C
5
HAPTER
Open de corresponderende netwerkinterface voor configuratie in de oproepenroutering ( =df).
Standaard: Alle B-kanalen zitten in B-kanaalgroep 1.
Planning tips:
•
B-kanalen kunnen alleen in volgorde worden gegroepeerd (bijv. kanaalgroep1 bevat B-kanalen 1 t/m
6).
•
Een B-kanaal kan slechts worden toegewezen aan één kanaalgroep.
•
Als de B-kanaalgroepen met primairesnelheidstoegang over verschillende trunkgroepen worden
verspreid, dan moet hetzelfde protocol voor alle trunkgroepen worden ingesteld.
Configuratie:
Zodra een trunkgroep een B-kanaalgroep bevat, kan het protocol van de trunkgroep niet langer worden
gewijzigd. Daarom is het belangrijk om verder te gaan met de volgende configuratie:
Voer in de eerste trunkgroep de netwerkinterface in van de basis- of primairesnelheidstoegang.
1.
Stel het trunkgroepprotocol in.
2.
Verdeel de B-kanalen van de basic of primairesnelheidstoegang in B-kanaalgroepen. De reeds
3.
ingevoerde netwerkinterface wordt gewijzigd in B-kanaalgroep 1.
Voer de andere B-kanaalgroepen in de vereiste trunkgroepen in. Het protocol van de eerste trunk-
4.
groep wordt automatisch ingesteld.
Lijngroep in het ISDN
Digitale buitenlijnen die dezelfde verkeerskarakteristieken moeten hebben, kunnen in lijngroepen in het
openbare netwerk worden gegroepeerd (bijvoorbeeld verschillende basistoegangen met hetzelfde
DDI-blok). Een lijngroep moet ook in de communicatieserver opnieuw worden gecreëerd. Hiervoor
moeten de netwerkinterfaces van de exchangelijnen van een lijngroep worden toegewezen aan dezelfde
trunkgroep (zie
Een lijngroep opnieuw creëren in de
Een lijngroep kan bestaan uit basistoegangen, primairesnelheidstoegangen of individuele B-kanaal-
groepen van primairesnelheidstoegangen (ook gecombineerd).
Figure 5.3:
Een lijngroep opnieuw creëren in de communicatieserver
communicatieserver).
T
RUNKGROEPEN
R
OUTERINGSELEMENTEN
100