C
9
HAPTER
•
SIP-DECT-aansluitingen
De communicatieserver kan het IP-adres van de SIP DECT-radio-unit bepalen. Met het gevonden
IP-adres, wordt de IP-opzoektabel geraadpleegd. Het is niet mogelijk om een locatie-id toe te wi-
jzen aan een SIP DECT-radio-unit zoals het geval is voor Systeem DECT radio-units.
•
Mobiele telefoons met MMC en andere geïntegreerde mobiele/externe telefoons
Mobiele telefoons MMC en andere geïntegreerde mobiele/externe telefoons zijn uitgesloten van
locatie-id. Momenteel is er geen manier om de plaats daarvan te bepalen. Voor deze terminal types
moet geen locatie-id worden gestuurd. Eigenlijk moet de applicatie op deze terminals de noodo-
proep detecteren en de mobiele oorspronkelijk telefoonapplicatie gebruiken om de noodoproep te
doen en daarom de communicatieserver helemaal niet gebruiken. De locatie wordt dan bepaald
door de mobiel-antennes.
•
VPN-aangesloten terminals
Alle terminals die aan de andere kant van een VPN-tunnel zijn aangesloten, mogen geen locatie-id
verzenden, zelfs geen gebruik maken van die van het standaardsysteem. In het algemeen zou dit
gelden voor terminals die als nomadisch worden beschouwd en waarvan de communicatieserver
niet zeker kan zijn dat deze zich momenteel op het terrein van het bedrijf bevindt.
•
SIP-netwerken
Inkomende oproepen die van andere oproepservers worden ontvangen en die noodoproepen via
onze communicatieserver routeren, moeten de locatie-id in de inkomende oproep doorgeven. Mi-
crosoft LYNC kan dergelijke informatie leveren. Voor andere SIP-netwerkcommunicatieservers
moet hetzelfde protocol worden toegepast als de communicatieserver naar de provider moet ver-
zenden.
•
MBG-telewerkers
Voor telewerkers die inbellen via de MBG (Mitel Border Gateway), zijn de IP-adressen niet logisch,
want het zou toch altijd het adres van de MBG zijn. De terminals die via MBG zijn aangesloten heb-
ben in de terminalinstellingen hun "thuis" noodlocatie-id geconfigureerd of ze zouden het verzen-
den van een noodlocatie-id moeten onderdrukken.
Als er geen locatie-id voor een terminal is gedefinieerd, dan neemt het systeem de instelling over van de
volgende lagere prioriteitsinstelling, zoals weergegeven in de derde kolom van de onderstaande tabel. In
bepaalde gevallen is het beter om de locatie van de bellende partij te onderdrukken, dit betekent dat er
voor deze terminal geen locatie-id wordt verzonden. Dit wordt bereikt door een noodlocatiedatasets te
configureren wanneer de optie Do not send the 'Emergency location identifier' wordt aangevinkt. In dat
geval wordt de oproep net als een normale oproep naar de PSAP (Openbare-veiligheidsantwoordpunt)
gesignaleerd.
Table
9.166:Prioritering van de noodlocatie-configuraties afhankelijk van de oproepende terminal (Sheet 1 of 2)
Belt vanuit...
IP-systeem (harde) telefoons
Standaardlocatie ID
Overnemen
S
PECIALE FUNCTIES
Prio 1 - Prio 2 - ... - Prio x
Terminal - IP-zoeken - systeem
F
UNCTIES
452