C
3
HAPTER
•
Wanneer de beller een virtuele gebruiker kiest, dan krijgt zij/hij de terugbeltoon of de bezettoon (als
de gebruiker al in gesprek is).
•
Virtuele gebruikers behoren tot de groep gebruikers met een eigen DDI-nummer, waarvan het maxi-
mumaantal wordt beperkt door de systeemgrenswaarden per systeem.
•
Virtuele gebruikers hebben hun eigen recall-tijdsduur, die kan worden ingesteld voor het hele
systeem. Het wordt gebruikt als er geen recall-tijdsduur is gedefinieerd in de gebruikers instellingen
(zie ook "Terugbellen").
Toepassingsvoorbeeld:
•
Tijdens een expliciete oproepdoorverbinding zonder voorafgaande aankondiging naar een virtuele
gebruiker kan een oproep maximaal 900 seconden worden geparkeerd en vervolgens worden
doorverbonden met behulp van *86 Gebruikers-Nr.
•
Om een PISN-gebruiker in een gebruikersgroep te integreren, is het mogelijk om een virtuele
gebruiker in de gebruikersgroep te accepteren m.b.v. een CFNR naar de PISN-gebruiker.
•
In externe CTI-applicaties kunnen virtuele gebruikers worden gebruikt om berichten te versturen en
te ontvangen.
PISN-Gebruikers
Deze categorie omvat gebruikers die tot hetzelfde privé geïntegreerde dienstennetwerk (PISN) behoren,
maar verbonden zijn met een andere PINX. Ze kunnen ook worden gebruikers zijn van een virtuele PINX.
Het aantal gebruikersgroepen, oproepdistributie-elementen, verkorte- kiesbestemmingen, routes of
deurintercoms kunnen ook worden ingevoerd als PISN-gebruikers, naast de aantallen interne gebruikers.
De configuratie vindt plaats in de PISN-gebruiker (
PISN-gebruikers invoeren
Er zijn twee manieren om PISN gebruikers in te voeren:
•
Het oproepnummer van een PISN-gebruiker wordt volledig en ondubbelzinnig ingevoerd
(
PISN-gebruikers ingevoerd met en zonder jokertekens
•
Eén nummer met jokertekens wordt ingevoerd voor meerdere PISN-gebruikers (groep PISN-gebrui-
kers,
PISN-gebruikers ingevoerd met of zonder
H
=gv) weergave.
, PINX 2).
jokertekens, PINX 1, PISN-gebruikers D en E).
N
ET
UMMERSCHEMA VAN HET
N
UMMERSCHEMA
S
YSTEEM
50