1
Rijden met uw elektrische auto
Controleer hoe u de voertuigfuncties gebruikt die fundamenteel zijn voor het rijden, zoals
starten, remmen en schakelen van het elektrische voertuig.
Het voertuig starten en stoppen
Volg de onderstaande instructies om het voertuig te starten of te stoppen.
OPGELET
• Maak voor de veiligheid altijd de veiligheidsgordel vast voordat u de auto start.
• Controleer of de EPB (parkeerrem) actief is voordat u het voertuig start.
Starten van de auto
1. Neem, terwijl u de Smart Key bij u draagt, plaats in de bestuurdersstoel.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u de toets Start/Stop indrukt.
• Op het instrumentenpaneel ¢ wordt het controlelampje weergegeven.
Terwijl de ¢ indicator wordt weergegeven, trapt u het rempedaal in, schakelt u naar D
(rijden) of R (achteruit) en laat u de EPB en het rempedaal los om de auto vooruit of
achteruit te laten rijden. U kunt gaan rijden door het gaspedaal langzaam in te trappen en
vertragen of stoppen door het rempedaal in te trappen.
1-53