Beperkingen van Parking
Collision-Avoidance Assist
(ondersteuning botsing vermijden
achteruit parkeren)
Onder de volgende omstandigheden
biedt Reverse Parking
Collision-Avoidance Assist mogelijk geen
remhulp of waarschuwt het systeem de
bestuurder niet wanneer er voetgangers
of voorwerpen achter de auto zijn:
• Problemen met het voertuig
- Er is niet af-fabriek apparatuur of een
accessoire geïnstalleerd
- Uw voertuig is onstabiel vanwege
een ongeval of een andere oorzaak
- De bumperhoogte of de installatie
van de sensor is gewijzigd
- De breedbeeld-achteruitrijcamera('s)
of één of meer ultrasoonsensoren zijn
beschadigd
- Er zit vuil, zoals sneeuw, modder enz.
op de breedbeeld-achteruitrijca-
mera('s) of de ultrasoonsensor(en)
- Het beeld van de breedbeeld-achter-
uitrijcamera wordt belemmerd door
een lichtbron of door slecht weer,
zoals hevige regen, mist, sneeuw enz.
• Problemen met de omgeving
- De omgeving is heel helder of zeer
donker
- De buitentemperatuur is zeer hoog of
zeer laag
- Er is een sterke wind (boven 20 km/h
(12 mph)) of de windrichting staat
loodrecht op de achterbumper
- Er zijn bepaalde harde geluiden, zoals
voertuigclaxons, zware
motorfietsmotoren of luchtremmen
van vrachtwagens in de buurt van uw
auto te horen
- In de buurt van de auto bevindt er
zich een ultrasoonsensor met
vergelijkbare frequentie
- De weg is glad of hellend
- Het beeld van de voetganger in de
frontzichtcamera is niet te
onderscheiden van de achtergrond
• Problemen met voetganger of object
- De voetgangers zijn moeilijk op te
sporen
- Er is hoogteverschil van de grond
tussen het voertuig en de voetganger
- De voetganger bevindt zich dichtbij
de achterrand van het voertuig
- De voetganger staat niet rechtop
- De voetganger is ofwel erg klein of
erg groot om te detecteren
- De voetganger of fietser draagt
kleding die opgaat in de achtergrond
en daardoor moeilijk te detecteren is
- De voetganger draagt kleding die de
ultrasone golven niet goed
reflecteert
- Grootte, omvang, hoogte of vorm
van het object weerkaatst ultrasone
golven niet goed (bijvoorbeeld bij
een laag of smal object, ronde of
kleine pilaar, hoeken van een
vierkante pilaar, struik, stoepranden,
onderstellen, rand van een muur,
enz.)
- De voetganger of het voorwerp is in
beweging
- De voetganger of het voorwerp is
zeer dichtbij de achterkant van het
voertuig
- Er bevindt zich een groot object zoals
een muur achter de voetganger of
het object
- Het object bevindt zich niet recht
voor of achter uw voertuig
- Het voorwerp staat niet parallel met
de achterbumper
- De sensoren kunnen de voetgangers
en objecten niet detecteren
7
7-155