C
4
HAPTER
PISN-gebruikersnummer getoond via CLIP in plaats van de CLIP die wordt verstuurd vanaf het openbare
netwerk.
Display voor Display voor onvoorwaardelijke oproep-
doorschakeling
Als Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling is geactiveerd, dan is nuttig voor gebruikers om te weten
dat de oproep werd omgeleid, door wie en aan wie. Dit betekent dat de gebelde gebruiker de oproep kan
beantwoorden namens de gebruiker die de oproep naar haar/hem heeft doorverbonden. Met deze infor-
matie is de oproepende gebruiker beter voorbereid op de oproep. Deze omleidingsgegevens zijn beschik-
baar op systeemtelefoons en ISDN-aansluitingen, zowel intern als in privénetwerken. Als de
openbarenetwerkprovider de functie ondersteunt (speciaal arrangement), dan zijn de omleidings-
gegevens ook beschikbaar voor virtuele PISN-gebruikers en gebruikers in het openbare netwerk.
Gegevens die worden weergegeven aan de opgeroepen gebruiker
De opgeroepen gebruiker ziet niet alleen de naam en telefoonnummer van de beller, maar ook dat de
oproep werd omgeleid en door wie (omleidingsgegevens).
Voorbeeld:
Gebruiker A roept gebruiker B op, die is doorgestuurd naar gebruiker C. De display op een systeemtele-
foon bij gebruiker C zegt:
<CNIP A> / <CLIP A> forwarded from <CNIP B> / <CLIP B>
Deze omleidingsgegevens bij gebruiker C zijn beschikbaar voor CFU, CFB, CFNR en Call Deflection
(CD). (Met CD wordt forwarded from weergegeven in plaats van deflected from).
Uitgaande oproep: met lokale oproepdoorschakeling
De configuratiemogelijkheden om de omleidingsgegevens zijn afhankelijk van de bestemmingsgebruiker:
Als de bestemmingsgebruiker is:
•
een interne gebruiker in de lokale PINX, dan worden de omleidingsgegevens altijd naar de
opgeroepen gebruiker verstuurd.
•
een PISN-gebruiker, een PISN-gebruiker in een virtueel netwerk, een geïntegreerde
mobiele/externe telefoongebruiker of een openbarenetwerkgebruiker, u kunt selecteren in de
trunkgroepconfiguratie (
worden verzonden of moet worden onderdrukt (
•
een openbarenetwerkgebruiker en als CLIR bij de gebruiker die de omleiding heeft uitgevoerd wordt
geactiveerd, dan zal de opgeroepen gebruiker noch de initiator van de oproep kunnen zien noch
dat deze is omgeleid. Dit ondanks dat de oproepende gebruiker CLIR niet heeft geactiveerd. Om dit
te voorkomen kunt u de (
veren.
In een oproepdoorschakelingsketen met meerdere gebruikers wordt de naam/het nummer van de eerste
gebruiker in de keten weergegeven als omleidingsgegevens aan de opgeroepen gebruiker.
D
D
ISPLAY VOOR
=bg) of de omleidingsgegevens naar de opgeroepen gebruiker moet
=bg)
CLIR for redirected calls in de trunkgroepconfiguratie deacti-
ISPLAY VOOR ONVOORWAARDELIJKE OPROEPDOORSCHAKELING
Send redirecting information).
I
-
DENTIFICATIE
ELEMENTEN
69