Handige functies
Voorwaarden voor gebruik
De automatische droogfunctie van de
airconditioning werkt onder de volgende
omstandigheden:
• Het voertuig wordt uitgeschakeld
nadat de airconditioning gedurende
een bepaalde periode is gebruikt.
• Het batterijniveau is voldoende en de
buitentemperatuur is boven een
bepaald niveau.
Gevallen waarbij het systeem niet
mag worden gebruikt
De automatische droogfunctie van de
airconditioning werkt niet onder de
volgende omstandigheden:
• De automatische droogfunctie van de
airconditioning is 10 minuten in werking
geweest.
• De Start/Stop-knop is ingedrukt of de
auto is ON.
• Het verwarmings- en ventilatiesysteem
wordt op afstand bediend.
De automatische droogfunctie van de
airconditioning vermindert geurtjes in de
airconditioning, maar verwijdert mogelijk
niet alle geurtjes.
5-96
Automatisch
ontwasemingssysteem
2C_RainSensor
De automatische ontwaseming
vermindert de kans dat de binnenkant
van de voorruit beslaat door het vocht
aan de binnenkant van de voorruit te
detecteren.
Het automatische ontwasemingssysteem
werkt als de verwarming of de
airconditioning ingeschakeld is.
Het automatische ontwasemingssysteem
werkt mogelijk niet goed als de
buitentemperatuur lager is dan -10 °C (14
°F).
Wanneer het automatische
ontwasemingssysteem in werking is,
brandt het controlelampje
Als er een hoge vochtigheidsgraad in het
voertuig wordt gedetecteerd, wordt het
automatische ontwasemingssysteem
ingeschakeld.
De volgende stappen worden
automatisch uitgevoerd:
Stap 1. De airconditioning wordt
ingeschakeld en de buitenluchtmodus
(frisse lucht) wordt geselecteerd.
Stap 2. Ontwasemniveau is geselecteerd.
Stap 3. De ventilatorsnelheid is ingesteld
op het hoogste niveau.
.