Programma's beheren
14.3 Programma uitvoeren
Programma sluiten
Opmerking
Om een programma uit te voeren, moet dit niet noodzakelijk worden gesloten.
14.3
Programma uitvoeren
Wanneer u een programma voor uitvoering selecteert, dan schakelt de besturing automatisch
over naar het bedieningsbereik "Machine".
Programmaselectie
Werkstukken (WPD), hoofdprogramma's (MPF) of subprogramma's (SPF) kunt u selecteren
door de cursor op het gewenste programma of werkstuk te plaatsen.
Bij werkstukken moet zich een programma met dezelfde naam in de werkstukdirectory
bevinden dat automatisch voor uitvoering is geselecteerd (bijv. door de selectie van het
werkstuk WELLE.WPD wordt automatisch het hoofdprogramma WELLE.MPF geselecteerd).
Wanneer een INI-bestand met dezelfde naam bestaat (bijv. WELLE.INI) dan wordt dit eenmalig
uitgevoerd bij het starten van het eerste deelprogramma na het selecteren van het
742
- OF -
Dubbelklik op het programma.
Het geselecteerde programma wordt in het bedieningsbereik "Editor" ge‐
opend.
4.
Voer de gewenste programmacorrecties uit.
5.
Druk op de softkey "NC selectie" om over te schakelen naar het bedie‐
ningsbereik "Machine" en de uitvoering te starten.
Wanneer het programma loopt, is de softkey niet actief.
Druk op de softkeys ">>" en "Sluiten" om het programma en de editor opnieuw
te sluiten.
- OF -
Wanneer u zich aan het begin van de eerste regel van het programma bevindt,
druk dan op de toets <Cursor links> om het programma en de editor te sluiten.
Om een programma, dat u via "Sluiten" heeft verlaten, opnieuw te openen, moet
u op de toets <PROGRAM> drukken.
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien