Download Print deze pagina

Hyundai KONA Electric 2023 Gebruikshandleiding pagina 442

Advertenties

Beperkingen van het Smart Cruise
Control-systeem
Mogelijk werkt de Smart Cruise Control
niet naar behoren of grijpt hij onverwacht
in onder de volgende omstandigheden:
• De detectiesensor of het gebied
eromheen is vuil of beschadigd
• De voorruit wordt constant met
ruitensproeiervloeistof besproeid of de
ruitenwisser is geactiveerd
• De cameralens heeft last van een
getinte voorruit of een film of coating
op de voorruit, beschadigd glas of
klevende voorwerpen (sticker, insect,
enz.) op het glas
• Er is vocht op de voorruit dat niet
verwijderd is of dat eraan vastgevroren
is
• Het gezichtsveld van de
frontzichtcamera wordt belemmerd
door schittering van de zon
• Straatverlichting of licht van een
tegenligger wordt gereflecteerd op het
natte wegdek, bv. door een plas op de
weg
• De temperatuur rond de
frontzichtcamera is hoog of laag
• Er is een voorwerp op het dashboard
geplaatst
• De omgeving is zeer helder
• De omgeving is zeer donker, zoals in
een tunnel, enz.
• De helderheid verandert plotseling,
bijv. bij het binnenrijden van een tunnel
• Er is niet veel licht buiten en de
koplampen zijn niet aan of geven
weinig licht
• Rijden in zware regen of sneeuw of
dichte mist
• Rijden door stoom, rook of schaduw
• Slechts een deel van het voertuig wordt
gedetecteerd
• De voorligger heeft geen achterlichten,
zijn achterlichten bevinden zich op een
ongewone plaats enz.
• Er is niet veel licht buiten en de
achterlichten zijn niet aan of geven
weinig licht
• De achterkant van de voorligger is klein
of ziet er ongewoon uit (bijvoorbeeld
wanneer de auto is gekanteld,
ondersteboven ligt, enz.)
• De bodemvrijheid voor de auto is laag
of hoog
• Een voertuig rijdt plotseling voor u in
• Uw auto wordt gesleept
• U rijdt door een tunnel of onder een
ijzeren brug door
• U rijdt nabij zones waar zich metalen
bevinden, zoals een bouwplaats,
spoorweg enz.
• Een voorwerp dat reflecteert op de
voorste radar, zoals een rail, een
voertuig in de nabijheid, enz.
• Het deel van de bumper rond de radar
heeft een stoot ondervonden of is
beschadigd of de radar zit niet op zijn
plaats
• De temperatuur rond de radar is hoog
of laag
• U rijdt in een groot gebied waar weinig
voertuigen of constructies zijn (bijv.
een woestijn, weide, voorstad enz.)
• Het voertuig voor u is van een materiaal
dat de golven van de radar vóór niet
goed reflecteert
• U rijdt dichtbij een knooppunt van een
snelweg (of autoweg) of tolpoort
• U rijdt op een weg die glad is door
sneeuw, waterplassen, ijs, enz.
• U rijdt op een bochtige weg
• De voorligger wordt te laat
gedetecteerd
• De voorligger wordt plotseling
geblokkeerd door een obstakel
• De voorligger wisselt plotseling van
rijstrook of minder plotseling vaart
• De voorligger is vervormd
7
7-93

Advertenties

loading