Standen in het geheugen
opslaan
1. Zorg ervoor dat de toets Start/Stop in
stand AAN staat en de transmissie in
stand P (Parkeren).
2. Zet de bestuurdersstoel en de
buitenspiegel in de gewenste stand.
3. Houd één van de geheugentoetsen (1 or
2) ingedrukt. Het systeem laat één
piepje horen wanneer er succesvol is
opgeslagen.
4. Er verschijnt "Instellingen 1 (of 2)
opgeslagen" op het
instrumentenpaneel en
infotainmentsysteem.
Standen oproepen uit het
geheugen
1. Zorg ervoor dat de toets Start/Stop in
stand AAN staat en de transmissie in
stand P (Parkeren).
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1
or 2). Het systeem laat één piepje horen
en vervolgens worden de stand van de
bestuurdersstoel en de stand van de
buitenspiegel automatisch afgesteld
naar de opgeslagen standen.
3. Er verschijnt "Instellingen 1 (of 2)
toegepast" op het instrumentenpaneel
en infotainmentsysteem.
• Om de IMS-instellingen van
geheugentoets 2 op te roepen terwijl de
instellingen van geheugentoets 1
worden opgeroepen, drukt u op
geheugentoets 1 om de
IMS-aanpassing te stoppen en drukt u
vervolgens op geheugentoets 2.
• Als u de stoel en de binnenspiegel
verstelt terwijl het IMS de stoel en de
spiegel aan het verstellen is, stopt het
systeem de aanpassingen.
Het Geïntegreerde
geheugensysteem resetten
1. Zorg ervoor dat de versnelling in P
(parkeren) staat en dat het voertuig
AAN staat, en open vervolgens het
bestuurdersportier.
2. Zet de bestuurdersstoel en de
rugleuning zo ver mogelijk naar voor.
3. Houd zowel de geheugentoets 1 als de
schakelaar voor de voorwaartse
beweging van de bestuurdersstoel
ingedrukt.
Tijdens het resetten van het
geïntegreerde
geheugensysteem
Er klinkt een meldingsgeluid en de stoel
wordt afgesteld op de meest lonende
positie. Vervolgens gaan de stoel en
rugleuning naar de standaard
middenpositie.
De resetprocedure en het meldingsgeluid
stoppen mogelijk indien:
• De geheugenknop is ingedrukt.
• De schakelaar om de stoel te
controleren wordt bediend
• De versnelling is uit de P (parkeren)
stand geschakeld.
• De rijsnelheid ligt hoger dan 3 km/h (2
mph).
• Het bestuurdersportier is gesloten.
AANWIJZING
• Als de beweging van de stoel of het
meldingsgeluid stopt voordat het
proces is voltooid, start u de
resetprocedure opnieuw.
• Controleer voordat u het IMS reset of er
zich geen voorwerpen op of rond de
bestuurdersstoel bevinden.
• Na het resetten van het IMS moet de
instelling van de bestuurdersstoel
opnieuw worden aangepast en
opgeslagen om de geheugenstand op
te roepen.
5
5-31