C
6
HAPTER
Table
6.49:Routeringsparameterinstellingen (Continued) (Sheet 2 of 2)
•
Protocol
•
DDI-schema
•
Oproepdistributie-element
Gebruikersconfiguratie PISN-BN 330:
•
Route
•
Extern telefoonnummer
Route 2:
•
Trunkgroep 2:
•
Nummerblokkering
•
Max. uitgaande oproepen
•
Nummerschema-ID (NPI)
•
Nummertype (TON)
Trunkgroep 2
•
Netwerkinterfaces
•
Netwerktype
•
Protocol
Testen overflowroutering in het PISN
Wanneer een verbinding wordt ingesteld, controleert het systeem de beschikbaarheid van het geselect-
eerde pad. Als dit niet beschikbaar is vanwege overbelasting of als gevolg van een defect, dan wordt
geprobeerd de verbinding via een alternatieve route in te stellen, afhankelijk van de configuratie. Er zijn
twee soorten overflowrouteringen:
•
Overflowroutering binnen het privé-huurlijnennetwerk:
Zowel het initiële- als het alternatieve verbindingspad loopt via permanente verbindingen van het
privé-huurlijnennetwerk.
•
Overflowroutering via het openbare netwerk:
De initiële aansluiting pad loopt via specifiek lijnen van het privé-huurlijnennetwerk terwijl het al-
ternatieve pad via het openbare netwerk loopt.
T
ESTEN OVERFLOWROUTERING IN HET
QSIG of QSIG / PSS1 ISO
1 (alleen relevant als een geschikte DD nummer
wordt gevonden).
Niet relevant voor deze zaak
2 (routereferentienummer)
Telefoonnummer dat moet worden gekozen,
zonder exchange-toegangsvoorvoegsel
2 (referentienummer van één of meer
trunkgroep(en)
Nummerblokkering wel of niet gebruiken
Het aantal oproepen dat er tegelijkertijd via deze
route uit gaat
PNP
Onbekend
Netwerkinterfaces van deze trunkgroep
Privé
QSIG of QSIG / PSS1 ISO
PISN
G
ESPREKSROUTERING
229