Advertenties
• Als er een fout optreedt, kunt u de draagbare lader resetten door de stekker uit het
stopcontact te halen en weer aan te sluiten en vervolgens de knop op het
bedieningskastje langer dan 2 seconden in te drukken.
• Als hetzelfde symptoom zich herhaalt na het resetten van de draagbare lader, raden wij
aan uw auto te laten nakijken door een erkende HYUNDAI-dealer.
• Als er langer dan 1 minuut geen statuswijziging is, schakelt de draagbare lader over
naar de energiebesparingsmodus en wordt de displayverlichting uitgeschakeld.
Opladen met een draagbare lader
Volg de onderstaande instructies om het voertuig op te laden met een draagbare-lader.
1. Steek de stekker van de draagbare lader in het stopcontact bij u thuis.
• Het voedingslampje op de bedieningskast wordt groen.
2. Stel de laadstroom in door de knop op de bedieningskast langer dan 2 seconden
ingedrukt te houden totdat het getal op de laadstroomindicator knippert.
AANWIJZING
Een voorbeeld van een laadstroominstelling voor een draagbare lader die geschikt is
voor de nominale stroom van de voeding is als volgt. De juiste laadstroom kan echter
variëren afhankelijk van de omgeving, zoals het stroomverbruik in het gebouw.
Uitgangsstroom
14-16 A
12-13 A
10-11 A
8-9 A
• De laadstroom wordt telkens gewijzigd wanneer de knop wordt ingedrukt, in de
volgorde '6 A - 8 A - 10 A - 12 A'.
• Als er 10 seconden zijn verstreken zonder op een knop te drukken, stopt het
knipperen en wordt de laadstroominstelling voltooid.
3. Als de auto gestart is, schakel dan de elektronische parkeerrem (EPB) in terwijl u het
rempedaal indrukt.
4. Zet alle schakelaars uit, schakel naar P (parkeren) en zet de auto uit.
5. Terwijl het portier ontgrendeld is, drukt u op het symbool
openen.
ICCB-laadniveau
12 A
10 A
8 A
6 A
op het laadluik om deze te
1
1-27
Advertenties
