Bestuurdershulpsysteem
Instellingen
Afstandswaarschuwing
vooruit/achteruit
Waarschuwingsmethodes
2C_WarningTypeSetInfo_3
Wanneer het voertuig aanstaat, drukt u
op de Ų en selecteert u vervolgens
Voertuig > Bestuurdershulp >
Waarschuwingsmethoden in het
infotainmentsysteem om het volgende te
selecteren:
• Waarschuwingsvolume: Het
waarschuwingsvolume kan worden
aangepast.
Als u het waarschuwingsvolume
uitschakelt, kan de functie u voor uw
veiligheid waarschuwen met een laag
volume.
• Als u de waarschuwingsmethodes
wijzigt, kan dat ook de
waarschuwingsmethode voor andere
bestuurdershulpsystemen wijzigen.
• Ook wanneer de auto opnieuw wordt
gestart, blijft de laatste instelling voor
de waarschuwingsmethode behouden.
• Het instellingenmenu is mogelijk niet
beschikbaar voor uw voertuig,
afhankelijk van de kenmerken en
specificaties van het voertuig.
7-140
Automatische PDW
(parkeerafstandwaarschuwing)
Om de functie Auto PDW (Parking
Distance Warning) te gebruiken, drukt u
op de knop Ų en selecteert u
vervolgens Voertuig > Bestuurdershulp >
Veilig parkeren > Auto PDW
(Afstandswaarschuwing parkeren)
vanuit het infotainmentsysteem.
Als Auto PDW (Parking Distance
Warning, parkeerafstandswaar-
schuwing) is ingeschakeld, blijft het
controlelampje van de knop Parkeervei-
ligheid (ÿ) aan.
Werking van Afstandswaar-
schuwing-vooruit/achteruit
Toets parkeerveiligheid
2C_ParkingSafetyButton
Druk op de knop Parkeerveiligheid (ÿ)
om de Reverse Parking Distance Warning
(waarschuwing parkeerafstand achteruit)
uit te zetten. Druk opnieuw op de toets
om de functie uit te schakelen.
• Wanneer de versnelling naar R
(Achteruit) wordt geschakeld, wordt de
Parkeerafstandswaarschuwing
automatisch ook ingeschakeld
(controlelampje toets Veilig parkeren
brandt).