C
2
HAPTER
Aansluitingsinterfaces
De communicatieserver ondersteunt digitale- en analoge gebruiker-netwerkinterfaces.
Digitale gebruiker-netwerkinterfaces
Op elk van deze digitale gebruiker-netwerkinterfaces kunnen meerdere geschikte aansluitingen worden
aangesloten en tegelijkertijd bediend.
Aansluitingsinterface BRI-S
De S gebruikersnetwerkinterface is een digitale 4-draads interface dat wordt gebruikt voor het aansluiten
van ISDN- aansluitingen, Aansluitingsadapters en ISDN PC-kaarten. Elk van deze interfaces heeft twee
64 kbit/s gebruikersgegevenskanalen en één 16 kbit/s besturings- en signaleringskanaal (2B + D). Dit
maakt het mogelijk om twee onafhankelijke oproep- of dataverbindingen tegelijkertijd tot stand te
brengen.
Er kunnen maximaal 8 aansluitingen worden bediend op een S gebruiker-netwerkinterface. Ze worden
geadresseerd met het ééncijferig aansluitingsselectiecijfer (TSD).
Er zijn verschillende modi beschikbaar voor het bedienen van de BRI-S-interface (
de interfaceconfiguratie):
•
De
modus wordt gebruikt om ISDN-aansluitingen, aansluitingsadapters en ISDN PC-kaarten te
ETSI
bedienen.
•
Met de BRI-S external -modus kan een BRI-S-interface worden gebruikt als een basistoegang voor
privénetwerken met QSIG / PSS1 of DSS1. Het is niet langer beschikbaar als aansluitingsinterface
(zie
"Basissnelheidinterface BRI-S
Indeling van het ETSI S-bus
Afhankelijk van de applicatie kan de indeling op de ETSI S-bus voor elke BRI-S-interface in de interface-
configuratie worden geconfigureerd (instelling
de onlinehelp.
Exchange-toegangsvoorvoegsel voor Aansluitingen op de ETSI S Bus
Figure 2.18:
Aansluitingsinterface BRI-S
extern").
MSN format for BRI-S). Meer informatie is te vinden in
A
ANSLUITINGSINTERFACES
S
YSTEEMINTERFACES
BRI-S protocol in
32