C
2
HAPTER
Figure 2.4:
NT1:
Netwerkaansluiting
MSN:
Meervoudig abonnee nummer
U/T:
ISDN -referentiepunt
DSI:
Digitale gebruiker-netwerkinterfaces
FXS:
Analoge aansluitingsinterface
Combinaties zijn ook mogelijk in het geval van meerdere lijnen, b.v. één lijn in point-to-multipointconfigu-
ratie en de resterende blijven in point-to-pointconfiguratie.
: Als aansluitingen (bijv. MSN1) parallel zijn verbonden mjet de BRI-T-interface, "
NOTE
tion" moet worden geactiveerd als de communicatieserver en de terminal elkaar beïnvloeden. Dit geldt
ook in gevallen waarin analoge aansluitingen worden gebruikt op NT1.
Point-to-pointverbinding zonder Snelkiezen
Zonder Snelkiezen is slechts één nummer beschikbaar. De individuele interne gebruikers kunnen alleen
indirect via het nummer worden bereikt.
Deze variant is geschikt voor systemen met primair uitgaand verkeer.
Figure 2.5:
Basissnelheidinterface in point-to-multipointconfiguratie, met ééncijferig
snelkiezen en parallelle verbinding
Verschillende basistoegangen met lijngroep in point-to-pointconfiguratie, zonder
snelkiezen
T
-
RUNK
INTERFACES
S
YSTEEMINTERFACES
Collision detec-
11