Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Gereedschappen automatisch meten
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Als u Q536=1 programmeert, moet het gereedschap vóór de cyclusoproep
worden voorgepositioneerd! De besturing bepaalt bij de kalibratie ook de
verstelling van het midden van het kalibratiegereedschap. Hiervoor draait de
besturing de spil 180°, nadat de helft van de kalibratiecyclus is afgewerkt. Er
bestaat botsingsgevaar!
Vastleggen of vóór het cyclusbegin een stop moet plaatsvinden, of dat u de
cyclus zonder stop automatisch wilt laten uitvoeren.
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Het kalibratiegereedschap moet een diameter groter dan 15 mm hebben en
moet ca. 50 mm buiten de klauwplaat uitsteken. Wanneer u een cilindrische pen
met deze maten gebruikt, ontstaat er slechts een verbuiging van 0,1 µm per 1 N
tastkracht. Bij gebruik van een kalibratiegereedschap met een te kleine diameter
en/of dat zeer ver tot buiten de klauwplaat uitsteekt, kan grote onnauwkeurigheid
ontstaan.
Voor het kalibreren moeten de juiste radius en de juiste lengte van het kalibratie-
gereedschap in de gereedschapstabel TOOL.T ingevoerd zijn.
Wanneer u de positie van het TT op de tafel verandert, moet u opnieuw
kalibreren.
Aanwijzing in combinatie met machineparameters
Met de machineparameter probingCapability (nr. 122723) definieert de machi-
nefabrikant de werking van de cyclus. Met deze parameter kan o.a. een gereed-
schapslengtemeting met stilstaande spil worden uitgevoerd en gelijktijdig een
meting van de radius en van de afzonderlijke snijkanten van het gereedschap
worden ingesteld.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
AANWIJZING
31
1965