Procedure
Opmerking
Meten van het gereedschap is alleen mogelijk met actief gereedschap.
Zie ook
T,S,M-venster (Pagina 127)
Gereedschap manueel meten (Pagina 98)
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
1
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
2.
Voer het verwisselen en uitlijnen van gereedschap in het T, S, M-venster
vóór het meten uit.
3.
Druk op de softkey "Ger. meten"
4.
Druk op de softkey "X" of "Z", afhankelijk van welke gereedschapslengte
u wilt meten.
5.
Kras de gewenste kant van het gereedschap aan.
Wanneer u het gereedschap niet aan de werkstukkant wilt laten staan,
druk dan op de softkey "Positie markeren".
De positie van het gereedschap wordt opgeslagen en het gereedschap
kan van het werkstuk worden weg verplaatst. Dit kan bijv. zinvol zijn
wanneer de diameter van het werkstuk eerst nog moet worden nage‐
meten.
Wanneer het gereedschap aan de werkstukkant kan blijven staan, dan
kunt u na het krassen rechtstreeks verdergaan met stap 7.
6.
Voer de positie van de werkstukkant in X0 of Z0 in.
Wanneer er voor X0 of Z0 geen waarde werd ingevoerd, dan wordt de
waarde uit de weergave "reële waarde" overgenomen.
7.
Druk op de softkey "Lengte instellen".
De gereedschapslengte wordt automatisch berekend en in de gereed‐
schapslijst ingevoerd. Daarbij wordt automatisch rekening gehouden
met de positie van de snijkant en de radius en diameter van het gereed‐
schap.
Werken met B-as (alleen 840D sl)
17.8 Gereedschap meten met B-as
831