Werkstuk bewerken
6.11 Werken met DXF-bestanden
Procedure
6.11.3.3
Bewerkingsvlakken toewijzen
U kunt het bewerkingsvlak selecteren waar de met de DXF-Reader gecreëerde contour zich
moet bevinden.
Procedure
180
1.
Het DXF-bestand is in de editor geopend.
2.
Druk de softkeys ">>" en "Referentiep. definiëren" in.
3.
Druk op de softkey "Element begin" om het nulpunt op het begin van het
geselecteerde element te plaatsen.
- OF -
Druk op de softkey "Element midden" om het nulpunt op het midden van
het geselecteerde element te plaatsen.
- OF -
Druk op de softkey "Element einde" om het nulpunt op het einde van het
geselecteerde element te plaatsen.
- OF -
Druk op de softkey "Boog middelpunt" om het nulpunt op het middelpunt
van een boog te plaatsen.
- OF -
Druk op de softkey "Cursor" om het nulpunt op een willekeurige cursor‐
positie te plaatsen.
- OF -
Druk op de softkey "Vrije invoer" om het venster "Referentiepunt invoe‐
ren" te openen en de waarden voor de posities (X, Y) in te voeren.
1.
Het DXF-bestand is in de editor geopend.
2.
Druk op de softkey "Vlak kiezen".
Het venster "Vlak kiezen" wordt geopend.
3.
Selecteer het gewenste vlak en druk dan op de softkey "OK".
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien