Procedure
19.4.2
IJlgang G0 teachen
U verplaatst de assen en teacht een ijlgangblok met de nieuwe posities.
Opmerking
Selectie van assen en parameters die moeten worden geteacht
M.b.v. het venster "Instellingen" kunt u instellen welke assen bij het teachblok moeten worden
overgenomen.
Hier bepaalt u ook of bewegings- en overgangsparameters voor het teachen beschikbaar
moeten worden gemaakt.
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Machine".
2.
Druk op de toets <AUTO> of <MDA>.
3.
Druk op de toets <TEACH IN>.
4.
Druk op de softkey "Progr. teachen".
5.
Plaats de cursor m.b.v. de cursortoets of de inputtoets op de gewenste
locatie in het programma.
Wanneer er geen lege regel aanwezig is, moet u die invoegen.
6.
Druk op de softkeys "IJlgang G0", "Rechte G1" of "Cirkel steunpunt CIP"
en "Cirkel eindpunt CIP".
Het bijbehorende venster met de invoervelden verschijnt.
7.
Verplaats de assen naar de gewenste positie.
8.
Druk op de softkey "Overnemen".
Er wordt een nieuw programmablok ingevoegd op de positie van de cur‐
sor.
- OF -
Druk op de softkey "Afbreken" om de ingevoerde waarden te verwerpen.
Programma teachen
19.4 Teachen via venster
839