C
6
HAPTER
Inkomende oproepen voor het filiaal in Genève moeten altijd worden gerouteerd van het openbare
netwerk naar PINX 1 in Genève.
De routes en trunkgroepen plannen
Om een netwerkconfiguratie zo transparant mogelijk te houden, is het een goed idee om altijd dezelfde
trunkgroep en dezelfde route voor dezelfde functie te gebruiken op alle PINXen. Het is bijvoorbeeld
logisch trunklijn 1 in elke PINX te gebruiken voor verbindingen met het openbare ISDN-netwerk, omdat
trunk-groep 1 deze standaardwaarde heeft.
Instellingen op de bron-PINX (PINX 1):
•
Gebruikersconfiguratie:
Er wordt voor interne gebruikers in Genève een permanent CLIP-nummer geconfigureerd, dat
ongewijzigd wordt verzonden samen met elke uitgaande oproep naar het openbare netwerk.
•
Laagstekostenroutering:
De begincijfers van de nummers binnen de lokale tariefzone van Zürich worden ingevoerd in de
LCR-tabel en een route toegewezen via de routerings- en netwerkoperatortabel (zie ook
kostenroutering
•
Routes opzetten:
Figure 6.45:
(LCR)")
Topologie met belangrijke punten
B
-
REAK
OUT
G
ESPREKSROUTERING
"Laagste-
234