Technologische functies programmeren (cycli)
10.1 Boren
Positiepatroon in ShopTurn-programmeren
Er kunnen verschillende positiepatronen na elkaar worden geprogrammeerd (max. 20
technologieën en positiepatronen samen). Ze worden in de geprogrammeerde volgorde
uitgevoerd.
Opmerking
Het aantal posities dat in één stap "Posities" kan worden geprogrammeerd, is beperkt tot
maximaal 600!
Vooraf geprogrammeerde technologieën en erop volgende geprogrammeerde posities worden
automatisch gekoppeld.
Posities tonen en verbergen
U kunt willekeurige posities tonen of verbergen (Hoofdstuk "Posities tonen/verbergen
(Pagina 370)").
Naderen/verwijderen
1. Binnen een positiepatroon en ook bij het naderen van het volgende positiepatroon wordt
teruggetrokken naar het terugtrekvlak. Aansluitend wordt verplaatst naar de nieuwe positie
of naar het nieuwe positiepatroon in ijlgang.
2. Bij technologische volgprocessen (bijv. centreren - boren - draadtappen) moet na het
oproepen van het volgende gereedschap (bijv. boor) de bijbehorende boorcyclus worden
geprogrammeerd, en onmiddellijk daarna het oproepen van het positiepatroon dat moet
worden afgewerkt.
Verplaatsingsweg van het gereedschap
● ShopTurn
De geprogrammeerde posities worden met het vooraf geprogrammeerde gereedschap
(bijv. centreerboor) afgewerkt. De bewerking van de posities begint steeds aan het
referentiepunt. Bij een rooster wordt eerst in de richting van de eerste as en vervolgens
lusvormig verder gewerkt. Bij kaders en gatencirkels wordt tegen de wijzers van de klok in
verder gewerkt.
● G-code
Bij G-code wordt bij reeks/kader/rooster steeds aan de dichtstbijzijnde hoek van het kader
of het rooster, of aan het einde van reeks begonnen. Bij kaders en cirkels resp. cirkelboog
wordt tegen de wijzers van de klok in verder gewerkt.
Werken met rondas
In G-code wordt de C-as bij het boren (willekeurig positiepatroon, volledige cirkel en deelcirkel)
ondersteund.
352
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien