C
2
HAPTER
Systeeminterfaces
Dit hoofdstuk bevat de verschillende typen digitale- en analoge netwerk- en aansluitingsinterfaces en
wijst op een aantal configuratiebijzonderheden. Het hoofdstuk eindigt met speciale interfaces voor deurin-
tercoms en algemene belsignalen.
Table
2.1:Systeeminterfaces en kanalen (Sheet 1 of 2)
Term
B-kanaal
D-kanaal
2B+D / 30B+D
Poorten
Netwerkinterfaces
•
Basis snelheidinterface BRI-T
•
Basissnelheidinterface BRI-S extern
•
Primairesnelheidinterface PRI
•
SIP -toegang via de ethernetinterface op het
basissysteem
•
Analoge netwerkinterface (FXO-netwerkin-
terface)
Uitleg
Gebruikersinformatiekanaal: Elke verbinding
beslaat een gebruikersinformatiekanaal, b.v. 2
gebruikersinformatiekanalen (verbindingen)
kunnen gelijktijdig met één basistoegang worden
bezet.
Besturings- en signaleringskanaal: Kanaal voor
besturing en signalering evenals voor
pakket-dataoverdracht.
2 B-kanalen en 1D-kanaal / 30B-kanalen en
1D-kanaal
Fysieke aansluitpunten op de
communicatieserver voor netwerkinterfaces en
aansluitingsinterfaces
Aansluitmogelijkheden aan de netwerkzijde voor
de communicatieserver
Digitaalnetwerkinterface 2B+D
Digitaal netwerkinterface 2B+D:
Een aansluitingsinterface S geconfigureerd als
BRI-S external.
Digitaalnetwerkinterface 30B+D
Voor aansluiting op een of meer SIP-providers.
Een SIP-toegang bevat maximaal 30 kanalen.
Een analoge netwerkverbinding heeft 1
gebruikersgegevenskanaal.
S
YSTEEMINTERFACES
1
6