C
2
HAPTER
De mediagegevens van SIP-aansluitingen worden verwerkt in pakketten met behulp van het SIP-protocol
en verzonden met behulp van het RTP-protocol. Het aantal SIP-aansluitingen in de communicatieserver
wordt bepaald door de systeemgrenswaarden enerzijds en door het aantal licenties anderzijds. Voor elke
SIP-aansluiting die op MiVoice Office 400 wordt gebruikt, is één Mitel SIP Terminals licentie of één SIP
Terminals licentie vereist.
Analoge aansluitingsinterfaces
Deze 2-draads interface ondersteunt de volgende off-the-shelf analoge aansluitingen:
•
Analoge telefoons met DTMF of pulskiezen (aardetoets wordt niet ondersteund)
•
Analoge radio-units voor draadloze telefoons
•
2-draads-deurintercoms met DTMF bedieningsfuncties
•
Groep-3 faxapparaten
•
Antwoordapparaten
•
Modem
Er worden geen gesprekskosten naar de verbonden aansluitingen via analoge interfaces verzonden.
CLIP-display is mogelijk (zie de technische gegevens in de systeemhandleiding van de relevante commu-
nicatieserver).
Er kan één analoge aansluitingsinterface per communicatieserver worden geconfigureerd voor
verbinding met het algemene belsignaal.
Speciale interfaces
Het systeem ondersteunt een breed scala aan speciale interfaces.
1. Transmissie met het T.38-protocol wordt aanbevolen voor Fax over IP.
1
Figure 2.21:
FXS-aansluitingsinterface
S
PECIALE INTERFACES
S
YSTEEMINTERFACES
35