C
6
HAPTER
•
Alle oproepen in de verbindingsgegevensverzameling worden altijd ingevoerd, ongeacht de gekozen
actie.
•
Voor mobiele/externe gebruikers, virtuele PISN-gebruikers en MMC mobiele telefoons, wordt het
externe telefoonnummer altijd eerst vervangen door het interne gebruikersnummer, voordat de
vergelijking met de zwartelijst wordt gemaakt.
Systeemconfiguratie
De zwartelijst kan worden gecreëerd in de Blacklist ( =zm) weergave, of geïmporteerd uit een
Excel-bestand.
Table
6.9:Systeemconfiguratie
Parameter
•
CLIP-nummers
•
Actie voor inkomende oproep
•
Apply blacklist to incoming calls
Maak gebaseerde routering
Met CLIP-gebaseerde routering is het mogelijk om inkomende externe- of interne oproepen te routeren
op basis van hun CLIP. Op deze manier kunnen bepaalde oproepen worden geweigerd, achtergelaten
om tot "niets" te komen of naar een specifieke bestemming worden gerouteerd. Creëer hiervoor oproe-
prouteringstabellen, wijs vervolgens voor elke schakelpositie een of meer oproepdistributie-elementen
toe.
Voorbeelden van geldige vermeldingen in de oproepdistributietabellen.
•
+234
•
+41321234567
•
3868
•
3867
•
386
•
X
•
?
:
NOTE
•
Elk extern CLIP-nummer moet beginnen met een '+'.
•
"X" staat voor inkomende oproepen met oproepidentificatiebeperking (CLIR).
•
"?" staat voor inkomende oproepen zonder CLIP (onbekend nummer).
•
"X" en "?" zijn specifieke invoergegevens en kunnen niet worden gecombineerd met cijfers.
Opmerkingen
Alle CLIP-nummers moeten beginnen met een '+'.
Dezelfde actie geldt voor alle geschikte CLIPs.
Trunkgroep configuratie
I
NKOMEND VERKEER
G
ESPREKSROUTERING
163