C
9
HAPTER
–
Via het menu voor ISDN-services die worden ondersteund door het systeem op de S-bus
volgens ETSI
–
Met */#- functiecode (niet alle functies zijn beschikbaar)
•
Analoge aansluitingen: Met */#- functie code of controltoets (niet alle functies zijn beschikbaar)
De standaard modus voor DTMF wijzigen
Een aantal functies kunnen worden bediend in achtervoegsel-kiezen (b.v. voor voicemailsysteem) door
het intoetsen van DTMF-kiessignalen. Hiervoor moet de aansluiting in DTMF-modus worden geschakeld
(Transparante Modus). Dit kan worden uitgevoerd met een lange klik op de *-toets of met de
Foxkey/Softkey (afhankelijk van het type telefoon).
De systeemtelefoons schakelen standaard automatisch over naar DTMF-modus nadat de verbinding is
ingesteld. Deze instelling kan per telefoon via de Foxkey/Softkeys worden gewijzigd of voor de termina-
linstellingen met parameter DTMF automatic.
Configureerbare toetsen
Dankzij de mogelijkheid om verschillende functies op toetsen op te slaan, zijn de functies op systeemtele-
foons en SIP-telefoons van de Mitel 6000 SIP familie gebruikersvriendelijk. Afhankelijk van het type tele-
foon, kunnen toetsen worden ingesteld via Self Service Portaal (SSP) en via WebAdmin. Belangrijke
functies zijn vooraf gedefinieerd en worden aangeboden in het menu (zie de gebruikershandleiding van
de telefoon voor meer informatie).
Cijfertoetsen
Er kunnen één of twee veelgebruikte, externe of interne telefoonnummers worden opgeslagen onder een
nummertoets. Het telefoonnummer in het geheugen1 wordt geselecteerd door op de toets te drukken; het
telefoonnummer in het geheugen 2 door te dubbelklikken.
: Er kan slechts één toets worden opgeslagen op een Foxkey, Hotkey (Office 135, Office 160) en
NOTE
nummertoets op een MiVoice M535 uitbreidingstoetsenmodule. Dit is over het algemeen ook van
toepassing op Mitel 6000 SIP telefoons, waaronder uitbreidingstoetsenmodule.
: Het telefoonnummer van een oproepdistributie-element kan ook worden opgeslagen onder een
TIP
nummertoets, op voorwaarde dat het wordt vermeld in het interne nummerschema.
Functietoetsen
Een veelgebruikte functie kan worden opgeslagen onder een functietoets. De functie wordt geactiveerd
en gedeactiveerd door op de toets te drukken. Alle systeemtelefoons ondersteunen sleutels met twee
opslagslots: Het activeren en deactiveren van de functie worden respectievelijk opgeslagen in de eerste
en tweede opslagruimte. De eerste keer indrukken van de toets activeert de functie en de bijbehorende
LED of display; een tweede keer indrukken van de toets deactiveert hem.
Foxkey/Softkeys
Alle systeemtelefoons hebben een Foxkey of Softkeys, d.w.z. variabele functietoetsen die intelligent
worden aangepast om de juiste functies voor elke situatie te bieden, zodat alle aansluitingen intuïtief
kunnen worden bediend. In de inactief-stand kunnen de Foxkey of de Softkeys ook nummers of functies
toegewezen krijgen en dus als een nummer- of functietoets worden gebruikt.
Teamtoetsen / Overzicht-toestelgebruiktoetsen
De teamfuncties maken het eenvoudiger voor leden van een team (bijvoorbeeld een verkoop- of marke-
tingteam) om met elkaar te communiceren en wanneer nodig voor elkaar in te vallen. Eén teamtoets /
N
,
ETWERKDIENSTEN
AUTORISATIES EN WERKING
F
UNCTIES
317