C
9
HAPTER
•
Vaste telefoons en virtuele aansluitingen gebruik de alarmbestemming toegewezen aan het knoop-
punt.
•
Draadloze telefoons gebruiken de alarmbestemming van het knooppunt waar de telefoon zich op dit
moment bevindt.
•
IP-systeemtelefoons gebruiken de alarmnummerbestemming toegewezen aan de Master.
Noodondersteuningsdienst
Als een noodoproep wordt gedaan naar een van de openbare alarmnummers, voegt de communicatie-
server aanvullende informatie toe aan de oproep over de geografische locatie van de beller, zodat de
provider de oproep naar de juiste PSAP kan routeren (Openbare-veiligheidsantwoordpunt). Afhankelijk
van het land en de provider, worden niet alle soorten netwerkinterfaces (SIP, ISDN, analoog) onders-
teund.
:
NOTE
•
Vanaf versie 6.1 wordt naast de Emergency location identifiereen nieuw veld Municipality identifier
toegevoegd dat kan worden gebruikt om de locatie van de beller te identificeren wanneer de beller
en de trunk zich op verschillende locaties bevinden.
Een noodoproep maken
Algemeen gedrag van het systeem:
•
Een gebruiker kiest een nummer dat is opgeslagen in de lijst met openbare alarmnummers.
•
Het systeem detecteert dat een noodoproep wordt gedaan door het gekozen nummer te vergelijken
met de geconfigureerde lijst met openbare alarmnummers.
•
Zodra duidelijk is dat de oproep een noodoproep is, bepaalt het systeem de exacte locatie van de
beller, waarbij de verschillende geconfigureerde opties worden gevolgd (zie
beller
bepalen").
•
Het systeem selecteert een regel van de geconfigureerde route voor deze noodlocatie, vult de
noodlocatie-id in en stuurt deze naar de provider.
•
Tegelijkertijd wordt het BHV-team op de hoogte gebracht, worden emails en gebeurtenissen-
meldingen verzonden en worden de logbestanden bijgewerkt (zie
Het systeem configureren voor de noodondersteuningsdienst
In het algemeen zijn de stappen optioneel. Hoe minder is geconfigureerd, hoe minder nauwkeurig de
noodlocatie is tot helemaal geen informatie als niets is geconfigureerd.
Het vereiste interne BHV-team creëren (
1.
het selectievakje voor email aan als de leden een aanvullende emailmelding moeten ontvangen.
Een BHV-team kan verantwoordelijk zijn voor meerdere locaties, maar als de locaties ver uit elkaar
liggen,dan zijn meerdere van dergelijke teams vereist.
Een noodlocatiegegevensset creëren en een naam geven (=c0) voor elke locatie, inclusief de officiële
2.
noodlocatie-ID, de route die moet worden gebruikt voor de noodoproep en een infotekst die moet
worden getoond aan het BHV-team en/of de Mitel 400 Hospitality Manager. Voeg extra
emailadressen toe indien nodig.
) en leden (gebruikers) toevoegen aan de teams. Vink
=wu
S
PECIALE FUNCTIES
"De locatie van de
"Het BHV-team
informeren").
F
UNCTIES
449