C
8
HAPTER
Bestemmingsnummer 1 en bestemmingsnummer 2
Deze velden hebben een verschillende betekenis afhankelijk van de richting (inkomende- of uitgaande
oproepen).
•
Bestemmingsnummer 1, inkomend:
–
Voor inkomende oproepen: geen vermelding.
–
Voor oproepen naar het DDI-nummer voor geïntegreerde externe-/mobiele telefoon: Voer de
instructievolgorde in, geselecteerd in DTMF-modus.
•
Bestemmingsnummer 2, inkomend:
–
Voor de gateway PINX en de stand-alonecommunicatieserver: Voer het bestemmingsnummer
in, ontvangen van de netwerkprovider (b.v. doorkiesnummer).
–
Voor de transitie- en bestemming-PINX: Het PISN-gebruikersnummer van de opgeroepen
gebruiker wordt hier ingevoerd.
Figure 8.24:
Belleridentificatie uitgaand
U
ITVOERINDELING
O
(CL)
PROEPENREGISTRATIE
274