C
8
HAPTER
ICL kan worden geactiveerd of gedeactiveerd voor elk distributie-element met de parameter Enter ICL
data.
Sorteringstekens worden gebruikt om onderscheid te maken tussen gegevens- en gespreksverbindingen
en tussen beantwoorde, doorverbonden en onbeantwoorde oproepen.
Figure 8.21:
Toepassingsvoorbeeld
•
Klantenservice: 032 655 33 33
•
Voer alleen ICL-gegevens in die zijn geactiveerd voor klantenondersteuningsoproepen (zie
elk oproepdistributie-element aan of uit worden
Figure 8.20:
Inkomende-oproepenregistratie
ICL kan in elk oproepdistributie-element aan of uit worden geschakeld
O
PROEPENREGISTRATIE VOOR INKOMENDE OPROEPEN
geschakeld).
(ICL)
O
(CL)
PROEPENREGISTRATIE
ICL kan in
261