Probeer geen wijzigingen aan te brengen
aan het systeem of het uit te breiden met
andere apparaten.
• Vergrendel de portieren niet voordat
alle passagiers de auto verlaten
hebben. Als een deur wordt geopend
nadat het systeem is ingeschakeld,
wordt het alarm geactiveerd.
• Open, als het systeem niet is
uitgeschakeld met de Smart Key, de
portieren met de mechanische sleutel
en start de motor door de toets
Start/Stop met de Smart Key in te
drukken.
• Als het systeem wordt uitgeschakeld
door de auto te ontgrendelen en een
portier of de achterklep niet binnen 30
seconden wordt geopend, dan
vergrendelen de portieren weer en
wordt het systeem automatisch weer
ingeschakeld.
2C_TheftAlarmLabel
Op auto's die zijn uitgerust met een
antidiefstalsysteem is een sticker
aangebracht met de volgende tekst:
(1) WAARSCHUWING
(2) VEILIGHEIDSSYSTEEM
Rear Occupant Alert
(Achterbank-passa-
gier-alarm - ROA)
Het ROA-systeem
(achterbank-passagier-alarm) wordt
gebruikt om te helpen voorkomen dat de
bestuurder het voertuig verlaat en de
achterpassagier in het voertuig
achterblijft.
Systeeminstelling
Om het achterbankpassagiersalarm te
gebruiken, kan het ingeschakeld worden
in het infotainmentsysteem.
Druk op de Ų en selecteer vervolgens
Voertuig > Gemak > Waarschuwing voor
inzittenden
Het infotainmentsysteem kan wijzigen na
software-updates. Kijk voor meer
informatie in de apart geleverde
handleiding van het
infotaintmentsysteem en de korte
handleiding.
Werking systeem
Wanneer u de motor afzet en het
bestuurdersportier opent na het openen
en sluiten van het achterportier,
verschijnt de waarschuwingsmelding
"Controleer de achterbank op
passagiers en bezittingen" op het
instrumentenpaneel.
Druk op de toets OK om de
waarschuwingsmelding uit te schakelen.
5
5-29