C
2
HAPTER
Het type protocol op de DSI-interface kan in de kaarten- en modulesweergave worden gekozen (
De instelling is altijd geldig voor de gehele interfacekaart (alleen Mitel 470).
IP-aansluitingsinterface
De IP-aansluitingsinterfaces worden geïmplementeerd via een Ethernet-interface op de communicatie-
server. MiVoice Office 400 ondersteunt IP-systeemtelefoons, Mitel SIP-aansluitingen en standaard SIP
-aansluitingen van externe fabrikanten.
De volgende IP-telefoons worden ondersteund:
•
Aansluitingen van de serie MiVoice 5300 IP
•
IP softphone MiVoice 2380 IP
•
MiVoice 1560 PC-operator
Net als de digitale systeemtelefoons communiceren de IP-systeemtelefoons (softphones en bureautele-
foons) met de communicatieserver via het AD2-protocol. In tegenstelling tot digitale systeemtelefoons
worden oproep- en signaleringsgegevens echter via het IP-netwerk verstuurd. De apparaten worden
verbonden met het IP-netwerk. Het aantal IP-aansluitingen op de communicatieserver wordt bepaald
door de systeemgrenswaarden.
De volgende SIP-aansluitingen worden ondersteund:
•
Aansluitingen van de serie Mitel 6000 SIP
•
Draadloze Mitel SIP-DECT-telefoons:
•
Mitel BluStar 8000i Desktop-mediatelefoon
•
Mitel BluStar voor PC
•
Mitel BluStar voor iPhone/iPad
•
Mitel BluStar voor Android telefoon/Tablet
•
Mitel\ BluStar voor Conferentiekamer
•
MiVoice Conferentietelefoon
•
MiCollab Client (op PC of mobiele telefoon)
•
Andere Mitel SIP-telefoons en SIP -softphones van externe partijen
•
WLAN en DECT -ansluitingen van Mitel en externe fabrikanten, die zijn verbonden met het
IP-netwerk via een toegangspunt.
Figure 2.20:
IP-aansluitingsinterface
A
ANSLUITINGSINTERFACES
S
YSTEEMINTERFACES
=4g).
34