook gaat het controlelampje in de toets niet branden en klinkt 3 keer een piepsignaal. • Als zich een probleem voordoet uitsluitend slimme parkeerhulp, zal na 2 seconden de parkeerhulp in werking treden. Laat bij problemen het systeem controleren door officiële HYUNDAI-dealer. 3-163...
Pagina 262
Kenmerken van uw auto ONTWASEMING Achterruitverwarming • Druk toets AANWIJZING middenconsole om de achter- ■ Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem Gebruik om beschadiging van de ruitverwarming in te schakelen. Het • Type A verwarmingsdraden te voorkomen controlelampje in de toets gaat nooit scherpe voorwerpen of branden wanneer de achterruit- reinigingsmiddelen...
Pagina 263
Buitenspiegelverwarming Ruitenwisserverwarming voor (indien van toepassing) (indien van toepassing) buitenspiegelverwarming De ruitenwisserverwarming voor wordt gelijktijdig wordt gelijktijdig met de voor- achterruitverwarming ingeschakeld. ruitontwaseming ingeschakeld. 3-165...
Pagina 264
Kenmerken van uw auto HANDBEDIEND VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) ■ Type A 1. Aanjagerknop 2. Temperatuurregelknop 3. Luchtcirculatietoets 4. Toets voorruitontwaseming 5. Toets achterruitverwarming ■ Type B 6. Toets A/C 7. Toets A/C (airco)* * : indien van toepassing OTLE045171/OTLE045172 3-166...
Pagina 265
Verwarming en airconditioning Toets luchtcirculatie 1. Start de motor. 2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand. Voor een effectieve verwarming en koeling: - Verwarmen: - Koelen: 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
Pagina 266
Kenmerken van uw auto Stand DEFROST (A, D) Het grootste deel van de luchtstroom wordt naar de voorruit geleid. Stand FACE (B, D, F) De lucht stroomt naar de romp en naar het hoofd. Daarnaast kan OTLE045041 OTL045086 iedere uitstroomopening versteld MAX A/C-Level (B, D, F) Uitstroomopeningen dashboard worden om de richting van de...
Pagina 267
Temperatuurregelknop Luchttoevoertoets Stand RECIRCULATIE (indien van toepassing) In de stand RECIR- ■ Type A CULATIE wordt de lucht passagiers- compartiment door het systeem gerecirculeerd afhankelijk gekozen functie, gekoeld of verwarmd. Stand BUITENLUCHT OTLE045179 ■ Type A In de stand BUITEN- ■...
Pagina 268
Kenmerken van uw auto Aanjagerknop Informatie WAARSCHUWING Let op: door langdurig gebruik van de • Langdurig gebruik van het stand RECIRCULATIE kunnen de verwarmings- en ventilatie- ruiten beslaan (als de airconditioning systeem stand niet is ingeschakeld) en zal de lucht RECIRCULATIE kan leiden tot in het passagierscompartiment muf een verhoogde...
Pagina 269
Airconditioning Werking systeem (indien van toepassing) Ventilatie 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand 2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. OTLE045211 De aanjager uitschakelen Verwarmen Zet de aanjagerknop in stand 0 om...
Pagina 270
Kenmerken van uw auto Airconditioning Tips voor het gebruik AANWIJZING • Om te voorkomen dat stof of HYUNDAI airconditioningssystemen • Onderhoud onaangename geuren zijn gevuld met koudemiddel R-134a airconditioning dient alleen te interieur van de auto terecht- of R-1234yf. worden...
Pagina 271
• Na gebruik van de airconditioning Aanwijzingen voor gebruik Informatie kan onder de rechterzijde van de airconditioning • Houd temperatuurmeter auto een plas heldere vloeistof • Open de ruiten een tijdje wanneer nauwlettend in de gaten wanneer de gelekt zijn. Dit is een normaal de auto tijdens warm weer in de airconditioning wordt gebruikt als u verschijnsel tijdens de werking van...
Pagina 272
• We adviseren u het systeem te laten controleren door officiële Aanjager HYUNDAI-dealer als de luchtop- Kachelradiateur Interieurfilter brengst plotseling afneemt. Verdamper 1LDA5047 AANWIJZING Het interieurfilter, dat achter het...
Pagina 273
Op het label aan de binnenzijde van te laten controleren door een officiële motorkap staat welk type HYUNDAI-dealer als het systeem ODH044365R koudemiddel wordt gebruikt voor de niet normaal werkt. • Type B airconditioning in uw auto. Raadpleeg hoofdstuk 8 voor de locatie van het koudemiddellabel.
Pagina 274
Anders kan schade aan de auto worden gebruikt. en persoonlijk letsel ontstaan. Anders kan schade aan de auto en persoonlijk letsel ontstaan. We adviseren u het airconditionings- systeem te laten onderhouden door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-176...
Pagina 275
AUTOMATISCH VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) ■ Type A 1. Knop temperatuurregeling bestuurderszijde 2. Knop temperatuurregeling passagierszijde 3. Toets AUTO (automatische regeling) 4. Toets SYNC 5. Toets OFF 6. Toets A/C 7. Aanjagertoets ■ Type B 8. Luchtcirculatietoet 9. Toets voorruitontwaseming 10.
Pagina 276
Kenmerken van uw auto Automatische verwarming en Informatie airconditioning • Druk op een van de volgende toetsen om de automatische werking uit te schakelen: - Luchtcirculatietoets - Toets voorruitontwaseming (Druk de toets nogmaals in om de voorruitverwarmingsfunctie deselecteren. Het teken AUTO wordt nogmaals informatiescherm weergegeven.)
Pagina 277
Handmatig bediende 4.Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets. verwarming en airconditioning 5.Zet de aanjager op de gewenste Het verwarmings- en airconditionings- snelheid. systeem kan handmatig worden geregeld met andere toetsen dan de 6.Als u de uitstromende lucht toets AUTO. In deze stand werkt het gekoeld wilt hebben, kunt u systeem sequentieel, afhankelijk van het airconditioningssysteem...
Pagina 278
Kenmerken van uw auto Luchtcirculatie Stand DEFROST (A, D) Het grootste deel van de luchtstroom wordt naar de voorruit geleid. Stand FACE (B, D, F) De lucht stroomt naar de romp en naar het hoofd. Daarnaast kan iedere uitstroomopening versteld worden om de richting van de luchtstroom te wijzigen.
Pagina 279
■ voorzijde Uitstroomopeningen dashboard uitstroomopeningen kunnen afzonderlijk worden geopend of gesloten met het wieltje. Draai het wieltje volledig naar links (achter: omlaag) om de uitstroomopening te sluiten. Draai het wieltje naar rechts (achter: omhoog) om de uitstroomopening te openen in de gewenste stand.
Pagina 280
Kenmerken van uw auto Temperatuurregeltoets De temperatuur afzonderlijk instel- len voor bestuurder en passagier • Druk opnieuw op de toets SYNC om de temperatuur voor de bestuurdersen passagierszijde afzonderlijk in te stellen. De verlichting van de toets gaat uit. • Bedien de temperatuurregeltoets voor de bestuurderszijde om de temperatuur aan bestuurderszijde in te stellen.
Pagina 281
Luchttoevoertoets Temperatuuraanduiding wijzigen Stand RECIRCULATIE De temperatuureenheid zal worden In de stand RECIRCU- ■ Type A gereset naar graden Celsius LATIE wordt de lucht wanneer de accu te ver ontladen is passagiers- geraakt of losgekoppeld is geweest compartiment door het systeem gerecirculeerd en, afhankelijk van de Dit is een normaal verschijnsel.
Pagina 282
Kenmerken van uw auto Aanjagerschakelaar Informatie WAARSCHUWING Door langdurig gebruik van de • Langdurig recirculeren kan verwarming stand leiden tot een verhoogde RECIRCULATIE (zonder dat de luchtvochtigheid airconditioning ingeschakeld) interieur, waardoor de ruiten kunnen de ruiten beslaan en kan de kunnen beslaan lucht in het passagierscompartiment...
Pagina 283
Airconditioning Stand OFF Werking systeem Ventilatie 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand 2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. OTLE045223 Verwarmen OTLE045292 Druk op toets OFF voorin om het Druk op de toets A/C om de...
Pagina 284
Kenmerken van uw auto Airconditioning Tips voor het gebruik AANWIJZING • Om te voorkomen dat stof of HYUNDAI airconditioningssystemen • Onderhoud onaangename geuren zijn gevuld met koudemiddel R-134a airconditioning dient alleen te interieur auto of R-1234yf. worden uitgevoerd door terechtkomen, kan de schakelaar 1.
Pagina 285
• Na gebruik van de airconditioning Aanwijzingen voor gebruik Informatie kan onder de rechterzijde van de airconditioning • Houd temperatuurmeter auto een plas heldere vloeistof • Open de ruiten een tijdje wanneer nauwlettend in de gaten wanneer de gelekt zijn. Dit is een normaal de auto tijdens warm weer in de airconditioning wordt gebruikt als u verschijnsel tijdens de werking van...
Pagina 286
Kenmerken van uw auto Onderhoud van het systeem Als dat het geval is, adviseren we u Sticker koudemiddel het interieurfilter te laten vervangen airconditioning Interieurfilter door een officiële HYUNDAI-dealer. ■ Voorbeeld • Type A Buitenlucht Informatie Gerecirculeer • Vervang het filter overeenkomstig de lucht het onderhoudsschema.
Pagina 287
HYUNDAI-dealer als het systeem gecertificeerde technici. Het is koudemiddel wordt gebruikt voor de niet normaal werkt. belangrijk dat het juiste type en airconditioning in uw auto.
Pagina 288
Het is belangrijk dat het juiste type en de juiste hoeveelheid olie en koudemiddel worden gebruikt. Anders kan schade aan de auto en persoonlijk letsel ontstaan. We adviseren u het airconditionings- systeem te laten onderhouden door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-190...
Pagina 289
V V OORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN • Draai de temperatuurknop volledig Verwarmings- en WAARSCHUWING naar rechts (maximaal verwarmen) ventilatiesysteem, handbediend en zet de aanjagerknop op de Binnenzijde voorruit Voorruitverwarming hoogste snelheid om maximaal te ontwasemen ontdooien. Gebruik de standen niet combinatie •...
Pagina 290
Kenmerken van uw auto Als de airconditioning en de stand Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch verwarmings- en BUITENLUCHT niet automatisch ventilatiesysteem worden ingeschakeld, druk dan op Binnenzijde voorruit de desbetreffende toetsen. ontwasemen ■ Type A ■ Type B ■ Type A OTL045226R ■...
Pagina 291
Als de airconditioning, de stand Buitenzijde voorruit ontdooien Ontwasemfunctie BUITENLUCHT hogere (indien van toepassing) aanjagersnelheid niet automatisch Om de kans op beslaan van de worden ingeschakeld, druk dan op binnenkant voorruit de desbetreffende knoppen. tot een minimum te beperken, wordt Als stand geselecteerd wordt, luchttoevoer...
Pagina 292
Kenmerken van uw auto Handbediend verwarmings- en Automatisch verwarmings- en Automatisch ontwasemings- ventilatiesysteem ventilatiesysteem systeem (alleen voor verwarmings- en ventilatie- 1. Zet het contact in stand ON. 1. Zet het contact in stand ON. systeem, indien van toepassing) 2. Druk op de toets ( ) voor de 2.
Pagina 293
automatische Om het automatische ontwasemings- Informatie ontwasemingssysteem systeem uit te schakelen of te resetten automatische ontwasemings- werkt, brandt Druk met het contact in stand ON systeem werkt mogelijk niet goed controlelampje. toets voorruitontwaseming wanneer buitentemperatuur gedurende 3 seconden in. Als temperatuur lager is dan -10 °C.
Pagina 294
Kenmerken van uw auto Informatie • Als airconditioning ingeschakeld door het automatische ontwasemingssysteem en u de airconditioning probeert uit te schakelen, knippert het controle- lampje keer airconditioning niet worden uitgeschakeld. • Schakel voor een optimale werking niet de stand RECIRCULATIE in als het automatische ontwasemings- systeem in werking is.
Pagina 295
EXTRA VOORZIENINGEN VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM Automatische ventilatie Luchtcirculatie (indien van toepassing) (indien van toepassing) Wanneer het contact in stand ON Wanneer de verwarming of de staat of de motor draait en de airconditioningssysteem temperatuur laag is terwijl de stand ingeschakeld terwijl het schuifdak is RECIRCULATIE gedurende geopend, wordt automatisch de stand...
Pagina 296
Kenmerken van uw auto OPBERGVAK Opbergvak middenconsole AANWIJZING WAARSCHUWING ■ Type A Laat geen waardevolle spullen Bewaar nooit aanstekers of achter in de opbergvakken, om andere brandbare of explosieve diefstal te voorkomen. materialen in de auto. Deze kunnen ontploffen of vlam vatten wanneer auto...
Pagina 297
Verschuifbare armsteun Dashboardkastje OPMERKING (indien van toepassing) Pak het voorste deel van de armsteun (1) niet vast bij het naar achteren verplaatsen van de armsteun. Als u dat wel doet, kunnen uw vingers bekneld raken. OTL045090 OTLE045296 dashboardkastje gaat Naar voren bewegen automatisch open als er aan de...
Pagina 298
Kenmerken van uw auto Koelbox Opbergvak voor zonnebril AANWIJZING (indien van toepassing) (indien van toepassing) Als voorwerpen in de koelbox de ventilatie blokkeren, wordt de efficiëntie van het koelen van de koelbox verminderd. OTL045091 OTL045259 U kunt blikjes frisdrank en andere Openen : zaken koelen in het dashboard-...
Pagina 299
Sluiten : WAARSCHUWING Duw het opbergvak weer dicht. Controleer of het opbergvak voor de • Bewaar geen andere zonnebril goed dicht zit alvorens te voorwerpen dan een zonnebril gaan rijden. in het opbergvak. Andere voorwerpen kunnen bij een aanrijding of een noodstop uit opbergvak worden geslingerd,...
Pagina 300
Kenmerken van uw auto OVERIGE VOORZIENINGEN Asbak (indien van toepassing) Bekerhouder WAARSCHUWING Voor Er kan brand ontstaan wanneer ■ Type A brandende sigaretten of lucifers in een asbak met brandbare materialen worden gestopt. OTL045095 ■ Type B OTL045093 Open het deksel om de asbak te gebruiken.
Pagina 301
Achter WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Plaats blikjes en flessen niet in Vermijd abrupt gas geven en direct zonlicht en laat ze niet remmen als u de bekerhouder achter in een warme auto. Ze gebruikt, morsen kunnen exploderen. voorkomen. morsen hete vloeistof brandwonden gevolg AANWIJZING...
Pagina 302
Kenmerken van uw auto Zonneklep 12V-aansluiting Informatie (indien van toepassing) Sluit het afdekkapje van de make- ■ voor upspiegel goed en klap de zonneklep omhoog na gebruik. WAARSCHUWING Belemmer, voor eigen veiligheid, uw zicht niet wanneer u de zonneklep gebruikt. OTL045098 AANWIJZING ■...
Pagina 303
(Vervolg) AANWIJZING WAARSCHUWING • Sommige elektronische appara- Om beschadiging van de 12V- ten die op de 12 Vaansluiting Voorkom dat u een elektrische aansluitingen te voorkomen: worden aangesloten, kunnen schok krijgt. Steek geen vingers • Gebruik de 12 V-aansluiting storingen veroorzaken.
Pagina 304
AANWIJZING Druk de aansteker volledig in de In de houder mag alleen een houder. Als het element verwarmd is, originele HYUNDAI aansteker springt de aansteker een stukje naar worden gebruikt. Het gebruik buiten en kan hij uit de houder aansteker worden genomen.
Pagina 305
Met audiosysteem Instellen van de tijd: Met AVN-systeem (indien van toepassing) Het contact moet in stand ACC of ON staan. • H (uur) Als u op toets H drukt, wordt de weergegeven tijd een uur vooruit gezet. • M (minuut) Als u op toets M drukt, wordt de weergegeven tijd een minuut vooruit OTL045260...
Pagina 306
Kenmerken van uw auto Tijd via GPS aan Jashaak WAARSCHUWING (indien van toepassing) De tijd wordt automatisch aangepast door het AVN-systeem. ■ Type A Tijd via GPS uit De tijd kan handmatig worden ingesteld. 1. Selecteer “Systeeminstellingen” op het scherm “INFO/Setup”. 2.
Pagina 307
Om te voorkomen dat officiële HYUNDAI-dealer. de vloermat de bediening van de pedalen belemmert, adviseert HYUNDAI alleen vloermatten van HYUNDAI te plaatsen die ontworpen zijn voor gebruik in uw auto. 3-209...
Pagina 308
Kenmerken van uw auto Rolhoes bagageruimte AANWIJZING AANWIJZING (indien van toepassing) auto's zijn uitgerust beschadiging railsysteem vervorming te voorkomen geen bagageruimte kunnen de sjorogen bagage op de rolhoes. worden gebruikt bagagenet vast te zetten. WAARSCHUWING OPMERKING • Plaats niets op de rolhoes. Dergelijke voorwerpen kunnen beschadiging bij een ongeval of remmen...
Pagina 309
Gebruiken van de rolhoes Verwijderen van de rolhoes Als de rolhoes niet in gebruik is: 1. Trek de rolhoes naar achteren en omhoog om hem los te maken van de geleiders. 2. De rolhoes automatisch oprollen. AANWIJZING rolhoes niet geheel afgerold is, zal hij wellicht niet automatisch oprollen.
Pagina 310
Kenmerken van uw auto Verwijderen van de rolhoes van het opbergvak in de bagageruimte OTL045236 OTLE055153 3. Open opbergvak 2. Duw de geleidepen naar binnen. bagageruimte en berg de rolhoes erin op. OTLE055152 1. Trek het scherm omhoog. 3-212...
Pagina 311
Opbergvak bagageruimte (indien van toepassing) OTLE055154 3. Houd de geleidepen ingedrukt en trek de rolhoes naar buiten. OTL045274 In het vak kunt u o.a. een verband- trommel, een gevarendriehoek en gereedschap opbergen, zodat u hier in geval van nood gemakkelijk bij kunt.
Pagina 312
Kenmerken van uw auto EXTERIEUR Roof rack AANWIJZING (Vervolg) (indien van toepassing) • • Het zwaartepunt van de auto ligt Neem juiste voorzorgs- maatregelen om te voorkomen hoger als er zich lading op het dat lading op het roof rack het roof rack bevindt.
Pagina 313
Multimediasysteem Multimediasysteem ..........4-2 ® Aux-, USB- en iPod - aansluiting ........4-2 Antenne ................4-3 Audiobediening op het stuurwiel........4-4 Audio / Video / Navigatiesysteem (AVN)....4-5 ® Bluetooth Wireless Technology Handsfree ....4-5 De werking van een autoradio........4-6 Bedieningsorganen en functies systeem ..4-16 Hoofdeenheid audio -Uitvoering met RDS en Bluetooth ®...
Pagina 314
Multimediasysteem MULTIMEDIASYSTEEM Aux-, USB- en iPod ® Informatie Informatie aansluiting • Als u achteraf een HID-koplamp Als er een draagbaar audioapparaat monteert, treden mogelijk op de elektrische aansluiting wordt storingen op in het audiosysteem en aangesloten, is er tijdens het afspelen de elektronische onderdelen van uw mogelijk ruis hoorbaar.
Pagina 315
Antenne Haaienvinantenne AANWIJZING Dakantenne • Gebruik, om beschadiging van de antenne van de achterruit te voorkomen, nooit scherpe voorwerpen of ruitenreiniger met schurende bestanddelen om de ruit te reinigen. Reinig de binnenzijde van de achterruit met een zachte doek. • Wanneer u een sticker op de binnenzijde van de achterruit plakt, zorg er dan voor dat de antenne van de achterruit niet...
Pagina 316
Multimediasysteem Audiobediening RADIO-modus AANWIJZING op het stuurwiel Hij werkt als toets UP/DOWN voor Bedien nooit meerdere (indien van toepassing) PRESET STATION. schakelaars audio- MEDIA-modus schakelaarpaneel tegelijkertijd. Werkt als TRACK UP/DOWN-knop. VOLUME (VOL + / - ) (1) MODE ( ) (3) •...
Pagina 317
Audio/Video/Navigatiesysteem Bluetooth Wireless Technology Handsfree (indien van toepassing) ® (AVN) (indien van toepassing) ® U kunt de telefoon draadloos gebruiken dankzij Bluetooth Wireless Technology. Gedetailleerde informatie over het AVN-systeem vindt ■ Type A afzonderlijk geleverd instructieboekje. OTL045241 ■ Type B OTL045240 (1) Toets bellen/beantwoorden (2) Toets gesprek beëindigen...
Pagina 318
Multimediasysteem De werking van een autoradio Dit kan worden veroorzaakt door AM - ontvangst bijvoorbeeld de afstand tot het radiostation, andere krachtige FM - ontvangst stations of de aanwezigheid van gebouwen, bruggen grotere obstakels in het desbetreffende gebied. JBM002 In het algemeen is de ontvangst van JBM001 AM signalen beter dan van FM signalen.
Pagina 319
FM radiostation Bergen Gebouwen Onbelemmerd gebied Ijzeren bruggen JBM003 JBM004 JBM005 FM signalen worden met een hoge • Vervorming - Tijdens het rijden kan • Bij het zwakker worden van het FM frequentie uitgezonden en volgen de afstand ten opzichte van het signaal is het mogelijk dat het hierbij niet het aardoppervlak.
Pagina 320
Multimediasysteem Gebruik van een mobiele WAARSCHUWING telefoon of radiozender Bij gebruik van een mobiele telefoon Gebruik geen autotelefoon in de auto kan de audio apparatuur tijdens het rijden; parkeer de storende geluiden voortbrengen. Dit auto op een veilige plaats bij betekent niet dat er iets verkeerd is gebruik van een autotelefoon.
Pagina 321
AANWIJZING WAARSCHUWING OPMERKING • Plaats geen dranken in de buurt • • van het audiosysteem. Als u Staar tijdens het rijden niet Als u het apparaat gebruikt morst met dranken kan dit leiden naar scherm. tijdens het rijden, kan dit leiden tot storingen in het systeem.
Pagina 322
Multimediasysteem (Vervolg) (Vervolg) Informatie - HET USB • Dit apparaat herkent USB-apparaten • Het apparaat ondersteunt alleen APPARAAT GEBRUIKEN zijn geformatteerd USB-apparaten die worden gebruikt • Sluit het USB-apparaat aan nadat u bestandsindelingen FAT 12/16/32. Dit om muziekbestanden af te spelen. de motor hebt gestart.
Pagina 323
(Vervolg) (Vervolg) Informatie - De iPod ® • Het apparaat werkt mogelijk niet • USB-geheugensticks die worden gebruiken goed als er MP3-spelers, mobiele gebruikt door een adapter (type SD • iPod ® geregistreerd telefoons, digitale camera's of of CF) aan te sluiten, worden handelsmerk van Apple Inc.
Pagina 324
Multimediasysteem (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) ® ® • Wanneer de EQ-functies van een • Wanneer uw iPhone zowel via de • Sommige iPods kunnen mogelijk Bluetooth ® ® extern apparaat, zoals een iPod , en Wireless Technology als niet worden gesynchroniseerd met het audiosysteem beide actief zijn, via USB is verbonden, is het het systeem, afhankelijk van de...
Pagina 325
Bluetooth apparaat niet wordt gebruikt, moet het audiosysteem. u ook de stekker loskoppelen. • Bluetooth ® Handsfree wordt (Vervolg) mogelijk niet op alle mobiele telefoons ondersteund. Kijk voor meer informatie over compatibiliteit mobiele apparaten op www.hyundai.nl 4-13...
Pagina 326
Multimediasysteem (Vervolg) Informatie Informatie - Verbinding maken • Het volume en de geluidskwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor met een Bluetooth ® -telefoon handsfree-gesprekken veilig rijden • Controleer eerst of de mobiele kunnen mobiele telefoon • Bluetooth ® Handsfree is een functie telefoon de functies van Bluetooth ®...
Pagina 327
(Vervolg) (Vervolg) Informatie 5.Verwijder alle gekoppelde - U rijdt over hobbelige wegen - De spraakherkenning apparaten en probeer opnieuw gebruiken - Het regent hard verbinding te maken. (zwareregenbuien, stormachtige • Wanneer u de spraakherkennings- • De kwaliteit en het volume bij wind) functie gebruikt, worden alleen de handsfree bellen verschilt mogelijk...
Pagina 328
Multimediasysteem Bedieningsorganen en functies systeem Naam Beschrijving Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de MEDIA Hoofdeenheid audio volgende modus gekozen in de volgorde USB, - Uitvoering met RDS en Bluetooth ® iPod, AUX, Mijn muziek, BT Audio. ❈ In Setup (instellen) > Display (weergave) wordt het radio-pop-upscherm weergegeven als [Mode Pop up] ❈...
Pagina 329
Naam Beschrijving • Radiomodus SCAN - Druk kort op de toets: elke ontvangen zender wordt gedurende 5 seconden weergegeven. - Houd de toets ingedrukt: elke onder de voorkeuzetoetsen opgeslagen zender wordt gedurende 5 seconden weergegeven. ❈ Druk de toets nogmaals in om te SCAN blijven luisteren naar de zender die op dat moment wordt weergegeven.
Pagina 330
Multimediasysteem - Uitvoering met RDS en zonder Bluetooth ® Naam Beschrijving Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de MEDIA volgende modus gekozen in de volgorde USB, iPod, AUX. ❈ In Setup (instellen) > Display (weergave) wordt het radio-pop-upscherm weergegeven als [Mode Pop up] ❈...
Pagina 331
Naam Beschrijving • Radiomodus SCAN - Druk kort op de toets: elke ontvangen zender wordt gedurende 5 seconden weergegeven. - Houd de toets ingedrukt: elke onder de voorkeuzetoetsen opgeslagen zender wordt gedurende 5 seconden weergegeven. ❈ Druk de toets nogmaals in om te SCAN blijven luisteren naar de zender die op dat moment wordt weergegeven.
Pagina 332
Multimediasysteem Pop-upmodus Informatie over muziekstuk Setup [Mode Pop up] verandert Wanneer er een MP3-bestand wordt Selectiemodus afgespeeld, selecteer Scherminstellingen gewenste weergave-informatie: • Druk in de ingeschakelde stand op 'Folder/File' (map/bestand) toets om de RADIO MEDIA 'Album/Artist/Song' (album/artiest/ modus voor het wijzigen van het Druk op de toets Selecteer muziekstuk).
Pagina 333
Geluidsinstellingen Audio-instellingen In dit menu kunt u 'Bass, Middle en Treble' (lage tonen, middentonen, Druk op de toets Selecteer hoge tonen) en de Fader en Balance [Sound] (geluid) met de knop (balans) instellen. TUNE of de toets Selecteer Selecteer [Audio Settings] menu knop...
Pagina 334
Multimediasysteem Snelheidsafhankelijke Gespreksvolume Instellingen klok volumeregeling Stelt volume Deze functie dient voor stemherkenning in. Druk op de toets Selecteer automatisch aanpassen van het Selecteer [Volume Dialogue] [Clock] (klok) met de knop TUNE volume aan de snelheid van de auto. (gespreksvolume) Stel het volume toets Selecteer in met de knop...
Pagina 335
Klokinstellingen Datuminstellingen Tijdnotatie Dit menu wordt gebruikt om de tijd in Dit menu wordt gebruikt om de Deze functie wordt gebruikt om de te stellen. datum in te stellen (DD/MM/JJJJ). tijdsweergave van het audiosysteem in te stellen op 12/24 uur. Selecteer Selecteer [Clock Settings]...
Pagina 336
Multimediasysteem Automatische tijdsaanpassing Telefoon instellen AANWIJZING via RDS (Uitvoeringen met Bluetooth ® Sommige RDS-zenders geven Wireless Technology) Deze optie wordt gebruikt om de tijd mogelijk niet de juiste tijd weer automatisch in te stellen door doordat sommige lokale synchronisatie met het RDS. radiozenders geen automatische Druk op de toets Selecteer...
Pagina 337
❈ De naam van het apparaat en Telefoon koppelen Telefoonlijst het wachtwoord worden maximaal namen maximaal 3 minuten weergegeven op het gekoppelde telefoons worden AANWIJZING scherm. Als het koppelen niet weergegeven. Om een mobiele telefoon met binnen 3 minuten voltooid is, Voor de actueel verbonden telefoon Bluetooth ®...
Pagina 338
Multimediasysteem ➀ Selecteer [Priority] (prioriteit). ➁ Selecteer uit de gekoppelde telefoons de mobiele telefoon waarbij prioriteit nr. 1 is gewenst. ➂ De gewijzigde prioriteitsvolgorde wordt weergegeven. ➀ Selecteer een mobiele telefoon ➀ Selecteer de verbonden mobiele ❈ Als verbindingsvolgorde waarmee op dat moment nog telefoon.
Pagina 339
• Verwijderen Downloaden van het Automatisch downloaden telefoonboek Selecteer [Phone List] Bij het maken van een verbinding (telefoonlijst) Selecteer de mobiele deze functie kunnen met een mobiele telefoon kunnen telefoon met de knop TUNE automatisch een nieuw telefoonboek telefoonboek Selecteer [Delete] (verwijderen) en oproepgeschiedenissen worden oproepgeschiedenissen worden...
Pagina 340
Multimediasysteem Uitgangsvolume Bluetooth ® Wireless Het Bluetooth ® Wireless Technologysysteem uit Technology-systeem gebruiken Deze functie wordt gebruikt om het volume van uw stem in te stellen, Deze functie wordt gebruikt wanneer Volg de volgende stappen om het zoals deze wordt ontvangen door u geen gebruik wilt maken van het Bluetooth ®...
Pagina 341
➁ Selecteer (Vervolg) op het scherm AANWIJZING Bluetooth ® Wireless 5) Verwijder alle gekoppelde • De Bluetooth ® Wireless Technology in te schakelen en apparaten mobiele Technology-verbinding wordt instructies weer te geven. telefoon en het audiosysteem sommige mobiele ❈ Als Bluetooth ®...
Pagina 342
Multimediasysteem Systeeminstellingen Geheugeninformatie VRS-modus (indien van toepassing) Deze functie wordt gebruikt om het Geeft actueel gebruikte niveau van gesproken instructies in Druk op de toets Selecteer te stellen op Normal of Expert. geheugen totale [System] (systeem) systeemgeheugen weer. Selecteer [VRS Mode] (VRS- modus) Stel...
Pagina 343
Taal Voorkeuzetoets zoeken Radio : FM, AM Dit menu wordt gebruikt om de Druk op de toets weergavetaal en de taal van de • Kort op de toets drukken (korter stemherkenning in te stellen. dan 0,8 seconden): afstemmen op Selecteer [Language] (taal) Kies frequentie onder met de knop...
Pagina 344
Multimediasysteem TA (Verkeersinformatie) AST (Auto Store) AF (Alternative Frequency) Druk op de toets Kies [ Kort op de toets drukken MENU SCAN (korter dan 0,8 seconden): de AF] met de knop TUNE of de toets Druk op de toets Kies [ AST] MENU modus TA (Traffic Announcement, (automatisch opslaan) met de knop...
Pagina 345
Info Volume Zoeken DAB-RADIO Info Volume is het geluidsvolume bij (uitvoeringen met DAB) Druk op de toets TRACK SEEK ontvangen nieuws ❈ RADIO • Kort indrukken van de toets (korter verschillen, verkeersinformatie. dan 0,8 seconden): Wijzigen van de afhankelijk van de geselecteerde Het informatievolume kan worden zender.
Pagina 346
Multimediasysteem Voorkeuzetoets zoeken Scannen Menu Druk op de toets Druk op de toets Onder de toets bevinden zich MENU SCAN de functies "Service.F" (Service • Kort indrukken van de toets (korter Following, gevolgde service) en dan 0,8 seconden): TA aan/uit L-Band.
Pagina 347
L-Band Druk op de toets Kies MENU L-Band] met de knop TUNE of de toets DAB-uitzendingen bestaan uit BAND III en L-BAND, overeenkomstig het bereik. BAND III is altijd als standaard ingesteld, terwijl L-BAND kan worden ingeschakeld om naar L-BAND-uitzendingen te zoeken wanneer u zich in een regio bevindt waar L-BAND-uitzendingen beschikbaar zijn.
Pagina 348
Multimediasysteem ® Naam Beschrijving BASISGEBRUIK : USB / iPod / My Music Als tijdens het afspelen van een muziekstuk Herhalen (bestand) op de toetsg wordt gedrukt - Uitvoering met RDS en Bluetooth ® Modus USB, iPod ® , Mijn muziek: •...
Pagina 349
- Uitvoering met RDS en Bluetooth ® Naam Beschrijving SCANNEN Als tijdens het afspelen van een muziekstuk (bestand) op de toets wordt gedrukt SCAN Worden van alle muziekstukken vanaf het volgende muziekstuk de eerste 10 seconden afgespeeld. ❈ Druk nogmaals op de toets om de SCAN functie uit te schakelen.
Pagina 350
Multimediasysteem Map herhalen Kopie (indien van toepassing) MENU : USB Selecteer [ F.RPT] met de knop Selecteer [ Copy] met de knop TUNE of de toe om de TUNE of de toets Druk in de USB-modus op de toets muziekstukken in de huidige map te ❈...
Pagina 351
® Informatie MENU: Mijn muziek-modus MENU : iPod (indien van toepassing) Selecteer [ Info] met de knop TUNE of de toets Druk in de iPod-modus op de Hiermee wordt informatie over het Druk in de My Music-modus op de toets MENU actuele muziekstuk weergegeven.
Pagina 352
Multimediasysteem Willekeurig Verwijderen Alle muziekstukken verwijderen Selecteer [ RDM] met de knop Selecteer [ Delete] met de knop Selecteer [ Del.All] met de knop TUNE of de toets TUNE of de toets TUNE of de toets Hiermee speelt u alle muziekstukken Hiermee verwijdert alle...
Pagina 353
Selectie verwijderen ® Bluetooth Wireless Druk op de toets Kies [ MENU Technology Audio Del.Sel] (selectie verwijderen) met AUX wordt gebruikt om de externe (indien van toepassing) de knop TUNE of de toets MEDIA af te spelen die op dat moment via de AUX-ingang zijn De muziekstukken in Mijn muziek aangesloten.
Pagina 354
Multimediasysteem Vóór gebruik Bluetooth Wireless Functies van Bluetooth ® ® ® audiofuncties Bluetooth Technologyaudio starten Wireless Technology-audio Wireless Technology gebruiken • Druk op toets om de modus MEDIA • Bluetooth ® Wireless Technology- te wijzigen in de volgorde USB ➟ •...
Pagina 355
Bellen via de stuurwieltoetsen Naam Beschrijving • Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus gewijzigd in de volgorde FM1 ➟ FM2 ➟ FMA ➟ AM ➟ AMA ➟ USB(iPod) ➟ AUX (Uitvoeringen met DAB) FM1 ➟ FM2 ➟ FMA ➟ DAB1 ➟ DAB2 ➟ AM ➟...
Pagina 356
Multimediasysteem Bellen via de stuurwieltoetsen Naam Beschrijving (Uitvoering met Bluetooth) Onderbreekt de werking van de microfoon tijdens een telefoongesprek. • Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus gewijzigd in de volgorde FM1 ➟ FM2 ➟ FMA ➟ AM ➟ AMA ➟ USB(iPod) ➟...
Pagina 357
Telefoonmenu Telefoonboek Telefoon instellen Druk op de toets Kies [ P. Druk op de toets Kies [ Book] (telefoonboek) met de toets Setup] (instellen) met de knop Druk op toets om drie TUNE of de toets TUNE of toets menu's weer te geven: Call History telefoonboek wordt Het instelscherm voor de mobiele...
Pagina 358
Multimediasysteem Stembegeleiding overslaan SPRAAKHERKENNING Informatie Tijdens de stembegeleiding Druk (indien van toepassing) Geef het spraakcommando voor een kort op de toets op het stuurwiel. juiste spraakherkenning direct na de stembegeleiding wordt stembegeleiding en de pieptoon. De spraakherkenning gebruiken onmiddellijk gestopt en er klinkt een pieptoon.
Pagina 359
DE SPRAAKHERKENNING Tips met betrekking tot spraakherkenning en BEËINDIGEN telefoonboek: De spraakherkenning van Hyundai Tijdens de spraakherkenning Press kan moeite hebben met bepaalde Houd de toets op het stuurwiel accenten of ongebruikelijke namen. ingedrukt. Als u spraakherkenning gebruikt om te bellen, moet u langzaam en Informatie duidelijk spreken.
Pagina 360
Multimediasysteem Illustratie met betrekking tot het gebruik van Meer hulp spraakcommando's Hieronder enkele voorbeelden van spraakcommando's. • Het spraakcommando starten. U kunt een golflengte voor de radio zeggen zoals Kort indrukken van toets (korter dan 0,8 seconden): “FM”, “AM” of “Satelliet”. Zeg een commando na de piep U kunt ook een mediabron zeggen zoals “USB”, Piep~...
Pagina 361
Lijst met spraakcommando's • Gebruikelijke commando's: Deze commando's kunnen bij de meeste handelingen worden gebruikt. (Sommige commando's zijn echter mogelijk niet beschikbaar bij bepaalde handelingen.) Commando Functie Commando Functie More Help Telefoon Levert hulp bij commando's met betrekking Levert hulp bij de commando's die overal in tot de telefoon.
Pagina 362
Multimediasysteem Commando Functie Commando Functie Radio • Wanneer u naar de radio aan het luisteren bent, Speelt muziek van USB af. wordt het volgende radioscherm weergegeven. iPod Speelt muziek van iPod af. (FM1 ➟ FM2 ➟ AM ➟ XM1 ➟ XM2 ➟ XM3 ➟ FM1) My Music Speelt de in Mijn muziek opgeslagen muziek...
Pagina 363
• USB Commando's : Commando's beschikbaar • FM/AM radio-commando's: Commando's beschikbaar tijdens het afspelen van een USB tijdens bediening van de radio. Commando Functie Commando Functie Speelt de onder positie 1~6 opgeslagen zender Preset 1~6 Random Speelt de bestanden in de actuele map in (Positie 1~6 ) (Willekeurig) willekeurige volgorde af.
Pagina 364
Multimediasysteem • iPod ® -commando's: Commando's beschikbaar tijdens • My Music-commando's: Commando's beschikbaar het bedienen van een iPod ® tijdens de bediening van My Music. Commando Functie Commando Functie Speelt in willekeurige volgorde de Random Speelt alle opgeslagen bestanden in Random muziekstukken af van de actuele categorie.
Pagina 365
Rijden met uw auto Vóór het rijden............5-4 Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) .....5-55 Vehicle Stability Management (VSM)......5-59 Voor het instappen ............5-4 Hill-start Assist Control (HAC) ........5-61 Vóór het starten..............5-4 Downhill Brake Control (DBC) ........5-61 Contact ..............5-6 Noodstopsignaal (ESS)...........5-63 Contactslot ................5-6 Goede remgewoonten............5-64 Toets Engine Start/Stop..........5-11 Vierwielaandrijving (4WD)........5-65 Handgeschakelde transmissie ......5-20...
Pagina 366
Autonomous emergency braking (AEB) ...5-92 Rijden onder speciale rijomstandigheden..5-131 Systeeminstelling en - activering .......5-92 Rijden onder moeilijke omstandigheden....5-131 AEB-waarschuwingsmelding Op eigen kracht lostrekken van de auto ....5-131 en systeemregeling ............5-94 Vloeiend nemen van bochten ........5-132 Sensor voor het signaleren van de afstand Rijden in het donker ............5-132 tot de voorligger (radar voor)........5-97 Rijden in de regen ............5-133...
Pagina 367
Het uitlaatsysteem moet elke keer dat de auto op de brug staat voor olieverversen of voor andere reparaties worden gecontroleerd. Laat uw auto controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Pagina 368
Rijden met uw auto VÓÓR HET RIJDEN Voor het instappen Vóór het starten WAARSCHUWING • Zorg ervoor alle ruiten, • Controleer of de motorkap, de buitenspiegel(s) en lampen schoon achterklep en de portieren goed Om de kans op ERNSTIG en onbedekt zijn. gesloten en vergrendeld zijn.
Pagina 369
(Vervolg) WAARSCHUWING De kans op een ernstig ongeval Ga NOOIT rijden als u onder is vele malen groter als u gaat invloed bent van drank of rijden onder invloed van alcohol drugs. of drugs. Ga niet rijden als u gedronken heeft of drugs heeft Rijden onder invloed van drank gebruikt.
Pagina 370
Rijden met uw auto CONTACT Contactslot (Vervolg) WAARSCHUWING • Controleer voordat u de auto Om de kans op ERNSTIG verlaat altijd START LETSEL te beperken, moeten selectiehendel de volgende voorzorgsmaat- versnelling (auto met hand- regelen getroffen worden: LOCK geschakelde transmissie) of stand P (parkeren, auto met •...
Pagina 371
Standen contact Stand Actie Opmerkingen contact Om het contact in stand LOCK te zetten, moet de sleutel in stand ACC iets worden ingedrukt en vervolgens naar stand LOCK worden gedraaid. Als het contact in stand LOCK staat, kan de contactsleutel worden LOCK verwijderd.
Pagina 372
Rijden met uw auto Starten van de motor Auto met automatische transmissie/ Starten van de benzinemotor Double clutch-transmissie: Auto handgeschakelde WAARSCHUWING 1. Controleer of de parkeerrem is transmissie: geactiveerd. 1. Controleer of de parkeerrem is • Draag altijd geschikte 2. Zorg ervoor dat de selectiehendel geactiveerd.
Pagina 373
Auto met automatische transmissie: Starten van de dieselmotor Informatie Om de dieselmotor te starten bij 1. Controleer of de parkeerrem is • Breng de motor niet op bedrijfs- geactiveerd. koude motor moet deze temperatuur door hem stationair te voorgegloeid worden voordat de 2.
Pagina 374
Rijden met uw auto Starten en afzetten van een motor AANWIJZING AANWIJZING met turbo/intercooler Zet de motor nooit direct af nadat Om schade aan de auto te 1. Laat de motor niet met een te hij zwaar belast is. Dit kan zware voorkomen: hoog toerental...
Pagina 375
Toets Engine Start/Stop WAARSCHUWING WAARSCHUWING Uitzetten van de motor in een • Druk NOOIT op de startknop noodgeval: terwijl auto rijdt, uitgezonderd Houd de startknop gedurende noodgeval. Als u dat wel doet, langer twee seconden wordt motor uitgezet, ingedrukt OF druk de startknop waardoor stuur- drie keer achter elkaar snel in...
Pagina 376
Rijden met uw auto Standen startknop - Auto met handgeschakelde transmissie Stand startknop Actie Opmerkingen Breng om de motor uit te schakelen de auto Als het stuurwiel niet correct vergrendeld is tot stilstand en druk op de startknop. wanneer u het bestuurdersportier opent, zal er een waarschuwingszoemer klinken.
Pagina 377
- Auto met handgeschakelde transmissie: Stand startknop Actie Opmerkingen Druk op de startknop terwijl het contact in Laat de startknop niet in stand ON staan als stand ACC staat zonder het de motor niet loopt, om te voorkomen dat de koppelingspedaal in te trappen.
Pagina 378
Rijden met uw auto Standen startknop - Auto met automatische transmissie/Double clutch-transmissie Stand startknop Actie Opmerkingen Zet de motor uit door op de startknop terwijl Als het stuurwiel niet correct vergrendeld is de selectiehendel in stand P (parkeren) wanneer u het bestuurdersportier opent, zal staat.
Pagina 379
- Auto met automatische transmissie/Double clutch-transmissie Stand startknop Actie Opmerkingen Druk de toets Engine Start/Stop als deze in Laat de startknop niet in stand ON staan als stand ACC staat in zonder het rempedaal in de motor niet loopt, om te voorkomen dat de te trappen.
Pagina 380
Rijden met uw auto Starten van de motor Starten van de benzinemotor Informatie Auto handgeschakelde • De motor zal starten wanneer u op WAARSCHUWING transmissie: de startknop drukt, maar alleen 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key wanneer de Smart Key zich in de •...
Pagina 381
Auto met automatische transmissie: Starten van de dieselmotor Informatie Om de dieselmotor te starten bij 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key • Breng de motor niet op bedrijfs- altijd bij u hebt. koude motor moet deze temperatuur door hem stationair te voorgegloeid worden voordat de 2.
Pagina 382
Rijden met uw auto Starten en afzetten van een AANWIJZING AANWIJZING motor met turbo/intercooler Om schade aan de auto te Om schade aan de auto te 1. Voer het toerental van de motor voorkomen: voorkomen: niet te hoog op en accelereer niet •...
Pagina 383
OTLE055008 Informatie Als de batterij bijna leeg is of de Smart Key niet goed werkt, kunt u de motor starten door de startknop direct met de Smart Key in te drukken, zoals hierboven is afgebeeld. 5-19...
Pagina 384
Rijden met uw auto HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening handgeschakelde Breng de auto volledig tot stilstand alvorens stand R (achteruit) in te transmissie schakelen, zet de selectiehendel in De handgeschakelde transmissie de vrijstand en schakel vervolgens heeft 6 (zes) versnellingen vooruit. stand R (achteruit) in.
Pagina 385
Bedienen van de koppeling Terugschakelen AANWIJZING Het koppelingspedaal moet geheel Schakel in druk verkeer of bij het Om onnodige slijtage of schade worden ingetrapt omdat: oprijden van een steile helling terug aan de koppeling te voorkomen: om overbelasting van de motor te - Starten van de motor •...
Pagina 386
Rijden met uw auto Goede rijgewoonten • Wees vooral voorzichtig bij het AANWIJZING rijden op een gladde ondergrond. • Laat de auto nooit in zijn vrij een Om schade aan de motor, de Let in dat geval vooral op bij het helling af rijden.
Pagina 387
• Pas uw snelheid aan voordat u een bocht aansnijdt of gaat • HYUNDAI adviseert u om u keren. altijd aan de aangegeven snelheidslimieten te houden. • Maak geen...
Pagina 388
Rijden met uw auto AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening automatische transmissie De automatische transmissie heeft 6 versnellingen vooruit en één achteruit. verschillende versnellingen worden stand (rijden) automatisch ingeschakeld. SPORT-modus Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de selectiehendel.
Pagina 389
Standen selectiehendel P (parkeren) WAARSCHUWING De indicator in het instrumenten- Zorg ervoor dat de auto volledig tot paneel geeft, als het contact in stand stilstand is gekomen voordat stand Om de kans op ERNSTIG P (parkeren) wordt ingeschakeld. ON staat, aan in welke stand de LETSEL te beperken: selectiehendel staat.
Pagina 390
Rijden met uw auto N (neutraal) Stand D (drive) WAARSCHUWING De wielen en de transmissie zijn niet Dit is de normale stand voor het geblokkeerd. rijden in voorwaartse richting. De • Wanneer u tijdens het rijden transmissie schakelt automatisch Gebruik stand N (neutraal) als u de stand P (parkeren) inschakelt, tussen de 6 versnellingen vooruit auto opnieuw moet starten nadat hij...
Pagina 391
In de SPORT-modus kunt u de voor (Vervolg) rijomstandigheden geschikte • Als het motortoerental het rode versnelling inschakelen door de gebied nadert, schakelt selectiehendel naar achteren en transmissie automatisch op. naar voren te bewegen. • Als de bestuurder de selectiehendel + (Opschakelen) : naar \stand + (Up) of - (Down) Druk de selectiehendel één keer...
Pagina 392
P : We adviseren u het systeem direct te 1. Houd het rempedaal ingetrapt. laten controleren door een officiële 2. Start de motor of zet het contact in HYUNDAI-dealer als u de schakel- blokkering ongedaan heeft moeten stand ON. OTLE055002 maken.
Pagina 393
Sleutelblokkeersysteem Parkeren Goede rijgewoonten (indien van toepassing) Breng de auto volledig tot stilstand • Houd het gaspedaal nooit ingetrapt De sleutel kan alleen uit het contact en blijf het rempedaal ingetrapt als de selectiehendel van stand P worden genomen houden. Zet de selectiehendel in (parkeren) of N (neutraal) in een selectiehendel in stand P staat.
Pagina 394
• Pas uw snelheid aan voordat rijden op een gladde ondergrond. u een bocht aansnijdt of gaat • HYUNDAI adviseert u om u Let in dat geval vooral op bij het keren. altijd aan de aangegeven remmen, gasgeven en schakelen.
Pagina 395
DOUBLE CLUTCH-TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking Double clutch- transmissie De Double clutch-transmissie heeft zeven versnellingen vooruit en één versnelling achteruit. verschillende versnellingen worden stand (rijden) automatisch ingeschakeld. SPORT-modus Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de selectiehendel.
Pagina 396
Rijden met uw auto • De Double clutch-transmissie • Een droge koppeling brengt koppel WAARSCHUWING geeft rijgevoel over en zorgt voor een direct handgeschakelde transmissie, gevoel dat anders kan zijn dan bij Om de kans op ERNSTIG maar met het gebruiksgemak een conventionele automatische LETSEL te beperken: van een volledig automatische...
Pagina 397
• Het negeren waarschuwingen kan leiden tot door een officiële Hyundai- moment wordt beschadiging dealer. waarschuwingsmelding transmissie. weergegeven in het LCD-display en is er mogelijk een trilling (Vervolg) voelbaar.
Pagina 398
• Onder bepaalde omstandig- • Neem voor uw veiligheid contact • Wanneer de Double clutch- op met een officiële HYUNDAI- heden, zoals bij herhaaldelijk transmissie oververhit raakt kan dealer als het display blijft wegrijden op een steile helling, de wijze waarop geschakeld...
Pagina 399
(Vervolg) Als u bovenstaande handelingen R (achteruit) hebt uitgevoerd • Gedurende de eerste 1500 km Gebruik deze stand om de auto selectiehendel nog steeds niet uit lijkt de auto mogelijk bij lage achteruit te rijden. stand P (parkeren) kan worden snelheid niet zo soepel te verplaatst, raadpleeg...
Pagina 400
Rijden met uw auto In de SPORT-modus kunt u de voor Stand D (drive) rijomstandigheden geschikte Dit is de normale stand voor het versnelling inschakelen door de rijden in voorwaartse richting. De selectiehendel naar achteren en transmissie schakelt automatisch naar voren te bewegen. tussen zeven versnellingen...
Pagina 401
Schakelblokkeersysteem (Vervolg) • Als het motortoerental het rode Voor uw veiligheid heeft de Double gebied nadert, schakelt clutch-transmissie schakel- transmissie automatisch op. blokkeersysteem dat voorkomt dat de selectiehendel uit stand P • Als de bestuurder de selectiehendel (parkeren) in stand R (achteruit) kan naar\stand + (Up) of - (Down) worden gezet...
Pagina 402
We adviseren u het systeem direct verlaat. te laten controleren door een Zorg ervoor dat de auto volledig tot officiële HYUNDAI-dealer als u de stilstand is gekomen voordat stand WAARSCHUWING schakelblokkering ongedaan heeft R of D wordt ingeschakeld.
Pagina 403
Pas uw snelheid aan voordat • Wees vooral voorzichtig bij het u een bocht aansnijdt of gaat • HYUNDAI adviseert u om u rijden op een gladde ondergrond. keren. altijd aan de aangegeven Let in dat geval vooral op bij het snelheidslimieten te houden.
Pagina 404
Rijden met uw auto REMSYSTEEM Rembekrachtiging (Vervolg) WAARSCHUWING auto voorzien • Als de remmen nat zijn, remt bekrachtigde remmen Neem de volgende voorzorgs- de auto minder dan normaal normaal gebruik automatisch maatregelen: en kan de auto naar één kant afgesteld worden. trekken tijdens het remmen.
Pagina 405
Remblokslijtage-indicatoren Parkeerrem (handbediend, WAARSCHUWING indien van toepassing) Wanneer de remblokken vóór of achter (indien toepassing) Gebruik, om ERNSTIG LETSEL versleten zijn, hoort te voorkomen, de parkeerrem waarschuwing een piepend geluid niet tijdens het rijden, behalve van de remmen. Dit geluid kan af en in een noodsituatie.
Pagina 406
Laat kinderen en personen die ervoor dat de parkeerrem voor laten controleren door een officiële niet bekend zijn met de auto het wegrijden gedeactiveerd is HYUNDAI-dealer, als de parkeerrem niet parkeerrem en controleer voordat u wegrijdt niet of niet helemaal in de vrijstand komen.
Pagina 407
Controleer Elektronische parkeerrem De EPB wordt tevens automatisch waarschuwingslampje geactiveerd als de [AUTO HOLD]- (EPB) (indien van toepassing) van het remsysteem toets aan is wanneer de motor Activeren van de parkeerrem functioneert door het uitgezet wordt. Als u de EPB- contact in stand ON te schakelaar indrukt binnen 1 seconde zetten (start de motor...
Pagina 408
EPB (elektronische parkeerrem) Double clutch-transmissie laten controleren door te deactiveren: 1. Start de motor. officiële HYUNDAI-dealer, • Zet de startknop in stand ON. 2. Doe de veiligheidsgordel van de controleren waar- • Trap het rempedaal in. schuwingslampje voor bestuurder om.
Pagina 409
■ Type A ■ Type B kan worden signaal en wordt er een melding weergegeven. We raden we u aan uw auto naar een officiële HYUNDAI-dealer te Trap, indien bovenstaande situatie laten brengen auto- zich voordoet, het rempedaal in en...
Pagina 410
Rijden met uw auto AANWIJZING WAARSCHUWING (Vervolg) • • Trap niet op het gaspedaal als Deactiveer de EPB alleen als • Breng voor het verlaten van de parkeerrem geactiveerd is. u in de auto zit en met uw de auto of het parkeren de Als u het gaspedaal intrapt voet het rempedaal stevig auto volledig tot stilstand en...
Pagina 411
■ Type A ■ Type B ■ Type A ■ Type B Informatie • Er klikkend geluid hoorbaar zijn bij het activeren of deactiveren van de EPB. Dat is normaal en geeft aan dat de EPB goed werkt. • Informeer, als u uw sleutels afgeeft aan een parkeerwachter of iemand die uw auto voor u parkeert, hem of haar over de bediening van de EPB.
Pagina 412
Het controlelampje voor de EPB kan werking is. HYUNDAI-dealer na te laten gaan branden als het controlelampje kijken. voor het ESC gaat branden om aan te geven dat het ESC niet goed werkt maar dat duidt niet op een probleem met de EPB.
Pagina 413
HYUNDAI-dealer te laten brengen veiligheidsgordel voor met een autoambulance en het bestuurder trap systeem na te laten kijken. rempedaal in en druk op de [AUTO HOLD]-schakelaar.
Pagina 414
Rijden met uw auto Uitschakelen : Deactiveren : Als u het gaspedaal intrapt met de selectiehendel in R (achteruit), D (rijden) of in de sportstand, wordt het Auto Holdsysteem automatisch uitgeschakeld en begint de auto te rijden. De kleur van de indicator verandert van groen naar wit.
Pagina 415
Auto Hold- de selectiehendel in stand D systeem niet goed. We adviseren u (rijden) contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. - De achterklep wordt geopend met de selectiehendel in stand R • Mogelijk hoort u een mechanisch (achteruit) geluid wanneer Auto Hold is geactiveerd.
Pagina 416
We melding. weergegeven. adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING Wanneer deze melding wordt weergegeven, werken de Auto Hold-functie en EPB mogelijk niet. Trap voor uw veiligheid het rempedaal in.
Pagina 417
■ Type A ■ Type B Antiblokkeersysteem (ABS) WAARSCHUWING Een antiblokkeersysteem (ABS) of elektronische stabiliteits- regeling (ESC) geen ongelukken voorkomen die het gevolg zijn gevaarlijk rijgedrag. Hoewel de auto bij noodstop beter onder controle gehouden kan worden, OLF054127N/OLF044407N OLF054129N is het toch noodzakelijk een Press brake pedal to deactivate AUTO HOLD conditions not met.
Pagina 418
ABS. We adviseren remmen. koerswijzigingen, bijvoorbeeld een te u zo snel mogelijk contact op te hoge bochtensnelheid of plotselinge nemen met een officiële HYUNDAI- verandering rijstrook. Rijd dealer. altijd met een bij de weg- en...
Pagina 419
ABS in orde. Anders is er mogelijk een storing in het ABS. We adviseren u zo snel OTL055021 mogelijk contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. De elektronische stabiliteitsregeling (ESC) is ontworpen om de stabiliteit auto bochten Informatie verbeteren.
Pagina 420
Rijden met uw auto Het systeem is geen vervanging voor Bediening voertuigstabiliteits- In werking een veilig rijgedrag. Pas uw snelheid regeleing (ESC) elektronische en rijgedrag altijd aan aan de stabiliteitsregeling Voertuigstabiliteitsregeling (ESC) wegomstandigheden. werking treedt, gaat het ingeschakeld controlelampje Als het contact in stand ON staat, WAARSCHUWING knipperen.
Pagina 421
• Bij wegrijden vanaf • Toestand 2 ESC OFF-conditie modderige ondergrond of tijdens Uitschakelen ESC- ■ Type A ■ Type B het rijden op een gladde weg loopt systeem: het motortoerental (omwentelingen per minuut) mogelijk niet op, zelfs • Toestand 1 niet als u het gaspedaal ver intrapt.
Pagina 422
Rijd nooit met een officiële HYUNDAI-dealer. een auto waarop banden met een verschillende diameter zijn gemonteerd. 5-58...
Pagina 423
Vehicle Stability Management VSM uitschakelen AANWIJZING (VSM) (indien van toepassing) VSM AAN-conditie Om schade aan de transmissie te (Vehicle Stability Het VSM werkt als: voorkomen: Management) helpt de auto stabiel • De elektronische stabiliteits- • Laat het/de wiel(en) van een as houden plotseling regeling (ESC) geactiveerd is.
Pagina 424
Als het controlelampje ESC ) of het waarschuwings- lampje EPS ( ) blijft branden, is er mogelijk een storing aanwezig in het VSM-systeem. Als het waarschuwingslampje brandt adviseren we u de auto zo spoedig mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 5-60...
Pagina 425
Hill-start Assist Control (HAC) Downhill Brake Control (DBC) Informatie (indien van toepassing) (indien van toepassing) • De HAC werkt niet wanneer de ■ Type A Een auto heeft de neiging achteruit selectiehendel in stand P (parkeren) te rollen op een steile helling als er of stand N (neutraal) staat.
Pagina 426
Rijden met uw auto Het systeem vermindert de snelheid Werking DBC tot lager dan 8 km/h (auto's met automatische transmissie/Double Functie Controlelampje Beschrijving clutch-transmissie) of tot 8 km/h Druk op de toets DBC als de rijsnelheid lager is dan 40 (auto's handgeschakelde km/h.
Pagina 427
7 m/s geschakelde transmissie. De laten controleren door een en de rijsnelheid is hoger dan 55 motor kan afslaan als het DBC- officiële HYUNDAI-dealer. km/h) systeem geactiveerd wordt. • Het ABS is geactiveerd. • De DBC werkt niet als:...
Pagina 428
(parkeren), activeer lichten te drukken. een officiële HYUNDAI-dealer voor parkeerrem en zet de startknop hulp. in stand OFF. Laat tijdens het rijden uw voet NIET Informatie Als de parkeerrem niet volledig op het rempedaal rusten.
Pagina 429
VIERWIELAANDRIJVING (4WD) (INDIEN VAN TOEPASSING) vierwielaandrijving (4WD) (Vervolg) WAARSCHUWING verdeelt het motorvermogen over de • Gooi stuur niet voor- en achterwielen voor maximale Om de kans op ERNSTIG wanneer uw auto van de tractie. Vierwielaandrijving is handig LETSEL te beperken: weg raakt.
Pagina 430
Rijden met uw auto AANWIJZING • Rijd niet in water dat hoger staat dan de onderzijde van de auto. • Controleer de werking van de remmen nadat u door modder of water bent gereden. Trap het rempedaal tijdens het rijden licht in totdat u voelt dat de remmen weer normaal werken.
Pagina 431
Als het waarschuwingslampje 4WD ( ) in het instrumentenpaneel blijft branden, is er mogelijk een storing aanwezig in het 4WD-systeem. Als het waarschuwingslampje 4WD ( ) brandt adviseren we u de auto zo spoedig mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 5-67...
Pagina 432
Rijden met uw auto Rijden op besneeuwde of bevroren AANWIJZING OPMERKING wegen Als de 4WD LOCK-modus wordt • Rijd langzaam weg door het Zorg er als u op normale wegen gedeactiveerd kan een schok gaspedaal geleidelijk in te trappen. rijdt voor dat de 4WD LOCK- worden gevoeld •...
Pagina 433
Rijden in zand of modder WAARSCHUWING • Rijd met een lage en constante snelheid. Wees buitengewoon voorzichtig • Gebruik indien nodig sneeu- bij het op- of afrijden van steile wkettingen bij het rijden in modder. hellingen. De auto kan kantelen afhankelijk van het hellings- •...
Pagina 434
Rijden met uw auto Rijden door water Overige rijomstandigheden • Probeer het rijden door diep water • Zorg weet te voorkomen. De motor kan omstandigheden in het onverharde afslaan en de uitlaatpijpen kunnen terrein zijn voordat u er gaat rijden. verstopt raken.
Pagina 435
Als u de stuurwiel tijdens het rijden in 6 voor meer informatie. auto voor rijden op onverhard terrein het terrein. U kunt uw arm voorziet van een niet door HYUNDAI verwonden door aanbevolen banden- en velgen-...
Pagina 436
Rijden met uw auto OPMERKING • Activeer tijdens het uitvoeren deze test nooit parkeerrem. • Laat de voor- en achterwielen niet afzonderlijk draaien als de auto omhoog staat. Alle vier wielen moeten draaien. Vrij draaiende rollen Testbank (snelheidsmeter) OTL055117 WAARSCHUWING Test een auto met permanente vierwielaandrijving niet op een Houd afstand tot de voorzijde...
Pagina 437
ISG (IDLE STOP & GO) (INDIEN VAN TOEPASSING) Het ISG-systeem dient om brandstof Activeren van het ISG-systeem Informatie besparen door motor Automatisch uitzetten Nadat de motor automatisch uitgezet automatisch uit te zetten als de auto ■ Type A ■ Type B is, moet de snelheid van de auto weer stilstaat (bijvoorbeeld voor een rood minstens 10 km/h bedragen.
Pagina 438
Rijden met uw auto ■ Type A ■ Type B Automatisch starten ■ Type A ■ Type B OTLE055007 OTLE055035/OTLE055036 Als de bestuurder zijn veiligheids- • De melding 'Auto Stop deactivated. OTLE055085/OTLE055037 gordel losmaakt of het bestuurder- Start manually' verschijnt in het Starten van de motor in de Auto sportier (of de motorkap) opent in de LCD-display.
Pagina 439
■ Type A Voorwaarden voor activeren De motor wordt automatisch opnieuw gestart in de volgende ISG-systeem werkt situaties. volgende situaties. - De aanjagersnelheid van het - De bestuurder heeft handbediende verwarmings- en veiligheidsgordel vastgemaakt. ventilatiesysteem staat in een - Het bestuurdersportier en de hogere stand dan stand 3 terwijl de motorkap zijn gesloten.
Pagina 440
ISG-systeem te laten controleren door een officiële OTLE055004 HYUNDAI-dealer. • Druk op de ISG OFF-knop om het ISG-systeem te deactiveren. Dan gaat het controlelampje in de ISG OFF-knop branden en wordt de melding "Auto...
Pagina 441
2. Als het controlelampje Het volgende gebeurt als er een in de toets ISG OFF blijft branden, storing is in het ISG-systeem: adviseren we u contact op te nemen met een officiël HYUNDAI-dealer. • Het Auto Stop-controlelampje ) in het instrumentenpaneel...
Pagina 442
Laat de motor gedurende 4 uur UIT uitsluitend originele staan en probeer daarna 3 tot 4 HYUNDAI ISG-accu. Als u dat keer de motor te starten om de niet doet, werkt het ISG-systeem accusensor te reactiveren. mogelijk niet goed.
Pagina 443
FLEX-STUURWIEL (INDIEN VAN TOEPASSING) ■ Type A Als niet binnen 4 seconden op de stuurmodustoets gedrukt wordt, wordt in het LCD-display het vorige scherm weer weergegeven. OTL055125 ■ Type B OTL055123 flex-stuurwiel regelt stuurkracht afhankelijk voorkeur van de bestuurder en de rijomstandigheden.
Pagina 444
Rijden met uw auto Normale modus Sportmodus OPMERKING ■ Type A ■ Type B ■ Type A ■ Type B • Als de bestuurder tijdens het rijden op de stuurmodustoets drukt, wijzigt stuur- modusoptie LCD- display. Uit veiligheidsover- wegingen wijzigt benodigde stuurkracht echter niet direct.
Pagina 445
IN DRIVE-STAND GEÏNTEGREERD REGELSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) ■ Type A De modus wijzigt in onderstaande Informatie volgorde wanneer de toets DRIVE probleem MODE wordt ingedrukt. instrumentenpaneel aanwezig zal de NORMAL-modus worden SPORT NORMAL geselecteerd en kan mogelijk niet worden overgeschakeld naar de SPORT-modus.
Pagina 446
Rijden met uw auto SPORT-stand Informatie De SPORT-modus zorgt SPORT-modus voor dynamisch brandstofverbruik toenemen. rijgedrag door automatisch aanpassen van de regeling van de stuurbekrachtiging, motor en de transmissie. • Als SPORT-modus geselecteerd door op de toets DRIVE MODE te drukken, brandt het SPORT-controlelampje (geel).
Pagina 447
BLIND SPOT DETECTION-SYSTEEM (BSD) (INDIEN VAN TOEPASSING) (1) BSD (Blind Spot Detection) WAARSCHUWING Het detectiebereik is afhankelijk van de rijsnelheid. Als uw auto • Houd de wegomstandigheden sneller rijdt dan de andere Blind spotgebied tijdens het rijden altijd in de voertuigen, waarschuwt gaten, zelfs wanneer het Blind...
Pagina 448
Rijden met uw auto BSD (Blind Spot Detection) / Uitschakelen: Type waarschuwing LCA (Lane Change Assist) Druk nogmaals BSD- Het systeem wordt geactiveerd als: (indien van toepassing) schakelaar. Het controlelampje in de 1. Het systeem is ingeschakeld. schakelaar gaat uit. Werking 2.
Pagina 449
■ Links ■ Links ■ Rechts ■ Rechts OTL055039 OTL055029 OTL055030 Eerste waarschuwing Tweede waarschuwing Als er een auto wordt gedetecteerd Het tweede alarm wordt geactiveerd als: binnen de grenzen die door het 1. De eerste waarschuwing wordt gegeven. systeem zijn gesteld, zal er een 2.
Pagina 450
OTL055031 OLF054217N HYUNDAI-dealer. De sensoren bevinden zich in de • Deze waarschuwingsmelding kan achterbumper. verschijnen als: Om het systeem goed te kunnen - Er vuil op de achterbumper laten werken, moet de achterbumper aanwezig is.
Pagina 451
Het systeem wordt HYUNDAI-dealer. automatisch ingeschakeld en in de stand-bymodus gezet om te worden geactiveerd. Het systeem wordt geactiveerd als de rijsnelheid lager is dan 10 km/h en de selectiehendel in stand R (achteruit) staat.
Pagina 452
Rijden met uw auto Type waarschuwing Informatie Informatie ■ Links Het detectiebereik van de Rear Cross • Als het gesignaleerde voertuig • Type A • Type B Traffic Alert is ongeveer 0,5 - 20 m. buiten het detectiebereik van uw Een voertuig wordt gesignaleerd als auto is, rijd dan langzaam weg van de rijsnelheid van dat voertuig 4 ~ 36...
Pagina 453
AANWIJZING (Vervolg) WAARSCHUWING • Het Blind Spot Detection- • Het systeem werkt mogelijk • Het waarschuwingslampje in systeem (BSD) en Rear Cross niet goed wanneer de bumper buitenspiegel gaat Traffic Alert (RCTA) zijn geen vervangen reparatie- branden wanneer er door het vervanging voor een juist en werkzaamheden zijn uitgevoerd systeem...
Pagina 454
Rijden met uw auto Gevallen waarbij het systeem AANDACHT VAN DE (Vervolg) niet mag worden gebruikt BESTUURDER - De auto rijdt in slecht weer, zoals hevige regen of sneeuw. De bestuurder kan mogelijk De bestuurder dient in onder- niet via de buitenspiegel worden staande situaties voorzichtig te - Er bevindt...
Pagina 455
(Vervolg) - Als de temperatuur in de buurt van de achterbumper hoog of laag is. - Als de sensoren geblokkeerd worden door andere voertuigen, wanden of pilaren rond de parkeerplaats. - Wanneer gesignaleerde voertuig ook achteruitrijdt terwijl uw auto achteruitrijdt. - Als er kleine objecten zijn zoals winkelwagen...
Pagina 456
Rijden met uw auto AUTONOMOUS EMERGENCY BRAKING (AEB) (INDIEN VAN TOEPASSING) Het AEB-systeem is bedoeld om het Systeeminstelling en - WAARSCHUWING risico op een ongeval te verkleinen of activering te vermijden. Het herkent de afstand Systeeminstelling Neem de volgende voorzorgs- voorligger maatregelen bij het gebruik ■...
Pagina 457
AAN blijft terwijl de AEB geactiveerd is, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OTLE055077/OTLE055150 OTLE055073/OTLE055151 De bestuurder kan in de Gebruikersinstellingen op het LCD-scherm van het instrumentenpaneel de waarschuwingstijd instellen. Dit zijn de opties voor Forward Collision Warning: •...
Pagina 458
Rijden met uw auto Voorwaarden voor activeren AEB-waarschuwingsmelding WAARSCHUWING en systeemregeling De AEB kan worden geactiveerd als AEB is geselecteerd in het LCD- geeft waarschuwings- • De AEB wordt automatisch display en als aan de volgende meldingen waarschuwingsa- geactiveerd nadat het contact voorwaarden is voldaan.
Pagina 459
Forward Warning Collision Warning - Als uw auto langzamer rijdt dan 70 km/h en er voor de auto een (1e waarschuwing) (2e waarschuwing) voetganger gesignaleerd wordt, kan de rijsnelheid sterk afnemen. Als u harder rijdt dan 70 km/h en er voor de auto een voetganger wordt gesignaleerd, werkt de AEB niet.
Pagina 460
Rijden met uw auto Emergency braking - Als uw auto langzamer rijdt dan OPMERKING 70 km/h en er voor de auto een (3e waarschuwing) voetganger gesignaleerd wordt, bestuurder moet altijd kan de rijsnelheid sterk afnemen. uiterst voorzichtig zijn tijdens Als u harder rijdt dan 70 km/h en het rijden, ook al zijn er geen er voor de auto een voetganger waarschuwingsmeldingen...
Pagina 461
AEB zelfs tijdelijk uitgeschakeld niet aangegeven door verontreiniging, zodat de AEB weer worden. Houd de sensorlens altijd waarschuwingslampje of een werkt. schoon. melding. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. (Vervolg) 5-97...
Pagina 462
(Vervolg) Storing in het systeem WAARSCHUWING • Gebruik alleen een originele ■ Type A ■ Type B HYUNDAI behuizing voor de • De AEB is een aanvullend sensor. Breng niet zelf geen verf systeem dat het gebruiks- aan op de behuizing van de gemak voor de bestuurder sensor.
Pagina 463
Beperkingen van het systeem - De camera krijgt geen compleet (Vervolg) beeld van de voorligger. De AEB bewaakt de rijsituatie met de • Bij een storing in de AEB - De voorligger is een bijzonder radar en de camerasensor. Daarom kan de regeling van het voertuig, bijvoorbeeld...
Pagina 464
Rijden met uw auto OTL055132 OTL055133 OTL055134 - Rijden in bochten Bij het rijden in een bocht signaleert - Rijden op een helling de AEB mogelijk het voertuig op de De prestaties van de AEB nemen af De prestaties van de AEB nemen af andere rijbaan.
Pagina 465
OTL055135 OTL055136 OTL055137 - Wisselen van rijstrook Als de stilstaande auto voor u van - Herkennen van het voertuig rijstrook wisselt, wordt hij mogelijk voertuig Als het voertuig voor u een grote, niet gesignaleerd door de AEB. Let naastliggende rijstrook voor naar achteren uitstekende lading altijd zeer goed op.
Pagina 466
Rijden met uw auto Herkennen van voetgangers Informatie WAARSCHUWING - De voetganger is niet volledig in systeem tijdelijk beeld voor de camerasensor of de • Schakel uitgeschakeld worden door sterke voetganger loopt niet rechtop. modus Gebruikers- elektromagnetische golven. - De voetganger loopt zeer snel. instellingen LCD- display voordat u een andere...
Pagina 467
SNELHEIDSLIMIETINFORMATIEFUNCTIE (SLIF) (INDIEN VAN TOEPASSING) De SLIF gebruikt ook navigatie- (Vervolg) informatie om informatie over de • SLIF leest snelheidslimiet weer te geven. verkeersborden camera om informatie over de WAARSCHUWING snelheidslimiet weer te geven. Daarom kan de SLIF mogelijk • De Speed Limit Information niet goed werken als de Function (SLIF) is slechts...
Pagina 468
Rijden met uw auto Systeeminstelling en - • Als de SLIF geactiveerd wordt in Bediening de instellingen voor het navigatie- activering • De SLIF geeft informatie over systeem, wordt bovenstaande snelheidslimiet weer ■ Type A ■ Type B informatie en het inhaalverbod waarschuwt voor een inhaalverbod weergegeven als uw voertuig de desbetreffende...
Pagina 469
Display ■ Geen informatie over inhaalverboden Informatie ■ Geen betrouwbare informatie over De informatie over de snelheidslimiet snelheidslimieten in het instrumentenpaneel kan anders zijn dan die op het navigatiescherm. Controleer in dat geval de eenheid voor de snelheid die ingesteld is in het navigatiesysteem.
Pagina 470
Als het probleem blijft snelheidslimiet passeert. We adviseren u het systeem te laten bestaan wanneer object controleren door officiële verwijderd is, adviseren we u het HYUNDAI-dealer. systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 5-106...
Pagina 471
De SLIF werkt mogelijk niet of geeft - Uw auto rijdt vlak achter een ander • Houd de voorruit schoon, in het niet de juiste informatie in de voertuig. bijzonder ter hoogte van de volgende situaties. binnenspiegel. - Er is een defect aanwezig in het - Het verkeersbord staat in een navigatiesysteem.
Pagina 472
Rijden met uw auto LANE KEEPING ASSIST-SYSTEEM (LKAS) (INDIEN VAN TOEPASSING) Als het systeem signaleert dat de WAARSCHUWING auto zijn rijstrook dreigt te verlaten, wordt bestuurder zichtbaar Neem bij het gebruik van het hoorbaar gewaarschuwd, Lane Keeping Assist-systeem terwijl tegelijkertijd lichte (LKAS) altijd...
Pagina 473
LKAS. In dat geval adviseren we u aan krachtige schokken. waarschuwing “Keep hands on uw auto te laten controleren door steering wheel” is gegeven, (Vervolg) een officiële HYUNDAI-dealer. wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. • Wees altijd voorzichtig wanneer u het systeem gebruikt.
Pagina 474
Rijden met uw auto Activeren LKAS ■ ■ Rijstrookmarkering Rijstrookmarkering WAARSCHUWING gesignaleerd niet gesignaleerd Lane Keeping Assist System is een systeem dat moet voorkomen bestuurder onbedoeld buiten zijn rijstrook terechtkomt. De bestuurder moet echter niet uitsluitend op het systeem vertrouwen maar tijdens het rijden altijd OTLE055011/OTLE055012...
Pagina 475
Waarschuwing ■ ■ Rijstrookmarkering Rijstrookmarkering rechts gesignaleerd links gesignaleerd ■ ■ Rijstrookmarkering Rijstrookmarkering links rechts OTLE055013/OTLE055014 OTLE055017 • Als systeem linker Als de bestuurder de handen van het OTLE055015/OTLE055016 rijstrookmarkering signaleert, stuurwiel neemt terwijl het LKAS is verandert de kleur van de linker geactiveerd, waarschuwt •...
Pagina 476
Rijden met uw auto Het systeem zal in de volgende WAARSCHUWING situaties worden gedeactiveerd: • De rijsnelheid is lager dan 60 km/h • bestuurder zelf of hoger dan 180 km/h. verantwoordelijk voor een • Er slechts één rijstrook- nauwkeurige besturing. markering gesignaleerd.
Pagina 477
AANDACHT VAN DE • De sensor de rijstrook door mist, • De rijstrookmarkeringen in een zware regenval hevige tunnel zijn moeilijk te herkennen BESTUURDER sneeuwbuien niet kan signaleren. als gevolg van stof of olie. bestuurder dient • De temperatuur rond •...
Pagina 478
(geel) zal gaan branden als het verschijnt er gedurende 2 seconden LKAS niet goed werkt. We adviseren een melding. Als het probleem blijft u het systeem te laten controleren bestaan zal het controlelampje door een officiële HYUNDAI-dealer. storing LKAS gaan branden. 5-114...
Pagina 479
Warning-systeem (LDWS) of in de LKAS-modus wisselen tussen de raden we u aan het systeem door Standard LKA en Active LKA in de modus Gebruikersinstellingen in het een officiële HYUNDAI-dealer na te LCD-display. Het systeem is automatisch ingesteld op de Standard LKA als laten kijken.
Pagina 480
Rijden met uw auto LANE DEPARTURE WARNING Standard LKA Actieve LKA SYSTEM (LDWS) De Standard LKA-modus helpt de De actieve LKA-modus biedt een bestuurder de auto op de rijstrook te intensievere bediening van het LDWS waarschuwt de bestuurder zichtbaar en hoorbaar als het houden.
Pagina 481
SNELHEIDSLIMIETREGELSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening snelheidsbegrenzer Schakelaar snelheidsbegrenzer Snelheidslimiet instellen U kunt de snelheidslimiet instellen wanneer u niet harder dan een bepaalde snelheid wilt rijden. Als u harder rijdt dan de ingestelde snelheidslimiet, zal de ingestelde snelheidslimiet gaan knipperen en de zoemer klinken tot u de rijsnelheid verlaagt maximaal...
Pagina 482
Rijden met uw auto Als u harder wilt rijden dan de Uitschakelen van de ingestelde snelheidslimiet en u het nelheidsbegrenzer: op één gaspedaal minder dan ongeveer van e volgende manieren: 50% intrapt, zal de ingestelde snelheidslimiet geactiveerd blijven en de auto niet versnellen. Als u het gaspedaal echter meer dan ongeveer 70% intrapt, kunt u de snelheidslimiet overschrijden.
Pagina 483
CRUISE CONTROL (MET SNELHEIDSBEGRENZER) (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking cruise control WAARSCHUWING (Vervolg) • Gebruik geen cruise control Neem de volgende voorzorgs- rijden maatregelen: aanhanger. • Als het systeem niet wordt • Gebruik de cruise control uitgeschakeld (controlelampje nooit wanneer niet veilig met CRUISE in het instrumenten- constante...
Pagina 484
Rijden met uw auto Cruise control-schakelaar Rijsnelheid instellen: AANWIJZING Schakel bij het rijden met de cruise control bij een auto met handgeschakelde transmissie niet naar de vrijstand zonder het koppelingspedaal in te trappen. De motor zal dan met een te hoog toerental draaien.
Pagina 485
Verhogen van de cruise control- • Trap het gaspedaal in. Beweeg de schakelaar (1) omlaag (SET-) als snelheid de auto de gewenste snelheid heeft bereikt. OTLE055058 3. Beweeg de schakelaar (1) omlaag (SET-) en laat hem los. Het OTLE055059 controlelampje SET zal gaan •...
Pagina 486
Rijden met uw auto Verlagen van de cruise control- Tijdelijk accelereren met De cruise control wordt snelheid ingeschakelde cruise control: uitgeschakeld als: Trap het gaspedaal in. Als u uw voet van gaspedaal haalt, gaat de auto weer rijden met de eerder ingestelde snelheid.
Pagina 487
• De rijsnelheid wordt verlaagd tot Terugkeren naar ingestelde Uitschakelen van de cruise een snelheid die 20 km/h lager is rijsnelheid control dan de snelheid die in het geheugen is opgeslagen. • De rijsnelheid wordt verlaagd tot een snelheid lager dan ongeveer 30 km/h.
Pagina 488
Rijden met uw auto CRUISE CONTROL (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking cruise control De cruise control stelt u in staat (Vervolg) boven 30 km/h een bepaalde ■ Type A • Gebruik geen cruise control rijsnelheid aan te houden, zonder dat rijden u de voet op het gaspedaal hoeft te aanhanger.
Pagina 489
■ Type A Rijsnelheid instellen: AANWIJZING ■ Type A Schakel bij het rijden met de cruise control bij een auto met handgeschakelde transmissie niet naar de vrijstand zonder het koppelingspedaal in te trappen. De motor zal dan met een te hoog toerental draaien.
Pagina 490
Rijden met uw auto ■ Type A 2. Accelereer naar de gewenste Informatie snelheid, die hoger moet zijn dan Op een steile helling kan de auto iets ongeveer 30 km/h. vertragen of versnellen bij het helling op of helling af rijden. Informatie - Handgeschakelde transmissie...
Pagina 491
Verhogen van de cruise control- Laat de schakelaar los als de Verlagen van de cruise control- gewenste snelheid wordt snelheid snelheid weergegeven. auto ■ Type A ■ Type A accelereren tot deze snelheid. • Beweeg de schakelaar (1) omhoog (RES+) en laat hem onmiddellijk weer los.
Pagina 492
Rijden met uw auto • Beweeg de schakelaar (1) omlaag Tijdelijk accelereren met De cruise control wordt (SET-) en laat hem onmiddellijk ingeschakelde cruise control: uitgeschakeld als: weer los. De rijsnelheid wordt elke Trap het gaspedaal in. Als u uw voet ■...
Pagina 493
• Op de toets CANCEL/O op het Terugkeren naar ingestelde Informatie stuurwiel wordt gedrukt. rijsnelheid Door bovenstaande handelingen • Op de toets CRUISE / gedrukt ■ Type A wordt de werking van de cruise wordt. Het controlelampje CRUISE control onderbroken (het controle- en het controlelampje SET zullen lampje SET op het...
Pagina 494
Rijden met uw auto Uitschakelen van de cruise control ■ Type A OTL055100 ■ Type B OTLE055050 • Druk op de toets CRUISE / (het controlelampje CRUISE uitgaan). • Zet de motor UIT. 5-130...
Pagina 495
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke Op eigen kracht lostrekken WAARSCHUWING omstandigheden van de auto Neem onderstaande voorzorgsmaat- Verdraai eerst het stuurwiel een glad wegdek regelen als er sprake is van aantal keren naar rechts en naar terugschakelen gevaarlijke omstandigheden, zoals links om de voorwielen vrij te maken automatische transmissie kan water, sneeuw, ijs, modder of zand...
Pagina 496
Rijden met uw auto Vloeiend nemen van bochten Informatie WAARSCHUWING Pas uw snelheid zo aan dat u in Het ESC-systeem (indien van toe- bochten niet hoeft te remmen of te banden hoge passing) moet worden uitgeschakeld schakelen, vooral snelheid doorslippen, kunnen alvorens te proberen de auto door wegdek.
Pagina 497
• Kijk niet rechtstreeks • Zorg ervoor banden Aquaplaning koplampen van tegemoetkomende voldoende profiel hebben. Als er voldoende water op het auto's. U kunt daardoor tijdelijk Wanneer banden niet wegdek ligt en u hard genoeg rijdt, verblind raken en het duurt enkele voldoende profiel hebben, kunnen kan het contact tussen uw auto en seconden voordat uw ogen weer...
Pagina 498
Rijden met uw auto Rijden met hoge snelheden Brandstof, koelvloeistof en Verkleinen van de kans op motorolie over de kop slaan Banden Rijden met een hoge snelheid zorgt Uw type personenauto, dat geschikt Breng banden voor een hoger brandstofverbruik is voor meerdere doeleinden, wordt voorgeschreven spanning.
Pagina 499
Er zijn stappen die een bestuurder WAARSCHUWING WAARSCHUWING kan nemen om de kans op over de kop slaan te verkleinen. Probeer slaat significant De kans dat een persoon die scherpe bochten en plotselinge eerder over de kop dan een zijn of haar veiligheidsgordel manoeuvres te vermijden, laad geen ander type auto.
Pagina 500
Rijden met uw auto RIJDEN IN DE WINTER De slechtere weersomstandigheden Neem altijd de benodigde uitrusting Winterbanden in de winter leiden tot meer slijtage voor noodgevallen mee. Onder banden andere deze zaken vallen bijvoorbeeld WAARSCHUWING problemen. Om problemen bij het sneeuwkettingen, een sleepkabel rijden in de winter tot een minimum of -ketting, een zaklantaarn, een...
Pagina 501
Als u winterbanden op uw auto laat Sneeuwkettingen Gebruik, indien sneeuwkettingen monteren, controleer dan of deze moeten worden gebruikt, originele dezelfde maat en beladingsindex HYUNDAI-onderdelen lees hebben als de originele banden. voor de montage eerst de bij Monteer sneeuwbanden op alle sneeuwkettingen...
Pagina 502
Rijden met uw auto Aanbrengen van sneeuwkettingen Informatie WAARSCHUWING Volg voor het plaatsen van de • Breng de sneeuwkettingen aan op sneeuwkettingen de aanwijzingen Het rijgedrag van de auto kan de voorwielen. Het monteren van van de fabrikant en trek de kettingen door het gebruik van kettingen sneeuwkettingen zorgt wel voor een zo strak mogelijk aan.
Pagina 503
Neem contact voor de te verwachten winterse carrosserie te voorkomen. op met een officiële HYUNDAI- temperaturen. dealer als u niet weet welk type • Monteer geen sneeuwkettingen winterolie u moet gebruiken. auto’s lichtmetalen velgen.
Pagina 504
HYUNDAI-dealer en de meeste Zet de selectiehendel in stand P automaterialenzaken. Gebruik geen (parkeren) als er een kans is dat de Voorkom bevriezing van de sloten...
Pagina 505
Voorkom dat ijs en sneeuw zich Neem de benodigde uitrusting Plaats geen voorwerpen of ophopen aan de onderzijde van voor noodgevallen mee materialen in de motorruimte de auto Afhankelijk van de weersomstandig- Het plaatsen van voorwerpen of In sommige gevallen kunnen sneeuw heden, kan het nodig zijn de materialen in de motorruimte die en ijs zich ophopen onder de...
Pagina 506
Vraag een officiële met een aanhanger. over de auto verliezen. Als de HYUNDAI-dealer meer aanhanger bijvoorbeeld informatie voordat zwaar beladen is, kunnen de aanhanger gaat rijden.
Pagina 507
HYUNDAI-dealer over voor dat het maximale draagver- benodigde zaken zoals mogen van de banden wordt trekhaak, enz.
Pagina 508
Rijden met uw auto Aanhangergewicht Kogeldruk WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgs- maatregelen: • Zorg ervoor dat de aanhanger voorzijde altijd zwaarder is dan aan de achterzijde. De verhouding tussen de belading voor en achter dient ongeveer 60/40 te zijn. Maximale Maximaal toelaatbaar Totaal Kogeldruk...
Pagina 509
Maximaal gewicht en maximale kogeldruk bij het rijden met een aanhanger Benzinemotor 1,6 GDI 1,6 T-GDI 2,0 MPI Onderdeel Ongeremd Maximaal aanhangergewicht Geremd 1400 1900 1600 1900 1600 1900 1600 1900 1600 Maximale kogeldruk Aanbevolen afstand hart achterwiel - kogel Dieselmotor 1,7 TCI 2,0 TCI...
Pagina 510
Monteer nooit een trekhaak los trekhaak bevinden zich op de bumper. Gebruik alleen een bodemplaat achter de achterwielen. trekhaak die op het chassis moet worden bevestigd. • Een HYUNDAI trekhaak verkrijgbaar officiële HYUNDAI-dealer. 5-146...
Pagina 511
Remsysteem aanhanger Rijden met een aanhanger Afstand Controleer of uw aanhanger voldoet Houd tenminste tweemaal zo veel Voor het rijden met een aanhanger is aan de wettelijke voorschriften als afstand tijdens rijden enige ervaring vereist. Ga, voordat u uw aanhanger is uitgerust met een zonder aanhanger.
Pagina 512
Rijd met een aanhanger ruimer bestuurders zien dat u richting assistentie contact op met een door bochten dan normaal. Anders aangeeft, terwijl dit niet het geval is. offici ële HYUNDAI-dealer. kan de aanhanger te veel naar Daarom belangrijk binnen komen en stoepranden, af en toe te controleren of de verkeersborden, bomen enz.
Pagina 513
Rijden op hellingen (Vervolg) AANWIJZING Verminder snelheid en schakel naar Als de koppeling oververhit Om oververhitting van de motor raakt, treedt de failsafe-functie een lagere versnelling voordat u een en/of transmissie te voorkomen: in werking. Als de failsafe- lange of steile helling afrijdt. Als u •...
Pagina 514
Rijden met uw auto Parkeren op een helling 6. Trap het rempedaal opnieuw in en WAARSCHUWING activeer de parkeerrem. Als u een aanhanger achter de auto 7. Zet de selectiehendel in stand P hebt gekoppeld is het niet verstandig Om ernstig letsel te voorkomen: (parkeren, automatische trans- om uw auto op een helling te...
Pagina 515
Wegrijden vanuit stilstand op Onderhoud bij het rijden met AANWIJZING een helling een aanhanger Om schade aan de auto te 1. Zet de selectiehendel in stand P Uw auto heeft vaker onderhoud voorkomen: (parkeren, automatische trans- nodig wanneer u regelmatig met een •...
Pagina 516
Rijden met uw auto MASSA VAN DE AUTO Twee labels op de dorpel van het GAW (maximale asbelasting) Overbeladen bestuurdersportier geven aan voor Dit is het totaalgewicht op elke as welke belading uw auto ontworpen WAARSCHUWING (voor en achter) - opgebouwd uit het informatielabel rijklaar gewicht...
Pagina 517
Wat te doen in een noodgeval Alarmknipperlichten..........6-2 Lekke band (Met reservewiel)......6-17 Krik en gereedschap..........6-17 Wat te doen in een noodgeval Verwisselen van wielen ..........6-18 tijdens het rijden ...........6-2 Kriklabel...............6-24 Als de motor afslaat tijdens het rijden ....6-2 EG-conformiteitsverklaring voor krik ....6-25 Als de motor afslaat op Lekke band (met tire mobility kit) - type A ..6-26 een kruising of kruispunt.........6-3...
Pagina 518
We adviseren u contact geactiveerd worden. op te nemen met een officiële • De alarmknipperlichten werken HYUNDAI-dealer als de motor niet ongeacht of de motor draait of niet. start. • De richtingaanwijzers werken niet wanneer de alarmknipperlichten ingeschakeld zijn.
Pagina 519
Als de motor afslaat op een Als u tijdens het rijden een • Druk, als de auto tot stilstand gekomen, schakelaar kruising of kruispunt lekke band krijgt alarmknipperlichten Zet de selectiehendel in stand N Als tijdens het rijden een band selectiehendel (neutraal) en duw de auto naar een leegloopt:...
Pagina 520
Als de motor nog steeds niet start, gaat branden of uitgaat als u de neem dan telefonisch contact op met startmotor bedient, is de accu te een officiële HYUNDAI-dealer. ver ontladen. Probeer de auto niet aan te slepen of aan te duwen. Dat kan schade aan auto veroorzaken.
Pagina 521
(Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING • Accu’s bevatten Laad NOOIT een accu bij Volg altijd onderstaande zwavelzuur dat uitermate terwijl de accukabels nog voorzorgsmaatregelen bij het corrosief Laat aangesloten zijn. werken in de buurt van of aan accuzuur niet in contact • ontstekingssysteem de accu om ERNSTIG LETSEL komen met uw ogen,...
Pagina 522
Wat te doen in een noodgeval Startprocedure met behulp van AANWIJZING Informatie een hulpaccu Om schade aan uw auto te onjuist afgevoerde 1. Plaats de auto's zo dicht bij elkaar voorkomen: batterij kan schadelijk zijn dat de startkabels de afstand voor het milieu en voor de •...
Pagina 523
5. Sluit het andere uiteinde van de van uw auto (1). controleren door officiële startkabel aan op de rode, HYUNDAI-dealer als de oorzaak van positieve pool de lege accu niet duidelijk is. accu/hulpstartaansluiting van de andere auto (2). 6. Sluit de tweede startkabel aan op...
Pagina 524
5. Zet de motor onmiddellijk uit als er koelvloeistof lekt en neem contact op met een officiële HYUNDAI- dealer.
Pagina 525
Zet de motor uit en wacht tot de plotseling bijvullen officiële HYUNDAI-dealer als de motor is afgekoeld. Verwijder koelvloeistof barsten in de motor opnieuw oververhit raakt. radiateurdop uiterst motor veroorzaken.
Pagina 526
Wat te doen in een noodgeval CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) (INDIEN VAN TOEPASSING) Controleer de • U kunt eenheid waarin bandenspanning wordt bandenspanning weergegeven wijzigen in de modus ■ ■ Type B Type A Gebruikersinstellingen instrumentenpaneel. - psi, kpa, bar (zie "Modus gebruikersinstellingen"...
Pagina 527
Bandenspanningscontrole- Voor extra beveiliging is uw auto Uw auto is tevens uitgerust met een uitgerust banden- controlelampje storing TPMS dat systeem spanningscontrolesysteem (TPMS) aangeeft wanneer het systeem niet ervoor zorgt goed werkt. Het controlelampje WAARSCHUWING waarschuwingslampje lage banden- storing TPMS is gecombineerd met spanning gaat branden wanneer de waarschuwingslampje lage...
Pagina 528
In de volgende situaties raden we branden, verminder bandenspanning u aan het systeem door een onmiddellijksnelheid, vermijd scherp officiële HYUNDAI-dealer na te aansnijden bochten laten kijken. Waarschu- anticipeer op een langere remweg. wingslampje Zet de auto zo snel mogelijk stil en 1.
Pagina 529
We raden u aan het systeem door Doorrijden op banden met een evenredig lagere een officiële HYUNDAI-dealer na te lage spanning heeft bandenspanning gevolg laten kijken om het probleem te laten oververhitte en defecte banden heeft.
Pagina 530
Hyandai is goedgekeurd, te het TPMS storen. gebruiken om een band met een te lage spanning te repareren. • controlelampje storing Niet door Hyundai goedgekeurd TPMS gaat mogelijk gedurende bandenreparatiemiddel ongeveer 1 minuut knipperen de bandenspanningssensoren en blijft daarna branden als beschadigen.
Pagina 531
Mogelijk kunt u de bandenspanning WAARSCHUWING WAARSCHUWING niet beoordelen door alleen naar de banden te kijken. Gebruik altijd een • Het aanpassen, wijzigen of Het TPMS waarschuwt niet bandenspanningsmeter van een uitschakelen van onderdelen voor ernstige en plotselinge goede kwaliteit schade banden bandenspannings-...
Pagina 532
1 november 2014 Voor uw veiligheid adviseren (op basis van we u vervangende onderdelen voertuigregistraties) te gebruiken die zijn geleverd door een officiële HYUNDAI- dealer. • Als u universele wielen onder uw auto monteert, moet u TPMS-sensoren gebruiken die goedgekeurd zijn door een HYUNDAI-dealer.
Pagina 533
LEKKE BAND (MET RESERVEWIEL, INDIEN VAN TOEPASSING) Krik en gereedschap WAARSCHUWING Het verwisselen van een band kan gevaarlijk zijn. Volg de instructies in dit hoofdstuk bij het verwisselen van een band om de kans op ernstig letsel te beperken. OPMERKING OTL065005 Draai de vleugelbout waarmee het Pak de krikslinger niet vast bij...
Pagina 534
Wat te doen in een noodgeval Verwisselen van wielen (Vervolg) • Plaats de krik ALTIJD onder WAARSCHUWING de speciale kriksteunpunten en NOOIT onder de bumpers De auto kan van de krik of andere onderdelen bij het afglijden of rollen, waardoor u opkrikken van de auto.
Pagina 535
Volg deze stappen verwisselen van een band van uw auto: 1. Zet de auto op een stevige en vlakke ondergrond. 2. Zet de selectiehendel in stand (parkeren, automatische transmissie/Double clutch- transmissie) vrijstand (handgeschakelde transmissie), activeer de parkeerrem en zet het contact in stand LOCK/OFF.
Pagina 536
Wat te doen in een noodgeval 9. Draai de wielmoeren los met de wielmoersleutel en verwijder ze met de hand. Verwijder het wiel van de tapeinden en leg het wiel plat neer op een plaats waar het niet in de weg ligt. Verwijder vuil en andere verontreinigingen van ■...
Pagina 537
HYUNDAI-dealer. HYUNDAI-dealer de wielmoeren met het juiste aanhaalmoment AANWIJZING vastzetten. wielmoeren Bel de wegenwacht en probeer niet moeten vastgedraaid worden zelf de band te verwisselen als de Controleer na het plaatsen van het met 11 - 13 Kgf·m (79 - 94 lbf·ft).
Pagina 538
Wat te doen in een noodgeval Gebruik van compact reservewiel Bij het rijden met een op de auto WAARSCHUWING (indien van toepassing) gemonteerd compact reservewiel: • Controleer de bandenspanning Een compact reservewiel is alleen Voorkom het defect raken van nadat het compacte reservewiel bedoeld voor gebruik...
Pagina 539
AANWIJZING (Vervolg) OPMERKING • De compacte reserveband Als de originele band en velg beschadiging gerepareerd zijn en weer onder mag niet gebruikt worden op compacte reservewiel en uw auto gemonteerd zijn, andere velgen en er mogen auto te voorkomen: moeten de wielmoeren met het geen standaardbanden, •...
Pagina 540
Wat te doen in een noodgeval Kriklabel ■ Voorbeeld OHYK065011 Het werkelijke label op de krik in de auto kan afwijken van de afbeelding. Meer informatie vindt u op het label op de krik. 1. Modelnaam. 8. Zet auto's handgeschakelde transmissie de 2.
Pagina 541
EG-conformiteitsverklaring voor krik JACKDOC14F 6-25...
Pagina 542
Hierdoor (1) Compressor band stuklopen, (2) Fles dichtmiddel waardoor een ongeval zou Met de Tire Mobility Kit kan de band kunnen ontstaan. slechts tijdelijk worden gerepareerd. We raden u aan het systeem te laten controleren door officiële HYUNDAI-dealer. 6-26...
Pagina 543
Introductie Nadat u zich ervan overtuigd hebt WAARSCHUWING dat het lek gedicht is, kunt u voorzichtig (maximaal 200 km) met Gebruik het TMK niet bij een een maximumsnelheid van 80 km/h band die ernstig beschadigd is verder rijden naar een banden- door het te lang blijven rijden specialist of een garagebedrijf om de...
Pagina 544
• Gebruik de Tire Mobility Kit niet veilige plaats, zodat u bij het nemen officiële bij een buitentemperatuur lager werken niet HYUNDAI-dealer als de band niet dan -30°C. gehinderd wordt door gerepareerd kan worden met de passerende verkeer. • Als de bandenreparatievloeistof in Tire Mobility Kit.
Pagina 545
9. Slang om de compressor aan te Componenten van het Tire Mobility Kit (TMK) sluiten op de fles dichtmiddel of de compressor aan te sluiten op de band De stekkers, kabel en vulslang kunnen opgeborgen worden in de compressorbehuizing. WAARSCHUWING Afdichtingsmiddel waarvan houdbaarheidsdatum...
Pagina 546
Wat te doen in een noodgeval Gebruik van de Tire Mobility Kit WAARSCHUWING 1. Neem label snelheidsbeperking (0) los van de Afdichtingsmiddel fles afdichtingsmiddel (1) en • Buiten bereik bevestig deze op een goed kinderen houden. zichtbare plaats in de auto, •...
Pagina 547
8. Zet de startknop of het contact aan, zet de compressor aan en laat de compressor gedurende 5 - 7 minuten lopen, zodat de band juiste spanning afdichtingsmiddel wordt gevuld (raadpleeg "Banden en wielen” in hoofdstuk 8). De bandenspanning na het vullen van de band is niet belangrijk;...
Pagina 548
Verwijder afdichtingsmiddel bandenspanningssensoren en van de velg en laat de band controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 6-32...
Pagina 549
We adviseren u contact op te raakt en beschadigd kan raken. nemen officiële HYUNDAI-dealer als de band OTL065038 niet gerepareerd kan worden AANWIJZING 1. Stop, nadat u ongeveer 7 - 10 km met de Tire Mobility Kit.
Pagina 550
HYUNDAI- dealer worden gecontroleerd. Draai de wielmoer aan met 11 tot 13 kgm (79 tot 94 lbf·ft, Nm) monteren gerepareerde (of vervangende) band met wiel op de auto. 6-34...
Pagina 551
We raden u aan het systeem te laten WAARSCHUWING gebeuren dat het lek niet afdoende controleren door officiële gedicht kan worden. HYUNDAI-dealer. Laat de band zo snel mogelijk repareren. De bandenspanning kan, nadat band bandenreparatieset opgepompt, op ieder moment wegvallen.
Pagina 552
Wat te doen in een noodgeval Een te lage bandenspanning heeft Aanwijzingen voor een veilig WAARSCHUWING negatieve invloed gebruik van de Tire Mobility Kit prestaties van de band. Daarom • Breng uw auto tot stilstand op een Gebruik het TMK niet bij een moet u abrupte stuurbewegingen of veilige plaats, zodat u bij het band die ernstig beschadigd is...
Pagina 553
HYUNDAI-dealer als de band niet • Gebruik de Tire Mobility Kit niet gerepareerd kan worden met de bij een buitentemperatuur lager Tire Mobility Kit. dan -30°C. • Gebruik de Tire Mobility Kit niet •...
Pagina 554
Wat te doen in een noodgeval De stekkers, kabel en vulslang Componenten van het Tire Mobility Kit (TMK) kunnen opgeborgen worden in de compressorbehuizing. Volg hieronder beschreven procedure nauwgezet, omdat het afdichtingsmiddel anders onder hoge druk kan ontsnappen. WAARSCHUWING Afdichtingsmiddel waarvan houdbaarheidsdatum verstreken.
Pagina 555
Gebruik van de Tire Mobility Kit 1. Schud de fles bandenreparatie- OPMERKING vloeistof (2). OPMERKING 2. Sluit de vulslang (3) aan op de Sluit de vulslang voor de aansluiting fles bandenreparatievloeistof goed bandenreparatievloeistof (2) in de aan op het ventiel. Wanneer dit richting sluit fles...
Pagina 556
Wat te doen in een noodgeval 5. Steek de aansluiting van de Het dichtmiddel verdelen OPMERKING compressor 12V- aansluiting van de auto. Bandenspanning AANWIJZING Rijd niet met de auto wanneer de bandenspanning lager is dan Gebruik voor het aansluiten van (200 kpa) 29 PSI.
Pagina 557
Rijd niet harder dan 80 km/h. Rijd Controleren van de 3. Steek de aansluiting van de indien mogelijk niet langzamer dan compressor in de 12V-aansluiting bandenspanning 20 km/h. van de auto. Als u tijdens het rijden ongewone 4. Breng de band op de aanbevolen trillingen opmerkt, een abnormaal spanning.
Pagina 558
We adviseren u contact op te worden gecontroleerd. nemen officiële Draai de wielmoer aan met 11 HYUNDAI-dealer als de band tot 13 kgm (79 tot 94 lbf·ft, Nm) niet gerepareerd kan worden monteren met de Tire Mobility Kit. gerepareerde (of vervangende) band met wiel op de auto.
Pagina 559
OTL065026 dollies) en de voorwielen van de OTL065027 grond. Laat de auto bij voorkeur wegslepen OPMERKING door officiële HYUNDAI Als een van de aangedreven wielen Erkend Reparateur of een erkend wielophanging voor • Sleep de auto nooit met de bergingsbedrijf.
Pagina 560
Wat te doen in een noodgeval Afneembare trekhaak ■ Voor WAARSCHUWING Zet het contact in de stand OFF wanneer auto gesleept wordt als de auto voorzien zij- gordijnairbags. zij- gordijnairbags kunnen worden geactiveerd OTL065022 ■ Achter wanneer het contact in de stand ON staat en de koprolsensor de situatie interpreteert als over de kop slaan.
Pagina 561
We raden u aan contact • Bevestig de kabel of ketting goed op te nemen met een officiële aan de sleepogen. HYUNDAI-dealer of een deskundig • Voorkom schokbewegingen tijdens bergingsbedrijf voor hulp. slepen. Sleep gelijkmatige kracht.
Pagina 562
Wat te doen in een noodgeval • Controleer, voordat auto OPMERKING gesleept wordt, onder de auto of deze geen automatische-trans- Om schade aan uw auto en missie/Double clutch-transmissie- onderdelen ervan te voorkomen vloeistof lekt. auto bij het slepen: automatische-transmissievloeistof • Trek alleen lekt moet de auto op een auto-...
Pagina 563
Onderhoud Motorruimte............7-3 Brandstoffilter (Diesel)........7-25 Aftappen van water uit het brandstoffilter .....7-25 Onderhoudswerkzaamheden ........7-6 Brandstoffilterelement vervangen......7-25 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ......7-6 Luchtfilter .............7-26 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud uitgevoerd door eigenaar..........7-6 Filter vervangen ..............7-26 Door de eigenaar uit te voeren Interieurfilter ............7-28 onderhoudswerkzaamheden ........7-7 Controle filter..............7-28 Schema voor door de eigenaar uit te voeren Filter vervangen ..............7-28...
Pagina 564
Onderhoud van banden ..........7-43 Label op de wang van de band ........7-43 Band met een kleine hoogte-/ breedteverhouding ............7-48 Zekeringen ............7-49 Zekering-/relaiskast ............7-54 Gloeilampen ............7-64 Vervangen van koplamp, gloeilamp statische bochtverlichting, parkeerlicht, gloeilamp richtingaanwijzer en gloeilamp mistlamp ....7-65 Lamp richtingaanwijzer opzij vervangen ....7-70 Afstellen van koplamp en mistlamp voor....7-71 Lamp achterlichtunit vervangen........7-76 Gloeilamp derde remlicht vervangen......7-79...
Pagina 565
MOTORRUIMTE ■ Benzinemotor (Gamma 1,6L GDI) 1. Koelvloeistofreservoir/radiateurdop 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 3. Luchtfilter 4. Peilstok motorolie 5. Vuldop motorolie 6. Sproeierreservoir ■ Benzinemotor (Gamma 1,6L T-GDI) 7. Zekeringkast 8. Accu De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. OTLE075001/OTLE075002...
Pagina 566
Onderhoud ■ Benzinemotor (Nu 2,0 MPI) 1. Koelvloeistofreservoir/radiateurdop 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 3. Luchtfilter 4. Peilstok motorolie 5. Vuldop motorolie 6. Sproeierreservoir 7. Zekeringkast 8. Accu De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. OTLE075003...
Pagina 567
■ Dieselmotor (U2 1,7 TCI) 1. Koelvloeistofreservoir/radiateurdop 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 3. Luchtfilter 4. Peilstok motorolie 5. Vuldop motorolie 6. Sproeierreservoir ■ Dieselmotor (R 2,0 TCI) 7. Zekeringkast 8. Accu 9. Brandstoffilter De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding. OTL075002/OTL075001...
Pagina 568
HYUNDAI krijgt technische Aanpassingen kunnen de prestaties, ondersteuning van HYUNDAI om De garantievoorwaarden vindt u in veiligheid of levensduur van uw auto ervoor te zorgen dat u tevreden bent het onderhoudsboekje. in negatieve zin beïnvloeden en met de service.
Pagina 569
DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN De eigenaar of officiële HYUNDAI- (Vervolg) WAARSCHUWING dealer moet onderstaande controles • Leg blokken voor de wielen volgens het aangegeven interval Het uitvoeren van onderhouds- (voor achter) uitvoeren veilige werkzaamheden voorkomen dat de auto gaat betrouwbare werking van de auto te auto kan gevaarlijk zijn.
Pagina 570
Onderhoud Schema voor door de eigenaar Tijdens het rijden: WAARSCHUWING uit te voeren onderhouds- • Let op veranderingen in het werkzaamheden uitlaatgeluid en let erop dat u in het Dieselmotor interieur geen uitlaatgassen ruikt. Bij het tanken: Werk draaiende • Controleer op trillingen in het •...
Pagina 571
• Controleer onder uw auto op Twee keer per jaar: Ten minste eenmaal per jaar: lekkage (tijdens of na het gebruik (in het voorjaar en in het najaar) • Reinig de afvoeropeningen aan de van de airconditioning kan er een onderzijde van de portieren en de •...
Pagina 572
De spanning van de aandrijfriemen letsel veroorzaken. Mensen met HYUNDAI-dealer. moet periodiek worden een geïmplanteerde pacemaker gecontroleerd indien nodig moeten een afstand bewaren worden afgesteld.
Pagina 573
Vervang te laten onderhouden door een officiële HYUNDAI-dealer. slangen onmiddellijk als er sporen van veroudering of beschadigingen gevonden worden. 7-11...
Pagina 574
We raden u aan de automatische- automatische-transmissievloei- transmissievloeistof laten stof. (Zie "Aanbevolen smeer- verversen door officiële Koelvloeistof middelen en hoeveelheden" in HYUNDAI-dealer overeenkomstig hoofdstuk 8.) koelvloeistof moet worden het onderhoudsschema. ververst volgens de intervallen van het onderhoudsschema. Versnellingsbakolie Informatie (indien van toepassing)
Pagina 575
Vervang verouderde of beschadigde op slingering en slijtage en de motor controleer onderdelen direct. remklauwen op vloeistoflekkage. overmatige speling in het stuurwiel. Zie de website van HYUNDAI voor Controleer de stuurstangen op meer informatie over het controleren knikken beschadigingen. Rem-/Koppelingsvloeistof remblokken...
Pagina 576
Onderhoud MOTOROLIE 6. Als het peil zich bij of op de L Controle van het motoroliepeil (Benzinemotor) bevindt, moet u olie bijvullen tot ■ 1,6 T-GDI ■ 1,6 GDI de F. WAARSCHUWING Radiateurslang Wees voorzichtig radiateurslang tijdens controleren of bijvullen van de motorolie.
Pagina 577
■ 1,6 GDI Controle van het motoroliepeil ■ 1,6 T-GDI (Dieselmotor) ■ 1,7 TCI OTLE075005 OTLE075006 ■ 2,0 MPI ■ 2.4 GDI OTL077004 ■ 2,0 TCI OTLE075004 ODM076060L Gebruik alleen de voorgeschreven motorolie. (Zie "Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden" in hoofdstuk 8.) OTL077003 7-15...
Pagina 578
2. Start de motor en laat deze op de We adviseren u contact op te nemen Radiateurslang Peil (A) normale bedrijfstemperatuur met een officiële Hyundai-dealer. Wees voorzichtig komen. Peil (B) Vul geen motorolie bij. radiateurslang tijdens 3. Zet de motor uit en wacht controleren of bijvullen van de Normaal.
Pagina 579
■ 2,0 TCI warm water als ze in contact zijn geweest met gebruikte motorolie. We adviseren u de motorolie en het oliefilter te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer. OTL075005 Gebruik alleen de voorgeschreven motorolie. (Zie "Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden" in hoofdstuk 8.)
Pagina 580
Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk winterseizoen en voordat u naar een is, adviseren we u het systeem te kouder klimaat reist. laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING OTL075070 • Wanneer de motor oververhit raakt...
Pagina 581
(Vervolg) WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Zet de motor uit en wacht tot Losdraaien van de elektromotor deze is afgekoeld. Verwijder radiateurdop (koelventilator) wordt radiateurdop uiterst aangestuurd op basis voorzichtig. Wikkel een dikke doek rond de dop en draai van de koelvloeistof- hem voorzichtig linksom tot temperatuur, de koudemiddel-...
Pagina 582
Onderhoud (Vervolg) Aanbevolen koelvloeistof AANWIJZING • Vul het koelsysteem alleen bij met ■ Achteraanzicht motorruimte Zorg ervoor dat de radiateurdop gedestilleerd of gedemineraliseerd na het bijvullen van koelvloeistof water en vul het koelsysteem niet goed vastgedraaid wordt. Anders bij met gewoon kraanwater. Een kan de motor tijdens het rijden onjuist koelvloeistofmengsel kan oververhit raken.
Pagina 583
We adviseren u de koelvloeistof te • Gebruik geen koelvloeistof Mengverhouding laten vervangen door een officiële Buiten- antivries (hoeveelheid) temperatuur HYUNDAI-dealer. sproeierreservoir. Antivries Water • Koelvloeistof kan het zicht -15°C (5°F) ernstig belemmeren wanneer AANWIJZING -25°C (-13°F) dit op de voorruit terecht komt -35°C (-31°F)
Pagina 584
Informatie een officiële HYUNDAI-dealer. Reinig de vuldop alvorens hem te Informatie verwijderen. Gebruik alleen DOT3 of DOT4 rem-/koppelingsvloeistof uit Gebruik alleen de voorgeschreven een afgesloten verpakking.
Pagina 585
AANWIJZING Zorg ervoor dat rem-/koppelings- vloeistof niet in contact komt met het lakwerk van de auto. De lak kan hierdoor beschadigen. De kwaliteit van remvloeistof die gedurende lange tijd blootgesteld is aan de buitenlucht kan niet gegarandeerd worden. Vervang deze. Gebruik het juiste type vloeistof.
Pagina 586
Onderhoud RUITENSPROEIERVLOEISTOF Ruitensproeiervloeistofniveau AANWIJZING (Vervolg) controleren • Gebruik geen koelvloeistof of Ruitensproeiervloeistof antivries in het sproeierreservoir. giftig voor mensen dieren. Drink geen ruitens- proeiervloeistof en vermijd WAARSCHUWING contact ruitens- proeiervloeistof. Hierdoor • Koelvloeistof kan het zicht kan ernstig letsel ontstaan. ernstig belemmeren wanneer dit op de voorruit terecht komt waardoor u de macht over de...
Pagina 587
In dat geval adviseren we u het OTL055011 systeem te laten controleren door OTL075014 Controleer slag een officiële HYUNDAI-dealer. parkeerrem door het aantal klikken Informatie te tellen wanneer de hendel volledig AANWIJZING wordt aangetrokken. De parkeerrem We adviseren u voor het vervangen...
Pagina 588
Onderhoud LUCHTFILTER Filter vervangen OTL075015 OTL075016 1. Trek klep 3. Trek de hendel naar beneden in OTL075013 luchtfilterelement naar beneden. de stand ONTGRENDELD. Het luchtfilterelement kan voor 2. Veeg de binnenkant van het controle worden gereinigd luchtfilter schoon. perslucht. Was het niet uit en spoel het niet af, want water veroorzaakt schade aan het filter.
Pagina 589
(3) vallen. verwijderen van het luchtfilter geen stof vuil 7. Controleer of de klep goed vastzit. luchtinlaat komt. • Gebruik originele HYUNDAI- onderdelen, door het gebruik van niet-originele HYUNDAI- onderdelen luchtmassameter beschadigd raken. 7-27...
Pagina 590
Onderhoud INTERIEURFILTER Controle filter Filter vervangen Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Als u als eigenaar het filter zelf wilt vervangen, volg dan onderstaande procedure en let erop geen andere onderdelen te beschadigen.
Pagina 591
RUITENWISSERBLADEN Controle bladen Verontreiniging van de voorruit of de Vervangen van bladen ruitenwisserbladen door bepaalde Als de ruitenwissers de ruit niet substanties kan het effect van de langer goed schoonmaken, kan het ruitenwissers verminderen. zijn dat ze versleten of gescheurd zijn Bekende vormen van verontreiniging en dienen ze te worden vervangen.
Pagina 592
Onderhoud Voorruitenwisserblad OLF074018 OLF074019 2. Til de wisserbladklem omhoog. 3. Plaats het nieuwe ruitenwisser- OLF074017 Trek vervolgens het ruitenwisser- blad in de omgekeerde volgorde 1. Trek de ruitenwisserarm omhoog. blad omlaag en verwijder dit. van het verwijderen. 4. Plaats de ruitenwisserarm terug op de voorruit.
Pagina 593
3. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat ruitenwisserbladen vervangen door officiële HYUNDAI-dealer om schade aan de ruitenwisserarmen en andere onderdelen te voorkomen. 7-31...
Pagina 594
Dat kan corrosie van de accu of van andere onderdelen veroorzaken. Zet tot slot de doppen van de cellen stevig vast. We adviseren u echter voor optimaal accuonderhoud contact op te nemen met een officiële Hyundai-dealer. OTL075022 WAARSCHUWING • Zorg ervoor dat de accu altijd goed OHYK077011 vastzit.
Pagina 595
Informatie (Vervolg) (Vervolg) • Houd open vuur, vonken Bij het optillen van een accu onjuist afgevoerde en rokende materialen met een kunststof behuizing batterij kan schadelijk zijn uit de buurt van de accu. kan door de druk accuzuur voor het milieu en voor de naar buiten komen.
Pagina 596
• We adviseren u voor het opgeladen worden. vervangen van de AGM-accu 1. CMF60L-BCI : De door HYUNDAI vervangende onderdelen te gebruikte naam van de accu gebruiken die geleverd zijn 2. 12V : De nominale spanning door een officiële HYUNDAI-...
Pagina 597
Te resetten onderdelen (Vervolg) WAARSCHUWING Te resetten onderdelen nadat de • Houd de accu tijdens het accu is ontladen of na het weer Neem bij het laden van de accu laden in de gaten; beëindig aansluiten van de accukabels. devolgende voorzorgsmaat- laden wijzig...
Pagina 598
Onderhoud BANDEN EN WIELEN Onderhoud van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale levensduur van de banden en een zo Te lage bandenspanning laag mogelijk brandstofverbruik, Een te lage bandenspanning dient u de banden steeds op de (meer lager) aanbevolen spanning te houden en leiden enorme...
Pagina 599
• Vergeet niet de ventieldopjes een officiële HYUNDAI-dealer. terug te plaatsen. Zonder het ventieldopje kan er vuil en • Een te hoge bandenspanning vocht in het ventiel komen,...
Pagina 600
Onderhoud Controleren bandenspanning Verwijder de ventieldop. Druk de OPMERKING bandenspanningsmeter stevig op het Controleer bandenspanning ventiel om de spanning te meten. Als minstens eenmaal per maand. Bandenspanning de bandenspanning overeenkomt Controleer ook de spanning van het met de aanbevolen druk op de band Let altijd op het volgende: reservewiel.
Pagina 601
• Controleer banden- spanning van het reservewiel. aangeraden de wielen iedere 12000 spanning regelmatig. HYUNDAI wordt aanbevolen km (7500 mijl) of eerder, indien het Controleer banden om bij het controleren van slijtagepatroon daartoe aanleiding daarnaast slijtage de bandenspanning ook die geeft, te verwisselen.
Pagina 602
Onderhoud ■ Zonder reservewiel Uitlijnen en balanceren van de Informatie wielen De binnenzijde en de buitenzijde De wielen van uw auto zijn af van een asymmetrische band zijn fabriek zorgvuldig uitgelijnd en verschillend. Bij het monteren van een gebalanceerd voor lange asymmetrische band moet er op levensduur van de banden en...
Pagina 603
OLMB073027 Gebruik geen banden en HYUNDAI-dealer velgen met een andere maat Als de band gelijkmatig afgesleten is probleem niet is opgelost. of van een ander type dan de verschijnt de slijtage-indicator als...
Pagina 604
Onderhoud Band compact reservewiel (Vervolg) (Vervolg) vervangen • Zorg er bij het vervangen van verwisselen (indien van toepassing) de wielen voor dat alle vier vervangen van banden (of De levensduur van de band van een wielen dezelfde velgmaat, velgen), dient u de de beide compact reservewiel is korter dan dezelfde bandenmaat,...
Pagina 605
Velgen vervangen Grip Label op de wang van de band Als u om de een of andere reden de grip banden velgen wilt vervangen, dient u erop verslechteren banden te letten dat de nieuwe velgen versleten zijn of niet op de juiste gelijkwaardig zijn aan de originele spanning zijn, of als u op een glad velgen voor wat betreft diameter,...
Pagina 606
Onderhoud 1. Fabrikant of merknaam 215/70R16 100H Aanduiding velgmaat Fabrikant merknaam wordt 215 - Breedte band in millimeter. velgen zijn voorzien aangegeven. informatie die van belang kan zijn bij 70 - Hoogte-/breedteverhouding. De eventuele vervanging. De letters en hoogte van de wang van de cijfers in de aanduiding van de band als percentage van de 2.
Pagina 607
3. Controleren van de leeftijd Bijvoorbeeld: Snelheidsclassificatie banden DOT XXXX XXXX 1617 geeft aan van de banden In het onderstaande overzicht staan dat de band is geproduceerd in week (TIN: identificatienummer) meest gebruikte snelheids- 16 van 2017. classificaties voor autobanden Banden ouder dan 6 jaar (6 jaar na weergegeven.
Pagina 608
Onderhoud 4. Structuur en materiaal van de 6. Maximum belasting Slijtage van het profiel band Dit getal geeft het maximale gewicht slijtageclassificatie in kilo's en ponden aan die de band loopvlak is een relatieve classificatie Het aantal lagen rubber van de band. gebaseerd op de mate van slijtage Bandenfabrikanten moeten...
Pagina 609
Grip - AA, A, B en C Temperatuur - A, B en C WAARSCHUWING Er zijn drie gripclassificaties, van Er zijn drie temperatuurclassificaties hoog naar laag AA, A, B en C. De mogelijk: A (de hoogste), B en C. Temperatuur banden gripclassificatie geeft Deze classificaties geven aan in...
Pagina 610
• Als de band is blootgesteld aan een schok, adviseren we u uw banden te laten controleren door een officië le HYUNDAI- dealer. • Controleer de banden elke 3000 km om schade te voorkomen. 7-48...
Pagina 611
Als de vervangende zekering ook doorbrandt, duidt dit op een elektrische storing. Vermijd het gebruik van het desbetreffende systeem en neem contact op met een officiële HYUNDAI- dealer. Door- Normaal gebrand OLF074075...
Pagina 612
Als zekeringen, relais of aansluitingen die zijn vastgezet met bouten of moeren zijn doorgebrand, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. • Plaats uitsluitend zekeringen of relais in de aansluitingen van de zekering/relais. Anders kunnen...
Pagina 613
4. Controleer verwijderde zekering; vervangen indien deze is doorgebrand. 5. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte controleer of de zekering goed vastzit. Bij loszitten adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 7-51...
Pagina 614
Onderhoud Zekeringschakelaar Vervangen zekering Informatie motorruimte OTL075025 OLF044148L OTL075024 Zet de zekeringschakelaar altijd Als de zekeringschakelaar in stand AAN. OFF staat, verschijnt bovenstaande 1. Zet het contact in stand LOCK (of melding. OFF) en alle andere schakelaars Als u de schakelaar in stand OFF uit.
Pagina 615
In dit geval 4. Plaats onderdelen adviseren we u contact op te nemen omgekeerde volgorde met een officiële HYUNDAI-dealer. verwijderen. Informatie Als de multizekering is doorgebrand, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 616
Onderhoud Zekering-/relaiskast Zekeringkast bestuurderszijde OTL075067 Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en de capaciteit. Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan.
Pagina 619
Zekeringkast bestuurderszijde Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beschermd circuit zekering Verlichting dashboardkastje, verlichting contactslot en waarschuwingsschakelaar portier, INTERIOR bagageruimteverlichting, schakelaar make-upspiegelverlichting links/rechts voor, LAMP interieurverlichting, verlichting dakconsole, leeslampje links/rechts voor Relais vergrendelen portier, relais ontgrendelen portier, DOOR LOCK ICM-relaiskast (relais supervergrendeling) SUN ROOF 2 Panoramisch schuifdak POWER...
Pagina 620
Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beschermd circuit zekering S/HEATER Ventilatiemodule voorstoel, voorstoelverwarmingsmodule SUN ROOF 1 Panoramisch schuifdak MODULE 2 PCB-blok (zekering - F44/F45/F49/F50/F52/F53) RR FOG Relaiskast ICM (relais mistachterlicht) LAMP A/CON 2 7,5A Module klimaatregeling Zekeringkast bestuurderszijde Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beschermd circuit zekering...
Pagina 621
Zekeringkast motorruimte OTL075029 Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en de capaciteit. Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het OTLE077030 ter perse gaan.
Pagina 626
Hyundai- Informatie verwijderd dienen te worden. Dat dealer. controle zal,...
Pagina 627
■ Halogeenlamp Vervangen van koplamp, • Behandel halogeenlampen altijd voorzichtig krassen gloeilamp statische voorkomen. Voorkom contact met bochtverlichting, parkeerlicht, vloeistoffen wanneer de lampen gloeilamp richtingaanwijzer en branden. gloeilamp mistlamp • Raak het glas nooit met de vingers Type A aan. Door achtergebleven vet kan de lamp te heet worden en knappen wanneer deze brandt.
Pagina 628
HYUNDAI-dealer. lichtunit. OTLE075015 4. Verwijder de lamp uit de fitting 1. Open de motorkap. door de lamp in te drukken en te 2.
Pagina 629
We adviseren u, als de LED- (1) Koplamp (dimlicht) verlichting niet werkt, de auto te laten WAARSCHUWING controleren door officiële (2) Koplamp (grootlicht) HYUNDAI-dealer. • (3) Richtingaanwijzer Behandel halogeenlampen voorzichtig. Halogeenlampen (4) Parkeerlicht bevatten gas onder druk, (5) Dagrijverlichting (DRL)
Pagina 630
Onderhoud ■ Grootlicht • Behandel halogeenlampen altijd 6. Verwijder de gloeilamp uit de voorzichtig krassen koplampunit. voorkomen. Voorkom contact met 7. Plaats een nieuwe gloeilamp en vloeistoffen wanneer de lampen bevestig deze door de klem in de branden. groef van de gloeilamp te drukken. •...
Pagina 631
6. Plaats de fitting in de lichtunit door HYUNDAI-dealer. de nokjes op de fitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de lichtunit. Informatie 7. Duw de fitting in de lichtunit en De koplamp moet na een ongeval draai de fitting rechtsom.
Pagina 632
3. Neem de lens los van de fitting HYUNDAI-dealer. door de fitting linksom te draaien tot de nokjes in lijn staan met de uitsparingen. 4. Trek de lamp recht naar buiten. 5. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
Pagina 633
Afstellen van koplamp en 4. Controleer of de accu voldoende Afstellen mistlampen vóór mistlamp voor (Europa) geladen is, schakel de koplampen in en stel de koplampen zo af dat Afstellen van koplamp het helderste gedeelte van de lichtbundel op de horizontale en verticale lijnen valt.
Pagina 634
Onderhoud Richtpunt Scherm H1: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (dimlicht) H2: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht) H3: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond W1: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (dimlicht) W2: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (grootlicht) W3: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen OTLE075022 Eenheid: mm...
Pagina 635
Dimlicht (auto's met linkse besturing) ■ Gebaseerd op een scherm van 10 meter Hartlijn auto Verticale lijn door hart gloeilamp Verticale lijn door hart gloeilamp linker koplamp rechter koplamp Horizontale lijn door hart gloeilamp koplamp Begrenzingslijn (dimlicht) W1 (dimlicht) Grond OTLE075100 1.
Pagina 636
Onderhoud Gasontladingslamp dimlicht (auto's met rechtse besturing) ■ Gebaseerd op een scherm van 10 meter Hartlijn auto Verticale lijn door hart gloeilamp Verticale lijn door hart gloeilamp linker koplamp rechter koplamp Horizontale lijn door hart gloeilamp koplamp Begrenzingslijn (dimlicht) W1 (dimlicht) Grond OTLE075101 1.
Pagina 637
Mistlamp vóór ■ Gebaseerd op een scherm van 10 meter Verticale lijn door hart gloeilamp linker mistlamp Hartlijn auto Verticale lijn door hart gloeilamp rechter mistlamp Bovenste limiet Horizontale lijn door hart gloeilamp mistlamp Begrenzingslijn W3 (Mistlamp vóór) Grond OTLE075102 1.
Pagina 638
Onderhoud Lamp achterlichtunit Lampen buitenzijde 3. Draai de bevestigingsschroeven van de lichtunit los met een vervangen Remlicht/achterlicht en kruiskopschroevendraaier. richtingaanwijzer ■ Type A 4. Verwijder de achterlichtunit uit de carrosserie. OTL075034 ■ Type B OTL075035 OTL075034 (1) Remlicht OTL075036 (2) Achterlicht 1.
Pagina 639
Duw de fitting in de unit en draai HYUNDAI-dealer. de fitting rechtsom. 9. Plaats lichtunit carrosserie. Richtingaanwijzer OTL075037 5. Verwijder de fitting uit de lichtunit...
Pagina 640
We adviseren u, als de LED- Achterlicht/Achteruitrijlicht verlichting niet werkt, de auto te laten controleren door officiële HYUNDAI-dealer. OTL075039 4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot OTLE075016 de nokjes van de fitting in lijn 1.
Pagina 641
1. Draai de bevestigingsschroeven 4. Plaats lichtunit werkt, contact op met een officiële lens carrosserie. HYUNDAI-dealer. schroevendraaier. 2. Verwijder de lens. 3. Trek de lamp naar buiten. 4. Plaats een nieuwe lamp. 5. Plaats de lens en draai de bevestigingsschroeven goed vast.
Pagina 642
■ Kaartleeslampje vóór - met schuifdak OTLE075018 OTL075043 OTLE075017 ■ Interieurverlichting - zonder schuifdak ■ Bagageruimteverlichting ■ Interieurverlichting - met schuifdak OLFH074029 OTL075045 OTL075044 We adviseren u, als de LED- verlichting niet werkt, de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-80...
Pagina 643
■ Lamp dashboardkastje AANWIJZING Beschadig de kap, de lip en het kunststof huis niet. OTL075046 1. Wrik de lens met een platte schroevendraaier voorzichtig l huis interieurverlichting. 2. Trek de lamp naar buiten. 3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
Pagina 644
Onderhoud ONDERHOUD EXTERIEUR Exterieur, onderhoud Onderhoud van de lak AANWIJZING Wassen Onderhoud exterieur - • Gebruik geen agressieve Algemeen Was uw auto minimaal eenmaal per reinigingsmiddelen, oplos- maand grondig met lauw of koud middelen of te heet water en was Het is van groot belang bij gebruik water om de lak tegen roest en de auto niet in de volle zon of...
Pagina 645
Wassen met een hogedrukreiniger WAARSCHUWING • Houd bij het gebruik van een hogedrukreiniger voldoende Natte remmen afstand tot de auto. Wanneer u Test wassen onvoldoende afstand houdt of de remmen van uw auto bij lage druk hoog kunnen snelheid om te controleren onderdelen van de beschadigd remwerking door...
Pagina 646
Onderhoud Bijwerken van In de was zetten AANWIJZING lakbeschadigingen Zet de auto in de was wanneer het • Als u stof of vuil met een droge Repareer diepe krassen water niet langer druppels op de lak doek wegveegt, komen vormt. steenslagbeschadigingen in de lak krassen op de lak.
Pagina 647
Onderhoud van verchroomde Onderhoud van de onderzijde WAARSCHUWING onderdelen Zand en pekel kunnen zich ophopen onderzijde • Gebruik een teerverwijderaar en Test wassen geen schraper of ander scherp carrosserie. Als deze middelen niet remmen van uw auto bij lage verwijderd worden, kan versnelde voorwerp voor het verwijderen van snelheid om te controleren roestvorming...
Pagina 648
Onderhoud Onderhoud van lichtmetalen Bescherming tegen roest Roestgevoelige gebieden velgen Als u in een gebied woont waar uw Bescherming van uw auto tegen roest auto regelmatig wordt blootgesteld De lichtmetalen velgen zijn voorzien factoren roestvorming van een transparante beschermende behulp meest bevorderen, is bescherming tegen laklaag.
Pagina 649
Hoewel de modder droog lijkt te zijn, Houd uw auto schoon • Zorg er bij het reinigen van zit er nog steeds vocht in dat portieren en dorpels voor dat de De beste manier om roest tegen te roestvorming bevordert. Hoge afvoeropeningen openblijven zodat gaan is uw auto schoon te houden...
Pagina 650
Onderhoud Uitwerpselen vogels: Onderhoud interieur AANWIJZING Uitwerpselen van vogels bevorderen Onderhoud interieur - Algemeen Gebruik voor het reinigen van roestvorming in hoge mate en Voorkom chemicaliën lederen onderdelen (stuurwiel, beschadigen gelakte oppervlakken parfum, cosmetische oliën, stoelbekleding enz.) een mild paar uur.
Pagina 651
Interieurbekleding reinigen Leder (indien van toepassing) AANWIJZING • Kenmerken van leder Kunststof (indien van toepassing) Het gebruik van andere dan Verwijder stof en los vuil van de - Leder wordt vervaardigd van de de voorgeschreven reinigings- kunststof bekleding opperhuid van een dier, die via middelen en procedures kan het plumeau of een stofzuiger.
Pagina 652
Onderhoud • Verzorgen lederen • Reinigen van lederen bekleding OPMERKING stoelbekleding - Verwijder alle verontreinigingen - Reinig de stoel regelmatig met een direct. onderstaande • Plooien of slijtplekken die stofzuiger om stof en zand van de aanwijzingen voor het verwijderen duidelijk het gevolg zijn van stoel te verwijderen.
Pagina 653
Veiligheidsgordels reinigen Reinig de gordels met een zachte zeepoplossing die speciaal geschikt is voor het reinigen van bekleding en tapijt. Volg de aanwijzingen op het etiket van het reinigingsmiddel. Bleek of verf de gordels nooit omdat dit een negatieve invloed op de sterkte van de gordel kan hebben.
Pagina 654
(3) Emissieregelsysteem brandstofdampen in de atmosfeer terechtkomen. Om de goede werking van de emissieregelsystemen garanderen, is het aan te raden uw auto door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur laten controleren en onderhouden volgens het onderhoudsschema in dit boekje. 7-92...
Pagina 655
Reservoir 3. Emissieregelsysteem Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot uitlaatgassen De brandstofdampen die vrijkomen Het emissieregelsysteem is een (koolmonoxide) brandstoftank worden uiterst effectief systeem dat de geabsorbeerd en opgeslagen in een • Koolmonoxide kan samen met uitstoot van schadelijke stoffen tot reservoir. Als de motor draait worden andere uitlaatgassen aanwezig een minimum beperkt zonder dat dit de opgeslagen brandstofdampen via...
Pagina 656
Onderhoud • Laat de motor in een afgesloten Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING ruimte (bijvoorbeeld een garage) katalysator niet langer draaien dan nodig is om (indien van toepassing) Uitlaatgassen bevatten onder de auto naar binnen of naar buiten andere reukloze te rijden. WAARSCHUWING kleurloze gas koolmonoxide •...
Pagina 657
We adviseren u het • Gebruik bij een benzinemotor systeem te laten controleren uitsluitend LOODVRIJE door een officiële HYUNDAI- BENZINE. dealer. • Gebruik de auto niet als de • Voorkom rijden motor duidelijk...
Pagina 658
HYUNDAI-dealer. kan er schade ontstaan aan het automatisch verwijderd roetfiltersysteem en kan er witte Als er gedurende langere tijd met de Als de auto echter gedurende rook uit de uitlaat komen.
Pagina 659
Specificaties & Consumenteninformatie Afmetingen .............8-2 Motor ...............8-2 Wattage gloeilampen ..........8-3 Banden en wielen ..........8-4 Belastingsindex en snelheidsindex banden ..8-5 Maximaal toelaatbaar totaalgewicht ....8-6 Inhoud bagageruimte..........8-6 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden............8-7 Aanbevolen motorolie (Europa)........8-9 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex......8-10 Voertuig-identificatienummer (VIN) ....8-11 Voertuigcertificatielabel ........8-11 Bandenspanningslabe..........8-12 Motornummer ............8-12 Label aircocompressor ........8-13 Koudemiddelsticker..........8-13...
Pagina 661
WATTAGE GLOEILAMPEN Gloeilamp Type lamp Wattage Type A Laag Koplamp Type B Hoog Richtingaanwijzer PY21W Parkeerlicht Voor Mistlamp Richtingaanwijzers opzij Type A (Buitenspiegel) Type B WY5W Statische bochtverlichting (SBL) Dagrijverlichting (DRL) Remlicht/achterlicht 21/5W 21/5 Achterlicht 21/5W 21/5 Type A Richtingaanwijzer PY21W Achterlichtunit Achteruitrijlicht...
Pagina 662
Specificaties & Consumenteninformatie BANDEN EN WIELEN Bandenspanning bar (kPa, psi) Aanhaalmoment Normale belasting Maximum belasting Onderwerp Bandenmaat Velgmaat wielmoeren Kgf·m (lbf·ft, N·m) Voor Achter Voor Achter 215/70 R16 6,5J X 16 (240, 35) (240, 35) (240, 35) (240, 35) 2,5* 2,5* 2,5* 2,5*...
Pagina 663
OPMERKING Zorg er bij het vervangen van de banden voor dat ze dezelfde maat hebben als de originele banden. Wanneer banden van een ander formaat worden gebruikt, werken de bijbehorende onderdelen mogelijk niet goed meer. BELASTINGSINDEX EN SNELHEIDSINDEX BANDEN Laadvermogen Snelheidsindex Onderdeel Bandenmaat...
Pagina 665
AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN EN HOEVEELHEDEN Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van motor en aandrijflijn uitsluitend smeermiddelen van de juiste kwaliteit. Het gebruik van de juiste smeermiddelen helpt ook het motorrendement verhogen, wat een gunstiger brandstofverbruik oplevert. Deze smeermiddelen en vloeistoffen worden aanbevolen voor gebruik in uw auto. Smeermiddel/vloeistof Inhoud Classificatie...
Pagina 666
7,3 l (7,71 US qt.) Automatische- MICHANG ATF SP-IV, SK ATF SP-IV, Nu 2,0 transmissievloeistof NOCA ATF SP-IV, HYUNDAI originele ATF SP-IV 8,3 l (8,77 US qt.) R 2,0 HK MTF 70W (SK) 1,9~2,0 l SPIRAX S6 GHME 70W (H.K.SHELL) Dual Clutch-transmissievloeistof (2,01~2,11 US qt.)
Pagina 667
Smeermiddel/vloeistof Inhoud Classificatie 0,53~0,63 l Olie achterasdifferentieel (4WD) (0,56~0,67 US qt.) 0,48~0,52 l HYPOID GEAR OIL API GL-5, SAE75W/90 Gamma 1,6 T-GDI/ Nu 2,0 (M/T * (0,51~0,55 US qt.) (SHELL HD AXLE OIL 75W90 of gelijkwaardig) Olie verdeelbak 0,34~0,36 l (4WD) R 2,0/Nu 2,0/ (A/T * (0,36~0,38 US qt.)
Pagina 668
Specificaties & Consumenteninformatie Aanbevolen SAE- Het gebruik van oliën met een andere dan de aanbevolen viscositeit kan resulteren in motorschade. viscositeitsindex Houd bij de keuze van een olie rekening met de te verwachten buitentemperaturen tot aan de volgende olieverversing. OPMERKING Kies dan aan de hand van de tabel de aanbevolen olieviscositeit.
Pagina 669
VOERTUIG-IDENTIFICATIENUMMER (VIN) VOERTUIGCERTIFICATIE- ■ Framenumber LABEL ■ VIN label (Indien van toepassing) OTL085001 OTL085005 voertuig-identificatienummer Het VIN staat ook op een plaatje dat OTL085002 (VIN) is het nummer dat gebruikt is bevestigd aan de bovenzijde van Op het voertuigcertificatielabel op wordt bij de registratie van uw auto het dashboard.
Pagina 670
Specificaties & Consumenteninformatie BANDENSPANNINGSLABE MOTORNUMMER ■ 2,0 MPI ■ 1,7 TCI OTL085004 OTLE085007 OTLE085006 ■ 1,6 GDI, 1,6 T-GDI ■ 2,0 TCI De banden waarmee uw nieuwe auto is uitgerust zijn zorgvuldig geselecteerd voor beste prestaties onder normale rijomstandigheden. Op het bandenspanningslabel op de middenstijl aan bestuurderszijde staan bandenspanningen...
Pagina 671
Het label bevindt zich aan de voldoen aan de eisen en de andere nummer leverancier, productie- onderzijde van de motorkap. relevante bepalingen van richtlijn nummer, koudemiddel 1995/5/EG. smeermiddel (2). Meer informatie, waaronder de conformiteitsverklaring fabrikant, kunt u vinden op deze website van HYUNDAI: http://service.hyundai-motor.com 8-13...
Pagina 673
Introductie Afmetingen ..............8-2 Alarmknipperlichten ............6-2 Als de motor niet gestart kan worden ......6-4 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ....8-7 Als de motor niet of langzaam ronddraait....6-4 Aanbevolen motorolie (Europa) ........8-9 Als de motor wel ronddraait maar niet aanslaat..6-4 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ......8-10 Als de motor oververhit raakt.........6-8 Aanvullend veiligheidssysteem ........2-53 Antidiefstalsysteem............3-22...
Pagina 674
Gebruik voor alle kinderen de juiste veiligheidssystemen ........2-2 Gevaren airbag.............2-2 Banden en wielen ..........7-36, 8-4 Houd uw auto in een veilige conditie ......2-3 Aanbevolen bandenspanning koud ......7-36 Pas uw snelheid aan.............2-3 Band met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..7-48 Belastingsindex en snelheidsindex banden ....8-5 Banden vervangen .............7-41 Blind spot detection-systeem (BSD) ......5-83 Controleren bandenspanning ........7-38...
Pagina 675
Introductie Cruise control .............5-124 Extra voorzieningen verwarmings- en ventilatiesysteem ..........3-197 Werking cruise control..........5-124 Automatische ventilatie ...........3-197 Cruise control (met snelheidsbegrenzer) ....5-119 Luchtcirculatie ............3-197 Werking cruise control..........5-119 Flex-stuurwiel ...............5-79 Dashboard, oversicht (I) ..........1-5 Dashboard, oversicht (II)..........1-6 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden .........7-7 Gloeilampen..............7-64 Schema voor door de eigenaar uit...
Pagina 676
Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem..3-166 Kinderzitjes..............2-39 Onderhoud van het systeem........3-174 Kiezen van een kinderzitje (CRS) ......2-40 Verwarming en airconditioning .......3-167 Plaatsen van een kinderzitje (CRS) ......2-42 Werking systeem............3-171 Dit raden wij aan: Vervoer kinderen altijd op de achterzitplaatsen ..........2-39 Handgeschakelde transmissie ........5-20 Koelvloeistof..............7-18 Bediening handgeschakelde transmissie ....5-20...
Pagina 677
Introductie Waarschuwingsmeldingen .........3-85 Multimediasysteem............4-2 Lekke band (Met reservewiel)........6-17 Antenne................4-3 EG-conformiteitsverklaring voor krik .......6-25 Audio/Video/Navigatiesysteem (AVN) .......4-5 Krik en gereedschap ..........6-17 Audiobediening op het stuurwiel.........4-4 Kriklabel ..............6-24 Aux-, USB- en iPod ® - aansluiting.......4-2 Bluetooth ® Verwisselen van wielen ..........6-18 Wireless Technology Handsfree....4-5 Lekke band (met tire mobility kit)......6-26, 6-35 De werking van een autoradio........4-6 Aanwijzingen voor een veilig gebruik...
Pagina 678
Bagagenet (houder)..........3-209 Bekerhouder.............3-202 Bevestigingspunt (EN) vloermat ......3-209 Rem-/Koppelingsvloeistof..........7-22 Jashaak ..............3-208 Controle van niveau rem-/koppelingsvloeistof ..7-22 Klok .................3-206 Remsysteem..............5-40 Opbergvak bagageruimte.........3-213 Antiblokkeersysteem (ABS) ........5-53 Rolhoes bagageruimte ..........3-210 AUTO HOLD ............5-49 Zonneklep ..............3-204 Downhill Brake Control (DBC) ........5-61 Overzicht exterieur (I) ............1-2 Elektronische parkeerrem (EPB) .......5-43 Overzicht exterieur (II)...........1-3 Elektronische stabiliteitsregeling (ESC)....5-55...
Pagina 679
Introductie Rijden onder speciale rijomstandigheden....5-131 Doorwaden van water ..........5-133 Op eigen kracht lostrekken van de auto ....5-131 Slepen ................6-35 Rijden in de regen............5-133 Afneembare trekhaak..........6-36 Rijden in het donker ..........5-132 Slepen in een noodgeval ..........6-37 Rijden met hoge snelheden........5-134 Sloten ................3-15 Rijden onder moeilijke omstandigheden ....5-131 Kenmerken van de automatische Verkleinen van de kans op over de kop slaan ..5-134...
Pagina 680
Stuurwiel...............3-24 Claxon................3-26 Elektronische stuurbekrachtiging (EPS)....3-24 Veiligheidsgordels ............2-24 Stuurwielverwarming..........3-26 Extra voorzorgsmaatregelen veiligheidsgordel ..2-35 Verstelbare stuurkolom ..........3-25 Veiligheidsgordels .............2-28 Verzorging van de veiligheidsgordels......2-38 Voorzorgsmaatregelen veiligheidsgordel ....2-24 Waarschuwingslampje veiligheidsgordel ....2-25 Toegang tot uw auto ............3-4 Verlichting..............3-117 Afstandsbediening ............3-4 Interieurverlichting ..........3-125 Smart key ..............3-8 Verlichting buitenzijde ..........3-117 Startblokkeersysteem ..........3-13 Welcome-systeem ............3-124...
Pagina 681
Introductie Waarschuwings- en controlelampjes ......3-100 Controlelampjes ............3-110 Waarschuwingslampjes..........3-100 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden ....6-2 Als de motor afslaat op een kruising of kruispunt ..6-3 Als de motor afslaat tijdens het rijden......6-2 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt....6-3 Wattage gloeilampen ............8-3 Zekeringen ..............7-49 Zekering-/relaiskast ...........7-54...